NOVI
De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) biedt een duurzaam perspectief voor de Nederlandse
leefomgeving. Hiermee kan worden ingespeeld op de grote uitdagingen die voor ons liggen. De NOVI biedt een kader, geeft richting en maakt keuzes waar dat kan. Tegelijkertijd is er ruimte voor
regionaal maatwerk en gebiedsgerichte uitwerking. Met de NOVI zet de Rijksoverheid een proces in gang waarmee keuzes voor onze leefomgeving sneller en beter gemaakt kunnen worden.
Aan de hand van een toekomstperspectief op 2050 brengt de NOVI de langetermijnvisie in beeld.
Op nationale belangen wil het Rijk sturen en richting geven. Die komen samen in vier prioriteiten:
- Ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie;
- Duurzaam economisch groeipotentieel;
- Sterke en gezonde steden en regio's;
- Toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied.
De druk op de fysieke leefomgeving in Nederland is zo groot, dat belangen soms botsen. Het
streven vanuit de NOVI is combinaties te maken en win-win situaties te creëren. Soms zijn er
scherpe keuzes nodig en moeten belangen worden afgewogen. Hiertoe gebruikt de NOVI drie
afwegingsprincipes:
- Combinaties van functies gaan voor enkelvoudige functies: In het verleden is scheiding van functies vaak te rigide gehanteerd.
- Met de NOVI wordt gezocht naar maximale combinatiemogelijkheden tussen functies, gericht op een efficiënt en zorgvuldig gebruik van de ruimte;
- Kenmerken en identiteit van een gebied staan centraal: wat de optimale balans is tussen bescherming en ontwikkeling, tussen concurrentiekracht en leefbaarheid, verschilt van gebied tot gebied. Sommige opgaven en belangen wegen in het ene gebied zwaarder dan in het andere;
- Afwentelen wordt voorkomen: het is van belang dat de leefomgeving zoveel mogelijk voorziet in mogelijkheden en behoeften van de huidige generatie van inwoners zonder dat dit ten koste gaat van die van toekomstige generaties.
SVIR
Op 13 maart 2012 is de Rijkstructuurvisie Infrastructuur en Ruimte (hierna SVIR) vastgesteld. Daarin is aangegeven dat het Rijk streeft naar ‘Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig’. Het Rijk kiest drie doelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028):
- het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk economische structuur van Nederland;
- het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;
- het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.
Het Rijk kiest daarbij voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid.
Een aantal van deze nationale belangen wordt juridisch geborgd via het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro).
Ladder voor duurzame verstedelijking
In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de verplichting opgenomen om in het geval van nieuwe stedelijke ontwikkeling een onderbouwing van nut en noodzaak van de nieuwe stedelijke ruimtevraag en de ruimtelijke inpassing op te nemen. De ladder voor duurzame verstedelijking is sinds 1 oktober 2012 opgenomen in artikel 3.1.6, tweede lid Bro en stelt eisen met het oog op een zorgvuldige afweging, transparante besluitvorming en een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. De ladder voor duurzame verstedelijking heeft als doel om zorgvuldig ruimtegebruik te stimuleren en over-programmering op regionaal niveau te voorkomen.
Op 1 juli 2017 is een wijziging van de Ladder voor duurzame verstedelijking doorgevoerd (artikel 3.1.6 lid 2 – 4 Bro). Voorheen bestond de ladder uit drie treden, dat is nu niet meer het geval. De behoefte van de ontwikkeling dient te worden beschreven indien er sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Als de ontwikkeling is voorzien buiten het bestaand stedelijk gebied, zal daarnaast gemotiveerd moeten worden waarom de ontwikkeling niet binnen het bestaand gebied kan worden gerealiseerd.
Nieuwe stedelijke ontwikkeling
Of de behoefte van de ontwikkeling moet worden beschreven hangt af van de vraag of er sprake is van een ‘nieuwe stedelijke ontwikkeling’ als bedoeld in artikel 3.1.6, lid 2 Bro. Of er sprake is van een stedelijke ontwikkeling wordt bepaald door de aard en omvang van de ontwikkeling in relatie tot de omgeving.
De definitie van een stedelijke ontwikkeling is als volgt in het Bro omschreven: 'ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen'.
De aard en de omvang van de toegestane functie en bebouwing waarin het plan voorziet is, naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, van belang of er sprake is van een stedelijke ontwikkeling.
Realisatie buiten stedelijk gebied
Als de ontwikkeling is voorzien buiten het bestaand stedelijk gebied, dan moet ook gemotiveerd worden waarom de ontwikkeling niet binnen het bestaand gebied kan worden gerealiseerd.
Behoefte
Als sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling buiten stedelijk gebied, dan dient het plan een beschrijving te bevatten van de behoefte aan de gewenste ontwikkeling. De behoefte moet worden bepaald binnen het ruimtelijk verzorgingsgebied van de ontwikkeling.
De aard en omvang van de ontwikkeling zijn leidend voor het schaalniveau waarop de ruimtebehoefte moet worden afgewogen.
Overwegingen Rijksbeleid
De voorgenomen ontwikkeling voorziet in het ontwikkelen van een toekomstbestendig landelijk gebied en past daarmee binnen de prioriteiten van de NOVI. Voor dit plan zijn in de SVIR dan wel de Barro geen onderwerpen van nationaal belang opgenomen waarmee rekening dient te worden gehouden.
Laddertoets
Met dit plan wordt het bedrijfsperceel en de hoeveelheid bedrijfsbebouwing, vergroot. Tevens wordt op het bestaande woonerf bebouwing voor een drie dubbel woonhuis toegevoegd.
Dit plan kan deels onder 'ruimtelijke ontwikkeling van een woningbouwlocaties’ worden geschaard. Indien een plan voorziet in de toevoeging van ten hoogste elf woningen, dan is blijkens jurisprudentie geen sprake van een nieuwe stedelijke ontwikkeling.
Op basis van het voorstaande is de afronding van de herontwikkeling van het woonerf Linderweg geen stedelijke ontwikkeling, deze woningbouwlocatie omvat niet meer dan twaalf woningen, de gestelde grens voor stedelijke ontwikkeling. Daarmee is betreffende het woonerf geen sprake van een nieuwe stedelijke ontwikkeling.
Op basis van jurisprudentie kan betreffende de uitbreiding ten behoeve van bedrijvigheid geoordeeld worden dat er sprake is van een stedelijke ontwikkeling wanneer het gaat om een ontwikkeling met een omvang van meer dan 500 m². De bruto-vloeroppervlakte van de voorziene hotelhuisjes en bedrijfswoning overschrijdt de ondergrens van 500 m². Daarbij is met dit plan een uitbreiding van het bedrijfsperceel beoogd en is sprake van een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Hieronder volgt een nadere afweging.
Het plangebied is gelegen in het buitengebied. Daarmee is de ontwikkeling voorzien buiten het bestaand stedelijke gebied. Tevens is het doel van de toenemende bebouwing het uitbreiden en verbreden van het al bestaande bedrijf, daarmee zijn de plannen onlosmakelijk verbonden met het al ter plaatse gevestigde bedrijf. Een verhuizing naar een nieuwe locatie is in redelijkheid geen optie. Het verplaatsen van een saunabedrijf brengt dusdanige kosten met zich mee, vanwege de hoge installatiekosten van de benodigde apparatuur en de aanleg van een nieuwe geschikte buitenruimte (thermentuin) dat dit financieel niet haalbaar is.
Onderhavige uitbreiding d.m.v. het de te bouwen hotelhuisjes heeft de functie ‘accommodatie voor leisure’. Hierbij is het ruimtelijk verzorgingsgebied de gemeente of een groter gebied.
Binnen de gemeente De Wolden zijn geen andere sauna’s gevestigd. De doelgroep die beoogd wordt met de hotelhuisjes is dezelfde doelgroep welke bediend wordt door het runnen van de sauna. De initiatiefnemer wil een totaalbeleving kunnen aanbieden aan zijn doelgroep, waarbij men niet alleen gebruik kan maken van de sauna met al haar faciliteiten, maar ook kan overnachten na een dagje wellness.
Gezien voornoemde kan worden vastgesteld dat dit plan voorziet in een actuele behoefte en tevens dat voldaan wordt aan de ladder van duurzame verstedelijking.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat voldaan wordt aan de ladder van duurzame verstedelijking zoals bedoeld in artikel 3.1.6, tweede lid Bro. En dat het Rijksbeleid deze ontwikkeling toelaat.