Plan: | herziening woongebieden - Hoofdstraat 181 te Hoogezand |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1952.bphgzhoofdstr181-va01 |
Op 10 juni 2013 heeft de raad van de gemeente Hoogezand-Sappemeer het bestemmingsplan 'herziening woongebieden' vastgesteld. De herziening betrof de reparatie van het bestemmingsplan 'Woongebieden' om omissies te herstellen en in mindere mate om enkele beleidswijzigingen door te voeren en het plan aan te passen aan de op dat moment gewijzigde omstandigheden / nieuwe ontwikkelingen.
Onderdeel van de planherziening was het perceel Hoofdstraat 181 te Hoogezand. Door vaststelling van de herziening werd het op dat perceel aanwezige tankstation ("verkooppunt van motor brandstoffen zonder lpg") op de planverbeelding opgenomen - deze aanduiding ontbrak in het bestemmingsplan 'Woongebieden'.
Ondertussen wordt in overleg met de exploitant de verplaatsing van het tankstation naar de A.B. Nobelweg op Bedrijvenpark Rengers voorbereid. Daartoe wordt in de voorliggende herziening de aanduiding "verkooppunt van motor brandstoffen zonder lpg" van de planverbeelding verwijderd en is voorafgaand hieraan een bestemmingsplanherziening voor de nieuwe locatie in procedure gebracht.
Deze bestemmingsplanherziening heeft betrekking op de gronden aan de voorzijde van het perceel Hoofdstraat 181 te Hoogezand. Op onderstaande afbeeldingen is de ligging ten opzichte van Hoogezand weergegeven en op de ingezoomde luchtfoto de globale begrenzing van de projectlocatie waarop deze bestemmingsplanherziening betrekking heeft.
De bestemmingsplanherziening bestaat uit regels, een verbeelding en gaat vergezeld van een toelichting.
Op de verbeelding zijn de bestemmingen in het plangebied weergegeven. Deze bestemmingen zijn gerelateerd aan de in de regels opgenomen juridische regeling. De verbeelding en de regels vormen samen de bestemmingsplanregeling zoals deze door de gemeenteraad wordt vastgesteld.
Voorliggend bestemmingsplan is een partiële herziening van de verbeelding van het bestemmingsplan 'herziening woongebieden' (ID-nr NL.IMRO.0018.BP124herziening-30va), namelijk door verwijdering van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' op de planverbeelding binnen de bestemming 'Verkeer'.
Op de landelijke website "www.ruimtelijkeplannen.nl" moeten de relevante regels zichtbaar zijn bij het 'aanklikken' van de desbetreffende gronden. De digitale verbeelding waarop de herziening betrekking heeft, geeft weer op welke gronden de herziening betrekking heeft. Daarop zijn tevens de van toepassing zijnde bestemming en eventuele andere aanduidingen zichtbaar. In de regels is aangegeven welke wijzigingen er als gevolg van de herziening worden doorgevoerd ten opzichte van het onderliggende bestemmingsplan 'herziening woongebieden' en wordt tevens benoemd dat aan overige artikelen van het onderliggende bestemmingsplan geen wijzigingen worden aangebracht.
De toelichting van dit bestemmingsplan bestaat uit vijf hoofdstukken. Na dit eerste inleidende hoofdstuk volgt in hoofdstuk 2 een beschrijving van het ruimtelijk kader waarin de uitgangspunten voor het bestemmingsplan zijn beschreven en wat de gevolgen zijn van de wijzigingen die voorzien zijn in het plan. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de omgevingsaspecten in relatie tot de wijzigingen van deze herziening. De economische uitvoerbaarheid volgt in hoofdstuk 4 en tot slot behandelt hoofdstuk 5 de maatschappelijke uitvoerbaarheid.
Het bestemmingsplan 'herziening woongebieden' is op 10 juni 2013 door de raad van de gemeente Hoogezand-Sappemeer vastgesteld.
De locatie van het bestaande tankstation is bestemd als 'Verkeer' en daarbinnen is de aanduiding "verkooppunt van motor brandstoffen zonder lpg" op de planverbeelding weergegeven.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor de hoofdfuncties:
en voor de ondergeschikte functies:
Een verkooppunt van motorbrandstoffen (met uitzondering van L.P.G.) is aanwezig ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg'. Deze aanduiding is binnen de bestemming Verkeer' weergegeven, zodat een tankstation is toegestaan.
Vanuit het oogpunt van onder meer externe veiligheid, geur, verkeersveiligheid, overlast voor de omgeving en een goede spreiding van motorbrandstoffenverkooppunten is het verplaatsen van een tankstation van binnen de bebouwde kom naar daarbuiten op ruimere afstand van bebouwing een voor de hand liggende ontwikkeling. Realisatie daarvan is mogelijk geworden nu op Bedrijvenpark Rengers een kavel voor het tankstation beschikbaar komt.
