direct naar inhoud van Regels
Plan: Chw Omgevingsplan IJsseloord 2
Status: concept
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.815-0201

Regels

van het bestemmingsplan

Chw Omgevingsplan IJsseloord 2
(plannummer: NL.IMRO.0202.815-

0201)

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

Het bestemmingsplan Chw Omgevingsplan IJsseloord 2 met identificatienummer NL.IMRO.0202.815-0201 van de gemeente Arnhem.

1.2 omgevingsplan

Een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte, als bedoeld in artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, bestaande uit geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 agrarisch bedrijf

Een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren. In het kader van dit omgevingsplan worden onderscheiden:

  • niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering: agrarische bedrijfsvoering die in hoofdzaak is gericht op het houden, fokken of mesten van dieren in bedrijfsgebouwen, waarbij de grond als productiemiddel van ondergeschikte betekenis is;
  • grondgebonden agrarische bedrijfsvoering: agrarische bedrijvigheid die in hoofdzaak van de grond als agrarisch productiemiddel afhankelijk is;
  • een intensieve veehouderij zijnde een agrarisch bedrijf of een deel daarvan dat wordt gebruikt voor veehouderij volgens de Wet milieubeheer en waar geen melkrundvee, schapen, paarden of dieren 'biologisch' worden gehouden en waar geen dieren worden gehouden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van natuurbeheer;
1.6 agrarische bedrijfswoning

een woning op of bij een agrarisch bedrijf behorende grond en uitsluitend dienend voor de huisvesting van een huishouden waarvan de huisvesting ter plaatse, gelet op de agrarische bedrijfsvoering, noodzakelijk is;

1.7 bebouwing

één of meer gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.8 bebouwingspercentage

een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte van een gedeelte van een gebiedsaanduidingsvlak of gedeelte van een bouwvlak aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd;

1.9 bedrijf

Een onderneming of gedeelte van een onderneming, die een organisatorisch zelfstandige eenheid vormt en is gericht op de productie of de afzet van goederen of de verlening van diensten, hieronder begrepen ondernemingen of gedeelten van ondernemingen, die door of vanwege de overheid worden geleid.

1.10 bedrijfswoning / dienstwoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is.

1.11 bestaand

een bouwwerk of gebruik dat:

  • op het moment van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan bestaat of in uitvoering is;
  • na dat tijdstip is of mag worden gebouwd/gebruikt krachtens een omgevingsvergunning, waarbij de aanvraag omgevingsvergunning voor dat tijdstip is ingediend.
1.12 beleidsregels Parkeren van de gemeente Arnhem

Onder de Beleidsregels Parkeren van de gemeente Arnhem wordt verstaan: de 'Beleidsregels Parkeren Arnhem 2022', dan wel zoals deze regels komen te luiden na wijziging van deze regels.

1.13 bijgebouw

een functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw.

1.14 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.15 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.16 bouwlaag

een geheel van voor personen toegankelijke ruimten, waarbinnen de vloerhoogte niet meer dan 1,20 meter varieert, met uitsluiting van onderbouw en zolder of vliering casu quo kapruimte.

1.17 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.18 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceelgrens.

1.19 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.20 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.21 bruto vloeroppervlak (bvo)

de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een bedrijf of instelling, inclusief magazijnen, bergingen, kantoren en verblijfsruimten, alsmede de overige voor de bedrijfvoering benodigde vloeroppervlakte.

1.22 datacenter

Een bedrijf dat zich in hoofdzaak richt op digitaal opslaan en verwerken van informatie op computers (servers).

1.23 detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop, het verkopen of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; dienstverlening door een horecabedrijf, internetverkoop en bezorgservices of bezorgdiensten zoals dark stores worden hieronder niet begrepen.

1.24 dienstverlenende bedrijven

Bedrijven met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak, die naar aard, verschijningsvorm en gevolgen voor de omgeving als verwant aan detailhandel kunnen worden aangemerkt, zoals een reis- of uitzendbureau, kap- of schoonheidssalon, zonnestudio, hypotheekwinkel, baliefunctie van banken en van andere kantoren, alsmede andere vormen van dienstverlening met een overwegende baliefunctie. Horeca, detailhandel, bezorgservices of bezorgdiensten zoals dark stores, seksinrichting en garagebedrijven worden hieronder niet begrepen.

1.25 dunning

velling welke uitsluitend is bedoeld als een verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei van de overblijvende bo(o)m(en), bos of houtopstand.

1.26 functiegrens

De grens van een functievlak.

1.27 functievlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde functie.

1.28 gebiedsaanduidingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde gebiedsaanduiding.

1.29 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.30 groothandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan bedrijven of instellingen, die deze goederen in een door hen gedreven onderneming aanwenden.

1.31 hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.

1.32 horeca - 1

horecabedrijf gericht op het verstrekken van etenswaren, niet zijnde maaltijden, en het schenken van (zwak-alcoholische) dranken, met openingstijden overwegend tijdens de dagperiode, zoals lunchrooms, broodjeszaken, koffiezaken, juicebars, ijssalons.

1.33 horeca - 2

horecabedrijf gericht op het overwegend via counterverkoop verstrekken van etenswaren, zoals fastfood, niet zijnde maaltijden, en (zwak-alcoholische) dranken met openingstijden tijden dag- en avondperiode, zoals cafetaria's, snackbars, grill-rooms, shoarmaroom, pizzeria, fastfood restaurants en afhaalcentra.

1.34 horeca - 3

horecabedrijf gericht op het serveren van maaltijden en dranken in een restaurant-setting met openingstijden tijdens de namiddag en vroege avond, zoals restaurants, bistro, fastcasual concepten, grand-cafés en café-restaurants.

1.35 horeca - 4

horecabedrijf gericht op het verstrekken van (niet)-alcoholische drank als hoofdfunctie met daaraan ondersteunend het verstrekken van etenswaren met openingstijden zowel tijdens de dag- als avond- en nachtperiode, zoals cafés, cocktail-bars, wijnbars en shisha-lounges.

1.36 horeca - 5

horecabedrijf gericht op het verstrekken van dranken en eventueel etenswaren in combinatie met (live) entertainment of harde/elektronisch versterkte muziek, met openingstijden tijdens de avond- en nachtperiode, zoals discotheken, (nacht)clubs en andere uitgaansconcepten.

1.37 horeca - 6

horecabedrijf gericht op het bieden van nachtverblijf met openingstijden in de regel dagrond, al dan niet met een nachtportier of een onbemande receptie, zoals hotels, bed and breakfast met meer dan 4 slaapplaatsen, hostels en pensions.

1.38 horecabedrijf

een bedrijf of instelling gericht op het verstrekken van logies, van maaltijden en spijzen of van dranken, alsmede het exploiteren van zaalaccommodatie; detailhandel wordt hier niet onder begrepen.

1.39 internetverkoop

detailhandel zonder showroom, waarvan de handel voornamelijk via internet en andere media verloopt.

1.40 kantoor

een ruimte, of bij elkaar horende ruimten, die bestemd zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden of dienstverlening.

1.41 kwetsbaar object
  • a. woningen, woonschepen en woonwagens, niet zijnde woningen, woonschepen of woonwagens als bedoeld in artikel 1 onderdeel b, onder a van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  • b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
    • 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
    • 2. scholen, of
    • 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
  • c. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, waartoe in ieder geval behoren:
    • 1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1500 m2 per object, of
    • 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1000 m2 bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2000 m2 per winkel, voorzover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd, en
  • d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen.
1.42 land-art

beeldende kunst waarbij kunstzinnig bedoelde ingrepen in het landschap zijn aangebracht;

1.43 landwinkel

een detailhandelsbedrijf met overwegend producten van het eigen agrarisch bedrijf en uit de regio.

1.44 maatwerkvoorschrift

Tot inwerkingstreding van de Omgevingswet: een nadere eis zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder d, van de Wet ruimtelijke ordening.

1.45 nutsbedrijven

bedrijven die uitsluitend of in hoofdzaak zijn gericht op

  • a. de levering van elektriciteit, gas, water en warmte;
  • b. de verzorging van telecommunicatie;
  • c. de afvoer en verwerking van afvalstoffen;
1.46 onderbouw

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven peil is gelegen.

1.47 peil
  • 1. voor een gebouw , waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of pad grenst: de hoogte van die weg of dat pad ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • 2. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  • 3. voor een ander bouwwerk: de hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse bij voltooiing van de bouw.
  • 4. voor zover als zodanig aangegeven in de bestemmingsregels: Normaal Amsterdams Peil (N.A.P.)
1.48 perifere detailhandel

detailhandel in volumineuze artikelen, detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen, productiegebonden detailhandel evenals tuincentra en bouwmarkten met uitzondering van detailhandel in de foodsector, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden.

