direct naar inhoud van Regels
Plan: TAM-omgevingsplan Spijkerkwartier - Arnhemse Broek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.TAM948-0301

Regels

van het omgevingsplan

TAM-omgevingsplan Spijkerkwartier - Arnhemse Broek
(plannummer: NL.IMRO.0202.TAM948-0301)

Dit TAM-omgevingsplan is als een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22b) opgenomen in het omgevingsplan van de gemeente Arnhem. Dit hoofdstuk is bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.

De in dit op https://www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22b van het omgevingsplan van de gemeente Arnhem. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '22b' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord ‘Bijlage’, na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage ‘22b’ gelezen worden.

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1. Artikel 1.1 van het Omgevingsbesluit, artikel 1.1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving, artikel 1.1 van het Besluit activiteiten leefomgeving en artikel 1.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving zoals die gelden op de dag van de start van de terinzagelegging van het ontwerp van het hoofdstuk [22b] van het omgevingsplan, zijn van overeenkomstige toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in het tweede lid daarvan is afgeweken.

2. Voor de toepassing van hoofdstuk [22b] gelden de volgende begripsbepalingen:

1.1 ambachtelijk bedrijf

Een bedrijf, met uitzondering van beroep aan huis, dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen alsook - in verband hiermee en als nevenactiviteit van ondergeschikt belang – het verkopen en/of leveren van de ter plaatse vervaardigde, geproduceerde of bewerkte goederen.

1.2 amusementsbedrijf

Een bedrijf gericht op het bieden van gelegenheid tot commerciële recreatie, zoals een bioscoop, lasergame-, biljart- of snookercentrum, casino en speel- en automatenhal.

1.3 bebouwing

Eén of meer gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.4 bebouwingspercentage

Een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte van een gedeelte van een gebiedsaanduidingsvlak of gedeelte van een bouwvlak aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd.

1.5 bed and breakfast

Overnachtingsaccomodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een kortdurend verblijf met het serveren van een ontbijt in een woning, gedreven door de bewoner van die woning.

1.6 bedrijf

Een onderneming of gedeelte van een onderneming, die een organisatorisch zelfstandige eenheid vormt en is gericht op de productie of de afzet van goederen of de verlening van diensten, hieronder begrepen ondernemingen of gedeelten van ondernemingen, die door of vanwege de overheid worden geleid.

1.7 bedrijfsmatige activiteiten geschikt voor functiemenging

bedrijfsmatige activiteiten, die qua aard en invloed op de omgeving passen binnen een gemengd gebied met wonen, ook indien gevoelige objecten zijn gelegen:

a direct naast het bedrijf;
b in hetzelfde gebouw of een aanpandig gelegen gebouw, indien in dat gebouw gevoelige objecten zijn toegestaan.

1.8 bedrijfswoning / dienstwoning

Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de functie van het gebouw of terrein noodzakelijk is.

1.9 bedrijven creatieve sector

Bedrijven hoofdzakelijk gericht op:

  • 1. creatieve zakelijke dienstverlening: design- en grafische bedrijven;
  • 2. toegepaste kunsten: audiovisuele en fotografiebedrijven, dienstverlenende bedrijven t.b.v. de kunsten, mode en interieurbedrijven etc.;
  • 3. autonome kunsten: beeldend kunstenaars, muzikanten, theatermakers etc.
1.10 Beleidsregels Parkeren van de gemeente Arnhem

De 'Beleidsregels Parkeren Arnhem 2022', dan wel zoals deze regels komen te luiden na wijziging van deze regels.

1.11 beroep aan huis

Een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, verzorgend, ontwerptechnisch, kunstzinnig of daarmee gelijk te stellen beroep of bedrijf dat in een woning, inclusief bijbehorende bouwwerken, wordt uitgeoefend.

1.12 beschermd stadsgezicht

Groepen van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde.

1.13 bestaand(e)
  • a. bij bouwwerken: legale bouwwerken die aanwezig of in uitvoering zijn op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp van het omgevingsplan en bouwwerken die mogen worden gebouwd krachtens een vergunning;
  • b. bij gebruik: legaal gebruik van grond en opstallen zoals aanwezig tijdens de inwerkingtreding van het omgevingsplan dat na de inwerkingtreding van het plan niet langer onderbroken is dan een jaar.
1.14 bijbehorend bouwwerk

Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aan gebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.

1.15 bijgebouw

Een zelfstandig bouwwerk dat niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw. Het bijgebouw wordt via een aparte toegangsdeur bereikt en kan tegen een hoofdgebouw worden aangebouwd. Voorbeelden van een bijgebouw zijn een garage of een schuur.

1.16 bijzondere woonvorm

Een woonvorm waar bewoners nagenoeg zelfstandig wonen met (voorzieningen voor) verzorging en begeleiding (ook 24-uurs begeleiding) en daar niet verblijven met het doel om therapeutisch behandeld te worden.

1.17 bioscoop

Een publieke uitgaansgelegenheid die zich hoofdzakelijk toelegt op het vertonen van commerciële films.

1.18 blurring

Het vermengen van verschillende functies, waarbij een ondersteunende danwel ondergeschikte functie wordt gerealiseerd naast de hoofdfunctie. Het gaat dan bijvoorbeeld om dienstverlening met ondersteunende horeca.

1.19 bouwactiviteit

Een activiteit bestaand uit bouwen

1.20 bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.21 bouwgrens

De grens van een bouwvlak.

1.22 bouwlaag

Een geheel van voor personen toegankelijke ruimten, waarbinnen de vloerhoogte niet meer dan 1,20 meter varieert, met uitsluiting van onderbouw en zolder of vliering casu quo kapruimte.

1.23 bouwperceel

Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.24 bouwperceelgrens

Een grens van een bouwperceel.

1.25 bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.26 bouwwerk

Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.27 bvo (brutovloeroppervlak/bedrijfsvloeroppervlak)

De oppervlakte van een ruimte of een groep van ruimten, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingswanden, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimtes omhullen, waarbij de oppervlakte van delen van vloeren, waarboven de netto hoogte kleiner is dan 1,5 meter niet worden meegerekend.

1.28 culturele functies

Expositieruimten, ateliers, muziek- en kunstonderwijs en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen, met uitzondering van musea, muziektheaters, bioscopen en naar aard vergelijkbare voorzieningen.

1.29 cultuurhistorische waarde

De kenmerken van het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van grond en gebouwen heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, de stedenbouwkundig structuur en/of de architectuur.

1.30 detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop, het verkopen of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; dienstverlening door een horecabedrijf, internetverkoop en bezorgservices, tankstations of bezorgdiensten zoals dark stores worden hieronder niet begrepen.

1.31 dienstverlenende bedrijven

Bedrijven met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taken, die naar aard, verschijningsvorm en gevolgen voor de omgeving als verwant aan detailhandel kunnen worden aangemerkt, zoals een reis- of uitzendbureau, kap- of schoonheidssalon, zonnestudio, hypotheekwinkel, baliefunctie van banken en van andere kantoren, alsmede andere vormen van dienstverlening met een overwegende baliefunctie. Horeca, detailhandel, bezorgservices of bezorgdiensten zoals dar stores, seksinrichting en garagebedrijven worden hieronder niet begrepen.

1.32 dunning

Velling die uitsluitend is bedoeld als een verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei van de overblijvende bo(o)m(en), bos of houtopstand.

1.33 evenement

Een tijdelijke activiteit in de openlucht of in een tijdelijk onderkomen, gericht op het bereiken van publiek voor commerciële, educatieve, culturele, sportieve, levensbeschouwelijke of daarmee gelijk te stellen doeleinden, al dan niet met versterkt geluid door middel van één of meerdere muziek- en/of omroepinstallaties.

1.34 extensieve recreatie

Die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving zoals wandelen, fietsen, trimmen, paardrijden, vissen, roeien etc.;

1.35 filmtheater

Een publieke uitgaansgelegenheid die zich hoofdzakelijk toelegt op het vertonen van films, die veelal artistiek of cultureel van karakter zijn en doorgaans niet in het reguliere bioscoopcircuit worden vertoond.

1.36 functiegrens

De grens van een functievlak.

1.37 functievlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde functie.

1.38 garagebedrijf

Een bedrijf, dat gericht is op het te koop aanbieden, waaronder uitstalling ten verkoop, verkopen en herstellen van motorvoertuigen.

1.39 gebiedsaanduidingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde gebiedsaanduiding.

1.40 gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.41 gebruiksoppervlakte

De vloeroppervlakte binnen de bouwmuren bepaald volgens NEN 2580 met dien verstande dat daarbij aangebouwde bergingen, garages en andere niet voor bewoning geschikte ruimtes niet worden meegeteld.

1.42 gemeentelijk monument

Monument of archeologisch monument dat is ingeschreven in het gemeentelijk erfgoedregister, zoals bedoeld in de Erfgoedverordening gemeente Arnhem 2017.
Onder een gemeentelijk monument wordt voor de werking van dit omgevingsplan tevens begrepen een monument waarop een voornemen tot aanwijzing als gemeentelijk monument van toepassing is, zoals bedoeld in artikel 6 van de Erfgoedverordening gemeente Arnhem 2017.

1.43 gezondheids- en welzijnszorg

Geneeskundige verzorging en verpleging zoals

  • ziekenhuizen;
  • medische, tandheelkundige en paramedische praktijken;
  • apotheken;
  • verpleeg- en verzorgingshuizen;
  • dag- en nachtvoorzieningen voor gehandicapten, psychiatrische patiënten, jongeren en maatschappelijke opvang met (therapeutische) behandeling inclusief overnachting;
  • maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting: dienstverlening gericht op ouderen en gehandicapten, kinderopvang en buitenschoolse opvang, jeugdzorg, maatschappelijk werk en dergelijke.
1.44 hoofdgebouw

Eén of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.45 horeca - 1

horecabedrijf gericht op het verstrekken van etenswaren, niet zijnde maaltijden, en het schenken van (zwak-alcoholische) dranken, met openingstijden overwegend tijdens de dagperiode, zoals lunchrooms, broodjeszaken, koffiezaken, juicebars en ijssalons.

1.46 horeca - 2

horecabedrijf gericht op het overwegend via counterverkoop verstrekken van etenswaren, zoals fastfood, niet zijnde maaltijden, en (zwak-alcoholische) dranken met openingstijden tijden dag- en avondperiode, zoals cafetaria's, snackbars, grill-rooms, shoarmaroom, pizzeria, fastfood restaurants en afhaalcentra.

1.47 horeca - 3

horecabedrijf gericht op het serveren van maaltijden en dranken in een restaurant-setting met openingstijden tijdens de namiddag en vroege avond, zoals restaurants, bistro, fastcasual concepten, grand-cafés en café-restaurants.

1.48 horeca - 4

horecabedrijf gericht op het verstrekken van (niet)-alcoholische drank als hoofdfunctie met daaraan ondersteunend het verstrekken van etenswaren met openingstijden zowel tijdens de dag- als avond- en nachtperiode, zoals cafés, cocktail-bars, wijnbars en shisha-lounges.

1.49 horeca - 5

horecabedrijf gericht op het verstrekken van dranken en eventueel etenswaren in combinatie met (live) entertainment of harde/elektronisch versterkte muziek, met openingstijden tijdens de avond- en nachtperiode, zoals discotheken, (nacht)clubs en andere uitgaansconcepten.

1.50 horeca - 6

horecabedrijf gericht op het bieden van nachtverblijf met openingstijden in de regel dagrond, al dan niet met een nachtportier of een onbemande receptie, zoals hotels, bed and breakfast met meer dan 4 slaapplaatsen, hostels en pensions.

1.51 horecabedrijf

Een bedrijf of instelling gericht op het verstrekken van logies, van maaltijden en spijzen of van dranken, alsmede het exploiteren van zaalaccommodatie; detailhandel wordt hier niet onder begrepen.

1.52 hospes/hospita

De 100% economisch en juridisch eigenaar die zélf daadwerkelijk in het gebouw woont en minimaal 50% van de gebruiksoppervlakte van het gebouw gebruikt voor zijn eigen huishouden en maximaal 2 onzelfstandige wooneenheden verhuurt. Kenmerkend voor de hospes/hospita is dat de huurder van een wooneenheid de toiletruimte, badruimte en de keuken deelt met de eigenaar van de woning. De onzelfstandige wooneenheden mogen niet beschikken over eigen voorzieningen, als badgelegenheid,keuken en/of toilet.

1.53 hostel

Eenvoudig horecabedrijf gericht op het verstrekken van logies met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij hoofdzakelijk gericht wordt op reizigers (zoals backpackers) en jongvolwassenen en waarbij veelal sprake is van gemeenschappelijke slaapzalen en voorzieningen (sanitair/keuken).

1.54 huishouden

Eén of meer personen die op hetzelfde adres wonen en een economisch-consumptieve eenheid vormen,met de intentie om zelfstandig, bestendig, voor onbepaalde tijd, in gezinsverband of in een met een gezinsverband vergelijkbaar samenlevingsverband te wonen.

1.55 internetverkoop

Detailhandel zonder showroom, waarvan de handel voornamelijk via internet en andere media verloopt.

1.56 kamergewijze bewoning

Een gebouw waarin zich 3 onzelfstandige wooneenheden of meer bevinden.

1.57 kantoor

Voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch, softwarematig, ontwerptechnisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen functie.

