direct naar inhoud van Regels
Plan: TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22g Hoogspanningsstation Wierdensestraat 157h
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0141.TAM00008-BP21

Regels

Preambule

Dit plan beoogt het vastleggen van geluidproductieplafonds op het hoogspanningsstation Mosterdpot, Almelo.

In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '22g.' gelezen worden.

In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '22g.' gelezen worden.

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van dit TAM-omgevingsplan gelden de volgende begripsbepalingen:

1.1 toepassing omgevingsplan

artikel 1.1 van het Omgevingsbesluit, artikel 1.1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving, artikel 1.1 van het Besluit activiteiten leefomgeving en artikel 1.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving zijn van overeenkomstige op dit omgevingsplan, tenzij hierna daarvan is afgeweken.

1.2 omgevingsplan

het omgevingsplan van de gemeente Almelo

1.3 TAM-omgevingsplan

het bestemmingsplan TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22g Hoogspanningsstation Wierdensestraat 157h met identificatienummer NL.IMRO.0141.TAM00008-BP21 van de gemeente Almelo;

1.4 aanduiding:

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens:

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 aanduidingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak waarop een aanduiding betrekking heeft;

1.7 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.8 bestaand

bouwwerken die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit TAM-omgevingsplan bestonden of in uitvoering waren, dan wel gebouwd kunnen worden krachtens een omgevingsvergunning;

1.9 bouwwerkperceelsgrens

een grens van een bouwwerkperceel

1.10 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.11 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.12 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.13 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.14 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel;

1.15 bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.16 geluidbelasting in dB(A)

etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats;

1.17 geluidgevoelig object

een woning, ander geluidgevoelig gebouw of geluidsgevoelig terrein zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder – gelezen in samenhang met artikel 3.6 van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet – zoals deze luiden op het moment van ter inzagelegging van dit plan;

1.18 geluidproductieplafond (GPP)

Een geluidproductieplafond is een omgevingswaarde die de maximaal toegestane hoeveelheid geluid aangeeft, uitgedrukt in Lden en Lnight, op een geluidreferentiepunt nabij een geluidbron zoals een weg, spoorweg of industrieterrein;

1.19 geluidzone

een op grond van de Wet geluidhinder – gelezen in samenhang met artikel 3.6 van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet, zoals deze luidt op het moment van ter inzagelegging van dit plan – vastgelegde zone rond een industrieterrein, weergeven met de aanduiding Waarde – geluidzone – industrie, waarbuiten de geluidbelasting ten gevolge van dat industrieterrein niet meer mag bedragen dan 50 dB(A);

1.20 hogere waarde

maximale waarde voor de geluidbelasting van geluidgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurswaarde en die in een concreet geval wordt dan wel is vastgesteld op grond van artikel 110a van de Wet geluidhinder – gelezen in samenhang met artikel 3.6 van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet, zoals deze luidt op het moment van ter inzagelegging van dit plan.

1.21 hoogspanningsstation

een installatie voor het schakelen van hoogspanningsverbindingen en/of het transformeren van elektrische energie en/of het regelen en meten ten behoeve van het veilig, betrouwbaar en duurzaam functioneren van het hoogspanningsnet.

1.22 normaal onderhouds- en exploitatiewerkzaamheden

werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden waaronder begrepen de handhaving dan wel realisering van de functie;

1.23 (straat)peil
  • a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • a. De regels in dit TAM-omgevingsplan zijn van toepassing op de locatie TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22g Hoogspanningsstation Wierdensestraat 157h, waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0141.TAM00008-BP21.
  • b. De regels in afdeling 22.2, met uitzondering van paragraaf 22.2.7.3, en afdeling 22.3 van het plan zijn niet van toepassing voor zover die regels in strijd zijn met regels in dit TAM-omgevingsplan.

Artikel 3 Aanvraagvereisten

De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van het plan, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit TAM-omgevingsplan.

Artikel 4 Meet- en rekenbepalingen

4.1 Toepassingsbereik

de regels in dit artikel zijn van toepassing en geldt als aanvulling op of in afwijking van het bepaalde in artikel 22.24 van het plan;

4.2 De bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

4.3 De oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

4.4 Ondergeschikte bouwdelen

bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen wordt de overschrijding van het bouwvlak door ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten, gevelisolatie, ventilatiekanalen, reclameaanduidingen, luifels, erkers, balkons en overstekende delen e.d. buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van het bouwvlak niet meer dan 1 meter bedraagt;

4.5 Peil
  • a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
  • b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit TAM-omgevingsplan.

