direct naar inhoud van Ruimtelijke onderbouwing
Plan: Ruimtelijke onderbouwing Herinrichting N361 - Sauwerd
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.1966.BPSA2011BEHE1po01-VS01

Ruimtelijke onderbouwing

Hoofdstuk 1 Inleiding

Aanleiding

De N361 is de provinciale weg tussen Groningen en Lauwersoog. Dagelijks maken veel mensen van deze autoroute gebruik. Regelmatig leidt dit tot verkeersongevallen. De provincie Groningen wil daarom samen met de gemeenten De Marne, Winsum en Groningen, het Openbaar Ministerie en politie Noord-Nederland de verkeersveiligheid op deze weg verbeteren. Dit moet bijdragen aan de doelstelling om vóór 2020 het aantal ernstige verkeersslachtoffers in de provincie terug te brengen.

Bij het ontwikkelen van maatregelen voor de N361 staat het vergroten van de veiligheid voorop, maar er is ook aandacht voor de leefbaarheid in de dorpen waar de weg doorheen loopt. Verder moet de doorstroming op het traject verbeterd worden.

Een aantal maatregelen voor de herinrichting van de N361 past niet in het vigerende bestemmingsplan. Eén van deze maatregelen is de aanleg van de rotonde in Sauwerd ter hoogte van de Stationsstraat.

Voor deze maatregel kan worden afgeweken van het bestemmingsplan middels een omgevingsvergunning. Een omgevingsvergunning dient ruimtelijk onderbouwd te worden. Dit rapport bevat deze ruimtelijke onderbouwing.

Vigerende juridische regeling

Het vigerende bestemmingsplan voor het projectgebied is het bestemmingsplan Sauwerd (vastgesteld op 6 maart 2012).

De provinciale weg N361 heeft de bestemming Verkeer. In het projectgebied komen daarnaast de enkelbestemmingen Water, Groen en Agrarisch - Cultuurgrond voor. De dubbelbestemming Waarde - Archeologie 4 geldt voor het gehele projectgebied. Verder is voor de N361 een zone met de de gebiedsaanduiding veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen opgenomen.

Door middel van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c Wabo, kunnen de aanpassingen aan de N361 hier worden toegestaan. Artikel 2.12, lid 1, sub a, onder 3 Wabo schrijft voor dat een omgevingsvergunning voor een dergelijke activiteit kan worden verleend wanneer de beoogde activiteit niet strijdig is met een goede ruimtelijke ordening.

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de huidige situatie en de toekomstige situatie en beschrijft de ontwikkelingen. Vervolgens komt het relevante beleid op provinciaal en gemeentelijk niveau aan de orde in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 verwoordt de uitkomsten van de onderzoeken ten gevolge van de geldende secundaire wet- en regelgeving. De onderwerpen die in dit hoofdstuk worden behandeld, zijn: bodem, archeologie en cultuurhistorie, water, natuur en ecologie, geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid. In hoofdstuk 5 zijn de juridische aspecten behandeld. Hoofdstuk 6 gaat over de economische uitvoerbaarheid. In het laatste hoofdstuk worden de resultaten van het gevoerde inspraak en overleg opgenomen.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Huidige situatie

De provinciale weg N361 is de doorgaande weg vanaf de stad Groningen naar Lauwersoog waarna de weg verder loopt in de provincie Friesland richting Leeuwarden. Het deel van de weg in de provincie Groningen verbindt vele dorpen in het buitengebied.

De weg vormt een belangrijke ontsluitingsroute voor verkeer van, naar en in het buitengebied.

In het dorp Sauwerd zijn meerdere aansluitingen op de N361. Gezien vanaf het noorden zijn er aansluitingen op de Laanweg, de Kerkstraat, de Oude Winsumerstraatweg en de Plantsoenweg. Deze ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op het aanpassen van de twee laatstgenoemde aansluitingen. Voor beide aansluitingen geldt dat het zicht voor invoegend verkeer op de N361 in de huidige situatie beperkt is.

Op onderstaande afbeeldingen is de uitvoering van de twee huidige kruisingen weergegeven, gezien vanuit het noorden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1966.BPSA2011BEHE1po01-VS01_0001.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.1966.BPSA2011BEHE1po01-VS01_0002.jpg"

Aansluiting N361 met (van boven naar onder) de Oude Winsumerstraatweg en de Plantsoenweg (bron: Google Streetview)

2.2 Toekomstige situatie

Vanuit veiligheidsoverwegingen worden de kruisingen N361 – Oude Winsumerstraatweg en N361 – Plantsoenweg, gelegen in de bebouwde kom van Sauwerd, opgeheven en vervangen door een nieuwe rotonde ter hoogte van de Stationsstraat. Vanwege het belang van deze nieuwe aansluiting voor de ontsluiting van het dorp (naar verwachting zal het grootste deel van het dorp van deze rotonde gebruik maken) en de opgaven om de veiligheid en oprijdbaarheid te verbeteren, wordt deze kruising uitgevoerd als rotonde.