1.58 maatschappelijk

Voorzieningen gericht op onderwijs en zaalsport, gezondheids- en welzijnszorg, levensbeschouwelijke functies, politieke-, belangen- en ideële organisaties, verenigingen en hobbyclubs, openbare dienstverlening en andere vergelijkbare functies.

1.59 maatwerkvoorschrift

Tot inwerkingstreding van de Omgevingswet: een nadere eis zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder d, van de Wet ruimtelijke ordening.

1.60 mezzanino

Een direct onder de dakgoot gelegen bouwlaag met een hoogte geringer dan de overige van het bouwwerk deel uitmakende bouwlagen.

1.61 monument

Monument zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet.

1.62 normaal onderhoud, gebruik en beheer

Gebruik gericht op het in zodanige conditie houden van objecten of de terreingesteldheid dat het voortbestaan van deze objecten of de terreingesteldheid op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt gehouden. Onder normaal onderhoud, gebruik en beheer wordt ook dunning van beplanting begrepen.

1.63 nutsbedrijven

Bedrijven die uitsluitend of in hoofdzaak zijn gericht op

  • a. de levering van elektriciteit, gas, water en warmte;
  • b. de verzorging van telecommunicatie;
  • c. de afvoer en verwerking van afvalstoffen.
1.64 nutsvoorziening

Een voorziening ten behoeve van het openbare nut zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van ondergrondse afvalinzamelijk en apparatuur voor telecommunicatie.

1.65 omgevingsplan

Een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte, als bedoeld in artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, bestaande uit geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.66 omgevingsplanactiviteit gemeentelijk monument

het slopen, verstoren, verplaatsen, wijzigen of onthouden van noodzakelijk onderhoud van een gemeentelijk monument of een voorbeschermd gemeentelijk monument, of het herstellen of gebruiken daarvan waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.

1.67 onderbouw

Een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven peil is gelegen.

1.68 ondergeschikte horeca

Een horecavoorziening welke dient ter ondersteuning van de hoofdactiviteit en daar onderdeel van uitmaakt, waarbij de horecavoorziening qua oppervlakte, aard en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit, de horecavoorziening uitsluitend te bereiken is via de entree van de hoofdactiviteit en de openingstijden van de horecavoorziening niet afwijken van de openingstijden van de hoofdactiviteit, zoals een kantine of restaurant/café.

1.69 onderwijs

Georganiseerde communicatie van niet-incidentele aard met als doel overdracht van kennis, vermeerdering van inzicht en/of aanleren van vaardigheden zoals primair en speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar (beroeps)onderwijs en educatie, tertiair onderwijs en overig onderwijs en bij onderwijs behorende sportvoorzieningen.

1.70 ontspanning

Voorzieningen ter zake van recreatie en ontspanning hoofdzakelijk binnen gebouwen, zoals bowling-, snooker- en biljartcentra, speel- en vermaaksvoorzieningen, sauna's, ballet-, dans- en sportscholen, bioscopen en daarmee naar hun aard vergelijkbare voorzieningen, met bijbehorende kantinevoorzieningen uitsluitend als ondergeschikte nevenactiviteit;
Onder deze voorzieningen zijn in ieder geval niet begrepen seksinrichtingen en daarmee naar hun aard vergelijkbare voorzieningen.

1.71 onzelfstandige wooneenheid

Een onzelfstandig gedeelte van een gebouw bedoeld voor de huisvesting van één huishouden.
Kenmerkend voor de wooneenheid is het gezamenlijk gebruik (met andere wooneenheden) van een toiletruimte, badruimte en/of een keuken. Een wooneenheid kan uit meerdere ruimten bestaan.

1.72 openbare dienstverlening
  • openbaar bestuur en overheidsdiensten zoals een politiebureau, gemeentehuis, gerechtsgebouw, brandweerkazerne, bibliotheek en penitentiaire inrichting;
  • uitvaartverzorging, crematoria en begraafplaatsen.
1.73 overig bouwwerk

Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.74 pand

De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig- constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

1.75 peil
  • 1. voor een gebouw , waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of pad grenst: de hoogte van die weg of dat pad ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • 2. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  • 3. voor een ander bouwwerk: de hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse bij voltooiing van de bouw.
  • 4. voor zover als zodanig aangegeven in de omgevingsplanregels: Normaal Amsterdams Peil (N.A.P.)
1.76 plan

Het bestemmingsplan TAM-omgevingsplan Spijkerkwartier - Arnhemse Broek met identificatienummer NL.IMRO.0202.TAM948-0301 van de gemeente Arnhem.

1.77 productiegebonden detailhandel

Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

1.78 prostitutie

Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.79 prostitué(e)

Degene, die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.80 raamprostitutie

Een vorm van prostitutie waarbij de werving van klanten geschiedt door een prostitué(e) die door houding, gebaren, kleding of anderszins, vanuit een vitrine de aandacht op zich vestigt en waarbij de seksuele handelingen in een voor het publiek besloten ruimte plaatsvinden.

1.81 seksinrichting

Een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte (hieronder wordt mede begrepen een voer- of vaartuig) waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichtingen wordt in elk geval verstaan een (raam)prostitutiebedrijf, een seksclub, een privé-huis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.82 souterrain

Een gedeelte van een gebouw dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant is gelegen tussen peil en 1.50 meter boven peil.

1.83 stadswinkel

Een gebouw of een ruimte in een gebouw, dat door zijn inrichting kennelijk bedoeld is voor detailhandel in (hoofdzakelijk) een grote verscheidenheid aan levensmiddelen, voornamelijk door middel van zelfbediening, in combinatie met consumptie ter plaatse en - in verband met de detailhandelsfunctie en als nevenactiviteit van ondergeschikt belang – bezorging van levensmiddelen met een bedrijfsvloeroppervlak van maximaal 500 m2 voor zover in de regels geen ander maximumoppervlak is gegeven.

1.84 Supermarkt

Een zelfbedieningswinkel met hoofdzakelijk een algemeen assortiment voedingsmiddelen, waaronder verse groente en fruit, kaas, brood en vlees(vervangers) (zijnde dagelijkse goederen), en enige niet-dagelijkse goederen (zoals huishoudelijke artikelen), met een minimale winkelvloeroppervlakte van 200 m2, niet zijnde een buitenlandse levensmiddelenzaak of natuurvoedingzaak kleiner dan 750 m2 bvo.

1.85 straatmeubilair

Onverminderd het bepaalde in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht wordt onder straatmeubilair voor de werking van dit omgevingsplan mede verstaan: papier-, glas- en andere inzamelbakken, toegangsconstructies voor ondergrondse voorzieningen; kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, alsmede abri's en kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen.

1.86 thuisprostitutie

Vorm van prostitutie waarbij de seksuele dienstverlening plaatsvindt op het woonadres van de prostituté(e) en waarbij ook alleen door deze prostitué(e) op dit adres gewerkt wordt als prostitué(e).

1.87 vegetatiedak

Een dakbedekking waarop een laag is aangebracht die hoofdzakelijk bestaat uit aarde, levende planten, zoals sedum, mos of vergelijkbare vegetatie.

1.88 verkameren

Het gebruiken van een (gedeelte van een) gebouw waar wonen is toegestaan voor kamergewijze bewoning. Hieronder wordt tevens verstaan het toevoegen van onzelfstandige wooneenheden aan bestaande gevallen van kamergewijze bewoning.

1.89 vestigingsbeleid

Het beleid neergelegd in de nota 'van Rood naar Groen' (vastgesteld 26 juni 2000).

1.90 volumineuze detailhandel

Detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstraling, zoals de verkoop van tuininrichtingsartikelen, meubelen, keukens, sanitair, (elektrische) fietsen, bromfietsen en scooters.

1.91 werken, werkzaamheden van geringe omvang

Werken of werkzaamheden die geen wezenlijke verandering van de terreingesteldheid of van een inrichting tot gevolg hebben.

1.92 werkplek

Een plaats, waar één prostitué(e) zijn of haar werk verricht.

1.93 wijk

Wijk, zoals gehanteerd wordt in de indeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

1.94 winkel

Een ruimte of bij elkaar behorende ruimten, die bestemd zijn voor de uitoefening van detailhandel, met inbegrip van bijbehorende magazijnruimte of werkruimte.

1.95 wonen

Onder wonen wordt ook begrepen bijzondere woonvormen.

1.96 woning

Een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één huishouding, een bijzondere woonvorm of een kamerverhuurbedrijf.

1.97 woningsplitsing

Het bouwkundig en/ of functioneel splitsen van één woning of (een gedeelte van een) gebouw waar

wonen is toegestaan tot twee of meer zelfstandige woningen.

1.98 zelfstandige woning

Een zelfstandig (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
Kenmerkend voor de woning is de aanwezigheid van eigen voorzieningen, waaronder minimaal een
toiletruimte, badruimte en een keuken met kooktoestel.

Artikel 2 Toepassingsbereik

2.1 Verhouding met ruimtelijke regels omgevingsplan tijdelijk deel

De besluiten op grond van artikel 22.1, onder a, van Omgevingswet zijn niet van toepassing voor zover het gaat over regels opgenomen in een besluit als bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, onder a, b, c, g, h, i, j, k, l of m, van de Invoeringswet Omgevingswet op de locatie, bedoeld in lid 2.3.

2.2 Verhouding met regels in het tijdelijke deel van het omgevingsplan van rijkswege (bruidsschat)

De regels in afdeling 22.2 van (het tijdelijke deel van) het omgevingsplan, met uitzondering van paragraaf 22.2.7.3, en afdeling 22.3 zijn niet van toepassing voor zover die regels in strijd zijn met regels in dit hoofdstuk

2.3 Geometrische afbakening reikwijdte TAM-omgevingsplan [naam plam]

De regels in dit hoofdstuk zijn van toepassing op de locatie TAM-omgevingsplan Spijkerkwartier - Arnhemse Broek waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0202.TAM948-0301 zoals vastgelegd op https://www.ruimtelijkeplannen.nl.

Artikel 3 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten

3.1 de bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftopbouwen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

3.2 de dakhelling

Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

3.3 de goothoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de bovenste goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

3.4 de hoogte van een windturbine

Vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

3.5 de inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

3.6 de netto-bouwhoogte

De loodrechte afstand tussen de bovenkant van een afgewerkte vloer of het aansluitende terrein en de onderkant van een daarboven aanwezig plafond, vloer of dak, waarbij incidentele constructiedelen buiten beschouwing worden gelaten (NEN 2580: 2.3.3).

3.7 de oppervlakte van een bouwwerk

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Hoofdstuk 2 Functies

Artikel 4 Bedrijfsgebied

4.1 Toegelaten activiteiten
  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied 'Bedrijfsgebied' hebben de functie bedrijfsgebied.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 5 Centrumgebied

5.1 Toegelaten activiteiten
  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied 'Centrumgebied' hebben de functie centrumgebied.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 6 Gemengd gebied

6.1 Toegelaten activiteiten

  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied Gemengd gebied hebben de functie gemengd gebied.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 7 Groengebied

7.1 Toegelaten activiteiten

  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied 'Groengebied' hebben de functie groengebied.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 8 Kernwinkelgebied - aantrekkelijke winkelstraat

8.1 Toegelaten activiteiten
  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied Kernwinkelgebied - aantrekkelijke winkelstraat hebben de functie Kernwinkelgebied.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 9 Maatschappelijk

9.1 Toegelaten activiteiten
  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied 'Maatschappelijk ' hebben de functie maatschappelijk.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 10 Openbaar gebied - verblijfsgebied

10.1 Toegelaten activiteiten
  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied 'Openbaar gebied - verblijfsgebied' hebben de functie openbaar gebied.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 11 Openbaar gebied - Wegverkeer

11.1 Toegelaten activiteiten
  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied 'Openbaar gebied - Wegverkeer' hebben de functie stroomgebied.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 12 Oppervlaktewater

12.1 Toegelaten activiteiten
  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied 'Oppervlaktewater ' hebben de functie oppervlaktewater.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 13 Parkgebied

13.1 Toegelaten activiteiten
  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied 'Parkgebied ' hebben de functie parkgebied.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 14 Recreatiegebied

14.1 Toegelaten activiteiten
  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied 'Recreatiegebied ' hebben de functie recreatiegebied.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 15 Spoorgebied

15.1 Toegelaten activiteiten
  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied 'Spoorgebied ' hebben de functie spoorgebied.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 16 Tuin

16.1 Toegelaten activiteiten
  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied 'Tuin ' hebben de functie tuin.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 17 Woongebied

17.1 Toegelaten activiteiten
  • 1. De gebieden ter plaatse van het werkingsgebied 'Woongebied ' hebben de functie woongebied.
  • 2. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 4 omschreven gebruiksactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 3. Binnen deze functie zijn uitsluitend de in hoofdstuk 5 omschreven bouwactiviteiten toegestaan op de daarvoor in de regels aangewezen locaties.
  • 4. De activiteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Hoofdstuk 3 Waarden

Artikel 18 Waarde - Bomen(rij)

18.1 Doelstelling
  • 1. Ter plaatse van de gebieden met de aanduiding ''Waarde - Bomenrij' bevindt zich een waardevolle bomenrij.
  • 2. Deze waarde is gericht op het behoud, herstel en de versterking van de op de gronden voorkomende bomen die onderdeel uitmaken van een structurerende bomenlaan.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor werken en werkzaamheden.