Artikel 5 Algemeen gebruiks- en bouwverbod

Niet genoemde gebruiks- en bouwactiviteiten en gebruiks- en bouwactiviteiten die in strijd zijn met dit omgevingsplan zijn niet toegestaan, met uitzondering van bestaande bouwwerken.

Hoofdstuk 2 Aanwijzing in de fysieke leefomgeving

Artikel 6 Industrieterrein met gpp voor hoogspanningsstation

De in dit artikel aangewezen vastgestelde geluidproductieplafonds gelden voor het gebied met de aanduiding ‘Waarde - Overig - industrieterrein met gpp voor hoogspanningsstation’.

Artikel 7 Geluidaandachtsgebied

Het in dit artikel aangewezen geluidaandachtsgebied is van toepassing op de locaties die liggen binnen het aandachtsgebied zoals aangewezen in de Centrale Voorziening Geluidgegevens.

Hoofdstuk 3 Gebruiksactiviteiten

Artikel 8 Algemene regels voor gebruiksactiviteiten

8.1 Toepassingsbereik

De regels in dit artikel zijn van toepassing op het gebruiken van gronden en bouwwerken ter plaatse van de locatie 'Bedrijf - Nutsvoorziening' en de locatie 'Leiding - Hoogspanningsverbinding'.

8.2 Gebruiksactiviteiten algemeen - toegestaan

Ondergeschikt aan de ter plaatse toegestane gebruiksactiviteiten is het gebruik van de volgende voorzieningen toegestaan:

  • a. beplanting en bebossing;
  • b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; en
  • c. wegen en paden, parkeervoorzieningen en ontsluitingsstructuren.
8.3 Gebruiksactiviteiten algemeen - verbod
  • a. Het is verboden gronden of bouwwerken te gebruiken op een wijze die niet in overeenstemming is met een in hoofdstuk 3 aan een locatie gegeven gebruiksdoel en de daarop betrekking hebbende regels.
  • b. Activiteiten die zijn opgenomen in bijlage VII tot en met IX bij het Besluit kwaliteit leefomgeving.

Artikel 9 Bedrijf - Nutsvoorziening

9.1 Toepassingsbereik
  • a. De regels in dit artikel zijn van toepassing op de exploitatie en het in werking hebben van een hoogspanningsstation ter plaatse van de locatie 'Bedrijf - Nutsvoorziening';
  • b. Onder de exploitatie en het in werking hebben van een hoogspanningsstation wordt verstaan:
    • 1. het transporteren, verdelen en transformeren van elektrische energie;

met daarbij behorende:

    • 1. gebouwen;
    • 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
    • 3. verhardingen en groenvoorzieningen;
    • 4. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
    • 5. overige ondergrondse en/of bovengrondse nutsvoorzieningen;

Artikel 10 Groen

10.1 Toepassingsbereik
  • a. De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locatie 'Groen';
  • b. Onder de functie groen wordt verstaan:
    • 1. groenvoorzieningen;
    • 2. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
    • 3. nutsvoorzieningen;
    • 4. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;

Artikel 11 Leiding - Hoogspanningsverbinding

11.1 Toepassingsbereik
  • a. De regels in dit artikel zijn van toepassing op de exploitatie en het in werking hebben van een bovengrondse hoogspanningsverbinding ter plaatse van de locatie 'Leiding - Hoogspanningsverbinding';
  • b. Onder de exploitatie en het in werking hebben van een bovengrondse hoogspanningsverbinding wordt verstaan:
    • 1. het transporteren van elektrische energie;

met de daarbij behorende:

    • 1. belemmeringenstrook;
    • 2. voorzieningen.

Hoofdstuk 4 Bouwactiviteiten

Artikel 12 Toepassingsbereik

De regels in dit artikel zijn van toepassing op het bouwen van bouwwerken ter plaatse van de locatie 'Bedrijf - Nutsvoorziening' en 'Leiding - Hoogspanningsverbinding'.

Artikel 13 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 14 Bouwwerken ten behoeve van een hoogspanningsstation

14.1 Toepassingsbereik

De regels in dit artikel zijn van toepassing op het bouwen en in stand houden van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de locatie 'Bedrijf - Nutsvoorziening' en de locatie 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' en geldt als aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 van het omgevingsplan.

