Structuurvisie Functieverandering

Het landbouwontwikkelingsgebied (LOG ) ligt over een groot gedeelte van het westelijk buitengebied en de kern van Telgt. Onder het huidig (provinciaal) beleid is functieverandering binnen het LOG niet geheel uitgesloten, maar gelden wel andere uitgangspunten.

In aansluiting op het provinciaal beleid mag functieverandering niet leiden tot een beperking van de rechten van bestaande agrarische bedrijven óf potentiële nieuwvestigingen. Dit betekent dat extensieve functieverandering, waarbij beperkende of gevoelige objecten (zoals woningen of andere werkfuncties) worden toegevoegd buiten de contouren van de bestaande beperkende of gevoelige objecten, zoals de (bedrijfs)woning, niet mogelijk is. Functieverandering binnen de contouren van de bestaande (bedrijfs)woning is vaak wel mogelijk, zoals een kantoor aan huis of woningsplitsing. Door de gevoeligheid en complexiteit van functieverandering in het LOG is maatwerk geboden.

Het LOG leent zich bij uitstek voor saldering en clustering, waarbij realisatie van de functieverandering plaatsvindt buiten het LOG.

Een tweede beperking wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van enkele landgoederen ten zuiden en oosten van Ermelo. De landgoederen Volenbeek en Groevenbeek hebben een grote invloed op de directe omgeving van deze gebieden. Dit is nog veel sterker zichtbaar rondom de landgoederen in Staverden en Leuvenum. Functieverandering rond deze landgoederen is mogelijk, maar wel onderhevig aan aanvullende vereisten.

Zo is functieverandering alleen mogelijk met het pluspakket en stelt de gemeente hogere eisen aan de kwaliteit van de functieverandering. Nog meer dan in de overige gebieden is het omliggende landschap en de gebiedseigen architectuur en landschapsinrichting bepalend voor het functieveranderingsproces.

Op basis van de gebiedskenmerken van Ermelo lenen bepaalde gebieden zich minder voor de algemene ontwerpcriteria voor functieverandering. Rondom de buurtschappen in de Agrarische enclave, Horst en Telgt vindt functieverandering plaats met in achtneming van de bestaande clustering rondom de buurtschappen en langs bestaande bebouwingslinten. Bij functieverandering in deze zones is het mogelijk om woningen geclusterd of direct aan een bebouwingslint te positioneren, in afwijking van het algemene uitgangspunt van de positionering in een erfsetting.

Daarnaast zijn deze zones bij uitstek geschikt als clusteringslocatie.