Plan: | Hoornwijck - Broekpolder, 1e herziening |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0603.bpherzhoornwbroekp-ON01 |
Dit plan betreft een partiële herziening van het bestemmingsplan 'Hoornwijck – Broekpolder', vastgesteld op 1 oktober 2013. De in het bestemmingsplan 'Hoornwijck – Broekpolder' opgenomen planregels voor bedrijvigheid blijken in de praktijk niet altijd onmiddelijk duidelijk voor burgers. Om de regels duidelijker c.q. beter leesbaar te maken, is deze herziening opgesteld.
De 1e herziening van het bestemmingsplan "Hoornwijck - Broekpolder" heeft tot doel de planregels voor de bestemming 'Bedrijf' te verduidelijken zodat explicieter uit de tekst blijkt dat binnen de bestemming Bedrijf alleen bedrijven zijn toegestaan en geen functies zoals horeca, detailhandel, recreatie, sport of maatschappelijk.
Het plangebied van deze herziening valt samen met de plangrens van bestemmingsplan 'Hoornwijck - Broekpolder'. De plangrenzen zijn:
Naast de bestemming bedrijf zijn in het bestemmingsplan 'Hoornwijck - Broekpolder' bestemmingen voor kantoren, horeca, groen, verkeer en wonen opgenomen. Vooruitlopend op deze herziening is op 25 september 2018 door de gemeenteraad een voorbereidingsbesluit vastgesteld. Door het voorbereidingsbesluit worden ongewenste planologische ontwikkelingen op dit bedrijventerrein voorkomen. Ongewenst gebruik en aanvragen om omgevingsvergunning worden via het voorbereidingsbesluit tegengehouden. Het voorbereidingsbesluit bevriest de feitelijke situatie en zet deze op slot. In het voorbereidingsbesluit is een verbod opgenomen om het bestaand gebruik te wijzigen. Het betreft een verbod ex artikel 3.7 lid 4 Wro.
Ten behoeve van de benodigde flexibiliteit is aan het gebruiksverbod een ontheffingsmogelijkheid voor het college van B&W gekoppeld. Daarmee kan overeenkomstig artikel 3.7 lid 4 Wro worden afgeweken van het verbod, indien het initiatief passend is binnen het toekomstige beleid. Hiermee biedt het voorbereidingsbesluit ruimte aan eventuele gewenste planologische ontwikkelingen binnen het gebied.
Op 12 juni 2018 is de parapluherziening parkeernormering Rijswijk vastgesteld. Hoornwijck - Broekpolder valt onder deze parapluherziening. Daarom zijn in de regels van deze herziening ook de met de parapluherziening toegevoegde regels voor parkeren opgenomen.
Het huidige bestemmingsplan kent voor een deel van het plangebied de bestemming bedrijf (zie afbeelding 2.1 donker paars). In artikel 3.1 lid a, b en c is bepaald dat binnen deze bestemming bedrijven zijn toegestaan tot en met ten hoogste de aangegeven milieucategorie.
Afbeelding 2.1: uitsnede RuimtelijkePlannen huidig bestemmingsplan Hoornwijck - Broekpolder
Het bestemmingsplan laat uitsluitend 'bedrijven' toe, mits een bedrijf valt binnen de toegelaten milieucategorie. De regels bevatten geen definitie van het begrip 'bedrijf'. Onder 'bedrijf' moet naar normaal spraakgebruik worden verstaan een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen.
In de Staat van Bedrijfsactiviteiten worden onder andere de de categorieën 'cultuur, sport en recreatie', 'detailhandel en reparaties t.b.v. particulieren' en 'logies-, maaltijden- en drankenverstrekking' genoemd. Deze functies zijn echter geen 'bedrijf' in de zin van het bestemmingsplan. Het is niet de bedoeling van de planwetgever geweest functies zoals horeca, detailhandel, sport en maatschappelijk toe te laten. In de praktijk is echter gebleken dat (sommige) burgers uitsluitend kijken naar de Staat van Bedrijfsactiviteiten om te bezien of een activiteit in overeenstemming is met het bestemmingsplan.
Om iedere onduidelijkheid hierover weg te nemen wordt met deze planherziening het bestemmingsplan op de volgende punten herzien:
Deze herziening van het bestemmingsplan heeft uitsluitend betrekking op een beperkte tekstuele verduidelijking van de regels. Het betreft hiermee een ongewijzigde voortzetting van de bestaande planologische regels en maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk.