Artikel 19 Waarde - Boom

19.1 Doelstelling
  • 1. Ter plaatse van de gebieden met de aanduiding ''Waarde - Boom' bevindt zich een waardevolle boom.
  • 2. Deze waarde is gericht op het behoud en herstel van de op deze gronden voorkomende monumentale bomen.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 20 Waarde - Externe veiligheid

20.1 Doelstelling
  • 1. Ter plaatse van de gebieden met de aanduiding ''Waarde - Externe veiligheid' bevindt zich een externe veiligheidscontour rond een gebied waar risicovolle activiteiten plaatsvinden.
  • 2. Deze waarde is gericht op het beschermen van mens en milieu tegen maatschappelijk onaanvaardbaar geachte gezondheids- en milieurisico's.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 21 Waarde - Gemeentelijk beschermd stadsgezicht - Binnenstad en singels

21.1 Doelstelling
  • 1. De gebieden met de aanduiding 'Waarde - Gemeentelijk beschermd stadsgezicht - Binnenstad en singels' zijn aangewezen als gemeentelijk beschermd stadsgezicht.
  • 2. Deze waarde is gericht op het behoud, het herstel en de versterking van de op deze gronden voorkomende architectonische, stedenbouwkundige en groene kwaliteiten van het gemeentelijk beschermd stadsgezicht.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 22 Waarde - Gemeentelijk monument

22.1 Doelstelling
  • 1. De gebieden met de aanduiding 'Waarde - Gemeentelijk monument' zijn aangewezen als gemeentelijk monument.
  • 2. Deze waarde is gericht op het behoud van (cultuurhistorische en monumentale waarden van) de in het plangebied als 'rijksbeschermd monument' aangewezen gebouwen, andere bouwwerken en gronden.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 23 Waarde - Hoogspanningsleiding

23.1 Doelstelling
  • 1. Ter plaatse van de gebieden met de aanduiding 'Waarde - Hoogspanningsleiding' bevindt zich een ondergrondse hoogspanningsleiding
  • 2. Deze waarde is gericht op het beschermen van de hoogspanningsleiding en de omgeving. .
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 24 Waarde - Landschap en natuur

  • 1. De gebieden ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Landschap en natuur' hebben een lanschappelijke en natuurwaarde.
  • 2. Deze waarde is gericht op het behoud, het herstel en de versterking van de op deze gronden voorkomende dan wel daaraan eigen landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische- en natuurwaarden.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden mogelijk aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 25 Waarde - Molenbiotoop

25.1 Doelstelling
  • 1. De gebieden ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Molenbiotoop' zijn aangewezen als molenbiotoop.
  • 2. Deze waarde is gericht op de bescherming van de windvang van de molen en de belevingswaarde en het historisch karakter van de omgeving van de molen.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 26 Waarde - Rijksbeschermd stadsgezicht - Spijkerkwartier - Boulevardkwartier

26.1 Doelstelling
  • 1. De gebieden met de aanduiding 'Waarde - Rijksbeschermd stadsgezicht - Spijkerkwartier - Boulevardkwartier' zijn aangewezen als rijksbeschermd stadsgezicht
  • 2. Deze waarde is gericht op het behoud, het herstel en de versterking van de op deze gronden voorkomende architectonische, stedenbouwkundige en groene kwaliteiten van het rijksbeschermd stadsgezicht.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 27 Waarde - Rijksbeschermd stadsgezicht - Van Verschuerwijk

27.1 Doelstelling
  • 1. De gebieden met de aanduiding 'Waarde - Rijksbeschermd stadsgezicht - Van Verschuerwijk'' zijn aangewezen als rijksbeschermd stadsgezicht
  • 2. Deze waarde is gericht op het behoud, het herstel en de versterking van de op deze gronden voorkomende architectonische, stedenbouwkundige en groene kwaliteiten van het rijksbeschermd stadsgezicht.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

 

Artikel 28 Waarde - Rijksmonument

28.1 Doelstelling
  • 1. De gebieden met de aanduiding 'Waarde - Rijksmonument' zijn aangewezen als rijksmonument.
  • 2. Deze waarde is gericht op het behoud van (cultuurhistorische en monumentale waarden van) de in het plangebied als 'rijksmonument' aangewezen gebouwen, andere bouwwerken en gronden.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.
28.2 Toepassingsbereik

Voor deze gronden geldt het bepaalde in artikel 2, lid 1 onder f. van Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dan wel zoals deze regeling komt te luiden in de Omgevingswet na inwerkingtreding daarvan.

Artikel 29 Waarde - Rioolleiding

29.1 Doelstelling
  • 1. Ter plaatse van de gebieden met de aanduiding ''Waarde - Rioolleiding' bevindt zich een rioolleiding.
  • 2. Deze waarde is gericht op het beschermen van de rioolleiding.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 30 Waarde - Tuin

30.1 Doelstelling
  • 1. De gebieden met de aanduiding 'Waarde-Tuin' hebben een waarde als tuin.
  • 2. Deze waarde is gericht op bescherming van:
  • a. het groene karakter van de bestaande waardevolle groenelementen;
  • b. de cultuurhistorische waarde;
  • c. de mogelijkheden voor waterberging.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Hoofdstuk 4 Activiteiten

Artikel 31 Activiteit ambachtelijke bedrijven - begane grond

31.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit amachtelijke bedrijven - begane grond' is een ambachtelijk bedrijf op de begane grond toegestaan.

Artikel 32 Activiteit ambulante handel

32.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit ambulante handel' is ambulante handel toegestaan.

Artikel 33 Activiteit atelier

33.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit atelier’ is een atelier toegestaan.

Artikel 34 Activiteit bedrijf - geschikt voor functiemenging

34.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit bedrijf geschikt voor functiemenging' zijn de volgende bedrijfsmatige activiteiten geschikt voor functiemenging toegestaan:

  • a. het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen;
  • b. verhuur, opslag en distributie van goederen;
  • c. bouwnijverheid, hoveniersbedrijven of daarmee vergelijkbare bedrijven;
  • d. onderzoek en ingenieursbedrijven..
34.2 Verboden activiteiten

In afwijking van het bepaalde in lid 34.1 zijn de volgende bedrijven niet toegestaan:

  • a. flitsbezorgdiensten;
  • b. agrarische bedrijven.
34.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de omgeving strijdig gebruik worden in ieder geval gerekend:

1. het exploiteren van een ippc-installatie als bedoeld in de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet zoals die gelden op de dag van de start van de terinzagelegging van het ontwerp van het hoofdstuk [22b] van het omgevingsplan;

2. milieubelastende activiteiten waarvoor het op grond van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving verboden is, gelezen in samenhang met artikel 5.1, tweede lid, van de Omgevingswet, zoals die gelden op de dag van de start van de terinzagelegging van het ontwerp van het hoofdstuk [22b] van het omgevingsplan, verboden is deze zonder omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit te verrichten;

3. projecten waarvoor een m.e.r.-beoordelingsplicht geldt met een omgevingsvergunningplicht voor een milieubelastende activiteit in de zin van het Besluit activiteiten leefomgeving als aangegeven in kolom 4 van bijlage V bij het Omgevingsbesluit, zoals die gelden op de dag van de start van de terinzagelegging van het ontwerp van het hoofdstuk [22b] van het omgevingsplan;

4. activiteiten die op grond van artikel 5.78 b van het Besluit kwaliteit leefomgeving zijn aangewezen als activiteiten die in aanzienlijke mate geluid kunnen veroorzaken, als bedoeld in artikel 2.11a van de Omgevingswet, zoals die gelden op de dag van de start van de terinzagelegging van het ontwerp van het hoofdstuk [22b] van het omgevingsplan;

5. activiteiten met externe veiligheidsrisico's als bedoeld in bijlage VII van het Besluit kwaliteit leefomgeving, zoals die gelden op de dag van de start van de terinzagelegging van het ontwerp van het hoofdstuk [22b] van het omgevingsplan.

Artikel 35 Activiteit bedrijf - geschikt voor functiemenging - begane grond

35.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit bedrijf geschikt voor functiemenging begane grond' zijn de volgende bedrijfsmatige activiteiten geschikt voor functiemenging toegestaan op de begane grond:

  • a. het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen;
  • b. verhuur, opslag en distributie van goederen;
  • c. bouwnijverheid, hoveniersbedrijven of daarmee vergelijkbare bedrijven;
  • d. onderzoek en ingenieursbedrijven;
  • e. groothandel.
35.2 Verboden activiteiten

In afwijking van het bepaalde in lid 35.1 zijn de volgende bedrijven niet toegestaan:

  • a. flitsbezorgdiensten;
  • b. agrarische bedrijven.
35.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de omgeving strijdig gebruik worden in ieder geval gerekend:

  • 4. het exploiteren van een ippc-installatie als bedoeld in de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet zoals die gelden op de dag van de start van de terinzagelegging van het ontwerp van het hoofdstuk [22b] van het omgevingsplan;
  • 5. milieubelastende activiteiten waarvoor het op grond van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving verboden is, gelezen in samenhang met artikel 5.1, tweede lid, van de Omgevingswet, zoals die gelden op de dag van de start van de terinzagelegging van het ontwerp van het hoofdstuk [22b] van het omgevingsplan, verboden is deze zonder omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit te verrichten;
  • 6. projecten waarvoor een m.e.r.-beoordelingsplicht geldt met een omgevingsvergunningplicht voor een milieubelastende activiteit in de zin van het Besluit activiteiten leefomgeving als aangegeven in kolom 4 van bijlage V bij het Omgevingsbesluit, zoals die gelden op de dag van de start van de terinzagelegging van het ontwerp van het hoofdstuk [22b] van het omgevingsplan;
  • 7. activiteiten die op grond van artikel 5.78 b van het Besluit kwaliteit leefomgeving zijn aangewezen als activiteiten die in aanzienlijke mate geluid kunnen veroorzaken, als bedoeld in artikel 2.11a van de Omgevingswet, zoals die gelden op de dag van de start van de terinzagelegging van het ontwerp van het hoofdstuk [22b] van het omgevingsplan;
  • 8. activiteiten met externe veiligheidsrisico's als bedoeld in bijlage VII van het Besluit kwaliteit leefomgeving, zoals die gelden op de dag van de start van de terinzagelegging van het ontwerp van het hoofdstuk [22b] van het omgevingsplan.

Artikel 36 Activiteit bedrijven creatieve sector - begane grond

36.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit bedrijven creatieve sector begane grond' zijn bedrijven creatieve sector op de begane grond toegestaan.

Artikel 37 Activiteit blurring

37.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit blurring' is blurring toegestaan.

Artikel 38 Activiteit cultuur

38.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Activiteit cultuur' zijn toestaan:

  • a. culturele voorzieningen, zoals een (muziek)theater en schouwburg, waaronder mede begrepen congresfaciliteiten;
  • b. ondersteunende horeca.

Artikel 39 Activiteit cultuur - begane grond

39.1 Toegelaten activiteiten

83.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit cultuur' zijn op de begane grond toestaan:

  • a. culturele voorzieningen, zoals een (muziek)theater en schouwburg, waaronder mede begrepen congresfaciliteiten;
  • b. ondersteunende horeca.

Artikel 40 Activiteit dagrecreatie

40.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit dagreactie' is dagrecreatie toegestaan.

Artikel 41 Activiteit detailhandel

41.1 Toegelaten activiteiten
  • a. Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit detailhandel' is detailhandel toegestaan;
  • b. Op deze gronden zijn supermarkten niet toegestaan.

Artikel 42 Activiteit detailhandel - begane grond

42.1 Toegelaten activiteiten
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Activiteit detailhandel - begane grond' is detailhandel op de begane grond toegestaan;
  • b. Op deze gronden zijn supermarkten niet toegestaan.

Artikel 43 Activiteit detailhandel - motorbrandstoffen exclusief lpg

43.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit detailhandel - motorbrandstoffen exclusief lpg' is toegestaan:

  • a. verkoop van brandstoffen niet zijnde lpg;
  • b. bijbehorende detailhandel.

Artikel 44 Activiteit detailhandel begane grond - aantrekkelijke winkelstraat

44.1 Toegelaten activiteiten

a. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit detailhandel begane grond - aantrekkelijke winkelstraat' is detailhandel op de begane grond toegestaan, met dien verstande dat detailhandel gericht op computer-hardware zaken, telefoon- en belwinkels, juweliers, bruidswinkels en smart- en growshops niet is toegestaan.

b. op deze gronden zijn supermarkten niet toegestaan.

Artikel 45 Activiteit detailhandel computer-hardware begane grond - aantrekkelijke winkelstraat

45.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone-activiteit detailhandel computer-hardware begane grond – aantrekkelijke winkelstraat is, in afwijking van Artikel 44 Activiteit detailhandel begane grond - aantrekkelijke winkelstraat, detailhandel in de vorm van een computer-hardware zaak op de begane grond toegestaan.

Artikel 46 Activiteit detailhandel juwelier begane grond - aantrekkelijke winkelstraat

46.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone-activiteit detailhandel juwelier begane grond – aantrekkelijke winkelstraat is, in afwijking van Artikel 44 Activiteit detailhandel begane grond - aantrekkelijke winkelstraat, detailhandel in de vorm van een juwelier op de begane grond toegestaan.