14.2 Beoordelingsregels bouwen van gebouwen

Ter plaatse van ‘Bedrijf – Nutsvoorziening’ en 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' wordt een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bouwen van gebouwen verleend als wordt voldaan aan de volgende regels:

  • a. het gebouw ten dienste van het hoogspanningsstation is;
  • b. een gebouw is uitsluitend toegestaan ter plaatse van een bouwvlak;
  • c. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • d. de maximale bouwhoogte bedraagt 10 meter.
14.3 Beoordelingsregels bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Ter plaatse van ‘Bedrijf – Nutsvoorziening’ en 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' wordt een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, verleend als wordt voldaan aan de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte bedraagt 15 m, met uitzondering van:
    • 1. hoogspanningsmasten waarvan de maximale bouwhoogte 70 m bedraagt;
    • 2. bliksempieken en portalen waarvan de maximale bouwhoogte 25 m bedraagt;
    • 3. camerabeveiligingsmasten waarvan de maximale bouwhoogte 10 m bedraagt;
    • 4. erf- en terreinafscheidingen waarvan de maximale bouwhoogte 3 m bedraagt.

Artikel 15 Realiseren van bomencompensatie - gebod

15.1 Toepassingsbereik

De regels in dit artikel zijn van toepassing op het realiseren van bomencompensatie ter plaatse van de locatie 'overige zone - realiseren van bomencompensatie - gebod'.

15.2 Realiseren van bomencompensatie - gebod

Het gebruik van het hoogspanningsstation is niet toegestaan indien de bomencompensatie, met een minimale oppervlakte van 500m², zoals beschreven in het beplantingsplan in Bijlage 2 van de regels van dit TAM-omgevingsplan, niet binnen drie jaar na realisatie van het eerste gebouw is uitgevoerd en duurzaam in stand wordt gehouden.

Hoofdstuk 5 Aanlegactiviteiten

Artikel 16 Toepassingsbereik

  • a. De regels in dit artikel zijn van toepassing op aanlegactiviteiten ter plaatse van de locatie 'Leiding - Hoogspanningsverbinding'.
  • b. Onder aanlegactiviteiten als bedoeld in dit artikel wordt verstaan het uitvoeren van aanlegactiviteiten.

Artikel 17 Aanlegactiviteiten algemeen - toegestaan

In afwijking van de specifieke regels op grond van artikel 18, is het toegestaan aanlegactiviteiten uit te voeren voor zover de activiteiten het normale onderhoud en beheer betreffen.

Artikel 18 Aanlegactiviteiten ter plaatse van 'Leiding - Hoogspanningsverbinding'

18.1 Toepassingsbereik
  • a. de regels in dit artikel zijn van toepassing op het uitvoeren van aanlegactiviteiten ter plaatse van de locatie 'Leiding - Hoogspanningsverbinding';
  • b. onder aanlegactiviteiten wordt verstaan:
    • 1. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting of bebossing;
    • 2. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur hoger dan 2.5 meter;
    • 3. het opslaan van materialen of stoffen die onder bepaalde omstandigheden gevaar van brand of explosie kunnen opleveren;
    • 4. het ophogen, egaliseren, verlagen of afgraven of anderszins wijzigen in maaiveld of weghoogte.
18.2 Oogmerk

De regels in dit artikel zijn gesteld met het oog op het belang van de veiligheid en bescherming van de bovengrondse hoogspanningsleiding.

18.3 Aanlegactiviteiten ter plaatse van 'Leiding - Hoogspanningsverbinding'

Ter plaatse van de locatie 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' is het verboden om zonder omgevingsvergunning een aanlegactiviteit te verrichten.

18.4 Beoordelingsregels

De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 18.3 wordt alleen verleend als door genoemde werken en werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de betreffende leiding niet wordt aangetast.

18.5 Advies

Voordat wordt besloten over een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit ter plaatse van de locatie 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' wint het bevoegd gezag advies in bij de desbetreffende leidingbeheerder.

18.6 Voorschriften

Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 18.3 kunnen voorschriften worden verbonden.

Hoofdstuk 6 Milieuaspecten van activiteiten

Artikel 19 Geluid door activiteiten

19.1 Toepassingsbereik

De regels in dit artikel zijn van toepassing op activiteiten die geluid veroorzaken ter plaatse van de locatie 'Waarde - Overig - industrieterrein met gpp voor hoogspanningsstation' en gelden als aanvulling op het bepaalde in artikel 22.54 van de bruidsschat omgevingsplan.

