direct naar inhoud van Toelichting
Plan: 1e herziening bestemmingsplan Autotron
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002353-1401

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het Autotron, is sinds 1987 als themapark gevestigd in Rosmalen en is in de loop der jaren geworden tot een park waar evenementen worden georganiseerd voor een breed georiënteerd publiek. Sinds 2004 heeft Autotron de exploitatie van het dagattractiepark beëindigd en concentreert het zich momenteel op een multifunctionele leisure accommodatie. waar een groot scala aan beurzen, evenementen en feesten/partijen worden georganiseerd. Binnen het dagattractiepark was een permanente expositie van auto's aanwezig.

Het centrale deel van het Autotron wordt gevormd door de gebouwen Expodome (1), Spijkerhal (2) en Eventron (3) zoals hieronder op de afbeelding weergegeven. Voor een gedeelte van dit laatste gebouw, is het plan opgepakt om de gebruiksmogelijkheden te verruimen naar een exclusieve autoshowroom, geheel passend in de geschiedenis van het Autotron. Omdat dit niet mogelijk is binnen de vigerende planologishe regeling wordt dit voor het Eventron gewijzigd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002353-1401_0001.png"

Figuur 1.1 Afbeelding centrale gebouwen op Autotron

1.2 Ligging en begrenzing plangebied

De partiele herziening beperkt zicht tot een gedeelte van ca 2000 m2 van het gebouw Eventron. In figuur 1.2 wordt de begrenzing van het plangebied weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002353-1401_0002.png"

Figuur 1.2 Luchtfoto globale begrenzing plangebied

1.3 Bij het plan behorende stukken

Omdat het voorliggende plan '1e herziening bestemmingsplan Autotron' geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, zijn er geen nieuwe onderzoeken uitgevoerd.De wijziging heeft geen gevolgen voor het milieu.

1.4 Leeswijzer

In dit hoofdstuk is de aanleiding van het onderhavige plan beschreven, alsmede de ligging van het plangebied en de regels uit het vigerende beleid. In Hoofdstuk 2 wordt ingegaan op het plan en de wijzigingen ten opzichte van de vigerende plannen. In Hoofdstuk 3 wordt het relevante beleid beschreven. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de relevante onderzoeken. In hoofdstuk Hoofdstuk 5 is een toelichting op de regels gegeven, waarbij is aangegeven op welke wijze de gewenste ruimtelijke en functionele ontwikkelingen juridisch zijn vertaald. de hoofdstukken 6 en 7 hebben betrekking op de economische uitvoerbaarheid en de procedure.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Algemeen

In dit hoofdstuk komt de (beoogde) ontwikkeling van het plangebied aan bod.

2.2 Afwijking van het vigerende bestemmingsplan

Het plangebied is bestemd als 'Cultuur en Ontspanning'. Binnen deze bestemming zijn de hoofdfuncties van Autotron toegestaan. De hoofdfuncties zijn recreatieve activiteiten, educatieve activiteiten, ontspanning en vermaak alsmede sport.

In afwijking van deze gebruiksregels voorziet het plan voor een gedeelte van ca 2000 m2 van het Eventron erin dat er onder de naam "Autotron Exclusive Cars" een permanente expositie is, waar classic and exclusive auto's tentoon worden gesteld en te koop worden aangeboden. De auto's die aangeboden worden betreffen auto's uit de periode 1950 – heden. Tentoongestelde auto's die refereren aan de historie van Autotron zijn onder andere 2 originele Spyker automobielen.

Een permanente expositie in het gebouw past binnen de gebruiksmogelijkheden van het bestemmingsplan. Het permanent aanbieden van de auto's voor verkoop is in strijd met het bestemmingsplan. Om deze reden wordt met deze partiele herziening een functieaanduiding op een gedeelte van het gebouw gelegd, die de permanente verkoop mogelijk maakt. Voor het overige blijft de onderliggende bestemming ongewijzigd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002353-1401_0003.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002353-1401_0004.png"

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Rijksbeleid

3.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

In de Structuurvisie Infrastructuur & Ruimte (SVIR), die in maart 2012 is verschenen, zijn door het Ministerie van Infrastructuur & Milieu de principes voor de ruimtelijke inrichting van Nederland vastgelegd. Hoofddoel van de SVIR is Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden.