1.49 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.50 prostitué(e)

degene, die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.51 raamprostitutie

een vorm van prostitutie waarbij de werving van klanten geschiedt door een prostitué(e) die door houding, gebaren, kleding of anderszins, vanuit een vitrine de aandacht op zich vestigt en waarbij de seksuele handelingen in een voor het publiek besloten ruimte plaatsvinden.

1.52 seksinrichting

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte (hieronder wordt mede begrepen een voer- of vaartuig) waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van pornografische aard plaatsvinden.

Onder seksinrichtingen wordt in elk geval verstaan een (raam)prostitutiebedrijf, een seksclub, een privé-huis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.53 stadswinkel

Een gebouw of een ruimte in een gebouw, met een bedrijfsvloeroppervlak van maximaal 500 m2 voor zover in de regels geen ander maximumoppervlak is gegeven, dat door zijn inrichting kennelijk bedoeld is voor detailhandel in (hoofdzakelijk) een grote verscheidenheid aan levensmiddelen, voornamelijk door middel van zelfbediening, in combinatie met consumptie ter plaatse en - in verband met de detailhandelsfunctie en als nevenactiviteit van ondergeschikt belang de bezorging van levensmiddelen.

1.54 standplaats

een kavel, waarop nutsvoorzieningen aanwezig zijn, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen.

1.55 straatmeubilair

onverminderd het bepaalde in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht wordt onder straatmeubilair voor de werking van dit omgevingsplan mede verstaan: papier-, glas- en andere inzamelbakken, toegangsconstructies voor ondergrondse voorzieningen; kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, alsmede abri's en kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen.

1.56 thuisprostitutie

vorm van prostitutie waarbij de seksuele dienstverlening plaatsvindt op het woonadres van de prostituté(e) en waarbij ook alleen door deze prostitué(e) op dit adres gewerkt wordt als prostitué(e).

1.57 vestigingsbeleid

Het beleid neergelegd in de nota 'van Rood naar Groen' (vastgesteld 26 juni 2000).

1.58 winkel

een ruimte of bij elkaar behorende ruimten, die bestemd zijn voor de uitoefening van detailhandel, met inbegrip van bijbehorende magazijnruimte of werkruimte.

1.59 wonen

voor de werking van dit omgevingsplan wordt onder wonen in ieder geval begrepen bijzondere woonvormen en bed and breakfast met ten hoogste vier slaapplaatsen;

1.60 woning

een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één huishouding, een bijzondere woonvorm of een kamerverhuurbedrijf.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten

2.1 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de bovenste goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.2 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftopbouwen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Hoofdstuk 2 Functies

Artikel 3 Agrarisch gebied

3.1 Toegelaten activiteiten
  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied 'Agrarisch gebied' hebben de functie agrarisch gebied.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 4 Bedrijfsgebied

4.1 Toegelaten activiteiten
  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied 'Bedrijfsgebied' hebben de functie bedrijfsgebied.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 5 Groengebied

5.1 Toegelaten activiteiten
  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied 'Groengebied' hebben de functie groengebied.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 6 Natuurgebied

6.1 Toegelaten activiteiten
  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied 'Natuurgebied ' hebben de functie natuurgebied.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 7 Openbaar gebied

7.1 Toegelaten activiteiten
  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied 'Openbaar gebied ' hebben de functie openbaar gebied.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 8 Oppervlaktewater

8.1 Toegelaten activiteiten
  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied 'Oppervlaktewater' hebben de functie oppervlaktewater.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 9 Parkgebied

9.1 Toegelaten activiteiten
  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied 'Parkgebied ' hebben de functie parkgebied.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 10 Stroomgebied

10.1 Toegelaten activiteiten
  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied 'Stroomgebied ' hebben de functie stroomgebied.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Hoofdstuk 3 Waarden

Artikel 11 Waarde - Archeologie - Verwachting

11.1 Doelstelling
  • 1. De gebieden met de aanduiding 'Waarde-Archeologie-Verwachting' hebben een Archeologische verwachtingswaarde.
  • 2. Deze waarde is gericht op de bescherming en veiligstelling van de aanwezige archeologische waarde.
  • 3. Voor de gronden met een archeologische verwachting gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 12 Waarde - Archeologie - Waardevol gebied

12.1 Doelstelling
  • 1. De gebieden met de aanduiding 'Waarde-Archeologie-Waardevolg gebied' zijn archeologisch waardevol.
  • 2. Deze waarde is gericht op het bescherming en veiligstelling van archeologische waarden in een archeologisch waardevol gebied met bekende archeologische vindplaatsen.
  • 3. Voor de gronden met een archeologisch waardevolg gebied gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 13 Waarde - Bomenrij

13.1 Doelstelling
  • 1. Ter plaatse van de gebieden met de aanduiding ''Waarde - Bomenrij' bevindt zich een waardevolle bomenrij.
  • 2. Deze waarde is gericht op het behoud, herstel en de versterking van de op de gronden voorkomende bomen die onderdeel uitmaken van een structurerende bomenlaan.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 14 Waarde - Externe veiligheid

  • 1. Ter plaatse van de gebieden met de aanduiding ''Waarde - Externe veiligheid' bevindt zich een externe veiligheidscontour rond een gebied waar risicovolle activiteiten plaatsvinden.
  • 2. Deze waarde is gericht op het beschermen van mens en milieu tegen maatschappelijk onaanvaardbaar geachte gezondheids- en milieurisico's.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen.

Artikel 15 Waarde - Gasleiding

15.1 Doelstelling
  • 1. Ter plaatse van de gebieden met de aanduiding ''Waarde - Gasleiding' bevindt zich een branstofleiding
  • 2. Deze waarde is gericht op het beschermen van de gasleiding.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.
15.2 Voorrangsbepaling

Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de leidingen als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen prevaleert de 'Waarde - Gasleiding'.

Artikel 16 Waarde - Geluidszone - Industrie

16.1 Doelstelling
  • 1. Ter plaatse van de gebieden met de aanduiding ''Waarde - Geluidszone Industrie' bevindt zich een geluidszone industrie.
  • 2. Deze waarde is gericht op de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van gronden en gebouwen, welke deel uitmaken van een industrieterrein, waar geluidszoneringsplichtige inrichtingen zijn toegelaten.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 17 Waarde - Landschap en natuur

17.1 Doelstelling
  • 1. De gebieden ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Landschap en natuur' hebben een landschappelijke en natuurwaarde.
  • 2. Deze waarde is gericht op het behoud, het herstel en de versterking van de op deze gronden voorkomende dan wel daaraan eigen landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische- en natuurwaarden.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden mogelijk aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden

Artikel 18 Waarde - Waterkering

18.1 Doelstelling
  • 1. Ter plaatse van de gebieden met de aanduiding ''Waarde - Waterkering' bevindt zich een waterkering.
  • 2. Deze waarde is gericht op het behoud en de bescherming van de in het plangebied aanwezige waterstaatkundige functies.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.
18.2 Voorrangsbepaling

Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de leidingen als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen prevaleert de 'Waarde - Waterkering'.

Hoofdstuk 4 Activiteiten

Artikel 19 Algemene regels over activiteiten

19.1 Bijbehorende activiteiten

De volgende activiteiten zijn in het gehele plangebied toegestaan:

  • 1. groen en watervoorzieningen;
  • 2. overige voorzieningen en bijbehorende activiteiten, die qua aard, oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt zijn aan de hoofdactiviteit, zoals fitnessvoorzieningen en kinderopvang ten behoeve van de hoofdactiviteit. Hieronder worden geen ondergeschikte horeca, niet zijnde bedrijfskantines, en detailhandel verstaan.
19.2 Gebruik conform omgevingsnorm

Indien op de verbeelding omgevingsnormen zijn opgenomen, is gebruik uitsluitend toegestaan met inachtneming van deze normen.

Artikel 20 Activiteit agrarisch grondgebonden

20.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit agrarisch grondgebonden' zijn grondgebonden agrarische bedrijven toegestaan, waaronder niet wordt begrepen een kwekerij of hoveniersbedrijf.

Artikel 21 Activiteit agrarisch niet grondgebonden

21.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit agrarisch niet grondgebonden' zijn niet grondgebonden agrarische bedrijven toegestaan.

Artikel 22 Activiteit bedrijfswoning

22.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit bedrijfswoning' is een bedrijfswoning toegestaan.

