direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Cityplan Heerlen reparatieplan Looierstraat perceel L 420
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0917.BP030500W000008-0401

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

In een bestemmingsplan worden de ruimtelijke functies in een gebied juridisch bindend voor overheid en burger vastgelegd. Het bestemmingsplan geeft kaders voor hetgeen mogelijk is qua gebruik en bebouwing, biedt bescherming aan bepaalde gebieden of waarden en kan ongewenste ontwikkelingen tegen gaan.

Op 15 december 2022 heeft de raad van Heerlen het bestemmingsplan “Cityplan Heerlen” met IMRO-idn NL.IMRO.0917.BP030500W000001-0401 gewijzigd en met amendement vastgesteld.

Op 22 februari 2023 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) uitspraak gedaan inzake het ingestelde beroep tegen de vaststelling van het bestemmingsplan 'Cityplan Heerlen'. De uitspraak met zaaknummer 202201295/1/R2 is als Bijlage 1 toegevoegd.
De uitspraak heeft voor wat betreft het plandeel met de bestemming "Groen" voor het perceel aan de Looierstraat dat kadastraal bekend staat als L 420 als gevolg, dat dit is vernietigd.


De Afdeling heeft gebruik gemaakt van het instrument 'bestuurlijke lus' (op basis van artikel 8:72 Awb), waardoor het mogelijk wordt om een gebrek in een besluit te herstellen. De opdracht van de Afdeling luidt om binnen 16 weken na verzending van de uitspraak een nieuw besluit te nemen voor het plandeel dat betrekking heeft op perceel L 420.

In paragraaf 1.2 is de locatie beschreven en weergegeven waar de uitspraak betrekking op heeft.

1.2 Situering en beschrijving plangebied

Het bestemmingsplangebied is gelegen aan de Looierstraat. Het betreft nagenoeg het gehele kadastrale perceel HLN01, sectie L, nummer 420. Dit perceel grenst aan de zuid-westzijde van het pand met huisnummer 15.

afbeelding "i_NL.IMRO.0917.BP030500W000008-0401_0001.png"

Afbeelding (bron Kaarviewer Het Gegevenshuis): Luchtfoto, Basisregistratie Grootschalige Topografie en kadastrale grenzen - het plangebied is rood omlijnd.

1.3 Juridische status

De Afdeling heeft in haar uitspraak van 22 februari 2023 de voorlopige voorziening getroffen dat de bestemming 'Groen', zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Cityplan Heerlen', gedurende 30 weken na verzending van haar uitspraak blijft gelden. De voorlopige voorziening vervalt na verloop van deze periode of zodra het Cityplan Heerlen reparatieplan Looierstraat perceel L 420 voor het plangebied in werking treedt.

1.4 Planvorm

De regels en de verbeelding vormen de juridische bindende onderdelen van het bestemmingsplan. De toelichting geeft een nadere uitleg van de gemaakte beleidskeuzen en invulling van het bestemmingsplan. De toelichting heeft geen juridische status.

Elk bestemmingsplan is te onderscheiden door een landelijk uniek identificatienummer. Onderhavig bestemmingsplan is geregistreerd en vindbaar op het landelijke portaal onder www.ruimtelijkeplannen.nl nummer NL.IMRO.0917.BP030500W000008-0401.

1.4.1 Toelichting

In de toelichting wordt de opzet van het plan beschreven en zijn de aan het plan ten grondslag liggende gedachten vermeld.

1.4.2 Regels

Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening worden aan de gronden, die in het plan zijn gelegen, bestemmingen toegewezen met bijbehorende doeleinden of functies opgenomen. Aan deze bestemmingen zijn regels gekoppeld, die bepalingen bevatten over het gebruik van deze gronden en van de opstallen die zich daarop bevinden.

Met het oog op de vergelijkbaarheid van bestemmingsplannen schrijft de SVBP2012 de wijze voor waarop een planregel is opgebouwd en hoe de regels worden ingedeeld (vaste hoofdstukindeling).

1.4.3 Verbeelding

De verbeelding geeft een grafische weergave van het plangebied. In de verbeelding zijn de plangrens, bestemmingen en aanduidingen weergegeven. Het bestemmingsplan onderscheidt een digitale en een analoge verbeelding. Beide verbeeldingen zijn rechtsgeldig, echter bij interpretatieverschillen is de digitale verbeelding beslissend.

De digitale verbeelding is een interactieve raadpleegomgeving via het internet die de gehele inhoud van het bestemmingplan (grafische weergave, regels en toelichting) toont. Door een muisklik op de kaart te geven verschijnen de bijbehorende regels voor die locatie in beeld. Tevens is het mogelijk om te meten op de kaart en door middel van coördinaten (het Rijksdriehoekscoördinatenstelsel) de exacte locatie te bepalen.