Artikel 47 Activiteit detailhandel telefoon- en belwinkel begane grond - aantrekkelijke winkelstraat

47.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone-activiteit detailhandel telefoon- en belwinkel begane grond – aantrekkelijke winkelstraat is, in afwijking van Artikel 44 Activiteit detailhandel begane grond - aantrekkelijke winkelstraat, detailhandel in de vorm van een telefoon- en belwinkel op de begane grond toegestaan.

Artikel 48 Activiteit dienstverlening

48.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit dienstverlening' zijn dienstverlenende bedrijven toegestaan.

Artikel 49 Activiteit dienstverlening - begane grond

49.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit dienstverlening' zijn dienstverlenende bedrijven toegestaan op de begane grond.

Artikel 50 Activiteit dienstverlening begane grond - aantrekkelijke winkelstraat

50.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone Activiteit dienstverlening begane grond - aantrekkelijke winkelstraat ’ is dienstverlening op de begane grond toegestaan met dien verstande dat dienstverlening in de vorm van uiterlijke- en persoonlijke verzorging, kappers, nagelstudio’s, beautyzaken, massagesalons, zonnestudio’s, telefoon- en belwinkels, goudwisselkantoren en pandjeswinkels niet is toegestaan.

Artikel 51 Activiteit dienstverlening goudwisselkantoor begane grond - aantrekkelijke winkelstraat

51.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone-activiteit dienstverlening goudwisselkantoor begane grond – aantrekkelijke winkelstraat' is, in afwijking van Artikel 50 Activiteit dienstverlening begane grond - aantrekkelijke winkelstraat, dienstverlening in de vorm van een goudwisselkantoor op de begane grond toegestaan.

Artikel 52 Activiteit dienstverlening kapper begane grond - aantrekkelijke winkelstraat

52.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone-activiteit dienstverlening kapper begane grond – aantrekkelijke winkelstraat' is, in afwijking van Artikel 50 Activiteit dienstverlening begane grond - aantrekkelijke winkelstraat, dienstverlening in de vorm van een kapper op de begane grond toegestaan.

Artikel 53 Activiteit dienstverlening massagesalon begane grond - aantrekkelijke winkelstraat

53.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone-activiteit dienstverlening massagesalon begane grond – aantrekkelijke winkelstraat' is, in afwijking van Artikel 50 Activiteit dienstverlening begane grond - aantrekkelijke winkelstraat, dienstverlening in de vorm van een massagesalon op de begane grond toegestaan.

Artikel 54 Activiteit dienstverlening nagelstudio begane grond - aantrekkelijke winkelstraat

54.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone-activiteit dienstverlening nagelstudio begane grond – aantrekkelijke winkelstraat' is, in afwijking van Artikel 50 Activiteit dienstverlening begane grond - aantrekkelijke winkelstraat, dienstverlening in de vorm van een nagelstudio op de begane grond toegestaan.

Artikel 55 Activiteit dienstverlening pandjeswinkel begane grond - aantrekkelijke winkelstraat

55.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone-activiteit dienstverlening pandjeswinkel begane grond – aantrekkelijke winkelstraat' is, in afwijking van Artikel 50 Activiteit dienstverlening begane grond - aantrekkelijke winkelstraat, dienstverlening in de vorm van een pandjeswinkel op de begane grond toegestaan.

Artikel 56 Activiteit dienstverlening telefoon- en belwinkel begane grond - aantrekkelijke winkelstraat

56.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone-activiteit dienstverlening telefoon- en belwinkel begane grond – aantrekkelijke winkelstraat' is, in afwijking van Artikel 50 Activiteit dienstverlening begane grond - aantrekkelijke winkelstraat, dienstverlening in de vorm van een telefoon- en belwinkel op de begane grond toegestaan.

Artikel 57 Activiteit dienstverlening uiterlijke- en persoonlijke verzorging begane grond - aantrekkelijke winkelstraat

57.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone-activiteit dienstverlening uiterlijke- en persoonlijke verzorging begane grond – aantrekkelijke winkelstraat' is, in afwijking van Artikel 50 Activiteit dienstverlening begane grond - aantrekkelijke winkelstraat, dienstverlening in de vorm van uiterlijke- en persoonlijke verzorging op de begane grond toegestaan.

Artikel 58 Activiteit dienstverlening zonnestudio begane grond - aantrekkelijke winkelstraat

58.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone-activiteit dienstverlening zonnestudio begane grond – aantrekkelijke winkelstraat' is, in afwijking van Artikel 50 Activiteit dienstverlening begane grond - aantrekkelijke winkelstraat, dienstverlening in de vorm van een zonnestudio op de begane grond toegestaan.

Artikel 59 Activiteit evenementen

59.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit evenementen' zijn evenementen toegestaan.

Artikel 60 Activiteit garagebedrijf

60.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit garagebedrijf' is toegestaan:

  • a. een garagebedrijf; en
  • b. ondergeschikte detailhandelsactiviteiten.

Artikel 61 Activiteit garagebox

61.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit garagebox' zijn voorzieningen ten behoeve van autostalling of de opslag van goederen ten behoeve van het wonen toegestaan.

Artikel 62 Activiteit geluidwerende voorziening

62.1 Toegelaten activiteit

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-Activiteit geluidwerende voorziening' zijn activiteiten toegestaan met betrekking tot de aanleg, beheer en onderhoud van voorzieningen ten behoeve van de wering of reducering van geluid(soverlast), zoals een geluidswal of geluidscherm.

Artikel 63 Activiteit gemeentelijk monument

63.1 Toepassingsbereik
  • a. De regels in dit artikel zijn van toepassing op omgevingsplanactiviteiten met betrekking tot gemeentelijk monumenten op de gronden binnen de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit gemeentelijk monument'.
  • b. Voor het plangebied van dit omgevingsplan blijven de artikelen 12 tot en met 16 van de Erfgoedverordening gemeente Arnhem 2017 buiten toepassing.
  • c. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing op monumentenactiviteiten met betrekking tot Rijksmonumenten, zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet. Hiervoor geldt artikel 2, lid 1 onder f. van Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dan wel zoals deze regeling komt te luiden in de Omgevingswet na inwerkingtreding daarvan, zoals die gelden op de dag van de start van de terinzagelegging van het ontwerp van het hoofdstuk [22b] van het omgevingsplan.
63.2 Specifieke zorgplicht

Degene die een activiteit zoals bedoeld in lid 63.1 of een omgevingsplanactiviteit gemeentelijk monument verricht en weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat die activiteit kan leiden tot het beschadigen of vernielen van een gemeentelijk monument, is verplicht alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van diegene kunnen worden gevraagd om deze beschadiging of vernieling te voorkomen.

63.3 Toegelaten activiteiten

De volgende activiteiten met betrekking tot gemeentelijk monumenten zijn toegestaan:

  • a. noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden die zijn gericht op het behoud van de monumentale waarden, mits detaillering, profilering, vormgeving, materiaalsoort en kleur niet worden gewijzigd en voor zover de aanleg van een tuin, park of andere aanleg niet wijzigt;
  • b. inpandige wijzigingen van een onderdeel van het gemeentelijk monument, voor zover het een onderdeel daarvan betreft dat vanuit het oogpunt van monumentenzorg zonder betekenis is.

Artikel 64 Activiteit gezondheids- en welzijnszorg

64.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit gezondheids- en welzijnszorg' zijn toegestaan:

  • a. gezondheids- en welzijnszorg en daarmee te vergelijken activiteiten en
  • b. ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 65 Activiteit gezondheids- en welzijnszorg - begane grond

65.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit gezondheids- en welzijnszorg begane grond' zijn op de begane grond toegestaan:

  • a. gezondheids- en welzijnszorg en daarmee te vergelijken activiteiten;
  • b. ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 66 Activiteit groen

66.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit groen' zijn activiteiten toegestaan met betrekking tot:

  • a. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van groenvoorzieningen;
  • b. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van fiets- en wandelpaden, straatmeubilair, speelvoorzieningen en bestaande ontsluitingswegen;
  • c. extensieve recreatie.

Artikel 67 Activiteit hoogspanningsleiding

67.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit hoogspanningsleiding' zijn activiteiten gericht op aanleg, bouw, onderhoud en gebruik van het transport van elektriciteit door een ondergrondse hoogspanningsleiding toegestaan.

Artikel 68 Activiteit horeca van categorie 1 begane grond

68.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit horeca van categorie 1 begane grond' zijn op de begane grond horecabedrijven in de categorie horeca - 1 toegestaan.

Artikel 69 Activiteit horeca van categorie 2 begane grond

69.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit horeca van categorie 2 begane grond' zijn op de begane grond horecabedrijven van categorie horeca - 2 toegestaan.

Artikel 70 Activiteit horeca van categorie 3

70.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit horeca van categorie 2' zijn horecabedrijven van categorie horeca - 3 toegestaan.

Artikel 71 Activiteit horeca van categorie 3 begane grond

71.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - 'activiteit horeca van categorie 3' zijn op de begane grond horecabedrijven van categorie horeca - 3 toegestaan.

Artikel 72 Activiteit horeca van categorie 4

72.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - 'activiteit horeca van categorie 4' zijn horecabedrijven van categorie horeca - 4 toegestaan.

Artikel 73 Activiteit horeca van categorie 4 begane grond

73.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - 'activiteit horeca van categorie 4' zijn op de begane grond horecabedrijven van categorie horeca - 4 toegestaan.

Artikel 74 Activiteit horeca van categorie 6

74.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - 'activiteit horeca van categorie 6' zijn horecabedrijven van categorie horeca - 6 toegestaan.

Artikel 75 Activiteit horeca van categorie 6 op verdieping

75.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - horeca van categorie 6 op verdieping' zijn horecabedrijven van categorie 6 op de boven de begane grond gelegen verdiepingen toegestaan.

Artikel 76 Activiteit kantoor

76.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit kantoor' is een kantoor toegestaan.

Artikel 77 Activiteit kinderboerderij

77.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit kinderboerderij' is een kinderboerderij toegestaan.

Artikel 78 Activiteit levensbeschouwing

78.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit levensbeschouwing' zijn toegestaan:

  • a. instellingen en organisaties op levensbeschouwelijk en religieus gebied en daarmee te vergelijken activiteiten;
  • b. ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel, uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 79 Activiteit levensbeschouwing - begane grond

79.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit levensbeschouwing begane grond' zijn toegestaan op de begane grond:

  • a. instellingen en organisaties op levensbeschouwelijk en religieus gebied en daarmee te vergelijken activiteiten;
  • b. ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel, uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 80 Activiteit maatschappelijke organisaties

80.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit maatschappelijke organisaties' zijn toegestaan:

  • a. politieke-, belangen- en ideële organisaties/verenigingen en hobbyclubs en de daarmee te vergelijken activiteiten toegestaan;
  • b. ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 81 Activiteit maatschappelijke organisaties - begane grond

81.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit maatschappelijke organisaties begane grond' zijn toegestaan op de begane grond:

  • a. politieke-, belangen- en ideële organisaties/ verenigingen en hobbyclubs en de daarmee te vergelijken activiteiten toegestaan;
  • b. ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 82 Activiteit nutsvoorziening

82.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit nutsvoorziening' is een nutsvoorziening toegestaan.

Artikel 83 Activiteit onderwijs en educatie

83.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit onderwijs en educatie' zijn toegestaan:

  • a. onderwijs- en educatieve voorzieningen, daarmee te vergelijken activiteiten en de daarbij behorende sportvoorzieningen;
  • b. ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel uitsluitend ten dienste van de bovengenoemde activiteiten.

Artikel 84 Activiteit onderwijs en educatie - begane grond

84.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit onderwijs en educatie begane grond' zijn toegestaan op de begane grond:

  • a. onderwijs- en educatieve voorzieningen, daarmee te vergelijken activiteiten en de daarbij behorende sportvoorzieningen;
  • b. ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel uitsluitend ten dienste van de bovengenoemde activiteiten.

Artikel 85 Activiteit ontspanning

85.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit ontspanning' zijn voorzieningen gericht op ontspanning toegestaan.

Artikel 86 Activiteit openbare dienstverlening

86.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit openbare dienstverlening' is toegestaan:

  • a. openbare dienstverlening en daarmee te vergelijken activiteiten;
  • b. kleinschalige horeca en detailhandel ondergeschikt aan en uitsluitend ten dienste van de bovengenoemde activiteiten.

Artikel 87 Activiteit openbare dienstverlening - begane grond

87.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit openbare dienstverlening begane grond' is toegestaan op de begane grond:

  • a. openbare dienstverlening en daarmee te vergelijken activiteiten;
  • b. kleinschalige horeca en detailhandel ondergeschikt aan en uitsluitend ten dienste van de bovengenoemde activiteiten.

Artikel 88 Activiteit park

88.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit park' zijn activiteiten toegestaan met betrekking tot:

  • a. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van groenvoorzieningen;
  • b. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van fiets- en wandelpaden, straatmeubilair, speelvoorzieningen en en bestaande ontsluitingswegen;
  • c. extensieve recreatie.
88.2 Verboden activiteiten
  • a. Onder gebruik in strijd met het omgevingsplan, wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden:
    • 1. als standplaats voor onderkomens en stacaravans of voor enige andere vorm van kamperen;
    • 2. voor het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden;
    • 3. voor het opstellen, opslaan, lozen c.q. storten, al dan niet ten verkoop, van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- of vaartuigen of machines.
  • b. De in dit lid onder a. genoemde gebruiksvormen zijn niet verboden, indien en voorzover deze onlosmakelijk verbonden zijn met werken en werkzaamheden, waarvoor een omgevingsvergunning is verleend.