19.2 Omgevingswaarden

Als omgevingswaarde geluidproductieplafonds hoogspanningsstation gelden de geluidswaarden afkomstig van het in artikel 19.1 bedoelde locatie 'Waarde - Overig - industrieterrein met gpp voor hoogspanningsstation', uitgedrukt in Lden en Lnight, ter plaatse van het geluidreferentiepunt zoals, tezamen met het geluidaandachtsgebied, welke is vastgelegd in de Centrale Voorziening Geluidgegevens.

19.3 Geluidreferentiepunten

De geluidreferentiepunten zoals bedoeld in dit artikel zijn vastgelegd op de coördinaten zoals opgenomen in de hierna weergegeven tabel 1.

Tabel 1: Overzicht x- en y-coördinaten geluidreferentiepunten (GRP)

Geluidreferentiepunt (GRP)   X-coördinaat   Y-coördinaat  
GRP-01   239845,06   486163,35  
GRP-02   239835,74   486231,23  
GRP-03   239777,16   486270,10  
GRP-04   239730,17   486319,04  
GRP-05   239662,42   486335,81  
GRP-06   239592,10   486329,53  
GRP-07   239550,11   486274,81  
GRP-08   239522,98   486210,44  
GRP-09   239533,16   486141,45  
GRP-10   239549,87   486072,18  
GRP-11   239583,24   486012,29  
GRP-12   239652,24   486000,95  
GRP-13   239723,51   486002,17  
GRP-14   239785,02   486034,82  
GRP-15   239815,88   486098,50  
GRP-16 Wierdensestraat 159 - noordgevel   239615,92   486097,47  
GRP-17 Wierdensestraat 159 - oostgevel   239617,21   486096,37  
GRP-18 Wierdensestraat 161 - noordgevel   239607,68   486097,70  
19.4 Geluidproductieplafonds (GPP)

Ter plaatse van de geluidreferentiepunten zoals bedoeld in artikel 19.3 gelden de omgevingswaarden in Lden en Lnight zoals opgenomen in de hierna weergegeven tabel als geluidproductieplafond.

Tabel 2: geluidproductieplafonds ter plaatse van geluidreferentiepunten (GPP in dB(A), incl.toeslag tonaal geluid.

Geluidreferentiepunt   Omgevingswaarde in Lden   Omgevingswaarde in Lnight  
GRP - 01   36,7   28,2  
GRP - 02   37,1   28,6  
GRP - 03   40,7   32,1  
GRP - 04   42,9   34,3  
GRP - 05   44,2   35,6  
GRP - 06   41,5   33,0  
GRP - 07   40,9   32,3  
GRP - 08   38,4   29,8  
GRP - 09   38,4   29,9  
GRP - 10   37,7   29,2  
GRP - 11   34,5   26,0  
GRP - 12   36,0   27,4  
GRP - 13   39,4   30,8  
GRP - 14   37,0   28,6  
GRP - 15   37,2   28,7  
GRP-16 Wierdensestraat 159 - noordgevel   47,0   38,5  
GRP-17 Wierdensestraat 159 - oostgevel   47,3   38,8  
GRP-18 Wierdensestraat 161 - noordgevel   45,5   37,1  

19.5 Geluidaandachtsgebied - voorrangsbepaling

De regels in dit artikel hebben voorrang op de regels die, op grond van de besluiten van artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet, reeds voor de inwerkingtreding van dit hoofdstuk van toepassing waren, op de gronden binnen het geluidaandachtsgebied, zoals aangewezen in artikel 7.

19.6 Geluidaandachtsgebied - beoordelingsregels bouwen

In het geluidaandachtsgebied, zoals aangewezen in artikel 7, geldt aanvullend op de regels die van toepassing zijn op die gronden, zoals bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet, dat het realiseren of toevoegen van geluidgevoelige gebouwen niet is toegestaan.

Artikel 20 Toevoegen van zeer kwetsbare en kwetsbare gebouwen en beperkt kwetsbare en kwetsbare locaties - verbod

20.1 Toepassingsbereik

De regels in dit artikel zijn van toepassing op het toevoegen van zeer kwetsbare en kwetsbare gebouwen en beperkt kwetsbare en kwetsbare locaties.

20.2 Toevoegen van zeer kwetsbare en kwetsbare gebouwen en beperkt kwetsbare en kwetsbare locaties - verbod

Het is verboden zeer kwetsbare gebouwen en kwetsbare gebouwen en locaties en beperkt kwetsbare gebouwen en kwetsbare locaties, waar kwetsbare doelgroepen kunnen verblijven, toe te voegen.