Het Rijk heeft drie hoofddoelen geformuleerd om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028):

  • Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  • Het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;
  • Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

Naast de hoofddoelen heeft het Rijk een keuze gemaakt om de sturingsfilosofie te wijzigen. Het Rijk brengt de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij diegene die het aangaat (burgers en bedrijven) en laat het meer over aan gemeenten en provincies ('decentraal, tenzij…'). Dit betekent minder nationale belangen en eenvoudigere regelgeving.

Een rijksverantwoordelijkheid kan aan de orde zijn indien:

  • Een onderwerp nationale baten en/of lasten heeft en de doorzettingsmacht van provincies en gemeenten overstijgt. Bijvoorbeeld ruimte voor militaire activiteiten en opgaven in de stedelijke regio's rondom de mainports, brainport en greenports;
  • Over een onderwerp internationale verplichtingen of afspraken zijn aangegaan. Bijvoorbeeld voor biodiversiteit, duurzame energie of werelderfgoed;
  • Een onderwerp provincie- of landsgrensoverschrijdend is en ofwel een hoog afwentelingsrisico kent ofwel in beheer bij het Rijk is. Bijvoorbeeld het hoofdnetwerk voor mobiliteit (over weg, water, spoor en lucht) en energie, waterveiligheid en de bescherming van gezondheid van inwoners.

Deze drie criteria zijn leidend bij de in de structuurvisie benoemde rijksdoelen en bijbehorende nationale belangen. Voor het plangebied zijn geen directe rijksdoelen benoemd. Dit rijksbeleid heeft geen directe werking op de ontwikkeling van het plangebied.

Ladder voor duurzame verstedelijking

In de SVIR is de "ladder voor duurzame verstedelijking" geïntroduceerd. Deze ladder is ingericht voor een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten, waardoor de ruimte in stedelijke gebieden optimaal benut wordt. De ladder voor duurzame verstedelijking is per 1 oktober 2012 verankerd in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro).

Het toetsingskader van de ladder is alleen van toepassing op nieuwe stedelijke ontwikkelingen. In dit kader moet dan beoordeeld worden of sprake is van een nieuw beslag op de ruimte. Daarvan is in beginsel sprake als het nieuwe ruimtelijke besluit meer bebouwing mogelijk maakt dan er op grond van het voorheen geldende planologische regime aanwezig was, of kon worden gerealiseerd. In dit plan is dat niet aan de orde.

Uit jurisprudentie volgt daarnaast dat wanneer het plan uitsluitend een functiewijziging betreft beoordeeld moet worden of er sprake is van een naar aard en omvang zodanige functiewijziging, dat desalniettemin gesproken kan worden van een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Hierbij moet dan ook het ruimtebeslag betrokken worden.

In de jurisprudentie is bepaald dat een functiewijziging in beginsel geen nieuwe stedelijke ontwikkeling is tenzij de aard en omvang van dien aard is dat de ontwikkeling in het kader van de ladder wel als een nieuwe stedelijke ontwikkeling moet worden beschouwd zodat de regionale behoefte onderbouwd moet worden. De jurisprudentie hieromtrent is casuïstisch, maar de lijn die daarin te onderscheiden is, is dat het moet gaan om een substatiele functiewijziging die op zichzelf vraagt om een onderbouwing van de behoefte.

Het onderhavige plan voorziet in een functiewijziging van maximaal 2000 m2. Dit kan in relatie tot de omvang van de gebouwen op het Autotron niet gezien worden als een substantiële gebruikswijziging. Ook gelet op de aard van de functiewijziging betreft het geen substantiële wijziging. Het toegestane gebruik op grond van het vigerende bestemmingsplan maakt het tentoonstellen van auto's en de verkoop ervan in het kader van een tentoonstelling (beurs) mogelijk. Als gevolg van de functiewijziging wordt hieraan toegevoegd dat voor maximaal 2000m2 sprake is van een permanente showroom voor exclusieve auto's gericht op de verkoop. De aard van deze functie ligt dicht bij het reeds toegestane gebruik.

Uit onderzoek blijkt dat in Nederland circa vier miljoen mensen belangstelling hebben voor mobiel industrieel erfgoed. Een permanente tentoonstelling kan derhalve rekenen op voldoende bezoekers. Als ca. 2% van deze doelgroep 1 keer per jaar de permanente tentoonstelling bezoekt, dan komen er circa 80.000 mensen per jaar.