Een rotonde is tevens een automatische snelheidsremmer, een logische entree van het dorp en faciliteert een veilige oversteek voor langzaam verkeer. Daarnaast is ter plaatse voldoende ruimte beschikbaar voor een rotonde.

Om voldoende opstelruimte te hebben tussen de Plantsoenweg en de rotonde, is de as van de Provincialeweg ten opzichte van de huidige situatie opgeschoven in westelijke richting. De Stationsstraat heeft hierbij voorrang ten opzichte van de Plantsoenweg. Dit om te voorkomen dat op de rotonde een opstopping ontstaat doordat verkeer dat rechtsaf slaat richting Stationsstraat voorrang moet verlenen aan verkeer van rechts vanuit de Plantsoenweg.

De bushaltes worden gesitueerd direct aansluitend aan de rotonde. Dat betekent dat de bushalte aan de oostzijde van de weg nagenoeg op dezelfde locatie wordt gehandhaafd. De bushalte aan de westzijde van de weg (bus richting Groningen) wordt verplaatst vanuit het dorp (tegenover de supermarkt) naar deze rotonde.

De nieuwe aansluiting van de Stationsstraat is geprojecteerd over het oorlogsmonument in het Ranomiplantsoen. In overleg met het dorp zal een nieuwe locatie voor dit monument worden gezocht, elders in het dorp.

In de toekomstige situatie is voorzien in verduidelijking van de bestaande parkeervakken met markering en in uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen.

De haag tussen de Provincialeweg en het Ranomiplantsoen blijft gehandhaafd tot aan de langzaam verkeer oversteek ten zuiden van de rotonde. Ter hoogte van de rotonde en ten noorden hiervan is voorzien in een nieuwe haag tussen de Plantsoenweg en de Provincialeweg, deels direct achter de parkeervakken. Deze haag zal voor een groot deel uitgevoerd worden als greenwall. Hiermee wordt zowel geluids- als eventueel lichtoverlast (door koplampen) deels voorkomen. Het beeld van een greenwall komt overeen met het beeld van een haag.

afbeelding "i_NL.IMRO.1966.BPSA2011BEHE1po01-VS01_0003.png"

Toekomstige situatie rotonde Sauwerd

Hoofdstuk 3 Beleid

3.1 Provincie

Het ruimtelijk beleid is door de Provincie Groningen vastgelegd in de Omgevingsvisie 2016-2020. In de Omgevingsvisie wordt al het ruimtelijk beleid gebundeld in één document. Tegelijk met de Omgevingsvisie is ook de Omgevingsverordening provincie Groningen 2016 vastgesteld.

De provinciale belangen uit de visie zijn in de Omgevingsverordening vertaald in bindende regels die bij ruimtelijke plannen en ontwikkelingen in acht dienen te worden gehouden. Het gaat hierbij om zowel ruimtelijke aspecten waaronder landschapswaarden en cultuurhistorische waarden als functionele aspecten waaronder verkeer en vervoer en wonen.

Toetsing

In de provinciale Omgevingsvisie is genoemd dat de verkeersafwikkeling en de verkeersveiligheid op een aantal plaatsen te wensen overlaat. Een aantal provinciale wegen, waaronder de N361, is genoemd als wegen waar maatregelen voor betere doorstromingen en/of verkeersveiligheid worden genomen.

Vanuit de provinciale Omgevingsvisie en -verordening gelden daarnaast nog een aantal aandachtspunten voor het projectgebied en omgeving.

Landschap

Het projectgebied is gelegen in het Wierdenland en Waddengebied. Het gebied is tevens aangewezen als gebied met de waarde Herkenbare verkaveling.

In de Omgevingsvisie zijn aandachtspunten genoemd waar rekening mee moet worden gehouden in het Wierdenland en Waddengebied. Hierin staat onder andere genoemd het contrast tussen vlaktes en dorpen, het kronkelend verloop van natuurlijke waterlopen, ritmiek van boerderijreeksen met erven in het groen en onregelmatige verkaveling in het wierdenlandschap. Voor de dorpen wordt de historisch gegroeide dorpsstructuur genoemd met doorzichten op het landschap vanuit dorpslinten en andersom.

In de Omgevingsverordening is verder opgenomen dat in een bestemmingsplan, dat betrekking heeft op het Grootschalig open landschap, regels moet bevatten die gericht zijn op bescherming van de landschappelijke openheid. Deze regels bevatten in elk geval een verbod op nieuwe houtteelt en op de aanleg van nieuw bos en boomgaarden.

Omdat het voornemen enkel betrekking heeft op beperkte aanpassingen van een reeds bestaande weg, en de structuur van het landschap niet wijzigt, geldt dat het voornemen niet strijdig is met het provinciaal beleid voor landschap.

Veiligheid en milieu

Langs de provinciale weg N361 is in de Omgevingsvisie een Fietsroute Plus opgenomen. De fietsroute loopt vanaf de kruising bij de Oude Adorperweg/Tjardaweg (gemeente Groningen) tot aan Winsum. Verder zijn in de Omgevingsverordening rondom de N361 veiligheidszones opgenomen vanwege het provinciaal basisnet, vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg. Binnen deze veiligheidszones gelden restricties voor bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen.