De analoge verbeelding bestaat uit één blad en heeft een schaal van 1:1.000. De legenda legt een verbinding tussen de bestemmingen, aanduidingen en de regels en geeft een verklaring van de maatvoering, symbolen en topografische ondergrond(en).

Mocht het voorkomen dat er verschil bestaat tussen de analoge en digitale versie van het bestemmingsplan dan is de digitale versie conform het bepaalde in artikel 1.2.3 lid 2 van het Besluit ruimtelijke ordening leidend.

1.4.4 Ondergrond

De ondergrond is een samenstelling van de Basisregistratie Grootschalige topografie (landmeetkundig ingemeten topografie BGT) en kadastrale begrenzingen.

Na vaststelling van het bestemmingsplan is de gehanteerde ondergrond onlosmakelijk met het bestemmingplan verbonden. De ondergrond is zichtbaar op de analoge verbeelding; deze wordt echter niet standaard getoond in combinatie met de digitale verbeelding. De topografische kaarten en luchtfoto's die worden getoond op www.ruimtelijkeplannen.nl zijn niet altijd up to date en slechts bedoeld als oriëntatiemiddel. Bij interpretatieverschillen is de vastgestelde ondergrond bepalend.

1.5 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de van toepassing zijnde planologische beleidskaders. Hoofdstuk 3 beschrijft de hoofdgroepen van de bestemmingen en de verschillende juridische regelingen. In Hoofdstuk 4 is de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan beschreven en hoofdstuk 5 geeft een beeld van de gevolgde bestemmingsplanprocedure.

Hoofdstuk 2 Planologisch beleidskader en heroverweging

2.1 Beleidskader

Het beleid ten aanzien van wonen is neergelegd in diverse provinciale, regionale en gemeentelijk beleidsstukken. Voor een uitwerking van het relevante planologische beleid wordt verwezen naar het beleid dat is opgenomen in de toelichting behorende bij het moederplan Cityplan Heerlen. Deze toelichting is te vinden in Bijlage 2 Cityplan Heerlen_Toelichting.

2.1.1 Structuurvisie Wonen Zuid-Limburg

De Structuurvisie Wonen Zuid-Limburg (hierna: SVWZL) is gemeentelijk beleid, door de raad vastgesteld. In deze structuurvisie wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkelingsrichting ten aanzien van het beleidsveld 'Wonen' in de zestien gemeenten in de regio Zuid-Limburg (Beek, Brunssum, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Beekdaelen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul en Voerendaal) vastgelegd. In de SVWZL zijn afspraken vastgelegd over een gezamenlijke aanpak om de kwalitatieve en kwantitatieve disbalans (het tegengaan en voorkomen van overaanbod en een kwalitatieve mismatch op de woningmarkt in Zuid-Limburg aan te pakken.

Naar aanleiding van gewijzigde omstandigheden op de woningmarkt is de SVWZL medio 2020 geëvalueerd. Vanuit diverse stakeholders is verzocht om coulanter om te gaan met de compensatieplicht, omdat in sommige marktsegmenten tekorten zijn ontstaan. Om aan deze vraag vanuit de samenleving tegemoet te komen, is het structuurvisiebesluit "Beleidsregel Ruim baan voor goede woningbouwplannen 2021" ontwikkeld. Dit besluit bepaalt dat goede woningbouwplannen waaraan aantoonbaar behoefte is, die leiden tot een maatschappelijke meerwaarde, planologisch 'aanvaardbaar' zijn en die regionaal zijn afgestemd, niet meer hoeven te worden gecompenseerd. De raad heeft dit structuurvisiebesluit op 27 januari 2021 vastgesteld.


Doorwerking plangebied

Het toevoegen van woningen op deze locatie wordt indirect mogelijk gemaakt door een omgevingsvergunning mits deze woningen passen binnen de uitgangspunten van het geldende woonbeleid en afstemming heeft plaatsgevonden met de regio. Hierdoor kan bij het verlenen van de omgevingsvergunning worden getoetst of het te realiseren woningbouwplan past binnen de kwalitatieve en kwantitatieve opgaven voor de regio en de stad, die gelden ten tijde van de omgevingsvergunningaanvraag.

2.2 Heroverweging

Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling is de gemeente in gesprek gegaan met de eigenaar en de beoogde ontwikkelaar. Hierbij zijn een aantal mogelijkheden besproken om uitvoering te geven aan de opdracht van de Afdeling om meer rekening te houden met de belangen van de eigenaar en de ontwikkelaar. Aankoop van het terrein door de gemeente of een grondruil zijn niet wenselijk en/of haalbaar gebleken. Ook de invulling van het perceel met een kantoorpand is beleidsmatig niet wenselijk gebleken gezien de vrije en op termijn vrijkomende ruimte in diverse bestaande kantoorpanden in de directe omgeving.