3.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

Het recent vastgestelde Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (hierna: Barro) borgt een aantal van de nationale ruimtelijke belangen uit de Nota Ruimte en voormalige PKB's in regelgeving. Deze belangen maken deel uit van het geldende nationale ruimtelijke beleid, zoals beschreven in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.

De in de 'Wijziging van het besluit algemene regels ruimtelijke ordening (eerste aanvulling)' opgenomen artikelen worden toegevoegd aan het Barro. De inhoud is gebaseerd op de nieuwe onderwerpen van het ruimtelijke beleid die door het kabinet in de SVIR zijn vastgesteld. Het betreft onderwerpen op het gebied van de hoofdinfrastructuur, de elektriciteitsvoorziening, het vereenvoudigde regime van de ecologische hoofdstructuur en waterveiligheid. Het rijksbeleid heeft geen directe werking op de ontwikkeling van het plangebied.

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Structuurvisie ruimtelijke ordening

De Structuurvisie Ruimtelijke ordening, vastgesteld op 7 februari 2014, geeft aan welke ambities de provincie heeft op het gebied van het provinciale ruimtelijke beleid tot 2025 en hoe ruimtelijke ontwikkelingen een plek kunnen krijgen die aansluit bij de kwaliteiten van Brabant. In de nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zijn twee ruimtelijke trends te onderscheiden: de schaalvergroting en de behoefte aan identiteit.

De provincie streeft naar een concentratie van verstedelijking, robuuste en aaneengesloten natuurgebieden, concentratiegebieden voor glastuinbouw en intensieve veehouderijen en voldoende ruimte voor waterberging nu en in de toekomst. De provincie wil duurzaam en zuinig omgaan met de leefomgeving en de ruimte en een goede relatie creëren tussen wonen en werken in de stedelijke omgeving en een groene landelijke omgeving daarbuiten. Bij de vaststelling van deze Structuurvisie zijn de uitwerkingsplannen van het Streekplan 2002 vervallen.

De provincie kiest in haar ruimtelijke beleid tot 2025 voor de verdere ontwikkeling van gevarieerde en aantrekkelijke woon-, werk- en leefmilieus en een kennisinnovatieve economie met als basis een klimaatbestendig en duurzaam Brabant. Het principe van behoud en ontwikkeling van het landschap is in deze structuurvisie de 'rode' draad die de ruimtelijke ontwikkelingen stuurt.

De structuurvisie is samen met de Verordening ruimte (zie volgende paragraaf) een middel om de provinciale ruimtelijke visie op Brabant te realiseren.

In de structuurvisie is het plangebied (zie blauwe pijl) aangeduid als 'Gemend landelijke gebied' met aanduiding 'zoekgebied stedelijke ontwikkeling'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002353-1401_0005.png"

Figuur 3.1 Uitsnede visiekaart Structuurvisie Ruimtelijke ordening

Gelet op het feit dat het plan slechts een geringe wijziging is ten opzichte van het huidige gebruik en het gebruik in een bestaand gebouw plaats vindt, betekent dat er geen strijdigheid is met de structuurvisie.

3.2.2 Verordening ruimte
3.2.2.1 Beleid

In het kader van de Wet ruimtelijke ordening heeft de provincie Noord-Brabant een verordening opgesteld waarin de provincie aangeeft welke doelen en ambities bereikt moeten worden en welke instrumenten zij wil inzetten. In de Verordening ruimte staan de juridisch bindende regels. De provinciale Verordening ruimte is een concrete uitwerking van de ambities van de provincie Noord-Brabant. De meest recente verordening vigeert sinds 01-01-2016.

Het plangebied is op de kaart behorend bij de Verordening aangeduid "integratie stad-land". Tevens is het plangebied gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied.

De voorgenomen ontwikkeling betreft een marginale verandering van het huidige gebruik binnen het bestaande gebouw. Het gewijzigde gebruik leidt niet tot een extra verkeersaantrekkende werking die niet past binnen de huidige representatieve bedrijfssituatie. Het aanvullende gebruik is daarmee niet strijdig met de verordening. Aan de regels van zorgvuldig ruimtegebruik hoeft geen invulling gegeven te worden.

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Ruimtelijke Structuurvisie

In de ruimtelijke structuurvisie,Stad tussen Stromen, vastgesteld in januari 2014, heeft de gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch de in 2003 vastgestelde Ruimtelijke Structuurvisie (RSV 2003) geactualiseerd. In de geactualiseerde visie wordt onderschreven dat het Atotron zich ontwikkeld heeft tot een interressant evenemententerrein en een van de grote trekkers is voor toerisme en recreatie met een bovenregionale functie. Deze rol blijft behouden met de ontwikkeling van het nieuwe plan, maar hier wordt een interessante, permanente functie aan toegevoegd.