In de 30 meter zone (veiligheidszone 3) zijn in de huidige situatie en in de toekomstige situatie geen objecten voor het verblijf van verminderd zelfredzame personen aanwezig. Daarnaast neemt het groepsrisico in het invloedsgebied (veiligheidszone 2) ook niet zichtbaar toe in de toekomstige situatie. In paragraaf 4.7 wordt uitgebreider ingegaan op het aspect externe veiligheid.

Natuur

De aanpassingen aan de N361 zijn gelegen in het gebied dat in de Omgevingsverordening is aangewezen als leefgebied voor weidevogels. De maatregelen aan de N361 zijn een beperkte ingreep en het areaalverlies is minimaal. Daarnaast geldt dat het weidevogelgebied reeds verstoord is op de betreffende locaties vanwege de al aanwezige weg. De toekomstige situatie zal daardoor niet onderscheidend zijn van de huidige reeds verstoorde situatie. Gelet op voorgenoemde argumenten hoeven er geen compenserende maatregelen genomen te worden.

Conclusie

Het voornemen tot het aanpassen van de N361 is passend in het beleid van de provincie Groningen.

3.2 Gemeente

Structuurvisie Winsum

Op 7 januari 2014 heeft de gemeenteraad van gemeente Winsum de Structuurvisie Winsum vastgesteld. In de structuurvisie zijn drie kernopgaven genoemd: goede bereikbaarheid, sterke kernen met een eigen karakter en vitaal en waardevol buitengebied.

Bereikbaarheid is voor de gemeente meer dan infrastructuur en goede verbindingen. Het gaat ook over voorzieningen en woonmilieus. In de structuurvisie wordt daarom ingegaan op en integraal en duurzaam multimodaal vervoerssysteem, autobereikbaarheid, fietsbereikbaarheid en de digitale infrastructuur.

Wat betreft autobereikbaarheid wordt onder andere het verbeteren van de doorstroming over de N361 onder de aandacht gebracht. Verder wordt genoemd dat de noord-zuid fietsverbinding hoofdzakelijk wordt gebruikt voor woon-werkverkeer en/of schoolverkeer. De oost-west fietsverbindingen zijn recreatief van aard.

Het aanpassen van de N361 leidt tot verbetering voor de doorstroming en verkeersveiligheid. De plannen hebben aandacht voor het fietsverkeer en de verkeersveiligheid binnen en buiten de dorpen en sluiten daarmee aan bij de visie van de gemeente Winsum.

Gemeentelijke Verkeer- en Vervoerplan Winsum

Op 28 januari 2014 is het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan van de gemeente Winsum vastgesteld. Hierin is het verkeerskundig beleid van de gemeente opgenomen. Verschillende onderwerpen worden in het plan genoemd: verkeersstromen, gemotoriseerd verkeer, openbaar vervoer, verkeersveiligheid, fietsverkeer, parkeren, toegankelijkheid en duurzame mobiliteit.

Uit het verkeersonderzoek waar het GVVP op is gebaseerd blijkt dat de N361 en N363 de grootste doorgaande functies vervullen. Winsum heeft een regiofunctie, waardoor bij de opwaardering van de N361 genoemd wordt dat niet alleen gekeken moet worden naar oplossingen voor doorgaand verkeer maar ook naar oplossingen voor verkeer met een herkomst of bestemming in Winsum.

Het plan waar deze onderbouwing voor is opgesteld sluit aan bij de ambitie van het GVVP: goed bereikbaar zijn en werken aan een veilig, toekomstbestendig en goed functionerend verkeerssysteem.

Hoofdstuk 4 Ruimtelijke aandachtspunten

4.1 Bodem

Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient de bodemkwaliteit ter plaatse te worden onderzocht. Er dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.

Voor het plan is verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. De rapportage van het onderzoek is als bijlage 1 bij deze onderbouwing gevoegd (Terra bodemonderzoek bv, kenmerk 18125, d.d. 18 oktober 2018). Het onderzoek heeft bestaan uit een algemeen verkennend bodemonderzoek en een verkennend asbestonderzoek. Het onderzochte gebied zijn meerdere kruisingen met de N361 en de aanpassingen van de N361 in Adorp en Sauwerd.

Verkennend bodemonderzoek

In het onderzoek zijn een aantal sterke verontreinigingen met PAK (boring 20 en 109) en lood (boring 67) in de bovengrond aangetroffen. Deze boorlocaties zijn niet gelegen binnen het gebied waar deze ruimtelijke onderbouwing betrekking op heeft en zijn voor deze onderbouwing daarom niet relevant.

In de overige mengmonsters worden daarnaast veelvuldig lichte verontreinigingen aangetroffen aan zware metalen, PAK, PCB's en minerale olie. Enkele tracé's (zowel boven- als ondergrond) worden door verhoogde waarden aan minerale olie (<interventiewaarde) als niet toepasbaar worden aangemerkt.