Op 1 juni 2016 zijn de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening vastgesteld en op 15 november 2017 is de Omgevingsvisie gewijzigd.
De Omgevingsvisie beschrijft het beleid van de provincie Groningen en is uitsluitend zelfbindend. Voor zover provinciale belangen daartoe aanleiding geven, zijn in de Omgevingsverordening regels gegeven die doorwerken voor gemeenten in bijvoorbeeld het vaststellen van bestemmingsplannen.
In artikel 11.1 van de Omgevingsvisie wordt het provinciale beleid ten aanzien van het Stedelijk gebied beschreven. Onder stedelijk gebied verstaat de provincie een stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel en horeca, en de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en water en infrastructuur. De provincie wil stedelijke ontwikkelingen zo veel mogelijk laten plaatsvinden binnen bestaand stedelijk gebied, omdat ze het grote contrast tussen het stedelijk gebied en het buitengebied, dat zo bepalend is voor de identiteit van onze provincie, wil behouden en versterken. Dit in lijn met de 'ladder voor duurzame verstedelijking', die bij nieuwe stedelijke ontwikkeling vraagt om motivering en afweging van (1) de ruimtevraag, (2) de beschikbare ruimte en (3) de ontwikkeling van de omgeving waarin het gebied ligt. Dit vraagt extra zorgvuldigheid bij ingrepen in het stedelijk gebied die een effect hebben op het buitengebied.
Gemeenten zijn primair verantwoordelijk voor de ruimtelijke kwaliteit binnen het stedelijk gebied. Bij de inpassing van grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen in het stedelijk gebied en ruimtelijke ingrepen in het stedelijk gebied die een effect hebben op het buitengebied ondersteunt en adviseert de provincie gemeenten.
Artikel 12.1.2 beschrijft het provinciale beleid ten aanzien van Regionale bedrijventerreinen. Daarin wordt beschreven dat het belangrijk is dat er voldoende ruimte aanwezig is en blijft voor de vestiging van bedrijven uit de hogere milieucategorieën. Voor dit type bedrijven is voorlopig voldoende ruimte op bestaande regionale bedrijventerreinen. De bedrijven die de grootste milieuhinder met zich mee brengen, willen we steeds meer concentreren op een beperkt aantal van deze regionale bedrijventerreinen.
De provincie stimuleert de concentratie van bedrijvigheid op regionale bedrijventerreinen in de stedelijke gebieden, omdat:
Het hiervoor beschreven beleid uit de Omgevingsvisie werkt in de Omgevingsverordening door in artikel 2.12 en artikel 2.17.
In artikel 2.12 is bepaald dat nieuwe stedelijke ontwikkelingen binnen het bestaand stedelijk gebied plaats moeten vinden, tenzij wordt aangetoond dat daarvoor geen ruimte beschikbaar is of kan worden verkregen door herstructurering, transformatie of anderszins. De onderhavige locatie en de nieuwe locatie waar het tankstation naartoe wordt verplaatst is bestaand stedelijk gebied.
Artikel 2.17 91 tot en met 3) stelt regels aan nieuwe bedrijventerrein en de uitbreiding van bestaande bedrijventerreinen.
Conclusie ten aanzien van het project
De huidige en de nieuwe locatie van het tankstation zijn bestaand stedelijk gebied. De verplaatsing leidt niet tot een nieuw bedrijventerrein noch de uitbreiding van een bestaand bedrijventerrein. De Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening staan aan de verwezenlijking van het project niet in de weg.
Toekomstvisie Boeg Beelden 2015 / Structuurvisie 2010
Boeg Beelden 2015 (vastgesteld 12 november 2002) is een toekomstvisie met daarin de hoofdlijnen van beleid voor de gemeente Hoogezand-Sappemeer in de periode tot 2015. Het geeft een breder kader voor zowel fysiek-, economisch-, sociaal- als cultureel beleid.
Hoogezand-Sappemeer wil in 2015 een middelgrote levendige woon- en werkgemeente zijn, volop profiterend van haar unieke positie vlakbij Groningen, en tegelijk met een eigen identiteit in een prachtig groene omgeving.
De ambities van de gemeente zijn omgezet in vier richtinggevende thema's:
De gemeente wil zich in Boeg Beelden 2015 verder ontwikkelen tot een prettige woongemeente. In nieuwe en bestaande woongebieden staat een prettig woonklimaat voorop. Dit betekent wel, dat er kritisch gekeken moet worden naar de tegenstrijdige belangen die tussen bedrijvigheid en woongebieden kunnen bestaan.
