Gemeente:
Helmond
Plannaam:
BP Buitengebied Helmond
Status:
Geconsolideerde versie
IDN naam:
NL.IMRO.0794.0000BP080198-5000

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS

 

Artikel 34 Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 35 Algemene bouwregels

 

35.1 Geluidszones langs wegen

Indien en voor zover gronden zijn gelegen binnen een zone van:

- 250 m ter weerszijden van een weg met een of twee rijstroken;

- 400 m ter weerszijden van een weg met drie of vier rijstroken;

mogen toegelaten geluidgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd en vervangen met inachtneming van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder of een vastgestelde hogere grenswaarde.

35.2 Geluidszones langs spoorwegen

Indien en voor zover gronden zijn gelegen binnen een zone van 400 m van de spoorlijn Helmond - Venlo mogen toegelaten geluidgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd en vervangen met inachtneming van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder of een vastgestelde hogere grenswaarde.

35.3 Geluidzone - industrielawaai

Op de gronden gelegen binnen de zone 'Geluidzone - industrie" mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen nieuw geluidgevoelig gebouw worden opgericht.

 

Artikel 36 Algemene gebruiksregels

 

36.1 Toegestaan gebruik

Onder een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt niet verstaan:

  1. de uitoefening van een vrij beroep in een woning alsmede beroepsbeoefening aan huis voor zover de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft en niet meer dan 30% van het vloeroppervlak van de woning daartoe wordt benut;

  2. het uitoefenen van detailhandel, voor zover dit een normaal en ondergeschikt onderdeel is van de totale toegestane bedrijfsuitoefening en de verkoop van de goederen, gelet op de aard daarvan, geschiedt in rechtstreeks verband met de uitoefening van het bedrijf;

  3. het uitvoeren van de in de Bijlage 1 Tabel aanlegvergunningen genoemde werken of werkzaamheden, indien en voor zover bij de van toepassing zijnde bestemming of aanduiding in de tabel een 'T' is vermeld;

  4. het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daardoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning, of bij omgevingsvergunning een afwijking is vereist en deze is verleend;

  5. het aanleggen of laten aanleggen van kabels en/of leidingen ten behoeve van de drinkwatervoorziening, de riolering, de waterhuishouding, de energievoorziening en de datacommunicatie, met uitzondering van:

  1. aardgastransportleidingen met een diameter van meer dan 4" en/of een druk van meer dan 40 bar;

  2. transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1-, K2- en K3-categorie met een diameter van meer dan 4";

  3. hoogspanningsleidingen;

  4. buisleidingen voor het transport van water, afvalwater of stoom met een doorsnede van 1 meter of meer en een lengte van 10 km of meer;

  1. het aanleggen of laten aanleggen van bergbezinkbassins.

 

36.2 Strijdig gebruik

Onder een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval verstaan:

  1. het uitvoeren van de in de Bijlage 1 Tabel aanlegvergunningen genoemde werken of werkzaamheden, indien en voor zover bij de van toepassing zijnde bestemming of aanduiding in de tabel een 'S' is vermeld;

  2. het (laten) gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting;

  3. bewoning van bijgebouwen;

  4. het bewonen van aanbouwen door een ander huishouden dan het huishouden dat het hoofdgebouw bewoont.

 

36.3 Afstemmingsregel

Indien in de Bijlage 1 Tabel aanlegvergunningen voor bepaalde gronden een 'S' en/of een 'A' en/of een 'T' zijn vermeld, geldt dat het meeste belang wordt toegekend aan respectievelijk de 'S', de 'A' en de 'T'.

Artikel 37 Algemene aanduidingsregels

 

37.1 milieuzone - waterwingebied

 

37.1.1 Bestemmingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' zijn de gronden mede bestemd voor het behoud en herstel van de waarde van de gronden ten behoeve van de drinkwatervoorziening, waaronder begrepen de winning en bewerking van drinkwater.

37.1.2 Bouwregels

Op de mede voor 'milieuzone - waterwingebied' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 2,50 m;

  2. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van en conform de bestemming, mits de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de drinkwatervoorziening daardoor niet wordt aangetast.

 

37.2 veiligheidszone

 

37.2.1 Bestemmingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone' zijn de gronden mede bestemd voor beperking van het plaatsgebonden risico van het gasdrukregel- en meetstation.