Er is een sterke relatie in de mate van verontreiniging aanwezig tussen bodemmonsters welke nabij de wegen zijn genomen (vaak niet toepasbaar) en monsters welke in het midden van de berm zijn genomen (vaak klasse industrie). Over het algemeen kan worden verondersteld dat de grondstrook direct langs de wegtracé's sterker verontreinigd zijn met vooral PAK en minerale olie. Ook is een relatie aangetoond tussen de puinrijke grondmonsters en de aangetoonde verontreinigingen van PAK en minerale olie.

De aangetroffen verhoogde concentraties vormen geen onaanvaardbare risico's voor de volksgezondheid, het milieu en/of het ecosysteem.

Verkennend asbestonderzoek

De asbestconcentraties van alle asbestmengmonsters liggen (ruimschoots) beneden de 50 mg/kgds gewogen (0,5 x interventiewaarde). Nader onderzoek naar asbest in de bodem kan op basis hiervan achterwege blijven.

Het aspect bodem vormt geen belemmering voor uitvoering van het plan.

4.2 Archeologie en cultuurhistorie

Archeologie

Archeologische waarden dienen op grond van de Erfgoedwet te worden mee gewogen in de besluitvorming over ruimtelijke ingrepen. Bij het opstellen van ruimtelijke plannen dient dan ook rekening te worden gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden. Noord-Groninger gemeenten hebben gezamenlijk inhoud gegeven aan het archeologiebeleid op basis van specifiek onderzoek (RAAP-rapport 1732; 2008). Kern van dat beleid is de Archeologische verwachtingskaart en beleidsadvieskaart die in juni 2013 zijn geactualiseerd.

Het gehele tracé van de N361 waar het voornemen betrekking op heeft is gelegen in een zone met een hoge archeologische verwachtingswaarde. Voor het voornemen is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd met als doel het in kaart brengen van de bekende en te verwachten archeologsich waarden. Op basis hiervan is geadviseerd om op die locaties waar de bodemingrepen dieper dan 40 cm onder het maaiveld zullen reiken, een archeologsich booronderzoek uit te laten voeren. Het rapport van het archeologisch bureauonderzoek (Libau, d.d. 9 mei 2017) is als bijlage 2 bij deze onderbouwing gevoegd.

Het archeologisch booronderzoek is door RAAP uitgevoerd. Het rapport behorende bij dit onderzoek is als bijlage 3 bij deze onderbouwing gevoegd (RAAP-notitie 6046; 4 oktober 2017).

De volgende onderzoekslocaties worden vrijgesteld van verder archeologisch onderzoek:

  • Komentree Sauwerd Noord;
  • Dorpskern Sauwerd.

De kans dat zich binnen deze locaties archeologische resten bevinden wordt zeer klein geacht. Indien bij de graafwerkzaamheden toch archeologische resten worden aangetroffen, moet hiervan direct melding worden gemaakt bij de provinciaal archeologen van Groningen, dhr. M. Rooke en mevr. G. Bergsma.

Binnen de volgende onderzoekslocaties dienen, na betredingstoestemming, de resterende verkennende boringen nog te worden uitgevoerd:

  • Rotonde Sauwerd en komgrens zuid (nog drie boringen uitvoeren).

Op basis van de resultaten van de nog uit te voeren boringen wordt vastgesteld of archeologisch vervolgonderzoek binnen deze drie onderzoekslocaties noodzakelijk is. De werkzaamheden worden niet eerder gestart dan dat de resterende boringen en eventueel vervolgonderzoek is uitgevoerd.

Cultuurhistorie

Als gevolg van het rijksbeleid ten aanzien van de monumentenzorg, is per 1 januari 2012 een wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening van kracht. De wijziging betreft artikel 3.1.6, tweede lid, onderdeel a, als gevolg waarvan alle cultuurhistorische waarden uitdrukkelijk dienen te worden mee gewogen bij het vaststellen van ruimtelijke plannen. Dit betekent dat in aanvulling op de archeologische aspecten nu ook de overige cultuurhistorische waarden moeten worden betrokken in het onderzoek.

De gemeente Winsum heeft op 26 april 2016 de erfgoednota met bijbehorende erfgoedkaart vastgesteld. Op de erfgoedkaart is een gebiedsindeling gemaakt en zijn cultuurhistorische en landschappelijke waarden aangeduid.

Het projectgebied is gelegen in het Oud wierdenlandschap. De Plantsoenweg is aangewezen als 'oude weg' en er is een beeldbepalende boom aanwezig in de nabijheid van het projectgebied.

Omdat de aanpassingen aan de N361 zeer beperkt zijn en voor het grootste deel aansluiten bij de bestaande weg, wordt de structuur van het cultuurhistorische landschap niet aangetast. Op de erfgoedkaart is te zien dat andere cultuurhistorische waarden wel in de nabijheid van het projectgebied aanwezig zijn, maar niet in het projectgebied zelf. Voor het aspect cultuurhistorie gelden de in de omgeving aanwezige waarden wel als aandachtspunt, maar is het voornemen geen belemmering.