3.3.2 Nota Detailhandel 's-Hertogenbosch 2011

Op 11 oktober 2011 heeft de gemeenteraad de nota Detailhandel 's-Hertogenbosch 2011 vastgesteld. Het betreft een actualisatie van de detailhandelsnota uit 2006. De doelstelling van het eerdere beleid is niet wezenlijk gewijzigd. Behoud en versterking van een vitale, fijnmazige winkelstructuur voor zowel burgers als bedrijven, van binnenstad tot buurtsteunpunt is nog steeds uitgangspunt.

Er wordt veel waarde gehecht aan behoud van de sterke positie van de binnenstad en van de winkelconcentraties aan de basis van de winkelpiramide: buurtwinkelcentra en buurtsteunpunten. Die laatsten zijn van groot belang voor de leefbaarheid in de wijken. Het Bossche detailhandelsbeleid is in bepaalde opzichten restrictief en blijft dat ook in de komende jaren, echter zonder vernieuwing en kwaliteitsverbetering in de weg te staan. Dat is nodig voor het behoud van buurtwinkelgebieden en om overaanbod op perifere locaties te voorkomen. Dat laatste is van belang voor een goed functionerend winkelapparaat in de binnenstad.

De in 2006 door de gemeenteraad vastgelegde drie hoofduitgangspunten voor het detailhandelsbeleid blijven voor de komende periode van kracht. Wij spreken dan ook niet van nieuw, maar van geactualiseerd detailhandelsbeleid.

  • Binnenstad: het primaat voor vestiging van grootschalige non-food winkelformules met niet-volumineuze artikelen (megastores) ligt bij de binnenstad;
  • Periferie: streven naar clustering in winkelgebieden. Solitaire winkelvestiging en verspreide bewinkeling doen daaraan afbreuk.
  • Winkelcentra in wijken: de fijnmazige, hiërarchische winkelstructuur voor de dagelijkse boodschappen moet in stand blijven; megasupermarkten verstoren die structuur.

Deze indeling volgt de lijnen van het drieslagmodel, gebaseerd op koopgedrag en koopmotief van de consument: recreatief winkelen (binnenstad), doelgericht winkelen (periferie), boodschappen doen (woonwijken).

Naast het bovenstaande algemene detailhandelsbeleid bevat de Nota Detailhandel 's-Hertogenbosch specifiek beleid ten aanzien van andere vormen van detailhandel:

  • verspreide bewinkeling;
  • detailhandel bij grote complexen met publieksfunctie (traffic retail);
  • brandstofverkooppunten;
  • internetondernemers in woonhuis en op bedrijventerrein;
  • warenmarkt.

Voor Autrotron is 'detailhandel bij grote complexen met publieksfunctie (traffic retail)' relevant. Tevens kan voor Autotron worden aangesloten bij de aanvulling op de detailhandelsnota uit 2015. Hierbij is aandacht geschonken aan een aantal specifieke onderdelen waaronder Specifieke bedrijfsformules (paragraaf 5.2).

Winkels in ziekenhuizen, onderwijsinstellingen, stationsgebouwen, hotel- en andere leisurevoorzieningen en op transferia mogen niet verstorend werken op de Bossche winkelstructuur. Dat geldt zowel voor de boodschappencentra in de woonwijken als voor de binnenstad en de perifere centra. Deze zogenaamde traffic retail vervult een ondersteunende functie voor de hoofdactiviteit (vervoer, sport, zorg, onderwijs, leisure).

De winkels dienen qua grootte en aantal beperkt van omvang te zijn, want ze mogen uitsluitend gericht zijn op in het complex aanwezige mensen (gebruikers en passanten). Reclame-uitingen moeten naar binnen gericht zijn.

Op het terrein van Autotron worden (hoofd)activiteiten op het vlak van onder andere ontspanning en vermaak (publieks- en vakbeurzen), evenementen en sport (internationaal tennistoernooi) gehouden. Onderdeel van deze (hoofd)activiteiten is vaak detailhandel. Voor zover de detailhandel ondergeschikt is aan de toegestane (hoofd)activiteiten, passen de detailhandelsactiviteiten binnen het gemeentelijk detailhandelsbeleid. Ondanks dat de Classic and Exclusive Cars expositie permanent aanwezig zal zijn, zal de detailhandelscomponent, met een omvang van ca 2000 m2, voor het gehele bedrijf van Autotron een ondergeschikte positie behouden.