Artikel 89 Activiteit parkeerterrein

89.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit parkeerterrein' zijn ongebouwde parkeervoorzieningen in de vorm van parkeerplaatsen toegestaan.

Artikel 90 Activiteit publieksgericht kantoor - begane grond

90.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit publieksgericht kantoor begane grond’ is een publieksgericht kantoor toegestaan op de begane grond.

Artikel 91 Activiteit railverkeer

91.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit railverkeer' aangewezen gronden zijn de volgende activiteiten toegestaan:

  • a. personen- en goederenvervoer per spoor met de daarbij behorende technische en administratievevoorzieningen, zoals bouwwerken voor energievoorziening ten behoeve van het treinverkeer en wacht- en werkruimtes voor het spoorwegpersoneel;
  • b. stations;
  • c. (on)gelijkvloerse kruisingen, over- en onderbouwingen ten behoeve van weg- en waterverkeer;
  • d. geluidwerende voorzieningen;
  • e. onderdoorgangen, alsmede toegangen tot ondergrondse voorzieningen ten behoeve van direct aangrenzende bestemmingen

Artikel 92 Activiteit rioolleiding

92.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit rioolleiding' is aanleg, bouw, onderhoud en gebruik een rioolleiding toegestaan.

Artikel 93 Activiteit scouting

93.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit scouting' is een scouting toegestaan.

Artikel 94 Activiteit sport

94.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit sport' zijn toegestaan:

  • a. de aanleg, instandhouding en gebruik van terreinen en voorzieningen voor de beoefening van buiten- en binnensporten;
  • b. ondergeschikte horeca en detailhandel, uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 95 Activiteit sport begane grond

95.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit spor - begane grondt' is toegestaan op de begane grond:

  • a. de aanleg, instandhouding en gebruik van terreinen en voorzieningen voor de beoefening van buiten- en binnensporten;

b. en ondergeschikte horeca en detailhandel, uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 96 Activiteit stadswinkel

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit stadswinkel' is detailhandel in de vorm van een stadswinkel met de daarbij behorende voorzieningen toegestaan. .

Artikel 97 Activiteit supermarkt - begane grond

97.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit supermarkt - begane grond' is een supermarkt op de begane grond toegestaan.

Artikel 98 Activiteit tuin

98.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit tuin' is de aanleg, instandhouding en gebruik van een (binnen)tuin toegestaan.

98.2 Verboden activiteiten
  • a. Onder gebruik van de gronden in strijd met de functie, wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden voor het aanbrengen van oppervlakteverhardingen, tenzij het gaat om een ondergeschikte oppervlakte aan noodzakelijke en functionele verharding;
  • b. De in dit lid onder a. genoemde gebruiksvormen zijn niet verboden, indien en voorzover deze onlosmakelijk verbonden zijn met werken en werkzaamheden, waarvoor een omgevingsvergunning is verleend.

Artikel 99 Activiteit uitkijktoren

99.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit uitkijktoren’ is een uitkijktoren toegestaan.

Artikel 100 Activiteit uitvaartverzorging

100.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit uitvaartverzorging' is toegestaan:

  • a. uitvaartverzorging;
  • b. ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel, uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 101 Activiteit verblijfsgebied

101.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit verblijfsgebied' zijn activiteiten met betrekking tot aanleg, bouw, gebruik en instandhouding van de volgende voorzieningen toegestaan:

  • a. ten behoeve van bestemmingsverkeer en verblijfsfuncties;
  • b. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van fiets- en wandelpaden, straatmeubilair en speelvoorzieningen.
  • c. voorzieningen voor het openbaar vervoer, zoals busstations;
  • d. terrassen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. onderdoorgangen, alsmede toegangen tot ondergrondse voorzieningen ten behoeve van
    direct aangrenzende bestemmingen.

Artikel 102 Activiteit volkstuinen

102.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit volkstuinen' zijn volkstuinen toegestaan.

Artikel 103 Activiteit water

103.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit water' zijn toegestaan:

  • a. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van watergangen met een waterhuishoudkundige of waterstaatkundige functie;
  • b. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van waterpartijen;
  • c. aanleg, beheer en onderhoud van bermen, beplanting en oevers.

Artikel 104 Activiteit wegverkeer

104.1 Toegelaten actviteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit wegverkeer' zijn activiteiten met betrekking tot aanleg, bouw, gebruik en instandhouding van de volgende voorzieningen toegestaan:

  • a. gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
  • b. voorzieningen voor het openbaar vervoer, zoals busstations;
  • c. geluidwerende voorzieningen;
  • d. onderdoorgangen, alsmede toegangen tot ondergrondse voorzieningen ten behoeve van
    direct aangrenzende bestemmingen.

Artikel 105 Activiteit wonen

105.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit wonen' zijn de volgende activiteiten toegestaan:

  • a. het wonen, hieronder niet begrepen bewoning van woonwagens of woonschepen;
  • b. beroep aan huis.
105.2 Specifieke gebruiksregels

Beroep aan huis, waaronder mede begrepen bed and breakfast, is uitsluitend toegelaten tot maximaal 33% van het vloeroppervlakte van de woning, mits:

  • a. dit door de bewoner wordt uitgeoefend;
  • b. dit geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse of een onevenredige parkeerdruk tot gevolg heeft en;
  • c. het geen detailhandel, internetverkoop hiervan uitgezonderd, prostitutie of horeca betreft.
105.3 Verboden activiteiten

Onder gebruik van de locaties en opstallen in strijd met het wonen wordt in elk geval begrepen:

  • a. gebruik als beroeps- of bedrijfsmatige werk- of opslagruimte, anders dan voor beroep aan huis.
  • b. het bewonen, of laten bewonen, van een kamergewijze bewoning door meer dan één persoon per 18m2 gebruiksoppervlakte;
  • c. het verschaffen van kortdurend verblijf van maximaal 3 maanden, te vergelijken met logies, al dan niet als onderdeel van de arbeidsvoorwaarden aan werknemers in een kamergewijze bewoning;
  • d. het gebruik van bijgebouwen als onzelfstandige wooneenheid in een kamergewijze bewoning

Artikel 106 Activiteit wonen - op verdieping

106.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit wonen op verdieping ' zijn de volgende activiteiten op de boven de beganegrondverdieping gelegen verdiepingen toegelaten:

  • 1. het wonen, hieronder niet begrepen bewoning van woonwagens of woonschepen;
    en daaraan ondergeschikt voor:
  • 2. beroep aan huis
106.2 Specifieke gebruiksregels

Beroep aan huis, waaronder mede begrepen bed and breakfast, is uitsluitend toegelaten tot maximaal

33% van het vloeroppervlakte van de woning, mits:

  • 1. dit door de bewoner wordt uitgeoefend;
  • 2. dit geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse of een onevenredige parkeerdruk tot gevolg heeft en;
  • 3. het geen detailhandel, internetverkoop hiervan uitgezonderd, prostitutie of horeca betreft.
106.3 Verboden activiteiten

Onder gebruik van de locaties en opstallen in strijd met het wonen wordt in elk geval begrepen:

  • a. gebruik als beroeps- of bedrijfsmatige werk- of opslagruimte, anders dan voor beroep aan huis.
  • b. het bewonen, of laten bewonen, van een kamergewijze bewoning door meer dan één persoon per 18m2 gebruiksoppervlakte;
  • c. het verschaffen van kortdurend verblijf van maximaal 3 maanden, te vergelijken met logies, al dan niet als onderdeel van de arbeidsvoorwaarden aan werknemers in een kamergewijze bewoning;
  • d. het gebruik van bijgebouwen als onzelfstandige wooneenheid in een kamergewijze bewoning

Artikel 107 Activiteit wonen bijbehorend

107.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone – activiteit wonen bijbehorend' zijn activiteiten bijbehorend bij wonen toegestaan.

107.2 Verboden activiteiten

Onder gebruik van de locaties en opstallen in strijd met activiteit wonen bijbehorend wordt in elk geval begrepen:

Het gebruik van bouwwerken als zelfstandige woning.

107.3 Uitzondering

In afwijking van lid 107.2 is het gebruik van bouwwerken als zelfstandige woning niet verboden indien

a. het gebruik reeds bestond op het tijdstip van in werking treden van dit plan en

b. het gebruik niet in strijd was met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

Artikel 108 Algemene regels over activiteiten

108.1 Toepassingsbereik

Dit artikel is van toepasing ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - algemene regels over activiteiten'.

108.2 Gebruik conform maatvoering

Indien op de verbeelding omgevingsnormen of maatvoeringen zijn opgenomen, is gebruik uitsluitend toegestaan met inachtneming van deze normen.

108.3 Bijbehorende activiteiten

De volgende activiteiten zijn in het gehele plangebied toegestaan:

a. groen en watervoorzieningen;

b. overige voorzieningen en bijbehorende activiteiten, die qua aard, oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt zijn aan de hoofdactiviteit, zoals fitnessvoorzieningen en kinderopvang ten behoeve van de hoofdactiviteit. Hieronder worden geen ondergeschikte horeca, niet zijnde bedrijfskantines, en detailhandel verstaan.

c. voor parkeren geldt dat dit uitsluitend is toegestaan als bijbehorende activiteit indien:

    • 1. dit binnen de gronden met de functie 'Natuurgebied', 'Bosgebied', 'Heidegebied', 'Tuingebied' of 'Parkgebied' plaatsvindt, dan dient dit expliciet aangegeven te zijn;
    • 2. dit binnen de gronden met 'Waarde Landschap en Natuur' plaatsvindt, dan dient dit expliciet aangegeven te zijn.

Artikel 109 Uitsterfregeling aantrekkelijke winkelstraat

Het gebruik van de gronden, voor zover toegestaan in de regels, als

  • a. computer-hardware zaak
  • b. telefoon- en belwinkel
  • c. Juwelier
  • d. bruidswinkel
  • e. dienstverlening in de vorm van uiterlijke- en persoonlijke verzorging
  • f. kapper
  • g. nagelstudio
  • h. massagesalon
  • i. zonnestudio
  • j. goudwisselkantoor
  • k. pandjeswinkel

mag niet worden hervat indien dit gebruik gedurende een onafgebroken periode van ten minste één jaar gestaakt is geweest.

Hoofdstuk 5 Bouwen

Artikel 110 Algemene bouwregels

110.1 Toepassingsbereik

Dit artikel is van toepassing ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - algemene bouwregels'.

110.2 Algemeen
  • a. Voor de bouwregels die zijn opgenomen in dit omgevingsplan geldt dat deze moeten worden toegepast met in achtneming van de algemene bouwregels in dit artikel.
  • b. Indien op een locatie meerdere bouwregels van toepassing zijn, moet bij het bouwen worden voldaan aan alle ter plaatse gelden bouwregels.
110.3 Bouwen passend binnen functie/activiteit

Bouwwerken mogen uitsluitend worden opgericht, voor zover deze passen binnen de functies dan wel activiteiten zoals omschreven in deze regels.

110.4 Bouwen binnen bouwvlak
  • a. Indien op de verbeelding een bouwvlak is aangegeven mag, behoudens andersluidende bepalingen in deze regels, uitsluitend worden gebouwd binnen dit bouwvlak.
  • b. Indien geen bouwvlak is aangegeven, mag uitsluitend worden gebouwd voor zover daartoe in de betreffende functie- dan wel activiteitenregel uitdrukkelijk mogelijkheden zijn opgenomen.
110.5 Bouwen buiten bouwvlak

van de verplichting tot het bouwen binnen het bouwvlak, zoals bedoeld in artikel 110.4 is alleen toegestaan indien:

  • 1. de overschrijding van het bouwvlak niet meer bedraagt dan 2 m, de activiteitengrens niet wordt overschreden en het de bouw betreft van erkers, luifels, balkons, keldergaten (koekoeken) of galerijen;
  • 2. het de bouw van volledig beneden peil gelegen bouwwerken betreft, mits:
    • a. een diepte van 6 m niet wordt overschreden;
    • b. het maaiveld wordt afgewerkt op een wijze die past binnen de activiteit en de ter plaatse geldende waarden;
    • c. geen onevenredige toename van de parkeerdruk plaatsvindt;
    • d. de activiteitengrens niet wordt overschreden.
110.6 Bouwen conform maatvoering
  • a. Indien op de verbeelding ter plaatse van een locatie maatvoeringsaanduidingen of omgevingsnormen zijn opgenomen, mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de ter plaatse van deze locatie gegeven maximum-,minimum-, verplichte dan wel andere maten.
  • b. Voor een locatie waar geen maatvoeringsaanduidingen op de verbeelding zijn opgenomen, mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de eventueel in de regels opgenomen maten of omgevingsnormen, die van toepassing zijn op de betreffende locatie.
110.7 Bouwen afwijkende maatvoering

Afwijken van de bouwregels, voor zover betreffende de maximum bouwhoogte, de maximumgoothoogte, het maximumoppervlak en de maximuminhoud is alleen toegestaan indien:

1. de afwijking niet meer bedraagt dan 10% van de in de regels vastgelegde maten en;

2. geen onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de privacy van omwonenden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

110.8 Bouwen van bouwwerken algemeen nut

Afwijken van de bouwregels voor het oprichten van kunstobjecten en niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut met een inhoud groter dan 3m2, zoals transformatorstations, rioolgemalen, schakelhuisjes, is alleen toegestaan indien:

a. de inhoud niet meer bedraagt dan 75m2;

b. voor zover het een sirenemast betreft, de hoogte niet meer bedraagt dan 18 meter;

c. voor zover het een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van (tele)communicatie betreft:

      • 1. voorzover vrijstaand, de hoogte niet meer bedraagt dan 20 meter;
      • 2. voorzover op of aan een ander bouwwerk te plaatsen, de hoogte niet meer bedraagt dan 8 meter boven de aangegeven maximum bouwhoogte.

d. voor zover het geluidwerende voorzieningen betreft, deze noodzakelijk zijn ingevolge de wet geluidhinder dan wel Aanvullingswet geluid Omgevingswet, zoals die gelden op het moment van ter inzage legging.

