direct naar inhoud van Artikel 4 Recreatie- Kampeerterrein
Plan: Camping De Oase
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1676.00022BpGhp-vast

Artikel 4 Recreatie- Kampeerterrein

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie-Kampeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. Het kamperen en voor recreatief nachtverblijf in kampeermiddelen en kampeerhuisjes.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens voor een bedrijfswoning met een maximum van één bedrijfswoning per bestemmingsvlak voor Recreatie-Kampeerterrein.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-1': tevens voor dienstverlening, zwembaden ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 1b': tevens voor horeca voor zover voorkomend in categorie 1a en 1b van de Staat van Horeca-activiteiten.
  • e. Ter plaatse van de aanduidingen 'detailhandel' tevens voor een winkel ten behoeve van het recreatiebedrijf.
  • f. Ter plaatse van de aanduiding 'wellness': tevens een schoonheidscentrum met bijbehorende wellness- en fitnessfaciliteiten.
  • g. Ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend een parkeerterrein horende bij de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein.
  • h. Bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals kampeermiddelen voor de tijdelijke huisvesting van op het bedrijf werkzaam zijnde recreatiepersoneel en seizoenswerkers, groen, water, sanitairvoorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en (ontsluitings)wegen, spel-, sport- en speelvoorzieningen, kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen, voorzieningen voor beheer en onderhoud.
4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

4.2.1 Toelaatbare bebouwing
  • a. Op deze gronden mogen ter plaatse van de lid 4.1 onder a tot en met h genoemde aanduidingen worden gebouwd gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met inachtneming van het volgende:

4.2.2 Algemeen
  • a. Gebouwen en overkappingen worden gebouwd in het bouwvlak.
  • b. Uitsluitend op permanente standplaatsen mogen vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd. Aangebouwde bijgebouwen zijn niet toegestaan.
  • c. Stacaravans, trekkershutjes, kampeerlodges en kampeerhuisjes zijn uitsluitend toegestaan op een permanente standplaats.
  • d. De totale oppervlakte van alle gebouwen en overkappingen, uitgezonderd de op de standplaatsen toegestane gebouwen, bedraagt ten hoogste 6.492m².

4.2.3 Maatvoeringen

Aantallen

  • a. Op een permanente standplaats is één vrijstaand bijgebouw en één bordes toegestaan.

Afstanden

  • b. De afstand tussen een bijgebouw en de grens van een standplaats bedraagt ten minste 1 m.
  • c. De afstand van een slagboomvoorziening tot de ingang vanaf de openbare weg bedraagt ten minste 100 meter.

Oppervlakten, goot- en bouwhoogten

  • d. Het totale oppervlak van gebouwen, bedraagt onverminderd het bepaalde in lid 4.2.2 onder d, ten hoogste de onder e vermelde oppervlakte.
  • e. De oppervlakte, inhoud, goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen bedragen ten hoogste de navolgende maten:

Gebouw   oppervlakte   inhoud   goothoogte   bouwhoogte  
bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van de in lid 4.1 onder c tot en met f genoemde bestemmingen   zie lid 4.2.2 onder d   niet geregeld   zie aanduidingen:
'maximale goot- en bouwhoogte (m)'
'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingsper-
centage'  
zie aanduidingen:
'maximale goot- en bouwhoogte (m)'
'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage'  
sanitairgebouwen voor gezamenlijk gebruik   zie lid 4.2.2 onder d   niet geregeld   4 m   4m  
kampeerhuisje   75 m2   250 m3   3,5 m   5 m  
stacaravan   55 m2   niet geregeld   niet geregeld   5 m  
kampeerlodge   30 m2   niet geregeld   niet geregeld   5 m  
trekkershut   24 m2   niet geregeld   niet geregeld   3,5 m  
trekkershutplus   30 m2   niet geregeld   niet geregeld   3,5 m  
bijgebouw op permanente standplaats   9 m2,
mits totale oppervlakte aan gebouwen niet groter dan 75 m2  
niet geregeld   3,5 m   3,5 m  
bedrijfswoning inclusief aangebouwde bijgebouwen   200 m2   750 m3   zie aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'   zie aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'  
vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning   40 m2 gezamenlijk   niet geregeld   3,5 m   7,5 m  
kinderspeel-
huisjes en huis-dierenverblijven  
zie lid 4.2.2 onder d   niet geregeld   4 m   4 m  
Overige bedrijfsgebouwen   zie lid 4.2.2 onder d   Niet geregeld   4 m   8 m  

  • f. Kampeerhuisjes mogen uitsluitend worden gebouwd op een standplaats met een netto standplaatsgrootte van ten minste vier maal de oppervlakte van het gebouw.
  • g. Stacaravans mogen uitsluitend worden gebouwd op een standplaats met een standplaatsgrootte van ten minste 150 m².
  • h. De oppervlakte en bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedragen ten hoogste de navolgende maten:

bouwwerk, geen gebouw zijnde   oppervlakte   bouwhoogte  
bordes op permanente standplaats bij een kampeerhuisje   niet bepaald, de totale oppervlakte aan gebouwen niet groter dan 75 m2 'mits totale bebouwde oppervlakte op standplaats niet groter dan 75 m²

 
de goothoogte van het op de standplaats aanwezige kampeerhuisje  
bordes op permanente standplaats bij een stacaravan   niet bepaald, mits de totale oppervlakte aan gebouwen op de standplaats niet groter is dan 55m²

 
De hoogte van op de standplaats aanwezige stacaravan  
licht- en vlaggenmasten   niet geregeld   10 m  
speelvoorzieningen   niet geregeld   5,5 m  
erf- en terreinafscheidingen op gronden die zijn gekeerd naar de openbare weg en die liggen buiten een bouwvlak   niet geregeld   1 m  
erf- en terreinafscheidingen elders   niet geregeld   2 m  
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde   niet geregeld   2 m  

4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Afwijken privé sanitair

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder bom privésanitair te kunnen toestaan, met inachtneming van het volgende:

  • a. Privé-sanitair is uitsluitend toegestaan op een niet-permanente standplaats.
  • b. Per niet-permanente standplaats is ten hoogste één privé-sanitair toegestaan.
  • c. De totale hoogte van privé-sanitair bedraagt ten hoogste 3,5 m.
  • d. Per standplaats bedraagt de oppervlakte van een privé-sanitair ten hoogste 6 m2.
  • e. Privé-sanitair mag aaneen worden gebouwd.
  • f. Ten hoogste 4 sanitaire eenheden mogen worden gecombineerd in één gebouw van ten hoogste 24 m2.
  • g. Het kampeerterrein is rondom voorzien van een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van 10 m of van ten minste 5 m plus een met streekeigen beplanting beplante aarden wal van ten minste 2 m hoog, gemeten vanaf het maaiveld.
  • h. De ontheffingsbevoegdheid wordt slechts toegepast als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
4.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. Per bestemmingsvlak is ten hoogste één recreatiebedrijf toegestaan.
  • b. Het totaal aantal standplaatsen, het totaal aantal kampeerhuisjes en het totaal aantal permanente standplaatsen bedraagt ten hoogste het aantal dat met de aanduidingen 'maximum aantal standplaatsen' en 'maximum aantal permanente standplaatsen' is aangegeven.
  • c. Het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen, kampeerhuisjes, bijgebouwen en recreatiewoningen is niet toegestaan.
  • d. Het gebruik van kampeermiddelen, kampeerhuisjes en bijgebouwen als tweede woning is niet toegestaan.
  • e. Recreatief nachtverblijf in bijgebouwen is niet toegestaan.
  • f. Op een permanente standplaats mogen gedurende het gehele jaar ten hoogste worden geplaatst: één kampeermiddel en twee bijzettentjes van elk ten hoogste 8 m2 of één kampeerhuisje onderverminderd het bepaalde in 4.4 sub b.
  • g. Op een niet-permanente standplaats mogen kampeermiddelen worden geplaatst met inachtneming van het volgende:
    • 1. plaatsing is uitsluitend toegestaan gedurende het zomerseizoen, tenzij onder 2 anders is bepaald;
    • 2. per terrein mogen ten hoogste het met de aanduiding aantal standplaatsen winterkamperen' aangegeven aantal niet-permanente standplaatsen voor winterkamperen worden gebruikt;
    • 3. per kampeerterrein zijn maximaal 2 standplaatsen extra mogelijk welke uitsluitend voor tijdelijke huisvesting van op het bedrijf werkzaam zijnde personeel gebruikt mogen worden;
    • 4. uitsluitend zijn toegestaan: één kampeermiddel, niet zijnde een stacaravan, met ten hoogste twee bijzettentjes van elk ten hoogste 8 m2.
  • h. Ondergeschikte detailhandel is binnen de aanduiding 'detaihandel' toegestaan, voor zover:
    • 1. dit een ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening, zoals ingevolge het voorafgaande toegestaan;
    • 2. het brutoverkoopvloeroppervlak niet meer bedraagt dan 350 m², onverminderd het bepaalde in lid 4.2.2 onder d.
  • i. Een hotel is niet toegestaan.
  • j. Ondergeschikte horeca is toegestaan voor zover:
    • 1. dit een ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening, zoals ingevolge het voorafgaande toegestaan;
    • 2. voorkomend in categorie 1a of 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
    • 3. de totale oppervlakte inclusief terras niet meer bedraagt dan 350m², onverminderd het bepaalde in lid 4.2.2 onder e.
  • k. Het gebruiken of te laten gebruiken van gronden en / of bouwwerken als seksinrichting of voor straatprostitutie is niet toegestaan.
  • l. Het gebruik van niet-permanente standplaatsen in het winterseizoen als opslag-, stort-, lozings- of bergplaats is niet toegestaan.
  • m. Per kampeerterrein mogen ten hoogste het met de aanduiding 'aantal standplaatsen winterstalling' aangegeven aantal kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans, voor winterstalling worden gebruikt, voor zover.
    • 1. de gestalde kampeermiddelen op één plek worden geclusterd op het terrein;
    • 2. plaatsing zodanig geschiedt dat recreatief nachtverblijf in de kampeermiddelen op dat moment niet mogelijk is;
    • 3. het kampeerterrein rondom is voorzien van een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van 10 m of van ten minste 5 m en een met streekeigen beplanting beplante aarden wal van ten minste 2 m hoog, gemeten vanaf het maaiveld;
    • 4. de lichtuitstraling naar de omgeving van de camping dient te worden beperkt zoveel als technisch mogelijk is.
  • n. Ten minste 2% van de gronden met de bestemming Recreatie - Kampeerterrein zijn bedoeld ten behoeve van sport- en spelvoorzieningen.
  • o. Ten minste 20% van het aantal parkeerplaatsen wordt gesitueerd op een centrale parkeerplaats nabij de ingang van het kampeerterrein.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijken winterkamperen

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 4.4 onder g onder 2 met inachtneming van het volgende:

  • a. Het kampeerterrein is rondom voorzien van een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 m of van ten minste 5 m plus een met streekeigen beplanting beplante aarden wal van ten minste 2 m hoog, gemeten vanaf het maaiveld.
  • b. Ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
  • c. In de onder b genoemde privaatrechtelijke overeenkomst worden eveneens aanvullende afspraken gemaakt ter voldoening aan de kwalitatieve voorwaarden ten aanzien van winterkamperen zoals vastgelegd in de Nota Kamperen.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
4.6.1 Wijziging aantal standplaatsen

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het aantal permanente standplaatsen als bedoeld in lid 4.4 onder bte vergroten en/of het totaal aantal standplaatsen te verkleinen, met inachtneming van het volgende

  • a. Toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is noodzakelijk in verband met kwaliteitsverbetering en/of productdifferentiatie of in het kader van wettelijk eisen omtrent veiligheid.
  • b. De netto-standplaatsgrootte voor een permanente standplaats bedraagt ten minste: 150 m².
  • c. De netto-standplaatsgrootte voor een niet-permanente standplaats bedraagt ten minste: 100 m².
  • d. Het aantal permanente standplaatsen bedraagt ten hoogste het op de verbeelding met de aanduiding 'maximum aantal standplaatsen' aangegeven aantal.
  • e. Het aantal parkeerplaatsen bedraagt ten minste 120% van het aantal standplaatsen, met dien verstande dat ten minste 20% hiervan zal worden gesitueerd op een centrale parkeerplaats nabij de ingang van het kampeerterrein.
  • f. Van het totale oppervlak van een kampeerterrein wordt ten minste 2% benut ten behoeve van sport- en spelvoorzieningen.
  • g. Rondom het 'kampeerterrein' is voorzien in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 m of van ten minste 5 m plus een met streekeigen beplanting beplante aarden wal van ten minste 2 m hoog, gemeten vanaf het maaiveld.
  • h. Aangetoond is dat de bodemkwaliteit geen belemmering vormt.
  • i. Ter verzekering van het bepaalde onder f, g en h is een privaatrechtelijke overeenkomst gesloten.
  • j. De lichtuitstraling naar de omgeving van de camping dient te worden beperkt zoveel als technisch mogelijk.
  • k. Wijziging leidt niet tot onevenredige gevolgen voor het waterbeheer; indien het verhard oppervlak toeneemt of kan toenemen met 1.000 m² of meer, vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de waterbeheerder alvorens de wijziging toe te passen.

4.6.2 Wijziging ten behoeve van dienstverlening

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door aan de voor Recreatie-Kampeerterrein aangewezen gronden de aanduiding 'dienstverlening' toe te voegen en het bebouwingspercentage voor gronden met de aanduiding 'dienstverlening' te vergroten, met inachtneming van het volgende:

  • a. De wijziging is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering, kwaliteitsverbetering of productdifferentiatie.
  • b. De gemiddelde netto-oppervlakte van de standplaatsen voor kampeermiddelen wordt niet verkleind.
  • c. Het bebouwingspercentage wordt met ten hoogste 50% vergroot, met dien verstande dat de maximaal toegestane bebouwing als bedoeld in lid 4.2.2 onder e niet wordt overschreden.
  • d. De lichtuitstraling naar de omgeving van de camping dient te worden beperkt zoveel als technisch mogelijk.

4.6.3 Wijziging ten behoeve van kampeerhuisjes

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het totaal aantal toegestane kampeerhuisjes als bedoeld in lid 4.4 onder b te vergroten, met inachtneming van het volgende:

  • a. Op ten hoogste 30 procent van het aantal permanente standplaatsen voor kampeermiddelen zoals dit op de verbeelding is aangegeven, mag een kampeerhuisje worden gebouwd, met een maximum van 100 kampeerhuisjes per kampeerterrein.
  • b. Per kampeerhuisje moet minimaal één permanente standplaats worden ingewisseld.
  • c. De netto-standplaatsgrootte van een permanente standplaats bedraagt ten minste vier maal de oppervlakte van het kampeerhuisje.
  • d. Voor de kampeerhuisjes gelden de maximale oppervlakte- en hoogtematen als genoemd in lid 4.2.
  • e. Nieuwe kampeerhuisjes zijn uitsluitend toegestaan:
    • 1. indien het betreffende kampeerterrein rondom is voorzien van een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten met een breedte van ten minste 10 meter of van tenminste 5 meter plus een met streekeigen beplanting beplante aarden wal van ten minste 2 meter hoog, gemeten vanaf maaiveld;
    • 2. indien sprake is van een centraal bedrijfsmatige exploitatie.
  • f. De lichtuitstraling naar de omgeving van de camping dient te worden beperkt zoveel als technisch mogelijk is.
  • g. Wijziging wordt toegepast met inachtneming van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB ingevolge de Wet geluidhinder ten aanzien van wegverkeerslawaai.
  • h. De wijzigingsbevoegdheid wordt slechts toegepast als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
  • i. Wijziging leidt niet tot onevenredige gevolgen voor het waterbeheer; indien het verhard oppervlak toeneemt of kan toenemen met 1.000 m² of meer, vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de waterbeheerder alvorens de wijziging toe te passen.
  • j. De wegcapaciteit, wegconstructie en verkeersveiligheid worden niet negatief beïnvloed; alvorens de wijziging toe te passen winnen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies in bij de wegbeheerder.
  • k. Wijziging wordt niet toegepast alvorens zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst.
  • l. Tenminste 2% van de gronden met de bestemming Recreatie - Kampeerterrein zijn ingericht met sport en spelvoorzieningen.
  • m. Het aantal parkeerplaatsen ten minste 120% van het aantal standplaatsen bedraagt, met dien verstande dat ten minste 20% hiervan zal worden gesitueerd op een centrale parkeerplaats nabij de ingang van het kampeerterrein.