Op grond van bovenstaande blijkt dat sprake is van een specifieke bedrijfsformule, het betreft een niche markt die aansluit bij het huidige gebruik van het Autotron. Op grond van de aanvulling op de detailhandelsnota (2015) kan hiervoor maatwerk geleverd worden. Het maatwerk leidt ertoe dat dergelijke bedrijven een plek krijgen. Deze vorm van detailhandel werkt niet verstorend op de winkelstructuur. Op regionaal niveau is de afspraak gemaakt dat bij solitaire perifere winkelontwikkelingen groter dan 500 m2 afstemming met buurgemeenten moet plaatsvinden (zie hoofdstuk 7).

3.3.3 Nota Parkeernormering 2016

In de Nota parkeernormering (vastgesteld door de gemeenteraad op 16 maart 2016) zijn de parkeernormen voor verschillende functies vastgelegd.

Uitgangspunt hierbij is het voorzien in de eigen parkeerbehoefte op eigen terrein. De nota geeft aan hoeveel parkeerplaatsen per functie gerealiseerd dienen te worden bij nieuwbouw. Dit moet vervolgens in het bestemmingsplan worden geregeld.

In het bestemmingsplan zijn bepalingen opgenomen om ervoor te zorgen dat er bij nieuwbouw of functiewijziging, die passen binnen het bestemmingsplan, voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein worden aangelegd. In een dergelijk geval zal getoetst worden aan de gemeentelijke parkeernormen.

3.3.4 Uitwerkingsplan Koersnota

In het beleidsplan verkeer en vervoer 's-Hertogenbosch Bereikbaar van 2000 zijn voor alle vervoersmodaliteiten (openbaar vervoer, fiets en auto) de lijnen uitgezet die moeten leiden tot een goede interne en externe bereikbaarheid van de stad. Deze nota meldt tevens, dat bij nieuwe ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening verkeer een steeds nadrukkelijker rol gaat spelen. Bereikbaarheid is van essentieel belang voor de stad. Zeker waar het gaat om (nieuwe) locaties voor wonen en/of werken.

Een aantal jaren geleden is gestart met de herijking van de hoofdinfrastructuur. Hierbij gaat het om de vraag in hoeverre de hoofdinfrastructuur van de stad binnen het totale integrale kader de noodzakelijke autobereikbaarheid kan (blijven) garanderen. Concreet luidt de doelstelling: 'Het verder verbeteren van de autobereikbaarheid en luchtkwaliteit van de stad door het ontwikkelen en realiseren van een stedelijk verkeersnetwerk voor de auto dat een antwoord geeft op de mobiliteitsstromen (relaties), de ruimtelijke ontwikkelingen en de eisen ten aanzien van de luchtkwaliteit'.

Op 21 mei 2008 heeft de gemeenteraad een aantal ambities en wensen uitgesproken die moeten leiden tot een bereikbare, leefbare en economisch sterk functionerende stad. Deze ambities zijn verder uitgewerkt in het door de gemeenteraad in 2009 vastgestelde Uitwerkingsplan Koersnota.

De gemeentelijke ambities en wensen, die fors inzetten op de fiets, het openbaar vervoer en transferia, zullen moeten leiden tot een afname van 15,8 miljoen autoritten per jaar, wat overeen komt met 10 procent van het huidige aantal autoritten. Voor de autostructuur wordt hierbij uitgegaan van het doorstroomassenmodel. De toekomstige verkeersstructuur wordt hierin gevormd door de ruit rondom de stad (A2, A59 en nieuwe Randweg) en de zogenaamde doorstroomassen. Doorstroomassen zijn de belangrijkste hoofdroutes voor het autoverkeer en zorgen voor de verbinding van de stadsdelen en bundelen het verkeer.

Daarnaast hebben deze wegen een belangrijke functie voor het ontsluiten van de stad op het hoofdwegennet en de ruit om de stad heen. Door deze concentratie van verkeer op doorstroomassen ontstaat er ruimte op het onderliggende wegennet. De ruimte in deze contra-mal is bedoeld voor het openbaar vervoer en fietsverkeer. Het stelsel van doorstroomassen bestaat uit een drietal routes:

  • de Oost-Westverbinding via de route Bruistensingel - Zandzuigerstraat - Rietveldenweg;
  • de Westelijke Noord-Zuidverbinding via de (doorgetrokken) Parallelweg;
  • de Oostelijke Noord-Zuidverbinding via de route Maastrichtseweg - Gestelseweg - Lage Landstraat - Van Grobbendoncklaan.