110.9 Bouwen van hekwerken dakterras

Afwijken van de bouwregels voor de maximum bouwhoogte voor het oprichten van hekwerken ten behoeve van het gebruik van platte daken als dakterras is toegestaan indien:

a. de hoogte niet meer bedraagt dan 1 meter boven de aangegeven maximum bouwhoogte;

b. dit passend is in het bebouwingsbeeld van de omringende bebouwing en

c. de belangen van omwonenden met betrekking tot privacy, uitzicht en bezonning niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 111 Bouwregel aaneengesloten bebouwing

111.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel aaneengesloten bebouwing’ gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mag hoofdbebouwing uitsluitend worden gebouwd indien er sprake is van aaneengesloten bebouwing, en
  • b. er in de naar de weg toegekeerde bouwgrens wordt gebouwd. d.

Artikel 112 Bouwregel afwijken bouw- en goothoogte 1m

er plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel afwijken bouw- en goothoogte 1m' geldt dat afwijken van de bouwhoogte en de goothoogtebepaalde zoals bepaald in artikel 110 alleen is toegestaan indien:

a. de afwijking maximaal 1 meter bedraagt,

b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, en

c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van om- een aanwonenden.

Artikel 113 Bouwregel bestaand bijbehorend bouwwerk

113.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone – bouwregel bestaand bijbehorend bouwwerk' is een bestaand bijbehorend bouwwerk toegestaan dat afwijkt van de in artikel 114 gestelde regels.

Artikel 114 Bouwregel bijbehorende bouwwerken

114.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel bijbehorende bouwwerken' mogen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, voor zover het betreft:

  • 1. uitbreiding van de de hoofdbebouwing, tot een maximumbouwhoogte gelijk aan de hoogte van de begane-grondbouwlaag van de hoofdbebouwing, vermeerderd met maximaal 40 cm ten behoeve van isolatie of afschot;
  • 2. andere bijbehorende bouwwerken, met een maximumbouwhoogte gelijk aan de goothoogte van het hoofdgebouw, waarbij de goothoogte van vrijstaande bouwwerken niet meer mag bedragen dan de hoogte van de begane-grondbouwlaag van de hoofdbebouwing;
  • 3. bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd, passend binnen de bestemming, met een maximumbouwhoogte van 3 m

waarbij de oppervlakte van het totaal van deze bebouwing per bouwperceel de in onderstaand schema opgenomen maten niet overschrijdt.

oppervlakte gebied met de gebiedsaanduiding 'bijbehorende bouwwerken' per bouwperceel   maximale oppervlakte bouwwerken  
< 90 m2   50% van de oppervlakte van het gebied met de gebiedsaanduiding 'bijbehorende bouwwerken' per bouwperceel met een minimum van 20 m2  
90-150 m2   45 m2  
150-300 m2   55 m2  
300-500 m2   65 m2  
500-1000 m2   75 m2  

114.2 Afwijken bouwregels bijbehorende bouwwerken

Afwijken van het bepaalde in artikel 114.1 ten behoeve van een verhoging van de maximale grootte van bouwwerken voor percelen waarbij de bebouwbare zone groter is dan 1000 m2 met maximaal 25 m2 is alleen toegestaan indien:

  • 1. dit vanuit stedenbouwkundig en landschappelijk oogpunt niet op bezwaren stuit en

2. de belangen van omwonenden met betrekking tot privacy, uitzicht en bezonning niet worden geschaad.

Artikel 115 Bouwregel boom

115.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘overige zone – bouwregel boom" geldt dat bouwwerken alleen mogen worden gebouwd indien:

  • a. in de regels van dit omgevingsplan expliciet wordt aangegeven dat ter plaatse mag worden; of
  • b. als wordt volaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. het bouwen tot op een afstand van tenminste 10 meter uit het hart van de boom, en
    • 2. geen wezenlijke negatieve gevolgen heeft voor de boom.

Artikel 116 Bouwregel bouwen buiten bouwvlak

116.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel bouwen buiten bouwvlak' worden gebouwd.

Artikel 117 Bouwregel bouwen buiten bouwvlak - luifel

117.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel luifel' mag uitsluitend een luifel buiten het bouwvlak worden gebouwd.

Artikel 118 Bouwregel groene pleinen

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘overige zone – bouwregel groene pleinen geldt dat bouwwerken alleen mogen worden gebouwd indien:

  • a. in de regels van dit omgevingsplan expliciet wordt aangegeven dat ter plaatse mag worden; of
  • b. indien de cultuurhistorische waarden in het beschermde gebied niet onevenredig worden aangetast.

Artikel 119 Bouwregel park

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘overige zone – bouwregel park geldt dat bouwwerken alleen mogen worden gebouwd indien:

  • a. in de regels van dit omgevingsplan expliciet wordt aangegeven dat ter plaatse mag worden; of
  • b. als wordt volaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. geen onevenredig afbreuk wordt gedaan op stedenbouwkundige, landschappelijke, ecologische, cultuurhistorische en natuurwaarden;
    • 2. de bouwhoogte maximaal 4 m bedraagt.

Artikel 120 Bouwregel bouwverbod - recreatie

120.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel bouwverbod - recreatie' mag niet worden gebouwd, tenzij in de regels van dit omgevingsplan expliciet wordt aangegeven dat ter plaatse mag worden gebouwd.

Artikel 121 Bouwregel bouwverbod - tuin

121.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel bouwverbod - tuin' mag niet worden gebouwd, tenzij in de regels van dit omgevingsplan expliciet wordt aangegeven dat ter plaatse mag worden gebouwd.

Artikel 122 Bouwregel externe veiligheid - lpg

122.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel externe veiligheid - lpg' mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten zoals bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen worden gebouwd.

Artikel 123 Bouwregel groen

123.1 Bouwregel

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel groen' mogen uitsluitend in de activiteiten passende bouwwerken worden gebouwd, zoals speeltoestellen en verlichting met een maximale bouwhoogte van 4 meter.

Artikel 124 Bouwregel hoogspanningsleiding

124.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel hoogspanningsleiding' gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  • b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende functies en activiteiten mag, met van de voor de ter plaatse geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
  • c. In afwijking van het bepaalde onder a en b is bouwen alleen toegestaan indien:
    • 1. geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding en bijbehorende belemmeringenstrook, en
    • 2. ter zake daarvan vooraf advies van de leidingexploitant is ingewonnen, en
    • 3. geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

Artikel 125 Bouwregel kapvormen, hoogte en gevelindeling

125.1 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - bouwregel kapvormen, hoogte en gevelindeling' geldt dat bouwwerken alleen mogen worden gebouwd indien:

a. de bestaande kapvormen en goot- en bouwhoogten, alsmede het bestaande gevelbeeld, de gevelindeling en de gevelonderdelen, zoals afgeschuinde hoeken, bouwlagen, mezzanino's en souterrains worden gehandhaafd of

b. de cultuurhistorische waarden in het beschermde gebied niet onevenredig worden aangetast.

Artikel 126 Bouwregel karakteristieke achterpadenstructuur

126.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone – bouwregel karakteristieke achterpadenstructuur’ geldt dat bouwwerken alleen mogen worden gebouwd indien:

a. de karakteristieke achterpadenstructuur gehandhaafd blijft, of

b. de cultuurhistorische waarden in het beschermde gebied niet onevenredig worden aangetast.

Artikel 127 Bouwregel karakteristieke wegenstructuur

127.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone – bouwregel karakteristieke wegenstructuur’ geld dat bouwwerken alleen mogen worden gebouwd indien:

a. de karakteristieke wegenstructuur gehandhaafd blijft, of

b. de cultuurhistorische waarden in het beschermde gebied niet onevenredig worden aangetast. voor het bouwen van bouwwerken dat de karakteristieke wegenstructuur gehandhaafd moet blijven.

Artikel 128 Bouwregel kleine bouwwerken

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone – bouwregel karakteristieke wegenstructuur’ is het bouwen van kleine bouwwerken buiten het bouwvlak toegestaan indien:

    • a. De bouwwerken passen binnen de functies dan wel activiteiten zoals omschreven in deze regels, zoals fietsenstallingen, hekwerken en zitbanken;
    • b. De bouwhoogte niet meer dan 3 meter bedraagt.

Artikel 129 Bouwregel lichtmast binnenstedelijk

129.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel lichtmast binnenstedelijk' mogen lichtmasten buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden;

  • a. de verticale verlichtingssterkte mag niet meer dan 10 lux bedragen;
  • b. de armatuurlichtsterkte mag niet meer dan 10.000 cd bedragen;
  • c. de lichtmasten hebben een maximum bouwhoogte van 15 m.

Artikel 130 Bouwregel onderdoorgang

130.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel onderdoorgang' mag tot de op de verbeelding aangegeven maatvoering 'hoogte' niet worden gebouwd, met uitzondering van ondersteunende bouwdelen zoals pilaren, kolommen en dergelijke.

Artikel 131 Bouwregel railverkeer

131.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel railverkeer' gelden de volgende regels:

  • a. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienst van de genoemde activiteiten, zoals werkruimten worden gebouwd met een maximumbouwhoogte van 10 m vanaf de bovenzijde van de spoorstaaf.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a. mag de bouwhoogte van geluidwerende voorzieningen maximaal 3 m bedragen, te meten vanaf de bovenzijde van de spoorstaaf.

Artikel 132 Bouwregel rioolleiding

132.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel rioolleiding' gelden de volgende regels:

a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd tot een hoogte van maximaal 2 m ten behoeve van de rioolleiding.

b. In afwijking van het bepaalde onder a zijn bouwwerken toegestaan indien:

      • 1. geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding en
  • 2. ter zake daarvan vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.

Artikel 133 Bouwregel uitkijktoren

133.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel uitkijktoren’ mag een uitkijktoren met een bouwhoogte van maximaal 7 meter worden opgericht.

Artikel 134 Bouwregel verblijfsgebied

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel verblijfsgebied' gelden de volgende regels:

  • a. Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven maximumbouwhoogte en voor zover aangegeven, het bebouwingspercentage uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken worden gebouwd.
  • b. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals entrees tot parkeergarages en straatmeubilair mag ten hoogste 5 m bedragen.

Artikel 135 Bouwregel water

135.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel water' gelden de volgende regels:

a. op deze gronden mogen uitsluitend in de toegelaten activiteiten passende bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd, zoals bruggen, dammen en duikers.

b. afwijken van het bepaalde onder a is alleen toegestaan indien:

1. het gaat om bouwwerken met een geringe omvang zoals steigers;

2. de waterstaatkundige functie niet (onevenredig) wordt geschaad, gehoord de waterbeheerder.

Artikel 136 Bouwregel wegverkeer

136.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel wegverkeer' gelden de volgende bouwregels:

  • a. Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven maximumbouwhoogte en voor zover aangegeven, het bebouwingspercentage uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken worden gebouwd.
  • b. De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, anders ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zoals geluidwerende voorzieningen, mag ten hoogste 4 m bedragen.

Hoofdstuk 6 Maatwerkvoorschriften

Artikel 137 Maatwerkvoorschrift bomen(rij)

137.1 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de gebiedaanduiding 'overige zone - maatwerkvoorschrift bomen(rij)' ten aanzien van de situering van bouwwerken die mogen worden gebouwd op grond van de andere bestemming(en) nadere eisen stellen ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de aanwezige bomen die onderdeel kunnen uitmaken van een structurerende bomenlaan.

Artikel 138 Maatwerkvoorschrift gemeentelijk beschermd stadsgezicht - Binnenstad en singels

138.1 Maatwekvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de instandhouding en versterking van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gemeentelijk beschermd stadsgezicht maatwerkvoorschriften stellen met betrekking tot:

  • 1. de situering, de afmetingen, de vormgeving en de dakvormen van hoofdgebouwen;
  • 2. de situering en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • 3. de situering van in- en uitritten, verkeers- en verblijfsvoorzieningen, groen- en speelvoorzieningen en nutsvoorzieningen;
  • 4. het materiaalgebruik van bebouwing en openbare ruimten;

Artikel 139 Maatwerkvoorschrift gemeentelijk monument

139.1 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen als blijkt dat een activiteit als bedoeld in artikel 63.3 kan leiden tot aantasting van een gemeentelijk monument.