Enkele ruimtelijk relevante uitgangspunten uit Boeg Beelden 2015 zijn:
Voor wat betreft het wonen wordt duidelijk gekozen voor een flinke versterking van de woonfunctie in de gemeente. Inzet is de gemeente verder te ontwikkelen als een prettige woongemeente. In nieuwe en bestaande woongebieden moet een prettig woonklimaat voorop staan. Een goede kwaliteit en functionaliteit van de openbare ruimte en een schone en veilige omgeving staan daarbij hoog op het verlanglijstje. De afspraken in het stedelijk netwerk Regio Groningen-Assen hebben tot gevolg dat de gemeente gaat groeien. Dat betekent: nieuwe wijken, aangepaste infrastructuur en meer (winkel)voorzieningen. Ook wil de gemeente de kwaliteit van het wonen verbeteren.
De fysieke, ruimtelijke componenten, uit Boeg Beelden 2015 zijn uitgewerkt in een nieuwe structuurvisie voor de gehele gemeente onder de titel 'Boegbeelden komen tot leven'. De structuurvisie is in november 2010 vastgesteld. De structuurvisie heeft als belangrijke speerpunten van beleid de verdere ontwikkeling van het Stadshart en de uitbreiding van de gemeente in zuidelijke richting; het woongebied 'De Groene Compagnie'. Daarnaast blijven de zogenaamde inbreidingslocaties erg belangrijk voor de verdere ontwikkeling van de gemeente en blijft er aandacht voor het vernieuwen van bestaande woonwijken en bedrijventerreinen.
De verplaatsing van een tankstation vanuit de bebouwde kom naar ene bedrijventerrein past binnen dit beleid om de woonfunctie te versterken en een prettig woonklimaat te bevorderen.
Vanuit het oogpunt van onder meer externe veiligheid, geur, verkeersveiligheid, overlast voor de omgeving en een goede spreiding van motorbrandstoffenverkooppunten is het vervangen van een tankstation binnen de bebouwde kom voor een tankstation daarbuiten op ruimere afstand van bebouwing een voor de hand liggende ontwikkeling.
De nieuwe locatie van het tankstation, op Bedrijvenpark Rengers, is bedoeld als vestigingsmogelijkheid voor bedrijven die zich elders niet kunnen vestigen. De beoogde nieuwe locatie voor het tankstation maakt geen deel uit van het areaal gereserveerde bedrijfspercelen voor zware milieuhinderveroorzakende bedrijven maar is aangewezen als entreelocatie met mogelijkheid van functieverruiming. Functieverruiming naar een tankstation was op die locatie weliswaar niet voorzien, maar een tankstation is een functie waarvoor de vestigingsmogelijkheden schaars zijn. Verplaatsing van de vestiging naar de nieuwe locatie is daarom inpasbaar.
De Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening staan aan de verwezenlijking van het project niet in de weg.
Het verplaatsen van een tankstation van binnen de bebouwde kom naar daarbuiten op ruimere afstand van bebouwing heeft voor de omgeving van de oude locatie alleen maar positieve milieueffecten. Het leidt in de dorpskern tot een verbetering ten aanzien van de aspecten externe veiligheid, geur, verkeersveiligheid, overlast voor de omgeving. Nader onderzoek is niet nodig voor de voorliggende planherziening.
Ten behoeve van de vestiging op de nieuwe locatie is in het kader van de herziening van het bestemmingsplan 'Bedrijvenpark Rengers' onderzoek uitgevoerd waaruit blijkt dat vestiging op die locatie uitvoerbaar is. Omgevingsaspecten staat daarom niet in de weg aan de verplaatsing.
De voorliggende planherziening heeft betrekking op het verwijderen van een bestaand tankstation in de dorpskern. Het voornemen is vanwege de afwezigheid van nieuwe ruimtelijke effecten niet aan te merken als een 'stedelijk ontwikkelingsproject' zoals bedoeld in het Besluit milieueffectrapportage. Er is dan ook geen aanleiding een (vormvrije) MER-beoordeling uit te voeren.
Gelet op artikel 6.12, eerste lid, Wro jo. 6.2.1, aanhef en onder b, Bro, dient in beginsel een exploitatieplan te worden vastgesteld vanwege het voorgenomen bouwplan. De voorliggende herziening heeft geen betrekking op een bouwplan, er hoeft daarom geen exploitatieplan te worden vastgesteld.
Voor deze herziening wordt de wettelijke 'uniforme openbare voorbereidingsprocedure' gevolgd zoals vastgelegd in artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening jo. afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. In het kader daarvan is het ontwerp van de bestemmingsplan gedurende 6 weken ter inzage gelegd van donderdag 9 april 2020 tot en met woensdag 20 mei 2020. Gedurende de inzagetermijn is een ieder in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen. Er zijn geen zienswijzen ingediend.
Met de voorliggende herziening zijn geen belangen gemoeid van het Rijk, de provincie of de waterbeheerder. Het voeren van formeel overleg ex artikel 3.1.1 Bro kan daarom achterwege blijven.