direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Woonservice-zone Sint Joseph, Nederweert
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0946.BPsintjoseph2011-VAS1

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 Plan:

het bestemmingsplanWoonservice-zone Sint Joseph, Nederweert van de gemeente Nederweert.

1.2 Bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0946.BPsintjoseph2011-VAS1 met de bijbehorende regels.

1.3 Aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 Aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 Aanduidingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak waarop een aanduiding betrekking heeft.

1.6 Bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.7 Bebouwingspercentage:

een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden gebouwd.

1.8 Bergbezinkbassin:

een bijzondere vorm van een riooloverstort, om het onder bepaalde omstandigheden geloosde afvalwater te verminderen en/of de samenstelling van dit afvalwater te wijzigen Onder afvalwater wordt tevens hemelwater verstaan. Een bergbezinkbassin maakt deel uit van het rioolstelsel.

1.9 Bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.10 Bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.11 Bevoegd gezag:

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.

1.12 Bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.13 Bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.14 Bouwlaag:

het gedeelte van een bouwwerk tussen twee vloeren in.

1.15 Bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.16 Bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.17 Bouwwerk, geen gebouw zijnde:

alle overige bouwwerken die geen gebouw zijn.

1.18 Doeleinden van openbaar nut:

nutsvoorzieningen zoals stroom-, gas-, water- en/of telefonievoorzieningen.

1.19 Erf:

het gedeelte van het bouwperceel voorzover dat behoort tot het zijerf of het achtererf, niet meegerekend de oppervlakte van het hoofdgebouw.

1.20 Erfgrens:

de grens van een erf.

1.21 Gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.22 Hoofdgebouw:

een gebouw, dat op een bouwperceel in architectonisch opzicht, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.

1.23 Infiltratievoorziening:

een voorziening voor het doorsijpelen van hemelwater in de bodem.

1.24 Maaiveld:

de bovenkant van het aansluitende afgewerkte terrein dat een bouwwerk omgeeft, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein het gemiddelde van die bovenkanten wordt aangehouden.

1.25 Peil:
  • a. voor een bouwwerken, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw.
1.26 Psychogeriatrie- en somatiek-plaatsen:

verblijfseenheden waar men ouderen met een geestelijke achteruitgang kan behandelen.