4.3 Water

Artikel 3.1.6 in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) geeft aan dat er in ruimtelijke plannen een waterparagraaf moet worden opgenomen. In de toelichting moet worden aangegeven op welke wijze er rekening is gehouden met de waterhuishoudkundige situatie, dat wil zeggen het grondwater en het oppervlaktewater. Het is de schriftelijke weerslag van de zogenaamde watertoets: 'het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren (door de waterbeheerder), afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten'.

De watertoets heeft op 13 augustus 2018 plaatsgevonden door het invullen van de digitale watertoets. De vragenlijst is volledig ingevuld. Uit de watertoets is gebleken dat er sprake is van een korte procedure en dat gebruik gemaakt kan worden van de standaard waterparagraaf. Deze is als resultaat bij de watertoets opgenomen. Het resultaat en de samenvatting van de watertoets zijn als bijlage 4 en 5 gevoegd bij deze onderbouwing.

In de standaard waterparagraaf worden de volgende aandachtspunten genoemd, die bij wijziging invloed kunnen hebben op de waterhuishouding of de belangen van het waterbeheer of initiatiefnemer raken. Het gaat om de volgende thema's:

  • gelijkblijvend/afname verhard oppervlak;
  • riolering;
  • vervuiling verhard oppervlak;
  • nieuw stedelijk gebied;
  • bestaand stedelijk gebied;
  • grondwater;
  • invloed op de waterhuishouding.

Voorliggend plan leidt tot verplaatsing van de as van de provinciale weg N361 in westelijke richting (landelijk gebied). Het verhard oppervlak neemt toe door verbreding en aanleg van de rotonde en het watersysteem wordt aangepast door verlegging van de westelijk gelegen sloot.

In de watertoets is opgenomen dat bij toename van 750 m2 verhard oppervlak mogelijkheden voor afkoppelen van regenwater te onderzoeken en vast te leggen. De toename verhard oppervlak blijft onder 750 m2. Het regenwater wordt net als in de huidige situatie afgevoerd.

Er treden geen belemmeringen op ten aanzien van het aspect water.

4.4 Natuur en ecologie

Per 1 januari 2017 zijn de Flora- en faunawet, Natuurbeschermingswet en Boswet opgegaan in één nieuwe wet: de Wet natuurbescherming (Wnb). Hoofdstuk 3 van de Wet natuurbescherming betreft het onderdeel soorten, voorheen de Flora- en faunawet. Door Buro Bakker is een quickscan uitgevoerd. Met deze quickscan vindt de toetsing aan het onderdeel soorten van de Wet natuurbescherming plaats. Het rapport (Update quickscan soorten Wnb voor maatregelen langs de N361 en herinrichting bij Adorp en Sauwerd, 4 mei 2018) behorende bij deze quickscan is opgenomen als bijlage 6 bij deze onderbouwing.

Op basis van de quickscan zijn met betrekking tot de aanwezigheid van beschermde flora en fauna de volgende conclusies te trekken:

  • Bij de nieuw te realiseren rotonde in Sauwerd zijn bomen met jaarrond beschermde nesten van de roek aanwezig.
  • In en rond het plangebied is geschikt broedbiotoop voor vogels zoals meerkoet, wilde eend, knobbelzwaan (sloten), grutto, kievit en scholekster (weilanden);
  • In en rond het plangebied komt verder een aantal Nationaal beschermde soorten voor, namelijk bosmuis, bosspitsmuis, veldmuis. Voor deze andere soorten geldt dat ze allemaal zijn opgenomen in bijlage 5 van de provinciale verordening, zodat voor deze soorten een vrijstelling geldt (zie bijlage 1 voor een overzicht). De algemene zorgplicht is wel van kracht.

Verder komen in het gebied, op locatie Sauwerd ‘Ranomipark’, jaarrond beschermde roekennesten voor. Het vernietigen van deze nesten is ontheffingsplichtig. De bomen waarin deze nesten zich bevinden blijven bestaan, de nesten worden dan ook niet vernietigd. Er is geen ontheffing nodig.

Omdat in het plangebied zowel Vogelrichtlijnsoorten als Habitatrichtlijnsoorten voorkomen, dient verstoring tijdens het broedseizoen geheel te worden voorkomen. Negatieve effecten kunnen aan de orde zijn als bij de werkzaamheden vogels of de nesten van vogels worden verstoord. Dergelijke verstoring is niet toegestaan. Door de meest ingrijpende werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren wordt overtreding van verbodsbepalingen voorkomen.

Het broedseizoen omvat globaal de periode half maart tot en met half juli. Werkzaamheden die in ieder geval buiten het broedseizoen moeten worden uitgevoerd zijn het kappen van bomen en verwijderen van struweel en het dempen van sloten. Een deel van de werkzaamheden, zoals het aanleggen van de verharding kan ook in het broedseizoen worden uitgevoerd, mits vestiging van broedvogels in het werkgebied gedurende het broedseizoen kan worden voorkomen. Ecologische begeleiding is hierbij mogelijk noodzakelijk.

Voor Nationaal beschermde soorten geldt de zorgplicht. De zorgplicht houdt in dat schade aan wilde planten en dieren zoveel, als redelijkerwijs mogelijk is, wordt voorkomen. Dit kan door het dempen van de slootdelen rustig en één richting op uit te voeren, zodat eventuele aanwezige algemene vissen en amfibieën, zelfstandig het gebied kunnen verlaten.

De adviezen worden bij het uitvoeren van het plan meegenomen. Het aspect natuur en ecologie vormt geen belemmering voor het voornemen.

4.5 Geluid

Vanwege de geplande fysieke wijziging van de weg is een toets aan de Wet geluidhinder aan de orde. Van reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder is sprake indien een bestaande weg wordt gewijzigd en aanliggende woningen ten gevolge van deze wijziging een verhoging van de geluidsbelasting ondervinden van 2 dB of meer. Vanwege afronding van decimale getallen is een verhoging van 1,50 dB ook reconstructie. De beoordeling en toetsing van de geluidssituatie vindt plaats voor de onderscheidbare wegen afzonderlijk. Bij een geluidstoename van 1,5 dB of meer is de verandering dusdanig groot is dat er geluidsreducerende maatregelen in overweging genomen moeten worden. Kleinere verschillen acht de wetgever aanvaardbaar. Er vindt pas een toetsing aan de grenswaarde voor geluid plaats als er ook sprake is van een ‘reconstructie’ zoals gedefinieerd in artikel 1 van de Wet geluidhinder. De algemene regel bij reconstructies is dat de bestaande geluidsbelasting niet wordt verhoogd als gevolg van de reconstructie. Met andere woorden: de reeds heersende geluidswaarde is de voorkeursgrenswaarde. De heersende waarde is de geluidsbelasting op de woning in het jaar voordat de reconstructie plaatsvindt.

Door adviesbureau WMA is akoestisch onderzoek uitgevoerd. Het rapport behorende bij dit onderzoek is als bijlage 7 bij deze onderbouwing gevoegd (Akoestisch onderzoek herinrichting N361 Deelgebied Sauwerd, 20 maart 2018).

In opdracht van de provincie Groningen is onderzoek uitgevoerd naar de geluidseffecten op de woonomgeving in verband met de herinrichting van de N361 in Sauwerd en de nabije omgeving. De heersende geluidsbelasting is vergeleken met de toekomstige geluidsbelasting na aanpassing van de weg.

De provincie zal tegelijkertijd met de herinrichting een geluidsreducerend wegdek aanbrengen en ter plaatse van Plantsoenweg 15 t/m 25 een scherm van 1 meter hoog plaatsen in de vorm van een Greenwall.

Deze maatregelen zijn meegenomen in het onderzoek naar de geluidseffecten. Uit het onderzoek is gebleken dat de geluidsbelasting na de herinrichting daalt ten opzichte van de heersende situatie. Er is dan sprake van een verbetering van de geluidssituatie. De geluidsreductie varieert van 1,5 tot 3,2 dB.

Het aspect geluid levert geen belemmeringen op voor deze onderbouwing.

4.6 Luchtkwaliteit

Het voornemen is om de N361 op verschillende locaties aan te passen. Omdat deze aanpassingen enkel betrekking hebben op wijziging van de wegvakken dan wel op de indeling van de weg, heeft het voornemen geen invloed op de luchtkwaliteit. Er is immers geen sprake van een toename van verkeer. Er is in het gebied geen sprake van overschrijding van de normen voor luchtverontreinigende stoffen.

Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor het voornemen.

4.7 Externe veiligheid

De Omgevingsdienst Groningen heeft een externe veiligheidsonderzoek uitgevoerd naar de gevolgen van de aanpassing aan de provinciale weg N361 die de veiligheid op de weg moeten verbeteren. Het rapport van het onderzoek (d.d. 26 januari 2018) is als bijlage 8 bij deze ruimtelijke onderbouwing gevoegd.

De belangrijkste constateringen en te nemen maatregelen voor de verantwoording van het groepsrisico worden in het rapport als volgt samengevat:

  • er wordt voldaan aan de grens- en richtwaarden voor het transport van gevaarlijke stoffen over de N361;
  • de 30 meter zone (veiligheidszone 3 van de provinciale omgevingsverordening) is in de huidige situatie en in de toekomstige situatie niet gelegen over objectenvoor het verblijf van verminderd zelfredzame personen;
  • het berekende groepsrisico voor de N361 is in de huidige situatie gelegen onder de oriënterende waarde;
  • voor de toekomstige situatie geldt dat het berekende groepsrisico voor de N361 niet zichtbaar toeneemt.

Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor het voornemen.

Hoofdstuk 5 Juridische aspecten

De ruimtelijke ordening kent een aantal instrumenten. De belangrijkste daarvan is het bestemmingsplan. Daarnaast kennen de Wet ruimtelijke ordening en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ook de mogelijkheid om een bestemming uit te werken, een bestemming te wijzigen middels een wijzigingsplan en af te wijken van het bestemmingsplan door middel van een omgevingsvergunning (zowel binnen- als buitenplans).

Voorliggende ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c Wabo. Ofwel, een omgevingsvergunning voor een activiteit die in strijd is met het geldende bestemmingsplan. Artikel 2.12, lid 1, sub a, onder 3 schrijft voor dat een omgevingsvergunning voor een dergelijke activiteit kan worden verleend wanneer de beoogde activiteit niet strijdig is met een goede ruimtelijke ordening en wanneer een goede ruimtelijke onderbouwing onderdeel uitmaakt van de motivering voor het verlenen van de vergunning.

Artikel 5.20 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) verklaart een aantal bepalingen in het Bro (Besluit ruimtelijke ordening) ten aanzien van de inhoud van de ruimtelijke onderbouwing van overeenkomstige toepassing.

De procedure van de omgevingsvergunning is geregeld in de Wabo. De Wabo kent twee procedures. Een reguliere voorbereidingsprocedure en de uitgebreide voorbereidingsprocedure. Voor de voorliggende omgevingsvergunning is de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing. Dit houdt in dat Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is. De verschillende stappen in de procedure zijn niet aan eigen termijnen gekoppeld. Er liggen twee termijnen vast. Binnen zes maanden na de indiening van de aanvraag om omgevingsvergunning moet een besluit worden genomen en het ontwerpbesluit moet gedurende zes weken ter inzage worden gelegd, waarbij de gelegenheid wordt geboden om zienswijzen in te dienen. De termijn van zes maanden kan eventueel met zes weken worden verlengd.

Binnen de toegestane termijn van zes maanden moet ook het overleg met relevante instanties worden doorlopen, zoals artikel 6.18 Bor voorschrijft.

Daarnaast regelt artikel 6.5 van het Bor dat, voordat burgemeester en wethouders de omgevingsvergunning ter afwijking van het bestemmingsplan verlenen, de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven. In dit geval is deze verklaring niet vereist omdat het project binnen de bebouwde kom valt.

Het verlenen van de omgevingsvergunning leidt er vervolgens toe dat er direct kan worden uitgevoerd na afloop van de beroepstermijn.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

De kosten die gepaard gaan met het plan worden door de initiatiefnemer (provincie Groningen) gedragen.

Hiervoor is in 2016 een realisatiebesluit genomen voor drie projecten: de verbeteringsmaatregelen N361, de Fietsroute Plus Groningen-Winsum en de herinrichting van de dorpen Adorp en Sauwerd. Hiermee is budget beschikbaar gesteld voor de uitvoering van deze drie projecten.

De kosten die ook uit dit plan kunnen voortvloeien, zijn aanvragen voor een tegemoetkoming in schade. Aanvragen om tegemoetkoming in schade kunnen op voorhand niet worden uitgesloten. De gemeente zal daarom met de initiatiefnemer een overeenkomst sluiten, zoals bedoeld in artikel 6.4a Wro. Daarmee kan worden voorkomen dat de gemeenschap de kosten moet betalen die worden gemaakt in het belang van de aanvrager.

Een exploitatieplan is voor deze ruimtelijke onderbouwing niet nodig.

Hoofdstuk 7 Inspraak en overleg

Overleg

Naast de aanpassingen aan de N361 waar voorliggende ruimtelijke onderbouwing betrekking op heeft, zijn er meer projecten rondom de N361. Het gaat om de projecten Fietsroute Plus, de verbeteringsmaatregelen op de N361 en de herinrichting van Adorp en Sauwerd. In het kader van deze projecten hebben vanaf april 2014 meerdere informatiebijeenkomsten plaatsgevonden waarbij omwonenden en organisaties als Dorpsbelangen Adorp en Dorpsbelangen Sauwerd zijn uitgenodigd. Ook is er, voordat Provinciale Staten heeft besloten tot realisatie van de plannen, een inspraakmoment voor belanghebbenden geweest.

Hieronder is weergegeven op welke momenten onder andere mogelijkheid is geboden voor overleg.

Wat   Datum   Onderwerpen  
Inloopbijeenkomst projecten N361   10 en 12 november 2015   Rotonde is onderwerp van gesprek geweest. Bewoners en andere betrokkenen hebben onder andere over de rotonde vragen gesteld en reacties achtergelaten waar nadien op is gereageerd.  
Informatiebijeenkomst met Dorpsbelangen Sauwerd/Wetsinge   8 december 2015   Inventarisatie bij Dorpsbelangen wat wensen en aandachtspunten vanuit het dorp zijn. Ze gaven toen aan een rotonde wenselijk te vinden bij de Plantsoenweg.  
Inloopbijeenkomst over de herinrichting Sauwerd   5 april 2018   De rotonde was onderdeel van de uitgewerkte planvorming/presentatiemateriaal. Aanwezigen konden vragen stellen en reacties achterlaten. Op deze reacties is nadien gereageerd, waaronder op vragen over de rotonde. De inwoners die specifiek over de rotonde vragen hadden, zijn voor het overleg in juni 2018 uitgenodigd (en daarnaast nog de toekomstige omwonenden, zie hieronder).  
Overleg met toekomstige omwonenden rotonde   26 juni 2018   Conceptontwerp besproken met toekomstige omwonenden en Dorpsbelangen en hun wensen en zorgen geïnventariseerd. Aan vrijwel alle ingebrachte punten is tegemoet gekomen in het ontwerp. Genodigden zijn content met de aanpassingen.  