Artikel 23 Activiteit bedrijf geschikt voor functiemenging

23.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit bedrijf geschikt voor functiemenging' zijn de volgende bedrijfsmatige activiteiten geschikt voor functiemenging toegestaan:

  • a. het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen;
  • b. verhuur, opslag en distributie van goederen;
  • c. bouwnijverheid, hoveniersbedrijven of daarmee vergelijkbare bedrijven;
  • d. onderzoek en ingenieursbedrijven;
  • e. groothandel.
23.2 Verboden activiteiten

In afwijking van het bepaalde in lid 23.1 zijn de volgende bedrijven niet toegestaan:

  • a. flitsbezorgdiensten;
  • b. agrarische bedrijven.
23.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

  • 1. Tot een met de omgeving strijdig gebruik worden in ieder geval gerekend:
    • a. activiteiten die op grond van artikel 2.1 lid 2 van het Besluit omgevingsrecht zijn aangewezen als vergunningplichtige inrichting;
    • b. nieuwe activiteiten die genoemd zijn in onderdeel C en onderdeel D van de bijlage behorende bij het Besluit milieueffectrapportage, in de gevallen als genoemd in kolom 2 van die onderdelen;
    • c. activiteiten die op grond van in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht zijn aangewezen als categorieën inrichtingen als bedoeld in artikel 41, derde lid, van de Wet geluidhinder, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken;
    • d. activiteiten, waarvan de in het Activiteitenbesluit met betrekking tot die activiteiten voorgeschreven afstanden tot kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, reiken tot gronden waar kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten zijn gelegen of op grond van het omgevingsplan zijn toegestaan.
  • 2. het gebruik van een bedrijf geschikt voor functiemenging mag niet leiden tot geluid-, geur-, stof- of trillinghinder buiten dat bedrijf, met dien verstande dat:
    • a. het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau en het maximaal geluidsniveau veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, de niveaus op de in dit lid opgenomen tabel genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden, waarbij in de periode tussen 07.00 en 19.00 uur de in de tabel opgenomen maximale geluidsniveaus LAmax niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.815-0201_0030.png"

Tabel 2. Geluidsnormen

      • 1. de in tabel 2 genoemde waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, gelden slechts in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten.
      • 2. het bepalen van de langtijdgemiddelde beoordelignsniveaus en de maximale geluidsniveaus worden uitgevoerd door middel van metingen of berekeningen overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai.
    • a. trillingen, veroorzaakt door de tot de inrichting behorende installaties of toestellen alsmede de tot de inrichting toe te rekenen werkzaamheden of andere activiteiten, in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten, niet meer bedragen dan de trillingsterkte, die worden bepaalde aan de hand van de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en de maximale geluidniveaus door middel van metingen of berekeningen welke worden uitgevoerd overeenkomstig de Handleiding;
    • b. de aangegeven geluid- en trillingwaarden binnen in- of aanpandige gevoelige gebouwen niet gelden, indien de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluids- of trillingmetingen;
    • c. de aangegeven geluid- en trillingwaarden niet gelden voor woningen behorende bij de betreffende inrichting;
    • d. indien er binnen een afstand van 10 meter van de grens van het bedrijf geen gevoelige gebouwen zijn toegestaan, geldt dat op een afstand van 10 meter van de grens van het bedrijf wordt voldaan aan de genoemde normen voor geluid en trillingen;
    • e. De normen voor geluid en trillingen niet van toepassing zijn op incidentele bedrijfssituaties als bedoeld in de Handleiding meten en rekenen industrielawaai.
23.4 Afwijken gebruiksregels door maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit

Voor de toepassing van de normen voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau of het maximale geluidsniveau op de gevel van gevoelige gebouwen in lid 2 van dit artikel opgenomen tabel kan van maximaal 5 dB(A) hogere waarden worden uitgegaan, voor zover daarvoor een maatwerkvoorschrift is vastgesteld.

Artikel 24 Activiteit bedrijventerrein zone 3

24.1 Toegelaten activiteiten
24.1.1 Bedrijfsmatige activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit bedrijventerrein zone 3' zijn de volgende bedrijfsmatige activiteiten toegestaan:

  • a. het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen;
  • b. verhuur, opslag en distributie van goederen, tot maximaal 2 ha bvo per gebouw;
  • c. bouwnijverheid, hoveniersbedrijven of daarmee vergelijkbare bedrijven;
  • d. onderzoek en ingenieursbedrijven;
  • e. groothandel;
  • f. de levering van elektriciteit, gas, water en warmte;
  • g. de verzorging van telecommunicatie;
  • h. de afvoer en verwerking van afvalstoffen.
24.1.2 Bestaande activiteiten

Bestaande bedrijfsmatige activiteiten die afwijken van het eerste en het derde lid kunnen worden voortgezet.

24.2 Verboden activiteiten

In afwijking van het bepaalde in lid 24.1 zijn de volgende bedrijfsmatige activiteiten niet toegestaan:

  • a. lppc-installaties;
  • b. nieuwe activiteiten die zijn genoemd in de onderdelen C en D van de bijlage behorende bij het Besluit milieueffectrapportage, of de opvolger daarvan, in de gevallen als genoemd in kolom 2 van die onderdelen;
  • c. activiteiten die op grond van in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht zijn aangewezen als categorieën inrichtingen als bedoeld in artikel 41, derde lid, van de Wet geluidhinder, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken
  • d. activiteiten, waarvan de in het Activiteitenbesluit, of de opvolger daarvan, met betrekking tot die activiteiten voorgeschreven afstanden tot kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, reiken tot gronden waar kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten zijn gelegen of op grond van het omgevingsplan zijn toegestaan;
  • e. risicovolle activiteiten in de zin van het Bevi, of de opvolger daarvan;
  • f. houtgestookte biomassacentrales;
  • g. agrarische bedrijven;
  • h. datacenters;
  • i. opslag en reparatie van motorvoertuigen.
24.3 Specifieke gebruiksregels
24.3.1 Algemeen
  • a. Aan de specifieke gebruiksregels geluid en geur voor inrichtingen op het bedrijventerrein IJsseloord 2 wordt voldaan door degene die de activiteit uitoefent. Diegene draagt zorg voor de naleving van de regels over de uitoefening van deze activiteiten.
  • b. Het is verboden een bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in 24.1, te starten zonder dit ten minste vier weken voor het begin er van te melden.
  • c. Lid b. is niet van toepassing op activiteiten die in het Activiteitenbesluit zijn aangewezen als type A-inrichtingen.
  • d. Een melding wordt ondertekend en bevat ten minste:
    • 1. het adres waarop de activiteit wordt verricht;
    • 2. de begrenzing van de locatie waar de activiteit wordt verricht;
    • 3. de naam en het adres van degene die de activiteit verricht;
    • 4. de dagtekening;
    • 5. een onderbouwing dat kan worden voldaan aan de van toepassing zijnde regels voor geluid en geur.

e. Het bevoegd gezag kan bij maatwerkvoorschrift bepalen dat de gegevens en bescheiden worden verstrekt die nodig zijn om te beoordelen of kan worden voldaan aan de regels in het omgevingsplan.

24.3.2 Geluid
  • a. Voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) veroorzaakt door de in het bedrijf aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in het bedrijf verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, geldt dat wordt voldaan aan de in tabel 1 opgenomen normen.
  • b. De normen gelden op de in de tabel vermelde afstand van 50 meter vanaf de grens van de locatie waar de activiteit wordt verricht.
  • c. Bij de toepassing van het bepaalde onder a. en b. wordt geen rekening gehouden met het effect van bebouwing die aanwezig is in het gebied tussen de grens van de inrichting en de afstand van 50 meter vanaf die grens.
  • d. De normen zijn niet van toepassing op incidentele bedrijfssituaties als bedoeld in de Handleiding meten en rekenen industrielawaai.

Tabel 19a

Geluidruimte voor inrichtingen gelegen binnen de aanduiding   Afstand vanaf grens inrichting   07.00-19.00 uur   19.00-23.00 uur   23.00-07.00 uur  
Geluidruimte zone 3   50 meter   50 dB(A)   45 dB(A)   40 dB(A)  
24.3.3 Geur
  • a. Indien vanuit een inrichting emissies naar de lucht plaatsvinden, wordt voldaan aan de in tabel 2 opgenomen normen voor toelaatbare geur.
  • b. De normen gelden op de in de tabel vermelde afstand van 50 of 100 meter vanaf de grens van de inrichting.
  • c. De term H=-0,5 is gelijk aan een (uurgemiddelde) geurconcentratie in ouE/m3 die overeenkomt met een hedonische waarde van -0,5. De term H=-1 is gelijk aan een (uurgemiddelde) geurconcentratie in ouE/m3 die overeenkomt met een hedonische waarde van -1.
  • d. Als de inrichting in meer dan één zone als bedoeld in tabel 2 ligt, geldt steeds de voor de betreffende zone geldende norm voor de gehele inrichting, waarbij de norm bij de grootste afstand telt.

