Gemeente:
Helmond
Plannaam:
BP Buitengebied Helmond
Status:
Geconsolideerde versie
IDN naam:
NL.IMRO.0794.0000BP080198-5000

Artikel 13 Detailhandel - Tuincentrum

 

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel - Tuincentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. de uitoefening van een glastuinbouwbedrijf;

  2. een tuincentrum, met dien verstande dat:

  1. de verkoop van zwembaden, dieren en dierbenodigdheden, speelgoed, kleding, agrarische machines, outdoorartikelen en sportartikelen niet is toegestaan;

  2. de benodigde parkeerruimte op eigen terrein aanwezig moet zijn overeenkomstig de norm van 30 parkeerplaatsen per 1.000 m2 brutovloeroppervlak;

met daarbijbehorende:

  1. gebouwen;

  2. bouwwerken, geen gebouw zijnde;

  3. tuinen;

  4. erven;

  5. terreinen;

  6. waterhuishoudkundige voorzieningen;

  7. groenvoorzieningen;

  8. parkeervoorzieningen.

 

13.2 Bouwregels

Op de voor 'Detailhandel - Tuincentrum' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

13.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  1. een gebouw mag niet worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - bebouwing';

  2. de goothoogte mag niet meer dan 4 m bedragen;

  3. de bouwhoogte mag niet meer dan 6,5 m bedragen;

  4. de dakhelling mag niet minder dan 15° bedragen, met dien verstande dat ten behoeve van verbindingsgebouwen voor een oppervlakte van ten hoogste 100 m2 de dakhelling 0° mag bedragen;

  5. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen (inclusief de oppervlakte van de bedrijfswoning en de bij de bedrijfswoning behorende aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen) mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte.

 

13.2.2 Bedrijfswoningen

Voor een bedrijfswoning gelden bovendien de volgende regels:

  1. per bestemmingsvlak mag niet meer dan 1 bedrijfswoning aanwezig zijn;

  2. de inhoud mag niet meer dan 750 m³ bedragen;

  3. de dakhelling mag niet minder dan 35° bedragen.

 

13.2.3 Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning

Voor aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden bovendien de volgende regels:

  1. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 60 m2;

  2. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;

  3. de bouwhoogte mag niet meer dan 5 m bedragen.

 

13.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor een bouwwerk geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van een erfafscheiding, gelegen tussen de weg en het dichtst bij de weg gelegen gebouw, niet meer dan 1 m mag bedragen;

  2. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 5 m bedragen.

 

13.2.5 Afwijkende maatvoering

In afwijking van het bepaalde in 13.2.1, 13.2.2, 13.2.3 en 13.2.4geldt dat indien een afwijkende maatvoering aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan:

  1. deze hogere goothoogte, hogere bouwhoogte, grotere oppervlakte en/of grotere inhoud als maximum mag worden gehanteerd voor dat bouwwerk en, voor zover het goothoogte en bouwhoogten betreft, voor uitbreidingen van dat bouwwerk;

  2. deze geringere dakhelling als minimum mag worden gehanteerd voor dat gebouw en voor uitbreidingen van dat gebouw.

 

13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  1. het beginsel van bebouwingsconcentratie;

  2. het bebouwingsbeeld;

  3. de landschappelijke inpassing;

  4. de milieusituatie;

  5. de verkeersveiligheid;

  6. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

 

13.3.1 Procedure

Voor een besluit tot het stellen van nadere eisen geldt de in 40.1 vermelde voorbereidingsprocedure.