Sinds 2013 is geen sprake van nieuw beleid of regelgeving die het noodzakelijk maken nader onderzoek te doen naar de uitvoering van dit plan en de effecten daarvan op de omgeving. Kortheidshalve wordt verwezen naar de toelichting van bestemmingsplan 'Hoornwijck - Broekpolder' zoals opgenomen als Bijlage 1 bij dit plan.
In deze 1e herziening van het bestemmingsplan Hoornwijck - Broekpolder worden alleen de regels aangepast die nodig zijn met oog op het doel van dit plan zoals beschreven in paragraaf 1.2. Vanwege de leesbaarheid is er voor gekozen het gehele bestemmingsplan (geconsolideerd) in deze herziening op te nemen met naast in hoofdstuk 2 beschreven aanpassingen een aantal technische aanpassingen.
Het betreft hier de volgende aanvullingen op de regels:
Voor het overige zijn de overige bestemmingen en regels gelijk aan de regels van het bestemmingsplan 'Hoornwijck - Broekpolder'. De planverbeelding is niet aangepast.
In Bijlage 4 zijn de wijzigingen ten opzichte van het bestemmingsplan 'Hoornwijck - Broekpolder' zichtbaar gemaakt. In deze bijlage zijn de markeringen
opgenomen voor aanvullingen: geel
gemarkeerd en vet
aangeven. Voor te schrappen tekst is een markering opgenomen
groen
gemarkeerd en vet doorgehaald.
Onderhavige herziening is opgesteld om regels voor bedrijvigheid te verduidelijken. De herziening maakt geen ontwikkelingen mogelijk. Dit plan wordt daarmee uitvoerbaar geacht. Met onderhavige herziening wordt geen bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening mogelijk gemaakt. Daarom behoeft geen exploitatieplan te worden vastgesteld.
Op basis van artikel 3.1.1, eerste lid, van het Bro dienen gemeenten vooroverleg te voeren over in voorbereiding zijnde bestemmingsplannen. Volgens de nota van toelichting bij artikel 3.1.1. van het Bro (blz. 54; Stb. 2008, 145) is aangegeven dat het overleg beperkt dient te blijven tot die overheidsinstanties waarmee overleg werkelijk noodzakelijk is om te voorkomen dat de taak of verantwoordelijkheid van het andere overheidsorgaan ontoelaatbaar wordt beperkt, of dat het door dat orgaan te behartigen belang aantoonbaar wordt geschaad. Indien het gaat om een bestemmingsplanherziening van geringe omvang dan wel van in planologisch opzicht ondergeschikt belang, waarbij niet of in geringe mate herschikking van betrokken belangen aan de orde is, zou kunnen worden volstaan met een simpel overleg of zal wellicht zelfs geen overleg behoeven plaats te vinden, aldus de nota van toelichting.
Gelet op de zeer beperkte wijziging die onderhavig herziening mogelijk maakt en het feit dat geen overheidsorganen in hun belangen worden geschaad, wordt voor onderhavige herziening geen vooroverleg gevoerd.
Op de voorbereiding van een bestemmingsplan is artikel 3.8 Wro (gelezen in samenhang met afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht) van toepassing. De kennisgeving van het ontwerpbesluit tot vaststelling van het bestemmingsplan moet in de Staatscourant worden geplaatst en dient - met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening - ook via elektronische weg te geschieden. Tevens dient de kennisgeving te worden toegezonden aan die diensten van Rijk en provincie die belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn, aan het waterschap en aan belanghebbende gemeenten.
Het ontwerpbestemmingsplan wordt gedurende zes weken ter inzage gelegd. Binnen deze termijn wordteen ieder in de gelegenheid gesteld schriftelijk en/of mondeling een zienswijze op het plan in te dienen. Ook moeten de stukken met de kennisgeving aan de eerder genoemde diensten en instanties worden toegezonden (artikel 3:13 Awb), of er moet worden aangegeven waar de (digitale) stukken te vinden zijn (elektronische kennisgeving).
Binnen twaalf weken na de termijn van terinzagelegging moet de gemeenteraad beslissen omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan.