Camping De Oase

4.6 Bodemverontreiniging

Toetsingskader

Volgens artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan onderzoek te worden verricht naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde nieuwe functie. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone gronden te worden gerealiseerd.

Beoordeling

Voor de gronden is een bodemonderzoek uitgevoerd5.

Onderzoek

Voor de gronden is een bodemonderzoek uitgevoerd6 Recent zijn twee bodemonderzoeken uitgevoerd voor de percelen H1018 en H1016 en H871.

Resultaten H1018

• Bovengrond: M02 licht verontreinigd met lood.
• Ondergrond: MM04 licht verontreinigd met minerale olie.
• Grondwater: niet meegenomen (stond ook niet in de opdracht).

Onderzoeksresultaten perceel H1016 en H871

• Bovengrond: geen verontreinigingen aangetroffen.
• Ondergrond: in MM14 is een lichte molybdeen verontreiniging aangetroffen.
• Grondwater: niet meegenomen (stond ook niet in de opdracht).

Conclusie

De aangetroffen lichte verontreinigingen geven geen aanleiding tot het doen van een nader onderzoek. De aangetroffen verontreinigingen zijn dusdanig gering dat deze geen risico opleveren voor de volksgezondheid en/of het milieu.

Aanbeveling

Op de percelen zijn nog diverse puin, grond en snoeiafval depots aanwezig. Vrijkomende grond en puin valt onder het Besluit bodemkwaliteit en is zonder milieuhygiënisch verklaring niet toepasbaar. Snoeiafval dient afgevoerd te worden naar een erkend verwerker.