Artikel 140 Maatwerkvoorschrift lichtmast

140.1 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de gebiedaanduiding 'overige zone - maatwerkvoorschrift lichtmast’ ten aanzien van de plaats en afmetingen van lichtmasten maatwerkvoorschriften stellen om onevenredige schade aan de belangen van aan- en omwonenden te voorkomen.

Artikel 141 Maatwerkvoorschrift Rijksbeschermd stadsgezicht - Van Verschuerwijk

141.1 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de instandhouding en versterking van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het Rijksbeschermd stadsgezicht maatwerkvoorschriften stellen met betrekking tot:

1. de afmetingen van hoofd en bijgebouwen;

2. de gevelindeling en materialen van hoofd en bijgebouwen;

3. de kaphelling van daken;

4. de situering en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde zoals erfafscheidingen;

5. de situering, vormgeving en/of materiaalgebruik van in- en uitritten, verkeers- en verblijfsvoorzieningen, groen- en speelvoorzieningen en nutsvoorzieningen.

Artikel 142 Maatwerkvoorschrift Rijksbeschermd stadsgezicht - Spijkerkwartier-Boulevardkwartier

142.1 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de instandhouding en versterking van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het Rijksbeschermd stadsgezicht maatwerkvoorschriften stellen met betrekking tot:

1. de afmetingen van hoofd en bijgebouwen;

2. de gevelindeling en materialen van hoofd en bijgebouwen

3. de kaphelling van daken;

4. de situering en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde zoals erfafscheidingen;

5. de situering, vormgeving en/of materiaalgebruik van speel- en nutsvoorzieningen.

Artikel 143 Maatwerkvoorschrift tuinhekwerk

143.1 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de instandhouding en versterking van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het Rijksbeschermd stadsgezicht maatwerkvoorschriften stellen met betrekking tot de vormgeving en materiaalgebruik van karakteristieke erfafscheidingen.

Hoofdstuk 7 Omgevingsnormen

Artikel 144 Omgevingsnorm maximum aantal uitkijktorens 1

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsnorm maximum aantal uitkijktorens1' bedraagt het maximum aantal uitkijktorens 1.

Artikel 145 Omgevingsnorm maximum bouwhoogte buiten bouwvlak 3m

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsnorm maximum bouwhoogte ' bedraagt de maximum bouwhoogte 3m.

Artikel 146 Omgevingsnorm maximum bouwhoogte geluidwerende voorziening 3m

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsnorm maximum bouwhoogte geluidsscherm 3m' bedraagt de maximum bouwhoogte van een geluidsscherm 3 meter.

Artikel 147 Omgevingsnorm maximum bouwhoogte uitkijktoren 7m

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsnorm maximum bouwhoogte uitkijktoren 7m' bedraagt de maximum bouwhoogte van een uitkijktoren 7 meter.

Artikel 148 Omgevingsnorm maximum bvo supermarkt 1323m2

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsnorm maximum bvo supermarkt 1323m2' bedraagt het maximum bvo voor een supermarkt 1323m2.

Artikel 149 Omgevingsnorm maximum bvo supermarkt 918m2

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsnorm maximum bvo supermarkt 918m2 ' bedraagt het maximum bvo voor een supermarkt 918m2.

Artikel 150 Omgevingsnorm maximum bvo supermarkt 959m2

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsnorm maximum bvo supermarkt 959m2' bedraagt het maximum bvo voor een supermarkt 959m2.

Artikel 151 Omgevingsnorm maximum goothoogte buiten bouwvlak 3m

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsnorm maximum goothoogte ' bedraagt de maximum goothoogte 3m.

Artikel 152 Omgevingsnorm minimaal aantal parkeerplaatsen 33

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsnorm minimaal aantal parkeerplaatsen 33' bedraagt het minimale aantal parkeerplaatsen 33.

Hoofdstuk 8 Omgevingsplanactiviteiten

Artikel 153 Omgevingsplanactiviteit afwijken maximum bvo supermarkten

153.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - omgevingsplanactiviteit afwijken maximum bvo supermarkten' zonder omgevingsvergunning af te wijken van het maximaal toegestane bvo ten behoeve van supermarkten.

153.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning, als bedoeld in 153.1, kan worden verleend indien:

  • a. met maximaal 10% wordt afgeweken van het maximaal toegestane bvo tot een maximum van 150m2;
  • a. op basis van een distributieplanologisch onderzoek met betrekking tot de bewinkeling en de economische ontwikkelingen in Arnhem en aangrenzende regio op grond waarvan kan worden vastgesteld dat geen duurzame ontwrichting ontstaat;
  • b. dit het woon- en leefklimaat niet onevenredig aantast.

Artikel 154 Omgevingsplanactiviteit bedrijf - begane grond

154.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone - omgevingsplanactiviteit bedrijf - begane grond' zonder omgevingsvergunning een (gedeelte) van een gebouw te gebruiken of te laten gebruiken voor een bedrijf op de begane grond.

154.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder lid 154.1 kan worden verleend ten behoeve van de activiteit bedrijf geschikt voor functiemenging begane grond’, indien de functie:

  • a. ondersteunend is aan een gevarieerd en aantrekkelijk voorzieningenniveau, en
  • b. geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse tot gevolg heeft.

Artikel 155 Omgevingsplanactiviteit bomen(rij)

155.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone - omgevingsplanactiviteit bomen(rij)' zonder omgevingsvergunning houtgewassen te vellen, rooien en beschadigen.

155.2 Uitzonderingen vergunningsplicht

Het verbod, als bedoeld in lid 155.1 is niet van toepassing indien:

  • 1. die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • 2. welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.
155.3 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 155.1 mag alleen worden verleend indien:

  • 1. deze verband houden met de doeleinden, die aan de desbetreffende bestemmingen zijn toegekend en;
  • 2. hierdoor dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke-, cultuurhistorische- en natuurwaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.

Artikel 156 Omgevingsplanactiviteit boom

156.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone - omgevingsplanactiviteit boom' zonder omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

    • a. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    • b. de aanleg van leidingen;
    • c. het egaliseren, ophogen, verharden en afgraven van gronden binnen 12 meter uit het hart van een boom.
156.2 Uitzonderingen vergunningsplicht

Het in lid 156.1 onder 1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:

  • 1. die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • 2. welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.
156.3 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 156.1 onder 1. kan worden verleend indien door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, de waarde van de aanwezige boom of bomen die dit omgevingsplan beoogt te beschermen, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarde niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

Artikel 157 Omgevingsplanactiviteit detailhandel - aantrekkelijke winkelstraat

157.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit detailhandel - Steenstraat ’ zonder omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 44.

157.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 157.1 kan worden verleend ten behoeve van detailhandel op de begane grond gericht op computer-hardware zaken, telefoon- en belwinkels, juweliers, bruidswinkels en smart- en growshops, indien:

  • a. gebruik als detailhandel ook al in het voorheen geldende bestemmingsplan was toegestaan,
  • b. de functie ondersteunend is aan een gevarieerd en aantrekkelijk voorzieningenniveau, en
  • c. de functie geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse tot gevolg heeft.

Artikel 158 Omgevingsplanactiviteit dienstverlening - aantrekkelijke winkelstraat

158.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit dienstverlening - aantrekkelijke winkelstraat' zonder omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 50.

158.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 158.1 kan worden verleend ten behoeve van dienstverlening op de begane grond in de vorm van uiterlijke- en persoonlijke verzorging, kappers, nagelstudio’s, beautyzaken, massagesalons, zonnestudio’s, telefoon- en belwinkels, goudwisselkantoren en pandjeswinkels , indien:

a. gebruik als dienstverlening ook al in het voorheen geldende bestemmingsplan was toegestaan,

b. de functie ondersteunend is aan een gevarieerd en aantrekkelijk voorzieningenniveau, en

c. de functie geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse tot gevolg heeft.

Artikel 159 Omgevingsplanactiviteit gemeentelijk monument

159.1 Aanwijzing vergunningplichtige activiteiten

Het is verboden zonder omgevingsvergunning ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit gemeentelijk monument' een omgevingsplanactiviteit gemeentelijk monument te verrichten.

159.2 Uitzonderingen vergunningsplicht

Het in lid 159.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werkzaamheden als bedoeld in artikel 63.

159.3 Advisering

Voordat burgemeester en wethouders een besluit nemen op een aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in lidwinnen zij advies in bij het gemeentelijke Team Welstand en Monumenten.

159.4 Beoordelingsregels
  • 1. De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 159.1 wordt alleen verleend als de activiteit in overeenstemming is met het belang van de monumentenzorg.
  • 2. Bij de beslissing op de aanvraag houden burgemeester en wethouders rekening met de volgende beginselen:
    • a. het voorkomen van ontsiering, beschadiging of sloop van monumenten en archeologische monumenten;
    • b. het voorkomen van verplaatsing van monumenten of een deel daarvan, tenzij dit dringend vereist is voor het behoud van die monumenten;
    • c. het bevorderen van het gebruik van monumenten, zo nodig door wijziging van die monumenten, rekening houdend met de monumentale waarden; en
    • d. het conserveren en in stand houden van archeologische monumenten, bij voorkeur in situ.
  • 3. Bij de beslissing op de aanvraag houden burgemeester en wethouders rekening met het advies van het gemeentelijke Team Welstand en Monumenten.
159.5 Weigeringsgronden
  • a. De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet.
  • b. Een omgevingsvergunning voor een gemeentelijk kerkelijk monument, waarbij wezenlijke belangen van het belijden van de godsdienst of levensovertuiging in dat monument in het geding zijn, wordt niet verleend zonder overeenstemming met de eigenaar.
159.6 Intrekken omgevingsvergunning

De omgevingsvergunning, bedoeld in lid 159.1, kan door burgemeester en wethouders worden ingetrokken:

  • 1. als de verlening berust op onjuiste of onvolledige gegevens en de juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid;
  • 2. voor zover veranderde omstandigheden of feiten met betrekking tot de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is verleend, zich in overwegende mate tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van die activiteit verzetten.
  • 3. niet binnen twee jaar na de dag waarop de vergunning is verleend van de vergunning gebruik wordt gemaakt.
  • 4. de voorschriften als bedoeld in lid 139 niet worden nageleefd.

Artikel 160 Omgevingsplanactiviteit hoogspanningsleiding

160.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - omgevingsplanactiviteit hoogspanningsleiding ' zonder omgevingsvergunning

1. de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

a. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen

b. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;

c. het indrijven van voorwerpen in de bodem;

d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;

e. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;

f. het permanent opslaan van goederen.

160.2 Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht

Het verbod uit het eerste lid geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:

1. die reeds in uitvoering zijn op het van kracht worden van het plan;

2. het normale onderhoud van de hoogspanningsleiding en de belemmeringenstrook betreffen;

3. graafwerkzaamheden als bedoeld in artikel 1, van de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken, zoals die gelden op de dag van de start van de terinzagelegging van het ontwerp van het hoofdstuk [22b] van het omgevingsplan.

160.3 Beoordelingsregels werken en werkzaamheden

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 160.1 mag alleen worden verleend indien:

  • a. geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding en bijbehorende belemmeringenstrook en
  • b. ter zake daarvan vooraf advies van de leidingexploitant is ingewonnen
  • c. geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

Artikel 161 Omgevingsplanactiviteit horeca van categorie 3 begane grond

161.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit horeca categorie 3 begane grond zonder omgevingsvergunning een (gedeelte) van een gebouw te gebruiken of te laten gebruiken voor horeca van categorie 3 op de begane grond.

161.2 Beoordelingsregels

een omgevingsvergunning als bedoeld onder 161.1 kan worden verleend ten behoeve van de activiteit horeca van categorie 3 begane grond, indien de functie:

  • 1. ondersteunend is aan een gevarieerd en aantrekkelijk voorzieningenniveau,
  • 2. geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse tot gevolg heeft, en
  • 3. niet leidt tot een vermindering van het aantal woningen.

Artikel 162 Omgevingsplanactiviteit horeca van categorie 6

162.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden zonder omgevingsvergunning ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit horeca van categorie 6' gronden of bouwwerken te (laten) gebruiken door horeca - 6.

162.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 162.1 kan worden verleend voor het gebruik door horeca van categorie 6 indien het gebruik:

  • 1. ondersteunend is aan een gevarieerd en aantrekkelijk voorzieningenniveau,
  • 2. geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse tot gevolg heeft.

Artikel 163 Omgevingsplanactiviteit kantoor - op verdieping

163.1 Aanwijzing vergunningplichtige activiteiten

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit kantoor - op verdieping' zonder omgevingsvergunning een (gedeelte) van een gebouw te gebruiken of te laten gebruiken voor een kantoor op de verdieping.

163.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 163.1 kan worden verleend ten behoeve van de activiteit kantoor op verdieping, indien de functie:

  • 1. ondersteunend is aan een gevarieerd en aantrekkelijk voorzieningenniveau,
  • 2. geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse tot gevolg heeft, en
  • 3. niet leidt tot een vermindering van het aantal woningen.