Deze ambities over wijzigingen in de hoofdinfrastructuur zullen op termijn tot uitvoering worden gebracht. Deze wijzigingen hebben geen directe gevolgen voor het plangebied.

Hoofdstuk 4 Onderzoek planeffecten

4.1 Algemeen

In het kader van de ontwikkeling van 1e herziening bestemmingsplan Autotron zijn geen milieukundige onderzoeken uitgevoerd. De afwijking van het bestemmingsplan heeft alleen betrekking op een gewijzigd gebruik van een gedeelte van het bestaande gebouw. Er zijn geen gevolgen voor de omgeving. De ruimtelijke uitstraling van het gebruik wijzigt niet omdat ook nu reeds dagelijks een beurs of tentoonstelling in het gebouw gehouden kan worden. De gebruikswijziging zal derhalve ook geen invloed hebben op de verkeersstromen en bezoekersaantallen, die afwijken van de huidige vergunde representatieve bedrijfssituatie.

4.2 Parkeren

Op het terrein van Autotron is ruim voldoende parkeergelegenheid aanwezig.

Omdat de permanente tentoonstelling primair bedoeld is voor de liefhebbers van classic cars, moet dit gezien worden als de primaire doelgroep. Binnen de doelgroep vallen de eigenaren van klassieke en exclusieve voertuigen, hun familieleden en hun vriendenkring.

Naar schatting zijn er alleen al circa vier miljoen mensen in Nederland die belangstelling hebben voor mobiel industrieel erfgoed. Als ca. 2% van deze doelgroep 1 keer per jaar de permanente tentoonstelling bezoekt, dan komen er circa 80.000 mensen per jaar. Een bezoek zal ca. 4 uur duren. Een deel hiervan zal het bezoek combineren met een bezoek aan een evenement op Autotron.

Wanneer geen rekening gehouden wordt met het gecombineerd bezoek van de showroom met andere activiteiten op het autotron (worst case), dan kan gesteld worden dat de tentoonstelling en showroom door ca. 200 mensen per dag bezocht wordt. Dit zijn ca. 100 auto's. Voor de bezoekers is ruim voldoende parkeergelegenheid. Het terrein kent ruim 2500 parkeerplaatsen.

Hoofdstuk 5 Toelichting op de regels

5.1 Algemeen

Het juridisch bindende deel van de partiële herziening bestaat uit de verbeelding en de regels. De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van deze gronden, regels omtrent de toegelaten bebouwing en eventueel specifieke regels voor het gebruik van de bouwwerken. De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. De toelichting heeft geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de onderbouwing van het plan en soms voor de uitleg van bepaalde bestemmingen en regels.

In dit hoofdstuk wordt de systematiek, de opbouw en indeling van de regels kort toegelicht.

Invulling van de partiële herziening

De partiële herziening is opgesteld conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012. De regels van voorliggend plan sluiten inhoudelijk aan bij de regeling in het bestemmingsplan Autotron. Waar mogelijk is verwezen naar de regels van dit plan.

5.2 Regels

5.2.1 Indeling hoofdstukken

Voor de leesbaarheid en raadpleegbaarheid dienen de regels in hoofdstukken te worden geplaatst. Daarbij dient een vaste volgorde te worden aangehouden, te weten:

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

  • begrippen;
  • wijze van meten

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

  • bestemmingen

Hoofdstuk 3 Algemene regels

  • anti-dubbeltelregel
  • algemene gebruiksregels
  • algemene afwijkingsregels

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

  • overgangsrecht
  • slotregel
5.2.2 Inleidende regels

Begrippen

In dit artikel worden begrippen verklaard die in de regels voorkomen en die om een nadere omschrijving vragen.

Wijze van meten

In artikel 2 wordt aangegeven op welke wijze gemeten moet worden.

5.2.3 Bestemmingsregels

De regels van hoofdstuk 2 kennen allen een gelijke opbouw (voor zover van toepassing). De bestemmingsomschrijving betreft de centrale bepaling van elke bestemming. Het betreft een omschrijving waarin limitatief de functies worden genoemd, die binnen de bestemming zijn toegestaan.

De bouwregels zijn direct gerelateerd aan de bestemmingsomschrijving. Ook het gebruik van gronden en bebouwing is gekoppeld aan de bestemmingsomschrijving. In de bouwregels staan uitsluitend bepalingen die betrekking hebben op het bouwen. Bouwregels zijn dan ook alleen van toepassing bij de toetsing van aanvragen om een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten. De specifieke gebruiksregels vormen een nadere concretisering van het toegestane gebruik. Afwijken van de bouw- en gebruiksregels is onder voorwaarden mogelijk wanneer een omgevingsvergunning is verkregen van het bevoegd gezag. Een wijzigingsbevoegdheid geeft burgemeester en wethouders de mogelijkheid om een bepaalde bestemming te wijzigen binnen de kaders, zoals aangegeven in het betreffende artikel.

Artikel 3 Cultuur en Ontspanning

In dit artikel is de bestemming overgenomen overeenkomstig het vigerende bestemmingsplan Autotron, met dien verstande dat voor een gedeelte van het gebouw Eventron een extra functieaanduiding is toegevoegd die de verkoop van exclusive en classic cars als niet ondergeschikt onderdeel van een beurs mogelijk maakt.

5.2.4 Algemene regels

Hierbij is verwezen naar het bestemmingsplan Autotron.

5.2.5 Overgangs- en slotregels

In dit artikel is het overgangsrecht geregeld.

Als laatste is de slotregel opgenomen. Dit artikel omschrijft de titel van het plan.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Algemeen

Ingevolge artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient er in het kader van het uitwerkingsplan een onderzoek te worden gedaan naar de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de financiële haalbaarheid van het plan. De maatschappelijke aspecten worden aan de hand van de procedure in hoofdstuk 7 toegelicht.

6.2 Financiële uitvoerbaarheid

Volgens artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening dient de gemeenteraad een grondexploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Volgens het tweede lid van dit artikel kan de gemeenteraad besluiten af te wijken van het vaststellen van exploitatieplan indien het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan begrepen gronden anderszins is verzekerd.

Bij onderhavig bestemmingsplan is sprake van een verbouwing van meer dan 1500 m2. Ogv 6.2.1. e Bro is derhalve sprake van een bouwplan. Er wordt derhalve een anterieure overeenkomst gesloten met initiatiefnemer.

Het plan is een particulier initiatief, de gemeente acht de initiatiefnemer financieel in staat om de ontwikkeling uit te voeren.

Hoofdstuk 7 Inspraak en vooroverleg

7.1 Vooroverleg en advies

Op regionaal niveau is de afspraak gemaakt dat bij solitaire perifere winkelontwikkelingen groter dan 500 m2 afstemming met buurgemeenten moet plaatsvinden.

Aanvankelijk was er alleen een negatieve reactie van de gemeente Boxtel in verband met het feit dat op het grondgebied van de gemeente Boxtel het bedrijf Classic Park is gevestigd. Classic Park is een automuseum waar ook auto's verkocht worden. Na overleg heeft de gemeente Boxtel te kennen gegeven geen bezwaren te hebben tegen de ontwikkeling bij Autotron.

7.2 Inspraak

Het voorontwerp bestemmingsplan heeft vanaf 13 februari gedurende 6 weken ter inzage gelegen waarbij eenieder de gelegenheid is geboden omndeling of schriftelijk te reageren. In dat verband is alleen een reactie ingekomen van Classic Park uit Boxtel. Naar aanleiding daarvan heeft ook overleg plaatsgevonden tussen Classic Park en Autotron. Uiteindelijk heeft er dat in geresulteerd dat Classic Park geen bezwaar heeft tegen een enkelvoudige detailhandelsbestemming bij het Autotron, maar wel tegen een combinatie van autoverkoop met event/horeca/recreatie/congres. Immers in de huidige formule van Classic Park vindt de verkoop van klassieke auto's vaak plaats tijdens congressen.

In het geldende bestemmingsplan heeft het Autotron een ruime en flexibele regeling als evenementen terrein. De gemeente ziet geen aanleiding, nu een gedeelte van het Eventron zal worden gebruikt voor detailhandel in exclusieve auto's, de dubbelbestemming tbv evenementen voor dit gebouw te laten vervallen temeer omdat de ruimte bedoeld is voor detailhandel zowel als tentoonstellingen.