Vooroverleg

In het kader van het bestuurlijk vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro is dit plan aan verschillende maatschappelijke instanties aangeboden die daarmee in de gelegenheid zijn gesteld om een overlegreactie op het plan in te dienen.

De Provincie Groningen, de Veiligheidsregio Groningen en Waterschap Noorderzijlvest hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt. De vooroverlegreacties zijn als bijlage 9 bij deze onderbouwing gevoegd.

De reacties leiden niet tot aanpassing van het plan. Het waterschap wijst wel op de rioolpersleiding van het waterschap dat circa 5 meter ten westen van de westelijke bermsloot van de N361 ligt. Initiatiefnemer dient daarover contact op te nemen met leidingbeheer van het waterschap.

Terinzagelegging ontwerp

De ontwerp omgevingsvergunning is ter visie gelegd, waarbij een ieder in de gelegenheid is gesteld om zienswijzen in te dienen. Er is één zienswijze ingediend. De zienswijze is als bijlage 10 bij deze onderbouwing gevoegd. Hieronder volgt een korte samenvatting van de zienswijze en de reactie van de gemeente op de zienswijze.

Vraag 1

Met de provincie Groningen heeft indiener reeds overeenstemming dat de sloot/gracht langs de Provincialeweg en het perceel Provincialeweg 2 en 4 ongewijzigd blijft. Kunt u bevestigen dat in het voorliggende plan dit ook het geval is? Indiener vindt de tekeningen in dezen niet helemaal duidelijk.

Reactie op vraag 1

In het plan dat ten grondslag ligt aan de omgevingsvergunning voor de rotonde in Sauwerd, blijft de sloot/gracht bij het perceel Provincialeweg 2 en 4 (nog steeds) ongewijzigd. Op het onderste deel van de tekening in bijlage 11 staat verduidelijkt dat de gracht/sloot intact blijft en dat de nieuw te graven sloot ten westen van de rotonde hierop aansluit (de groene lijnen duiden de nieuwe sloot aan).

Vraag 2

Indiener vraagt zich af hoe de procedure nu verder gaat. Is de compensatie vanwege planschade ook afhankelijk van al dan niet bezwaar aantekenen?

Reactie op vraag 2

Nadat de omgevingsvergunning voor de rotonde is verleend is het mogelijk om beroep in te stellen bij de Rechtbank te Groningen. Daarna kunt u ook nog hoger beroep instellen bij de Raad van State te Den Haag.


Verder zal de aanvrager (provincie Groningen) na vergunningverlening een planning maken om de rotonde aan te leggen. Op de website www.N361veilig.nl is hier meer informatie over te vinden.


Planschade aanvragen kan altijd maar moet binnen 5 jaar nadat het besluit (de omgevingsvergunning) onherroepelijk is. Een aanvraag om planschade wordt beoordeeld door een onafhankelijk bureau.


Bezwaar (in dit geval beroep) is hiervoor niet nodig. Daarnaast heeft u met uw brief al kenbaar gemaakt wat uw belangen zijn. Of u ook planschade krijgt hangt van meerdere factoren af vandaar dat hierover ook een onafhankelijk advies door een deskundig bureau wordt uitgebracht.

Vraag 3

Er is gekozen om de rotonde aan te laten sluiten op de Stationsstraat. Indiener vraagt zich af waarom niet is gekozen om de rotonde aan te leggen op de oprit van de Platsoenweg en dus aan het begin van het dorp.

Reactie op vraag 3

De Stationsstraat is een logische plek om een rotonde te maken omdat de voornaamste verkeersbeweging die van en naar de Stationsstraat is. Op deze locatie is ook meer ruimte aanwezig voor de aanleg van een rotonde. Een rotonde bij de Plantsoenweg is minder logisch omdat er dan meer verkeer voor de woningen langs rijdt en er minder ruimte is voor een rotonde.

Vraag 4

Indiener is bang dat door de rotonde het lastig gaat worden om het erf te verlaten vanwege een constante stroom met auto's. Indiener vraagt of hier een oplossing voor is bedacht.

Reactie op vraag 4

Het is na aanleg van de rotonde niet lastiger om vanaf de Provincialeweg 2/4 de N361 op te rijden. Ter plaatse van de woning verandert de ligging van de weg en de inrit niet. Een verandering van het verkeersaanbod door aanwezigheid van de rotonde wordt ook niet verwacht. De rotonde heeft een snelheidsremmende werking wat zelfs een positief effect kan hebben op de oprijdbaarheid van de weg.

Conclusie

De zienswijze geeft geen aanleiding het plan rond de nieuw aan te leggen rotonde in Sauwerd te wijzigen.