Tabel 19b

Geurruimte voor inrichtingen gelegen   Afstand vanaf grens inrichting   Als 98 percentiel   Als 99,9 percentiel  
Binnen de aanduiding geurruimte zone 2   50 meter   0,5 ouE/m3 of 1*H=-0,5   2 ouE/m3 of 4*H=-0,5
 
Binnen de aanduiding geurruimte zone 3   100 meter   1 ouE/m3 of 1*H=-1   4 ouE/m3 of 4*H=-1  

Artikel 25 Activiteit bedrijventerrein zone 4

25.1 Toegelaten acitviteiten
25.1.1 Bedrijfsmatige activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit bedrijventerrein IJsseloord 2 zone 4' zijn de volgende bedrijfsmatige activiteiten toegestaan:

  • a. het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen;
  • b. verhuur, opslag en distributie van goederen, tot maximaal 2 ha bvo per gebouw;
  • c. bouwnijverheid, hoveniersbedrijven of daarmee vergelijkbare bedrijven;
  • d. onderzoek en ingenieursbedrijven;
  • e. groothandel;
  • f. de levering van elektriciteit, gas, water en warmte;
  • g. de verzorging van telecommunicatie;
  • h. de afvoer en verwerking van afvalstoffen.
25.1.2 Bestaande activiteiten

Bestaande bedrijfsmatige activiteiten die afwijken van het eerste en het derde lid kunnen worden voortgezet.

25.2 Verboden activiteiten

In afwijking van het bepaalde in lid 25.1 zijn de volgende activiteiten niet toegestaan:

  • a. lppc-installaties;
  • b. nieuwe activiteiten die zijn genoemd in de onderdelen C en D van de bijlage behorende bij het Besluit milieueffectrapportage, of de opvolger daarvan, in de gevallen als genoemd in kolom 2 van die onderdelen;
  • c. activiteiten die op grond van in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht zijn aangewezen als categorieën inrichtingen als bedoeld in artikel 41, derde lid, van de Wet geluidhinder, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken
  • d. activiteiten, waarvan de in het Activiteitenbesluit, of de opvolger daarvan, met betrekking tot die activiteiten voorgeschreven afstanden tot kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, reiken tot gronden waar kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten zijn gelegen of op grond van het omgevingsplan zijn toegestaan;
  • e. risicovolle activiteiten in de zin van het Bevi, of de opvolger daarvan;
  • f. houtgestookte biomassacentrales;
  • g. agrarische bedrijven;
  • h. datacenters;
  • i. opslag en reparatie van motorvoertuigen.
25.3 Specifieke gebruiksregels
25.3.1 Algemeen
  • a. Aan de specifieke gebruiksregels geluid en geur voor inrichtingen op het bedrijventerrein IJsseloord 2 wordt voldaan door degene die de inrichting drijft. Diegene draagt zorg voor de naleving van de regels over de inrichting.
  • b. Het is verboden een inrichting in gebruik te nemen zonder dit ten minste vier weken voor het begin er van te melden.
  • c. Lid b. is niet van toepassing op activiteiten die in het Activiteitenbesluit zijn aangewezen als type A-inrichtingen.
  • d. Een melding wordt ondertekend en bevat ten minste:
    • 1. het adres waarop de activiteit wordt verricht;
    • 2. de begrenzing van de locatie waar de activiteit wordt verricht;
    • 3. de naam en het adres van degene die de activiteit verricht;
    • 4. de dagtekening;
    • 5. een onderbouwing dat kande aanduiding van de activiteit; worden voldaan aan de van toepassing zijnde regels voor geluid en geur.
  • e. Het bevoegd gezag kan bij nadere eis bepalen dat extra gegevens en bescheiden worden verstrekt die nodig zijn om te beoordelen of kan worden voldaan aan de regels in het omgevingsplan.
25.3.2 Geluid
  • a. Voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, geldt dat wordt voldaan aan de in tabel 1 opgenomen normen.
  • b. De normen gelden op de in de tabel vermelde afstand van 50 meter vanaf de grens van de inrichting.
  • c. Bij de toepassing van het bepaalde onder a. en b. wordt geen rekening gehouden met het effect van bebouwing die aanwezig is in het gebied tussen de grens van de inrichting en de afstand van 50 meter vanaf die grens.
  • d. De normen zijn niet van toepassing op incidentele bedrijfssituaties als bedoeld in de Handleiding meten en rekenen industrielawaai.
  • e. Als de inrichting in meer dan één zone als bedoeld in tabel 1 ligt, geldt de voor de betreffende zone geldende norm voor de gehele inrichting, waarbij de norm bij de grootste afstand telt.

Tabel 3

Geluidruimte voor inrichtingen gelegen binnen de aanduiding   Afstand vanaf grens inrichting   07.00-19.00 uur   19.00-23.00 uur   23.00-07.00 uur  
Geluidruimte zone 4   50 meter   55 dB(A)   50 dB(A)   45 dB(A  
25.3.3 Geur
  • a. Indien vanuit een inrichting emissies naar de lucht plaatsvinden, wordt voldaan aan de in tabel 4 opgenomen normen voor toelaatbare geur.
  • b. De normen gelden op de in de tabel vermelde afstand van 100 meter vanaf de grens van de inrichting.
  • c. De term H=-0,5 is gelijk aan een (uurgemiddelde) geurconcentratie in ouE/m3 die overeenkomt met een hedonische waarde van -0,5. De term H=-1 is gelijk aan een (uurgemiddelde) geurconcentratie in ouE/m3 die overeenkomt met een hedonische waarde van -1.
  • d. Als de inrichting in meer dan één zone als bedoeld in tabel 1 ligt, geldt de voor de betreffende zone geldende norm voor de gehele inrichting, waarbij de norm bij de grootste afstand telt.

Tabel 4

Geurruimte voor inrichtingen gelegen   Afstand vanaf grens inrichting   Als 98 percentiel   Als 99,9 percentiel  
Binnen de aanduiding geurruimte zone 3   100 meter   1 ouE/m3 of 1*H=-1   4 ouE/m3 of 4*H=-1  

Artikel 26 Activiteit bijbehorende verkoopruimte

26.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit bijbehorende verkoopruimte' is een bijbehorende verkoopruimte toegestaan.

Artikel 27 Activiteit detailhandel - bouwmarkt

27.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit detailhandel - bouwmarkt' is toegestaan:

  • a. een bouwmarkt,
  • b. ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel, uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 28 Activiteit detailhandel - motorbrandstoffen inclusief lpg

28.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit detailhandel-motorbrandstoffen' is de verkoop van brandstoffen voor motorvoertuigen inclusief LPG toegestaan.

Artikel 29 Activiteit detailhandel - personenauto's

29.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit detailhandel-personenauto's' is de verkoop van personenauto's toegestaan met bijbehorende opslag en reparaties van personenauto's.

Artikel 30 Activiteit dierenkliniek

30.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit dierenkliniek' is een voorziening voor medische behandeling van dieren toegestaan.

Artikel 31 Activiteit gasleiding

31.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit gasleiding' is aanleg, beheer, onderhoud en gebruik en transport van gas door een ondergrondse leiding toegestaan.

31.2 Verboden activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit gasleiding' zijn de volgende activiteiten verboden:

  • 1. het het opslaan van goederen, met uitzondering het opslaan van goederen t.b.v. van inspectie en onderhoud van de gastransportleiding.
  • 2. het wijzigen van het gebruik van bestaande gebouwen, indien daardoor een kwetsbaar object wordt toegelaten

Artikel 32 Activiteit geluidwerende voorziening

32.1 Toegelaten activiteit

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit geluidwerende voorziening' zijn activiteiten toegestaan met betrekking tot de aanleg, beheer en onderhoud van voorzieningen ten behoeve van de wering of reducering van geluid(soverlast), zoals een geluidswal of geluidscherm.

Artikel 33 Activiteit groen

33.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit groen' zijn activiteiten toegestaan met betrekking tot:

  • a. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van aanwezige groenvoorzieningen;
  • b. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van fiets- en wandelpaden, straatmeubilair en speelvoorzieningen.

Artikel 34 Activiteit horeca van categorie 1

34.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit horeca van categorie 1 zijn horecabedrijven in de categorie horeca - 1 toegestaan.

Artikel 35 Activiteit horeca van categorie 3

35.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit horeca van categorie 3' ' zijn horecabedrijven van categorie horeca - 3 toegestaan.

Artikel 36 Activiteit kantoor

36.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit kantoor' zijn toegestaan:

  • a. kantoren,
  • b. ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel, uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 37 Activiteit landwinkel

37.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit landwinkel IJsseloord' zijn nevenactiviteiten behorend bij een agrarisch bedrijf in de vorm van een landwinkel met ondergeschikte horeca en een bijbehorend terras toegestaan.

