Plan: | Camping De Oase |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1676.00022BpGhp-vast |
Natura-2000 Kop van Schouwen
Ten westen van de Kabbelaarsweg zijn gronden gelegen die behoren tot het Natuurmonument Kop van Schouwen. Dit gebied is in het kader van de Natuurbeschermingswet aangemeld als speciale beschermingszone.
De nieuwe ontwikkelingen hebben betrekking op gronden die minimaal 400 tot 900 meter van de grens van het Natuurmonument liggen.
Effecten
Door de beoogde herinrichting van de camping wordt het zwaartepunt van de camping in de richting van de Lagezoom verplaatst. Hierdoor neemt de kans op verstoring af. Tevens wordt het voorzieningenniveau duidelijk verhoogd. De kans op verstoring van het beschermde natuurgebied neemt mede door het hoge voorzieningenniveau af. Door gerichte voorlichting over de natuurwaarden in de omgeving en ook op het terrein zullen de gasten worden gewezen op de kwetsbaarheden van de natuur en de locaties waar natuurgerichte recreatie wel mogelijk is. Ongewenst gedrag kan hiermee (deels) worden voorkomen.
Alle beschreven maatregelen zullen naar verwachting leiden tot een verlaging van de kans op verstoring van de natuurwaarden in de omgeving.
Flora- en faunawet
Typering
Het uitbreidingsterrein heeft een agrarisch gebruik (akkerbouw). Gezien het relatief besloten karakter van het plangebied zal het aantal broedvogels van akkers gering zijn. Op grond van een veldverkenning 10 december 2010 wordt geconcludeerd dat er alleen maar algemene zoogdieren (mol, muizen) en broedvogels in het plangebied voorkomen. Het betreft hier algemene soorten die staan vermeld op tabel 1 van de Flora en faunawet. Gezien het gebruik van het gebied zijn zwaar beschermde soorten niet te verwachten. Er zijn ook geen nesten vastgesteld van broedvogels met een vaste nestplaats.
Beoordeling
De kwaliteitsverbetering en uitbreiding van de camping zal leiden tot verstoring van de aanwezige beschermde natuurwaarden. Het betreft hier soorten van tabel 1, waarvoor een vrijstelling geldt en broedvogels. Broedvogels mogen niet verstoord worden, dit kan door buiten het broedseizoen te starten met de werkzaamheden of een minimale afstand tot broedende vogels aan te houden.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat voor de beoogde ontwikkeling geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist is. Hierbij dient wel gewerkt te worden volgens de principes van zorgvuldig handelen en mogen broedvogels niet verstoord worden. Wat de gebiedsbescherming betreft mag worden geconcludeerd dat de Natuurbeschermingswet 1998 geen beletsel vormt voor de ontwikkeling.