direct naar inhoud van Artikel 10 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Plan: 365.602.00 (Haven Zeven)
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0867.HavenZeven-ONT1

Artikel 10 Leiding - Hoogspanningsverbinding

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Hoogspanningsverbinding aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van een bovengrondse hoogspanningsverbinding.

10.2 Bouwregels

Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de hoogspanningsverbinding worden gebouwd met een hoogte van maximaal 60 meter.

10.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 10.2 voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, met in achtneming van de bouwregels bij die bestemmingen, indien de belangen en de veiligheid van de betrokken verbinding niet worden geschaad en voorafgaand aan het verlenen van ontheffing schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.

10.4 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in lid 10.1 bedoelde gronden te gebruiken voor de opslag van brand- en explosiegevaarlijke goederen.

10.5 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 10.4 onder de voorwaarde dat de belangen en de veiligheid van de betrokken verbinding niet worden geschaad en voorafgaand aan het verlenen van ontheffing schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.

10.6 Aanlegvergunning
10.6.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het beplanten van de gronden met bomen of andere hoogopgaande houtopstanden;
  • b. het afgraven, verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • c. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur voor zover geen bouwwerken zijnde.
10.6.2 Toelaatbaarheid

De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 10.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door de uit te voeren werkzaamheden, dan wel de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen, geen schade aan de hoogspanningsleiding wordt of kan worden veroorzaakt.

10.6.3 Uitzonderingen

Het bepaalde 10.6.1 in lid is niet van toepassing op het uitvoeren van werkzaamheden, welke uit een oogpunt van te beschermen belangen van ondergeschikte betekenis zijn, waaronder mede begrepen onderhoud en beheer van de hoogspanningsverbinding.

10.6.4 Advies

De in lid 10.6.1 bedoelde vergunning kan niet eerder worden verleend dan nadat schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.