Artikel 38 Activiteit lichte gezondheidszorg

38.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-lichte gezondheidszorg' zijn toegestaan:

  • a. voorzieningen voor niet-institutionele gezondheidszorg, zoals huisartspraktijken, tandartspraktijken, apothekers en paramedische praktijken, zoals fysiotherapie en ergotherapie, en daarmee vergelijkbare activiteiten toegestaan.
  • b. ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel, uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 39 Activiteit maatschappelijke organisaties

39.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit maatschappelijke organisaties' zijn toegestaan:

  • a. politieke-, belangen- en ideële organisaties/ verenigingen en hobbyclubs en de daarmee te vergelijken activiteiten;
  • b. en ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 40 Activiteit natuur

40.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit natuur' zijn activiteiten toegestaan gericht op:

  • a. het herstel of behoud van de op de gronden voorkomende vochtige terreintypen, zoals grasland, bestaande uit graasweiden.
  • b. het behoud of herstel van de op deze gronden voorkomende landschappelijke, ecologische en natuurwaarden.
  • c. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van wegen ten behoeve van bestemmingsverkeer;

Artikel 41 Activiteit openbare dienstverlening

41.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit openbare dienstverlening' is toegestaan:

  • a. openbare dienstverlening en daarmee te vergelijken activiteiten;
  • b. en ondergeschikt voor kleinschalige horeca en detailhandel uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 42 Activiteit park

42.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit park' zijn activiteiten toegestaan met betrekking tot:

  • a. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van groenvoorzieningen;
  • b. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van watergangen, waterpartijen, waterinfiltratievoorzieningen en andere voorzieningen voor de waterhuishouding;
  • c. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van fiets- en wandelpaden, straatmeubilair en speelvoorzieningen.
42.2 Verboden activiteiten
  • a. Onder gebruik in strijd met het omgevingsplan, wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden:
    • 1. als standplaats voor onderkomens en stacaravans of voor enige andere vorm van kamperen;
    • 2. voor het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden;
    • 3. voor het opstellen, opslaan, lozen c.q. storten, al dan niet ten verkoop, van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- of vaartuigen of machines.
  • b. De in dit lid onder a. genoemde gebruiksvormen zijn niet verboden, indien en voorzover deze onlosmakelijk verbonden zijn met werken en werkzaamheden, waarvoor een omgevingsvergunning is verleend.

Artikel 43 Activiteit polikliniek

43.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-Activiteit polikliniek' is toegestaan:

  • a. geneeskundige verzorging en verpleging zonder overnachting;
  • b. ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel, uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 44 Activiteit stadswinkel

44.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit stadswinkel' is detailhandel in de vorm van een stadswinkel met de daarbij behorende voorzieningen toegestaan.

Artikel 45 Activiteit verblijfsgebied

45.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit verblijfsgebied' zijn activiteiten met betrekking tot aanleg, bouw, gebruik en instandhouding van de volgende voorzieningen toegestaan:

  • a. (woon)straten, buurtwegen, pleinen en trottoirs met een inrichting hoofdzakelijk gericht op
    bestemmingsverkeer en verblijfsfuncties;
  • b. verzieningen voor het openbaar vervoer, zoals busstations;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. wandelgebieden en speelgelegenheden;
  • e. terrassen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. onderdoorgangen, alsmede toegangen tot ondergrondse voorzieningen ten behoeve van
    direct aangrenzende bestemmingen.

Artikel 46 Activiteit water

46.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit water' zijn toegestaan:

  • a. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van watergangen met een waterhuishoudkundige of waterstaatkundige functie;
  • b. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van waterpartijen;
  • c. aanleg, beheer en onderhoud van bermen, beplanting en oevers.

Artikel 47 Activiteit wegverkeer

47.1 Toegelaten actviteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit wegverkeer' zijn activiteiten met betrekking tot aanleg, bouw, gebruik en instandhouding van de volgende voorzieningen toegestaan:

  • a. wegen, fiets- en voetpaden, trottoirs met een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
  • b. voorzieningen voor het openbaar vervoer, zoals busstations;
  • c. geluidwerende voorzieningen;
  • d. parkeervoorzieningen;

Artikel 48 Activiteit zonnepanelen

48.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-Activiteit zonnepanelen' zijn zonnepanelen toegestaan.

Artikel 49 Activiteit zuivelproductie

49.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit zuivelproductie' is het produceren van zuivel als onderdeel van de agrarische bedrijfsactiviteit toegestaan.

Hoofdstuk 5 Bouwen

Artikel 50 Algemene bouwregels

50.1 Bouwen passend binnen activiteit

Bouwwerken mogen uitsluitend worden opgericht, voor zover deze passen binnen de activiteiten zoals omschreven in deze regels.

50.2 Bouwen conform maatvoering
  • a. Indien op de verbeelding maatvoeringsaanduidingen of omgevingsnormen zijn opgenomen, mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de maximum-,minimum- dan wel verplichte maten, zoals bepaald door deze aanduidingen op de verbeelding dan wel in de regels.
  • b. Voor een locatie waar geen maatvoeringsaanduidingen op de verbeelding zijn opgenomen, mag uitsluitend worden gebouwd indien dat expliciet is bepaald in de regels in hoofdstuk 2 tot en met 5 met inachtneming van de eventueel in die regels opgenomen maten die van toepassing zijn op de desbetreffende locatie.
50.3 Bouwen binnen bouwvlak
  • a. Indien op de verbeelding een bouwvlak is aangegeven mag, behoudens andersluidende bepalingen in deze regels, uitsluitend worden gebouwd binnen dit bouwvlak.
  • b. Indien geen bouwvlak is aangegeven, mag uitsluitend worden gebouwd voor zover dit in de betreffende activiteitenregel uitdrukkelijk is bepaald én daarvoor bouwregels zijn opgenomen.

Artikel 51 Bouwregel agrarisch grondgebonden

51.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 50 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - bouwregel agrarisch grondgebonden' dat:

  • a. het bouwen ten behoeve van niet-grondgebonden agrarische bedrijfsactiviteiten niet is toegestaan;
  • b. het oprichten van lichtmasten niet is toegestaan.

Artikel 52 Bouwregel archeologie - lage verwachting

52.1 Bouwregels

In aanvulling op het bepaalde in artikel 50 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - bouwregel archeologie - lage verwachting' uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn;
  • b. bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen bestemmingen worden gebouwd, indien het betreft:
    • 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid of
    • 2. bouwwerken waarvan de binnen de bestemming gelegen oppervlakte ten hoogste 2000 m2 bedraagt of
    • 3. bouwwerken waarvan de binnen de bestemming gelegen oppervlakte meer dan 2000 m2 bedraagt, de daarmee gepaard gaan bodemingrepen niet dieper zijn dan 40 cm en die zonder heiwerkzaamheden kan worden gebouwd.

Artikel 53 Bouwregel archeologie hoge verwachting

53.1 Bouwregels

In aanvulling op het bepaalde in artikel 50 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone- Bouwregel archeologie - hoge verwachting' uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn;
  • b. bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen functies en activiteiten worden gebouwd, indien het betreft:
    • 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid of
    • 2. bouwwerken waarvan de binnen de bestemming gelegen oppervlakte ten hoogste 200 m2 bedraagt of
    • 3. bouwwerken waarvan de binnen de bestemming gelegen oppervlakte meer dan 200 m2 bedraagt, de daarmee gepaard gaan bodemingrepen niet dieper zijn dan 40 cm en die zonder heiwerkzaamheden kan worden gebouwd.

Artikel 54 Bouwregel archeologisch waardevol gebied

54.1 Bouwregels

In aanvulling op het bepaalde in artikel 50 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone- Bouwregel archeologisch - waardevol gebied' uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn;
  • b. bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen bestemmingen worden gebouwd, indien het betreft:
    • 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid of
    • 2. bouwwerken waarvan de binnen de bestemming gelegen oppervlakte ten hoogste 50 m2 bedraagt of
    • 3. bouwwerken waarvan de binnen de bestemming gelegen oppervlakte meer dan 50 m2 bedraagt, de daarmee gepaard gaan bodemingrepen niet dieper zijn dan 40 cm en die zonder heiwerkzaamheden kan worden gebouwd.

Artikel 55 Bouwregel bouwverbod park

55.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 50 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mag ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - Bouwregel park' niet worden gebouwd.

Artikel 56 Bouwregel bouwwerken, geen gebouwen zijnde

56.1 Bouwregels

In afwijking op het bepaalde in artikel 50 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone Bouwregel bouwwerken, geen gebouwen zijnde' bouwwerken, geen gebouwen zijnde buiten het bouwvlak worden gebouwd.

Artikel 57 Bouwregel externe veiligheid lpg

57.1 Bouwregels

In aanvulling op het bepaalde in artikel 50 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mogen ter plaatse van de 'overige zone - bouwregel externe veiligheid lpg' geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten zoals bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen worden gebouwd.

Artikel 58 Bouwregel gasleiding

58.1 Bouwregels

In aanvulling op het bepaalde in artikel 50 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels gelden voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Bouwregel gasleiding' de volgende regels:

a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de gasleiding met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;

b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende functies en activiteiten mag, met van de voor de ter plaatse geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

Artikel 59 Bouwregel geluidszone industrie

59.1 Bouwregels

In aanvuling op het bepaalde in artikel 50 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mogen ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Bouwregel - Geluidszone industrie' geen woningen of andere geluidsgevoelige functies en/of activiteiten worden gebouwd tenzij wordt voldaan aan de voorkeurswaarde of een verkregen hogere waarde op grond van de Wet geluidhinder.