37.2.2 Bouwregels

Op de mede voor 'veiligheidszone' aangewezen gronden mogen geen (beperkt) kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen worden gerealiseerd, tenzij ze behoren tot de inrichting waartoe het gasdrukregel- en meetstation behoort.

37.3 vrijwaringszone - straalpad

 

37.3.1 Bestemmingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' zijn de gronden mede bestemd voor de (radio)straalverbinding.

37.3.2 Bouwregels

Op de mede voor 'vrijwaringszone - straalpad' mag de bebouwing ten dienste van de bestemmingen niet meer bedragen dan 61 m.

Artikel 38 Algemene afwijkingsregels

 

38.1 Omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  1. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;

  2. de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;

  3. de bestemmingsregels met het oog op de aanpassing aan de werkelijke afmetingen van het terrein, mits de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de afwijking gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het plan;

  4. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt vergroot tot niet meer dan 10 m;

  5. de bestemmingsregels en toestaan dat communicatiemasten worden gebouwd met een bouwhoogte van niet meer dan 40 m;

  6. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van de gebouwen wordt vergroot ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen;

  7. de bestemmingsregels ten aanzien van beroepsuitoefening aan huis, mits:

  1. de woning als zodanig blijft functioneren;

  2. geen sprake is van overlast of hinder voor de woonomgeving;

  3. de beroepsuitoefening niet vergunningplichtig is op basis van de Wet milieubeheer;

  4. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in het klein in verband met de beroepsuitoefening aan huis;

  5. de benodigde parkeerruimte aanwezig is;

  6. het niet betreft een bedrijf genoemd in bijlage 10 onderdeel B van de Provinciale Milieuverordening (de zogenaamde zwarte-lijstinrichtingen), indien de woning is gelegen in de 25-jaarszone van het grondwaterbeschermingsgebied zoals deze is opgenomen in Bijlage 4 Grondwaterbeschermingsgebied;

  1. het bepaalde in 36.2 onder c en/of d ten behoeve van mantelzorg in een bijgebouw respectievelijk een aanbouw, mits:

  • de zorgbehoefte objectief is aangetoond;

  • mantelzorg plaatsvindt op een oppervlakte van maximaal 75 m2;

  • in geval van een bijgebouw: het bijgebouw een ruimtelijke eenheid vormt met de woning;

  • de tijdelijkheid van de situatie verzekerd is.

 

38.2 Afwegingskader

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van regels in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:

  1. de mate waarin waarden, die het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;

  2. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden worden geschaad;

  3. de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;

  4. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond.

 

 

Artikel 39 Algemene wijzigingsregels

 

39.1 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en:

  1. nadere aanduidingen met betrekking tot de functie van de plankaart verwijderen;

  2. de bestemmingsvlakken voorzien van nieuwe nadere aanduidingen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. het bebouwingsbeeld;

  2. de landschappelijke waarde;

  3. de cultuurhistorische waarde;

  4. de milieusituatie;

  5. de verkeersveiligheid;

  6. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

  7. de sociale veiligheid;

  8. de externe veiligheid.

 

39.2 Afwegingskader

Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:

  1. de mate waarin waarden, die het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;

  2. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden worden geschaad;

  3. de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;

  4. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de milieutechnische, de waterhuishoudkundige, de archeologische, de ecologische en de verkeerstechnische toelaatbaarheid.

 

39.3 Procedure

Voor een besluit tot wijziging geldt de in 40.2 vermelde voorbereidingsprocedure.

 

Artikel 40 Algemene procedureregels

 

40.1 Nadere eisen

Voor een besluit tot het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:

  1. een ontwerpbesluit ligt, met bijhorende stukken, gedurende twee weken ter inzage;

  2. de terinzagelegging wordt vooraf bekend gemaakt in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze;

  3. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het naar voren brengen van zienswijzen gedurende de onder agenoemde termijn;

  4. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.

 

40.2 Wijziging

Voor een besluit tot wijziging geldt de voorbereidingsprocedure als genoemd in artikel 3.9a lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening.

 

Artikel 41 Overige regels

 

41.1 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

41.2 Verwijzing naar adressen

De adressen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, betreffen de adressen zoals deze op de plankaart zijn terug te vinden op het moment van vaststelling van het plan.