Artikel 164 Omgevingsplanactiviteit landschap en natuur

164.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - omgevingsplanactiviteit landschap en natuur ' zonder omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het vellen, rooien en beschadigen van houtgewassen
  • b. het aanbrengen van beplantingen
  • c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen, constructies, installaties of andere apparatuur;
  • d. het verlagen van de bodem of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist
  • e. het ophogen van gronden;
  • f. het gebruik van groeistoffen, stoorstoffen of kunstmest
  • g. het aanleggen, verbreden of verharden van voet-, rijwielpaden, ontsluitingswegen en parkeerplaatsen
  • h. het aanbrengen van oppervlakte verharding groter dan 25 m2.
  • i. het aanbrengen van recreatievoorzieningen (incl. raster, wildroosters en ruitervoorzieningen)
  • j. het graven, dichten, verdiepen of verbreden van greppels, sloten, vijvers, beken en andere watergangen;
  • k. het aanleggen van reservoirs.
164.2 Uitzonderingen vergunningsplicht

Het verbod, als bedoeld in lid 164.1 is niet van toepassing indien:

  • a. die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.
164.3 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 164.1 mag alleen worden verleend indien:

  • a. deze verband houden met de doeleinden, die aan de desbetreffende bestemmingen zijn toegekend en
  • b. hierdoor dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke-, cultuurhistorische- en natuurwaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.

Artikel 165 Omgevingsplanactiviteit molenbiotoop

165.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit molenbiotoop' zonder omgevingsvergunning beplanting aan te brengen en in stand te houden die hoger kan worden dan 6 meter (beplanting/bomen van de derde grootte).

165.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in 165.1 mag alleen worden verleend indien:

a. dit geen afbreuk doet aan de belevingswaarde van de molen

b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de vrije windvang van de molen.

Artikel 166 Omgevingsplanactiviteit rioolleiding

166.1 Aanwijzing vergunningplichtige activiteiten

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit rioolleiding' zonder omgevingsvergunning:

  • 1. de volgende werken geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • a. het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
    • b. het uitvoeren van graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm;
    • c. het in de grond brengen van voorwerpen dieper dan 30 cm;
    • d. het aanleggen van oppervlakteverhardingen;
    • e. het planten van bomen en het aanbrengen van andere beplantingen die dieper wortelen of kunnen wortelen dan 30 cm.
166.2 Uitzonderingen vergunningsplicht

De in lid 166.1 onder 1, vervatte verboden gelden niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:

  • 1. die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • 2. noodzakelijk zijn in verband met het op de betreffende bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond.
166.3 Beoordelingsregels werken en werkzaamheden

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 166.1 kan alleen worden verleend indien:

  • 1. geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding en
  • 2. ter zake daarvan vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.

Artikel 167 Omgevingsplanactiviteit tuin

167.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit tuin' in afwijking van het bepaalde in artikel 98.1 oppervlakteverhardingen aan te brengen.

167.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 167.1 kan worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde of de waardevolle groenelementen binnen de tuin.

Artikel 168 Omgevingsplanactiviteit verkamering

168.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit verkamering' zonder omgevingsvergunning een (gedeelte) van een gebouw te verkameren (vanaf drie onzelfstandige wooneenheid).

168.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het verbod, als bedoeld in lid 168.1 is niet van toepassing indien sprake is van verkameren door een hospita.

168.3 Beoordelingsregels
  • a. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 168.1 kan worden verleend ten behoeve van verkamering, indien:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de bestaande woning gelijk is aan of groter is dan 110 m2, en;
    • 2. het gebouw niet opgedeeld wordt in meer dan één onzelfstandige wooneenheid per 18m2 gebruiksoppervlakte; en;
    • 3. het verkamerde gebouw minimaal beschikt over een bergingsruimte met een oppervlakte van ten minste 3 m2 ten behoeve van de stalling van fietsen, afvalcontainer(s) of afvalzakken. Vanaf 4 onzelfstandige wooneenheden geldt als aanvullende eis dat 1m2 bergingsruimte per wooneenheid wordt toegevoegd.
  • b. De omgevingsvergunning wordt in ieder geval niet verleend indien:
    • 1. sprake is van verkameren met als doel het verschaffen van kortdurend verblijf van maximaal 3 maanden, te vergelijken met logies, al dan niet als onderdeel van de arbeidsvoorwaarden, aan werknemers; of
    • 2. indien zich door het verkameren een niet-verkamerd gebouw wordt ingesloten door legale kamergewijze bewoning van gebouwen aan dezelfde straat; of
    • 3. indien een bijgebouw in gebruik wordt genomen als onzelfstandige wooneenheid.

Artikel 169 Omgevingsplanactiviteit verkamering 1

169.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit verkamering 1' zonder omgevingsvergunning een (gedeelte) een gebouw te te verkameren (vanaf drie onzelfstandige wooneenheid).

169.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het verbod, als bedoeld in lid 169.1 is niet van toepassing indien sprake is van verkameren door een hospita.

169.3 Beoordelingsregels
  • a. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder lid 169.1 kan worden verleend ten behoeve van verkamering, indien:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de bestaande woning gelijk is aan of groter is dan 110 m2, en;
    • 2. het gebouw niet opgedeeld wordt in meer dan één onzelfstandige wooneenheid per 18m2 gebruiksoppervlakte; en;
    • 3. het verkamerde gebouw minimaal beschikt over een bergingsruimte met een oppervlakte van ten minste 3 m2 ten behoeve van de stalling van fietsen, afvalcontainer(s) of afvalzakken. Vanaf 4 onzelfstandige wooneenheden geldt als aanvullende eis dat 1m2 bergingsruimte per wooneenheid wordt toegevoegd.
  • b. De omgevingsvergunning wordt in ieder geval niet verleend indien:
    • 1. sprake is van verkameren met als doel het verschaffen van kortdurend verblijf van maximaal 3 maanden, te vergelijken met logies, al dan niet als onderdeel van de arbeidsvoorwaarden, aan werknemers; of
    • 2. indien zich binnen een straal van 50 meter rondom het te verkameren pand, gemeten vanaf de kortste afstand tussen de hoofgebouwen, reeds legale kamergewijze bewoning bevindt (bijvoorbeeld toegestaan door middel van een omgevingsvergunning); of
    • 3. indien een bijgebouw in gebruik wordt genomen als onzelfstandige wooneenheid.

Artikel 170 Omgevingsplanactiviteit wonen begane grond - aantrekkelijke winkelstraat

170.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit wonen begane grond - aantrekkelijke winkelstraat' zonder omgevingsvergunning een (gedeelte) van een gebouw te gebruiken of te laten gebruiken voor het wonen op de beganegrondverdieping.

170.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder lid 170.1 kan worden verleend ten behoeve van woonfuncties op de beganegrondverdieping, indien:

  • 1. de vestiging van de overige ter plaatse toegelaten activiteiten in redelijkheid niet haalbaar is;
  • 2. de woning zich niet bevindt aan de voorzijde van het gebouw;
  • 3. de woning commerciële of maatschappelijke functies aan plint niet onmogelijk maakt.

Artikel 171 Omgevingsplanactiviteit wonen op bedrijfsgebied

171.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘overige zone – omgevingsplanactiviteit wonen op bedrijfsgebied' zonder omgevingsvergunning de activiteit wonen uit te oefenen.

171.2 Beoordelingsregels

De omgevingsvergunning bedoeld in artikel 171.1 mag worden verleend indien:

a. de gronden gebruikt worden voor woningen met een maximale bouwhoogte van 7 meter en een bebouwingspercentage van 50%;

b. parkeren geschiedt op eigen terrein;

c. een aanvaardbaar woon- en leefklimaat gewaarborgd wordt, en

d. geen onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de privacy van omwonenden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 172 Omgevingsplanactiviteit woningsplitsing

172.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit woningsplitsing' zonder omgevingsvergunning een (gedeelte) van een gebouw te splitsen naar twee of meerdere zelfstandige woningen

172.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder lid 172.1 kan worden verleend ten behoeve van woningsplitsing, indien:

  • 1. de gebruiksoppervlakte van de bestaande woning gelijk is aan of groter is dan 110 m2, en;
  • 2. de gebruiksoppervlakte van elke zelfstandige woning die als gevolg van splitsing ontstaat niet kleiner is dan 50 m2, en;
  • 3. de gesplitste woningen over een bergingsruimte met een oppervlakte van ten minste 5 m2 per woning en;
  • 4. de gesplitste woningen beschikken over een buitenruimte.

Artikel 173 Omgevingsplanactiviteit woningsplitsing 2

173.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit woningsplitsing 2' zonder omgevingsvergunning een (gedeelte) van een gebouw te splitsen naar twee of meerdere zelfstandige woningen

173.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder lid 173.1 kan worden verleend ten behoeve van woningsplitsing, indien:

  • 1. de gebruiksoppervlakte van de bestaande woning gelijk is aan of groter is dan 110 m2, en;
  • 2. de gebruiksoppervlakte van elke zelfstandige woning die als gevolg van splitsing ontstaat niet kleiner is dan 70 m2, en;
  • 3. de gesplitste woningen over een bergingsruimte met een oppervlakte van ten minste 5 m2 per woning en;
  • 4. de gesplitste woningen beschikken over een buitenruimte.

Hoofdstuk 9 Algemene regels

Artikel 174 Toepassingsbereik

Dit hoofdstuk is van toepassing ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - algemene regels'.

Artikel 175 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 176 Duurzaamheid

176.1 Algemeen

Duurzaamheidsvoorzieningen die in het kader van een verleende omgevingsvergunning zijn genomen worden in stand gehouden.

Artikel 177 Strijdige activiteiten

Onder gebruik van locaties in strijd met het omgevingsplan wordt in ieder geval verstaan:

het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning;

het gebruik van de locaties ten behoeve van thuisprostitutie, raamprostitutie en seksinrichtingen.

Artikel 178 Seksinrichtingen

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 177 voor de vestiging van maximaal één seksinrichting per wijk onder voorwaarde dat:

  • a. het geen raamprostitutie betreft;
  • b. de aanvraag past binnen de ruimtelijk relevante aspecten van het vestigingsbeleid prostitutie ;
  • c. het aantal seksinrichtingen, niet zijnde raamprostitutiebedrijven, op het grondgebied van de gemeente Arnhem na het afwijken van de regels niet meer dan acht zal bedragen;
  • d. er in de wijk nog geen seksinrichting is;
  • e. de seksinrichting niet in een appartementengebouw wordt gevestigd;
  • f. het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast;
  • g. er geen onevenredige vergroting van de parkeerdruk ontstaat;
  • h. de afstand tot de dichtstbijzijnde seksinrichting hemelsbreed tenminste 250 m bedraagt;
  • i. de inrichting niet meer dan acht werkplekken bevat.

Artikel 179 Overige regels

179.1 Parkeren
  • a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen wordt slechts verleend indien bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt aangetoond dat gelet op de omvang of de bestemming van het gebouw in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het parkeren of stallen van auto's in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
  • b. Indien het wijzigen van het gebruik van gronden en/of bouwwerken - waarvoor een omgevingsvergunning is benodigd - daartoe aanleiding geeft, moet, voor wat betreft de toename in de parkeer- of stallingsbehoefte, in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op die gronden of op de bij die bouwwerken behorende en daartoe bestemde gronden.
  • c. De onder a. en b bedoelde ruimte voor het parkeren van personenauto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's
  • d. Aan het bepaalde onder a en b wordt geacht te zijn voldaan indien de ruimte voor parkeren of stallen voldoet aan de in de Beleidsregels Parkeren van de gemeente Arnhem daartoe opgenomen normen.
179.2 Laden of lossen

Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen, dient, onverminderd het bepaalde elders in de regels van dit plan, in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in, of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.

179.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in elk geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van gronden of bouwwerken waarbij niet in voldoende mate ruimte is aangebracht en in stand wordt gehouden op eigen terrein voor het genoemde in lid 179.1 overeenkomstig de beleidsregels als bedoeld in lid 179.4 zoals die golden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning zoals bedoeld in lid 179.1 onder a en onder b.

179.4 Beleidsregels
  • a. Burgemeester en wethouders passen deze regels toe met inachtneming van de door hen vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning zoals bedoeld onder lid 179.1 onder a en onder b.
  • b. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging.

179.5 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 179.1 en 179.2 indien:

  • a. indien het voldoen aan 179.1 en/of 179.2 door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, of
  • b. voor zover op andere wijze in de benodigde parkeer- of stallingsruimte zoals bedoeld in lid 179.1, dan wel laad- of losruimte zoals bedoeld in lid 179.2, wordt voorzien.
179.6 Voorwaarden voor afwijken

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 179.5 kan worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de parkeersituatie in de openbare ruimte;

b. de woon- en leefsituatie.

Artikel 180 Strijdige activiteiten

Onder gebruik van locaties in strijd met het omgevingsplan wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning;
  • b. het gebruik van de locaties ten behoeve van thuisprostitutie, raamprostitutie en seksinrichtingen.

Hoofdstuk 10 Overgangs- en slotregels

Artikel 181 Overgangsrecht

181.1 Overgangsrecht bouwwerken
181.1.1 Overgangsbepaling

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het omgevingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
181.1.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sublid 181.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sublid 181.1.1 met maximaal 10%.

181.1.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Het bepaalde in lid 181.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor

geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

181.2 Overgangsrecht gebruik
181.2.1 Overgangsbepaling

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het omgevingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

181.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het omgevingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 181.2.1 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

181.2.3 Verbod hervatten strijdig gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 181.2.1 na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

Artikel 182 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het TAM-omgevingsplan Spijkerkwartier - Arnhemse broek