Artikel 60 Bouwregel groen

60.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 50 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Bouwregel groen' mogen uitsluitend binnen de toegestane activiteiten passende bouwwerken, worden gebouwd, zoals speeltoestellen en verlichting met een maximale bouwhoogte van 4 m.

Artikel 61 Bouwregel luifel

61.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 50 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mag ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-bouwregel luifel' buiten het bouwvlak een luifel worden gebouwd.

Artikel 62 Bouwregel reclamezuil

62.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 50 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mag ter plaatse van de bouwaanduiding 'overige zone - Bouwregel reclamezuil' een reclamezuil worden gebouwd buiten het bouwvlak.

Artikel 63 Bouwregel uitbreiding bestaande kantoorpanden

63.1 Bouwregels

In aanvulling op het bepaalde in artikel 50 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-bouwregel uitbreiding bestaande kantoorpanden' voor het bouwen van kantoren dat dit uitsluitend is toegestaan indien:

  • a. het gaat om een uitbreiding van een bestaand kantoorpand;
  • b. de uitbreiding maximaal 10% bedraagt van de footprint van het bestaande kantoorpand; en
  • c. het een uibreiding betreft op de begane grond ten behoeve van gemeenschappelijke voorzieningen entree, vergaderruimtes, verblijfsruimte, etc).

Artikel 64 Bouwregel verblijfsgebied

64.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 50 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - Bouwregel verkeer- verblijfsgebied' de volgende regels:

  • a. Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven maximumbouwhoogte en voor zover aangegeven, het bebouwingspercentage uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken worden gebouwd.
  • b. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals entrees tot parkeergarages en straatmeubilair mag ten hoogste 5 m bedragen.

Artikel 65 Bouwregel waterkering

65.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 50 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mogen ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - Bouwregel waterkering' uitsuitend bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de waterkering.

Artikel 66 Bouwregel wegverkeer

66.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in in artikel 50 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - Bouwregel verkeer wegverkeer' geldt dat de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, anders ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zoals geluidwerende voorzieningen, ten hoogste 4 m mag bedragen.

Artikel 67 Bouwregel zonnepanelen

67.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 50 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregelsmogen ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-bouwregel zonnepanelen' zonnepanelen worden gebouwd.

Hoofdstuk 6 Maatwerkvoorschriften

Artikel 68 Maatwerkvoorschrift bomenrij

68.1 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de gebiedaanduiding 'overige zone - maatwerkvoorschrift bomenrij' ten aanzien van de situering van bouwwerken die mogen worden gebouwd op grond van de andere bestemming(en) nadere eisen stellen ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de aanwezige bomen die onderdeel uitmaken van een structurerende bomenlaan.

Hoofdstuk 7 Omgevingsnormen

Artikel 69 Omgevingsnorm maximum aantal bedrijfswoningen 2

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsnorm maximum aantal bedrijfwoningen 2' bedraagt het maximum aantal bedrijfwoningen 2.

Artikel 70 Omgevingsnorm maximum aantal bedrijven in medische artikelen 2

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsnorm maximum aantal bedrijven in medische artikelen 2' zijn maximaal 2 bedrijven in medische artikelen toegestaan.

Artikel 71 Omgevingsnorm maximum aantal horecabedrijven 2

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsnorm maximum aantal horecabedrijven 2' zijn maximaal 2 horecabedrijven toegestaan in onderstaand gebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.815-0201_0031.png"

Artikel 72 Omgevingsnorm maximum aantal reclamezuilen 1

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsnorm maximum aantal reclamezuilen 1' is maximaal 1 reclamezuil toegestaan.

Artikel 73 Omgevingsnorm maximum aantal stadswinkels 1

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsnorm maximum aantal stadswinkels 1' is maximaal 1 stadswinkel toegestaan in onderstaand gebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.815-0201_0032.png"

Artikel 74 Omgevingsnorm maximum bouwhoogte reclamezuil 25m

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - omgevingsnorm maximum bouwhoogte reclamezuil 25m''is de maximum bouwhoogte van een reclamezuil 25 m.

Artikel 75 Omgevingsnorm maximum bouwhoogte zonnepanelen 1 m

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - omgevingsnorm maximum bouwhoogte zonnepanelen 1 m'' is de maximum bouwhoogte van een zonnepaneel 1 m.

Artikel 76 Omgevingsnorm maximum bvo bijbehorende verkoopruimte 100 m2

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - omgevingsnorm maximum bvo bijbehorende verkoopruimte 100 m2' bedraagt het maximum bvo van de activiteit bijbehorende verkoopruimte 100 m2.

Artikel 77 Omgevingsnorm maximum bvo horecabedrijf 250 m2

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - omgevingsnorm maximum bvo horecabedrijf 250 m2' bedraagt de maximum brutovloeroppervak van een horecabedrijf 250 m2.

Artikel 78 Omgevingsnorm maximum bvo landwinkel 165m2

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - omgevingsnorm maximum oppervlakte landwinkel 165m2' bedraagt de maximum oppervlakte van een landwinkel 165m2 winkelvloeroppervlak (wvo).

Artikel 79 Omgevingsnorm maximum bvo stadswinkel 100 m2

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - omgevingsnorm maximum bvo stadswinkel 100 m2' bedraagt de maximum brutovloeroppervak van een stadswinkel 100m2.

Artikel 80 Omgevingsnorm maximum gezamenlijk bvo kantoor 10.000 m2

Voor de gronden met de gebiedsaanduiding 'overige zone omgevingsnorm maximum gezamenlijk bvo kantoor 10.000 m2' geldt dat het bvo van de kantoren gezamenlijk maximaal 10.000 m2 is.

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.815-0201_0033.jpg"

Artikel 81 Omgevingsnorm maximum oppervlakte terras 75m2

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - omgevingsnorm maximum oppervlakte terras 75m2' bedraagt de maximum oppervlakte van een terras 75m2.

Hoofdstuk 8 Voorwaardelijke verplichtingen

Artikel 82 Voorwaardelijke verplichting zonnepanelen IJsseloord 2

82.1 Voorwaardelijke verplichting

Het gebruik voor zonnepanelen, als bedoeld in 48.1 is uitsluitend toegestaan indien binnen een jaar na de ingebruikname van de zonnepanelen de maatregelen uit Bijlage 2 Beplantingsplan zonnepanelen zijn getroffen en in stand worden gehouden.

Hoofdstuk 9 Omgevingsplanactiviteiten

Artikel 83 Algemene omgevingsplanactiviteit

83.1 Seksinrichtingen

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 101 voor de vestiging van maximaal één seksinrichting per wijk onder voorwaarde dat:

  • a. het geen raamprostitutie betreft;
  • b. de aanvraag past binnen de ruimtelijk relevante aspecten van het vestigingsbeleid prostitutie;
  • c. het aantal seksinrichtingen, niet zijnde raamprostitutiebedrijven, op het grondgebied van de gemeente Arnhem na het afwijken van de regels niet meer dan acht zal bedragen;
  • d. er in de wijk nog geen seksinrichting is;
  • e. de seksinrichting niet in een appartementengebouw wordt gevestigd;
  • f. het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast;
  • g. er geen onevenredige vergroting van de parkeerdruk ontstaat;
  • h. de afstand tot de dichtstbijzijnde seksinrichting hemelsbreed tenminste 250 m bedraagt;
  • i. de inrichting niet meer dan acht werkplekken bevat.
83.2 Afwijkingsregels bouwen

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:

  • 1. de in deze regels opgenomen bebouwingsregels, voor zover betreffende de maximum bouwhoogte, de maximumgoothoogte, het maximumoppervlak en de maximuminhoud, mits
    • a. de afwijking niet meer bedraagt dan 10% van de in de regels vastgelegde maten en;
    • b. geen onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de privacy van omwonenden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  • 2. de verplichting tot het bouwen binnen het bouwvlak, zoals bedoeld in artikel 50',mits:
    • a. de overschrijding van het bouwvlak niet meer bedraagt dan 2 m, de bestemmingsgrens niet wordt overschreden en het de bouw betreft van erkers, luifels, balkons, keldergaten (koekoeken) of galerijen;
    • b. het de bouw van volledig beneden peil gelegen bouwwerken betreft, mits:
      • 1. een diepte van 6 m niet wordt overschreden;
      • 2. het maaiveld wordt afgewerkt op een wijze die past binnen de bestemming;
      • 3. geen onevenredige toename van de parkeerdruk plaatsvindt;
      • 4. de bestemmingsgrens niet wordt overschreden;
  • 3. de bestemmingsbepalingen voor het oprichten van:
    • a. kunstobjecten en niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals transformatorstations, rioolgemalen, schakelhuisjes, telefooncellen voorzover met een inhoud groter dan 3 m3 , en haltes van vervoersdiensten, alle met een inhoud van maximaal 75 m3;
    • b. sirenemasten met een hoogte van maximaal 18 m;
    • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van (tele)communicatie:
      • 1. voorzover vrijstaand, met een hoogte van maximaal 20 m;
      • 2. voorzover op of aan een ander bouwwerk te plaatsen, met een hoogte van maximaal 8 m boven de aangegeven maximumbouwhoogte;
    • d. geluidwerende voorzieningen voor zover deze noodzakelijk zijn ingevolge de bepalingen van de Wet geluidhinder.
  • 4. de in deze regels opgenomen bepalingen omtrent de maximum bouwhoogte voor het oprichten van hekwerken ten behoeve van het gebruik van platte daken als dakterras tot een maximum van 1 m boven de maximaal toegestane bouwhoogte mits:
    • a. dit passend is in het bebouwingsbeeld van de omringende bebouwing en
    • b. de belangen van omwonenden met betrekking tot privacy, uitzicht en bezonning niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 84 Omgevingsplanactiviteit archeologie - hoge verwachting

84.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit archeologie - hoge verwachting' zonder omgevingsvergunning:

  • 1. de volgende werken geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • a. grondwerkzaamheden dieper dan 40 cm, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het verwijderen van funderingen en het aanleggen van drainage;
    • b. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
    • c. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
    • d. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
  • 2. af te wijken van het bepaalde in lid 53.1 met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels;
  • 3. een reeds aanwezig bouwwerk te slopen indien het oppervlak groter is dan 200 m2, de verstoringsdiepte daarbij meer dan 40 cm bedraagt en deze ligt in een beschermd stadsgezicht.
84.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het verbod, als bedoeld in lid 84.1 onder 1 is niet van toepassing indien:

  • a. de werken die, voor zover deze zijn gelegen binnen deze bestemming, een oppervlakte hebben tot ten hoogste 200 m2 of een omvang van 200 m1;
  • b. de werken of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het bouwen, omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden of een ontgrondingvergunning;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan;
  • d. behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden;
  • e. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.
84.3 Beoordelingsregels
  • 1. De omgevingsvergunning, bedoeld in lid 84.1, onder 1 en 2, kan worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie de archeologische waarden door de bouwwerkzaamheden niet worden geschaad ofwel dat er geen sprake meer is van archeologische waarden, bijvoorbeeld na beëindiging van opgravingen of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het afwijken regels te verbinden gericht op:
    • a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • b. het doen van opgravingen;
    • c. begeleiding van de bouwwerkzaamheden door een archeologisch deskundige.
  • 2. Voorts kan een omgevingsvergunning, bedoeld in lid 84.1, onder 2 worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek of naar het oordeel van een archeologische deskundige is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.

Artikel 85 Omgevingsplanactiviteit archeologie - lage verwachting

85.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit archeologie - lage verwachting' zonder omgevingsvergunning :

  • 1. de volgende werken geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • a. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
    • b. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
    • c. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
  • 2. af te wijken van het bepaalde in lid 52.1 met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels;
  • 3. een reeds aanwezig bouwwerk te slopen indien het oppervlak groter is dan 2000 m2, de verstoringsdiepte daarbij meer dan 40 cm bedraagt en deze ligt in een beschermd stadsgezicht.
85.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het verbod, als bedoeld in lid 85.1 onder 1 is niet van toepassing indien:

  • a. de werken die, voor zover deze zijn gelegen binnen deze bestemming, een oppervlakte hebben tot ten hoogste 2000 m2 of een omvang van 2000 m1;
  • b. de werken of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het bouwen, omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden of een ontgrondingvergunning;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan;
  • d. behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden;
  • e. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd;
  • f. het gaat om onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen en werkzaamheden binnen bestaande tracés van kabels en leidingen waarbij niet dieper gegraven wordt dan de reeds uitgegraven diepte.
85.3 Beoordelingsregels
  • 1. De omgevingsvergunning, bedoeld in lid 85.1, onder 1 en 2, kan worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie de archeologische waarden door de bouwwerkzaamheden niet worden geschaad ofwel dat er geen sprake meer is van archeologische waarden, bijvoorbeeld na beëindiging van opgravingen of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het afwijken regels te verbinden gericht op:
    • a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • b. het doen van opgravingen;
    • c. begeleiding van de bouwwerkzaamheden door een archeologisch deskundige.
  • 2. Voorts kan een omgevingsvergunning, bedoeld in lid 85.1, onder 2 worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek of naar het oordeel van een archeologische deskundige is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.

Artikel 86 Omgevingsplanactiviteit archeologie - waardevol gebied

86.1 Aanwijzing vergunningplichtige activiteiten:

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit archeologie - waardevol gebied' zonder omgevingsvergunning :

  • 1. de volgende werken geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • a. grondwerkzaamheden dieper dan 40 cm, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het verwijderen van funderingen en het aanleggen van drainage;
    • b. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
    • c. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
    • d. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
  • 2. af te wijken van het bepaalde in lid 54.1 met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels;
  • 3. een reeds aanwezig bouwwerk te slopen indien het oppervlak groter is dan 30 m2, de verstoringsdiepte daarbij meer dan 40 cm bedraagt en deze ligt in een beschermd stadsgezicht.
86.2 Uitzoderingen vergunningsplicht

Het verbod, als bedoeld in lid 86.1onder 1 is niet van toepassing indien:

  • a. de werken die, voor zover deze zijn gelegen binnen deze bestemming, een oppervlakte hebben tot ten hoogste 50 m2 of een omvang van 50 m1;
  • b. de werken of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het bouwen, omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden of een ontgrondingvergunning;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan;
  • d. behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden;
  • e. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.
86.3 Beoordelingsregels
  • 1. De omgevingsvergunning, bedoeld in lid 86.1, onder 1 en 2, kan worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie de archeologische waarden door de bouwwerkzaamheden niet worden geschaad ofwel dat er geen sprake meer is van archeologische waarden, bijvoorbeeld na beëindiging van opgravingen of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het afwijken regels te verbinden gericht op:
    • a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • b. het doen van opgravingen;
    • c. begeleiding van de bouwwerkzaamheden door een archeologisch deskundige.
  • 2. Voorts kan een omgevingsvergunning, bedoeld in 86.1, onder 2 worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek of naar het oordeel van een archeologische deskundige is aangetoond de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.

Artikel 87 Omgevingsplanactiviteit bomenrij

87.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit bomenrij' zonder omgevingsvergunning houtgewassen te vellen, rooien en beschadigen.

87.2 Uitzonderingen vergunningsplicht

Het verbod, als bedoeld in lid 87.1 onder 1 is niet van toepassing indien:

  • 1. die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • 2. welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.
87.3 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 87.1 onder 1. mag alleen worden verleend indien:

  • 1. deze verband houden met de doeleinden, die aan de desbetreffende bestemmingen zijn toegekend en
  • 2. hierdoor dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke waarden en kwaliteiten van de gronden onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

Artikel 88 Omgevingsplanactiviteit externe veiligheid lpg

88.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit externe veiligheid lpg' zonder omgevingsvergunning af te wijken van het verbod uit artikel 57, om kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten te bouwen.

88.2 Beoordelingsregels

De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 88.1 kan worden verleend indien indien feitelijk is aangetoond dat de LPG - installatie is verwijderd, dan wel permanent gebruiksonklaar is gemaakt.

Artikel 89 Omgevingsplanactiviteit gasleiding

89.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit gasleiding' zonder omgevingsvergunning:

  • 1. de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
    • a. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen en het rooien;
    • b. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
    • c. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
    • d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;'
    • e. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
    • f. het permanent opslaan van goederen.
  • 2. af te wijken van het bepaalde in artikel 58.1.
89.2 Uitzonderingen omgevingsvergunningsplicht

De in lid 89.1 onder 1, vervatte verboden gelden niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:

  • 1. die reeds in uitvoering zijn op het van kracht worden van het plan;
  • 2. die het normale onderhoud ten aanzien van de leiding en belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere voorkomende activiteiten betreffen;
  • 3. welke graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten vormen.
89.3 Beoordelingsregels
  • 1. Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 89.1 onder 1. mag alleen worden verleend indien:
    • a. geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding en bijbehorende belemmeringenstrook en
    • b. ter zake daarvan vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.
  • 2. Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 89.1 onder 2. mag alleen worden verleend indien:
    • a. geen blijvend afbreuk wordt gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding en bijbehorende belemmeringenstrook en
    • b. ter zake daarvan vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen
    • c. geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

Artikel 90 Omgevingsplanactiviteit geluidnormen zone 3

90.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit afwijken geluidnormen zone 3' af te wijken van de normen uit tabel 1 in Artikel 24, lid 24.3.2.

