| Plan: | TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22c Oostvaarderskliniek |
|---|---|
| Status: | ontwerp |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0034.TAMOP3T01-on01 |
Preambule
Dit TAM-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van de uitbreiding van de Oostvaarderskliniek op de locatie Carl Barksweg 3 te Almere. Dit TAM-omgevingsplan vormt juridisch een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22c) van het omgevingsplan van de gemeente Almere. Dit hoofdstuk is op grond van artikel 11.1, tweede lid, van het Besluit elektronische publicaties bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.
De in dit op https://www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22c van het omgevingsplan van de gemeente Almere. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '22c' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord ‘Bijlage’, na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage ‘22c' gelezen worden.
De besluiten op grond van artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet zijn niet van toepassing voor zover het gaat over regels opgenomen in een besluit als bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, onder a, b, c, g, h, i, j, k, l of m, van de Invoeringswet Omgevingswet op de locatie bedoeld in de derde lid.
De regels in afdeling 22.2, met uitzondering van paragraaf 22.2.7.3, en afdeling 22.3 zijn niet van toepassing voor zover die regels in strijd zijn met de regels in dit TAM-omgevingsplan.
De regels in dit hoofdstuk zijn van toepassing op de locatie Oostvaarderskliniek waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het gml-bestand met identificatienummerNL.IMRO.0034.TAMOP3T01-on01 zoals vastgelegd op https://omgevingswet.overheid.nl/regels-op-de-kaart/viewer.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een in dit plan genoemd percentage dat aangeeft hoeveel van het bouwvlak van het desbetreffende bestemmingsvlak ten hoogste mag worden bebouwd;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
activiteit inhoudende het bouwen van een bouwwerk;
plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten;
een grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
een aaneengesloten stuk grond waarover door de gebruiker kan worden beschikt en waarbij het kan gaan om meerdere kadastrale percelen;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover een bestemmingsplan van toepassing is de bestemming deze inrichting niet verbiedt;
bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de geometrie van het TAM-omgevingsplan 'TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22c Oostvaarderskliniek';
bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak;
de voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
is een norm over de fysieke leefomgeving die in een kwantitatieve of kwalitatieve waarde wordt uitgedrukt en die niet onder een omgevingswaarde valt, zoals bedoeld in afdeling 2.3 van de Omgevingswet.
Omgevingsplanactiviteit bestaande uit:
een gebouwde of ongebouwde voorziening die geschikt is om één of meer motorvoertuigen te parkeren, voor privé en/of gemeenschappelijk gebruik, zoals parkeerterreinen, parkeergarages en garageboxen;
de verschillende middelen, technieken en technologieën die gebruikt kunnen worden om een bepaald gebied te beschermen tegen indringing.
in een peilgebied/peilafwijking nagestreefd peil (veelal voor een bepaalde periode).
De meet- en rekenbepalingen uit artikel 22.24 van het omgevingsplan zijn van overeenkomstige toepassing op het meten van de waarden die in dit hoofdstuk in m of m2 zijn uitgedrukt, voor zover hiervan niet is afgeweken in het bepaalde in 3.1 tot en met 3.2.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse vlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
Indien op de geometrie omgevingsnormen of maatvoering zijn opgenomen, is gebruik uitsluitend toegestaan met inachtneming van deze normen en maatvoering.
De volgende activiteiten zijn in het gehele plangebied toegestaan:
Bouwactiviteiten zijn uitsluitend toegestaan voor zover deze passen binnen de toegestane activiteiten zoals omschreven in de regels van dit TAM-omgevingsplan .
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel maatschappelijk-Oostvaarderskliniek' gelden de volgende regels:
Bouwwerken op het dak van een gebouw, zoals installatiecontainers, centrale verwarmings- en luchtbehandelingsinstallaties, liftschachten, hekwerken, zonnepanelen, zonnecollectoren, masten en bouwwerken om installaties uit het zicht te houden, worden, als zijnde ondergeschikt, niet meegerekend bij de bepaling van de hoogte van het gebouw, mits:
Het verharden en in gebruik nemen van de gronden en bouwwerken ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone -voorwaardelijke verplichting - waterberging' overeenkomstig de geldende activiteiten, is verboden zonder de aanleg en instandhouding van voldoende open water op streefpeil conform de geldende beleidsregel van het waterschap Zuiderzeeland ‘Compensatie toename verharding en versnelde afvoer’ of diens rechtsopvolger zoals deze geldt op het tijdstip van ontvangst van een ontvankelijke omgevingsvergunningaanvraag bouwactiviteit.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de in deze regels opgenomen bebouwingsregels, voor zover betreffende:
De in lid 12.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van gronden of bouwwerken waarbij niet in voldoende mate ruimte is aangebracht en in stand wordt gehouden op eigen terrein voor het genoemde in lid 16.1, zoals die golden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning zoals bedoeld in lid 20.1 onder a.
Onder het gebruik van locaties in strijd met het omgevingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de locaties ten behoeve van thuisprostitutie, raamprostitutie en seksinrichtingen.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit TAM-omgevingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sublid 16.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 16.1.1 met maximaal 10%.
Het bepaalde in lid 16.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit hoofdstuk, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van dit TAM-omgevingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met dit hoofdstuk strijdige gebruik, bedoeld in sublid 16.2.1 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Het bepaalde in 16.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.