90.2 Beoordelingsregels
  • a. De vergunning wordt alleen verleend als:
    • 1. onevenredig ingrijpende maatregelen nodig zijn om te voldoen aan de normen;
    • 2. andere maatregelen mogelijk zijn om de geluidbelasting zoveel mogelijk te verminderen: die andere maatregelen wel worden getroffen en
    • 3. derden niet onevenredig in hun belangen worden geschaad.
  • b. Burgemeester en wethouders verbinden aan de vergunning voorschriften over de normen, die maximaal 10 dB(A) hoger zijn dan de waarden uit tabel 1 in lid 24.3.2.
  • c. Aan de vergunning worden voorschriften verbonden over de normen, die maximaal 10 dB(A) hoger zijn dan de waarden uit tabel 1 in lid 24.3.2 .

Artikel 91 Omgevingsplanactiviteit geluidnormen zone 4

91.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit afwijken geluidnormen zone 4' af te wijken van de normen uit tabel 3 in Artikel 25, lid 25.3.2.

91.2 Beoordelingsregels
  • a. De vergunning wordt alleen verleend als:
    • 1. onevenredig ingrijpende maatregelen nodig zijn om te voldoen aan de normen;
    • 2. andere maatregelen mogelijk zijn om de geluidbelasting zoveel mogelijk te verminderen: die andere maatregelen wel worden getroffen en
    • 3. derden niet onevenredig in hun belangen worden geschaad.
  • b. Aan de vergunning worden voorschriften verbonden over de normen, die maximaal 10 dB(A) hoger zijn dan de waarden uit tabel 3 in 25, lid 25.3.2 .

Artikel 92 Omgevingsplanactiviteit geluidszone industrie

92.1 Aanwijzing vergunningplichtige activiteiten

Het is verboden om ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit geluidszone industrie' in afwijking van het bepaalde in artikel 59 Bouwregel geluidszone industrie woningen of andere geluidsgevoelige objecten te bouwen.

92.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 92.1 kan worden verleend indien de geluidsbelasting op de gevels van deze woningen of andere geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de voorkeurswaarde of een verkregen hogere waarde op grond van de Wet geluidhinder.

Artikel 93 Omgevingsplanactiviteit geurnormen zone 3

93.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit afwijken geurnormen zone 3' af te wijken van de normen uit tabel 2 in 24, lid 24.3.3.

93.2 Beoordelingsregels

De vergunning wordt alleen verleend als:

  • a. onevenredig ingrijpende maatregelen nodig zijn om te voldoen aan de normen;
  • b. andere maatregelen mogelijk zijn om de geurbelasting zoveel mogelijk te verminderen: die andere maatregelen wel worden getroffen en
  • c. derden niet onevenredig in hun belangen worden geschaad.

Artikel 94 Omgevingsplanactiviteit geurnormen zone 4

94.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit afwijken geurnormen zone 3' af te wijken van de normen uit tabel 2 in Artikel 25, lid 25.3.3.

94.2 Beoordelingsregels

De vergunning wordt alleen verleend als:

  • a. onevenredig ingrijpende maatregelen nodig zijn om te voldoen aan de normen;
  • b. andere maatregelen mogelijk zijn om de geurbelasting zoveel mogelijk te verminderen: die andere maatregelen wel worden getroffen en
  • c. derden niet onevenredig in hun belangen worden geschaad.

Artikel 95 Omgevingsplanactiviteit landschap en natuur

95.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit landschap en natuur' zonder omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het vellen, rooien en beschadigen van houtgewassen
  • b. het aanbrengen van beplantingen
  • c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen, constructies, installaties of andere apparatuur;
  • d. het verlagen van de bodem of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist
  • e. het ophogen van gronden;
  • f. het gebruik van groeistoffen, stoorstoffen of kunstmest
  • g. het aanleggen, verbreden of verharden van voet-, rijwielpaden, ontsluitingswegen en parkeerplaatsen
  • h. het aanbrengen van oppervlakte verharding groter dan 25 m2.
  • i. het aanbrengen van recreatievoorzieningen (incl. raster, wildroosters en ruitervoorzieningen)
  • j. het graven, dichten, verdiepen of verbreden van greppels, sloten, vijvers, beken en andere watergangen;
  • k. het aanleggen van reservoirs.
95.2 Uitzonderingen vergunningsplicht

Het verbod, als bedoeld in lid 95.1 is niet van toepassing indien:

  • 1. die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • 2. welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.
95.3 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 95.1 mag alleen worden verleend indien:

    • a. deze verband houden met de doeleinden, die aan de desbetreffende bestemmingen zijn toegekend en
    • b. hierdoor dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke-, cultuurhistorische- en natuurwaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.

Artikel 96 Omgevingsplanactiviteit bouwen in park

96.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit bouwen in park' zonder omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde uit artikel 55.

96.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 96.1 mag alleen worden verleend indien:

    • a. deze bouwwerken passen binnen de functies dan wel activiteiten zoals omschreven in deze regels;
    • b. geen onevenredig afbreuk wordt gedaan op stedenbouwkundige, landschappelijke, ecologische, cultuurhistorische en natuurwaarden.

Artikel 97 Omgevingsplanactiviteit parkeren en laden/lossen

97.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - omgevingsplanactiviteit parkeren en laden/lossen' zonder omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 100.1 en 100.2.

97.2 Gevallen die in aanmerking komen voor een omgevingsvergunning

Gevallen die in aanmerking komen voor een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 97.1 zijn:

  • a. indien het voldoen aan lid 100.1 en/of 100.2 door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, of
  • b. voor zover op andere wijze in de benodigde parkeer- of stallingsruimte zoals bedoeld in lid 100.1, dan wel laad- of losruimte zoals bedoeld in lid 100.2, wordt voorzien.
97.3 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 97.1 kan worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de parkeersituatie in de openbare ruimte;
  • b. de woon- en leefsituatie.
97.4 Beleidsregels
  • a. Burgemeester en wethouders passen deze regels toe met inachtneming van de door hen vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning zoals bedoeld in lid 97.1.
  • b. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging.

Artikel 98 Omgevingsplanactiviteit waterkering

98.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit waterkering' zonder omgevingsvergunning bouwwerken te bouwen ten dienste van de overige toegestane activiteiten dan de waterkering.

98.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 98.1 kan worden verleend indien de waterkerende functie niet wordt geschaad, gehoord de waterbeheerder.

Hoofdstuk 10 Algemene regels

Artikel 99 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 100 Overige regels

100.1 Parkeren
  • a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen wordt slechts verleend indien bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt aangetoond dat gelet op de omvang of de bestemming van het gebouw in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het parkeren of stallen van auto's in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
  • b. Indien het wijzigen van het gebruik van gronden en/of bouwwerken - waarvoor een omgevingsvergunning is benodigd - daartoe aanleiding geeft, moet, voor wat betreft de toename in de parkeer- of stallingsbehoefte, in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op die gronden of op de bij die bouwwerken behorende en daartoe bestemde gronden.
  • c. De onder a. en b bedoelde ruimte voor het parkeren van personenauto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's
  • d. Aan het bepaalde onder a en b wordt geacht te zijn voldaan indien de ruimte voor parkeren of stallen voldoet aan de in de beleidsregels Parkeren van de gemeente Arnhem daartoe opgenomen normen.
100.2 Laden of lossen

Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen, dient, onverminderd het bepaalde elders in de regels van dit plan, in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in, of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.

100.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in elk geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van gronden of bouwwerken waarbij niet in voldoende mate ruimte is aangebracht en in stand wordt gehouden op eigen terrein voor het genoemde in lid 100.1 overeenkomstig de beleidsregels als bedoeld in lid 100.4 zoals die golden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning zoals bedoeld in lid 100.1 onder a en onder b.

100.4 Beleidsregels
  • a. Burgemeester en wethouders passen deze regels toe met inachtneming van de door hen vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning zoals bedoeld onder lid 100.1 onder a en onder b.
  • b. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging.

Artikel 101 Strijdige activiteiten

Onder gebruik van locaties in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning;
  • b. het gebruik van de locaties ten behoeve van thuisprostitutie, raamprostitutie en seksinrichtingen;

Hoofdstuk 11 Overgangs- en slotregels

Artikel 102 Overgangsrecht

102.1 Overgangsrecht bouwwerken
102.1.1 Overgangsbepaling

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een vergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
102.1.2 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van sublid 102.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

102.1.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Het bepaalde in lid 102.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

102.2 Overgangsrecht gebruik
102.2.1 Overgangsbepaling

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

102.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 102.2.1 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

102.2.3 Verbod hervatten strijdig gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 102.2.1 na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

102.2.4 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Het bepaalde in lid 102.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 103 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het Chw Omgevingsplan IJsseloord 2.