De nieuwe invulling
Wij zijn in beginsel tot overeenstemming gekomen met de eigenaar en beoogde ontwikkelaar over de toekenning van een woonbestemming, waarbij wordt ingezet op een kwalitatief hoogwaardig woonconcept, ingepast met een groene omgeving.

De toegestane maximale bouwmassa sluit aan bij de middelgrote korrel van de panden in de omgeving, zoals weergegeven op onderstaande afbeelding. Dit heeft geleid tot een maximale goothoogte van 15 meter en een maximale bouwhoogte van 18 meter.

Door zowel een maximale goot- als bouwhoogte vast te leggen wordt aangesloten op de markante kapvormen van de bestaande bebouwing in het gebied. Deze regeling staat er niet aan in de weg om op de gehele bovenste bouwlaag woningen te realiseren.

afbeelding "i_NL.IMRO.0917.BP030500W000008-0401_0002.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.0917.BP030500W000008-0401_0003.png"  
afbeelding stedenbouwkundige gebiedskenmerken  

Voor de bepaling van de voorgevellijn ten opzichte van de weg is uitgegaan van de voorgevellijn van de Heilige Franciscuskerk van Assisi en de rooilijn van de zijgevel van de flat aan de zijde van de Looierstraat.

De voorgevellijn voor perceel L 420 is vastgelegd op 13 meter vanaf de noordwestelijke eigendomsgrens en de achtergevellijn op 22 meter vanaf voorgevelrooilijn. Hierdoor resteert er nog een bebouwingsvrije zijde van circa 10 meter op het achterperceel.

Om een goede ontsluiting te kunnen realiseren voor het ondergronds parkeren, dient er rekening gehouden te worden met de manoeuvreerruimte van de voertuigen. Hiervoor dient er een vrije zijde te worden gerespecteerd van circa 8 meter ten opzichte van het naastgelegen pand met huisnummer 15.

Door tevens een vrije zijde van 4 meter te respecteren aan de zijde van het appartementencomplex, kan een gebouw worden gerealiseerd met (half) open gevels aan alle zijden.

De voorgevelbreedte betreft circa 24 meter.

Om een groene inbedding van het gebouw te waarborgen is de bestemming 'Tuin' om het gebouw gelegd en wordt parkeren op eigen terrein alleen ondergronds toegestaan. De ontsluiting van het perceel bij parkeren op eigen terrein dient te worden aangelegd in de vorm van een ventweg. Hierdoor worden onveilige verkeerssituatie en -opstoppingen op de Looierstraat voorkomen.


afbeelding "i_NL.IMRO.0917.BP030500W000008-0401_0004.png"  
afbeelding: indicatieve uitwerking optie ventweg (in donkergrijs weergegeven) ten behoeve van het parkeren ondergronds op eigen terrein
 

Daarnaast wordt de mogelijkheid geboden om parkeren niet op eigen terrein, maar in een nabijgelegen parkeergarage te regelen door voldoende parkeerplaatsen te huren. In dat geval hoeft er geen ventweg te worden aangelegd, maar dient er een laad- en loshaven te worden gerealiseerd op het perceel.

afbeelding "i_NL.IMRO.0917.BP030500W000008-0401_0005.png"  
afbeelding: indicatieve uitwerking optie laad- en losplaats (in donkergrijs weergegeven) en parkeren elders  

Het woonprogramma (categorieën en aantallen) wordt geregeld in de woonbestemming door een verwijzing naar het geldende woonbeleid en de afstemming met de regio.

Hierdoor dient het in te dienen plan ten tijde van de omgevingsvergunning aanvraag te voldoen aan de kwalitatieve en kwantitatieve behoefte die in het regionale en gemeentelijke beleid zijn vastgelegd en op dat moment gelden. Dit in overeenstemming met de basisregeling voor het wonen zoals in het Cityplan Heerlen opgenomen.

Dit biedt enerzijds flexibiliteit voor de ontwikkelaar, omdat hij kan inspelen op de behoefte en vraag naar bepaalde woningbouwcategorieën op het moment dat planuitwerking en planontwikkeling plaatsvindt.

Anderzijds zorgt deze regeling voor een goed woningbouwplan, omdat deze borgt dat de ontwikkeling dient te voldoen aan de beleidsmatige kwantitatieve en kwalitatieve eisen, die gelden ten tijde van de aanvraag omgevingsvergunning. Dit geldt dus ook wanneer realisatie van de woningen in de toekomst zou plaatsvinden.

De juridische regels in het reparatieplan komen -met uitzondering van de locatie specifieke zaken met betrekking tot de ontsluiting en het parkeren- overeen met de regels die voor het overige gebied van de binnenstad gelden en in het Cityplan Heerlen zijn vastgelegd.

Hoofdstuk 3 Juridische planopzet

Bestemmingsplan Cityplan Heerlen reparatieplan Looierstraat perceel L 420 bestaat uit een verbeelding met bijbehorende regels, vergezeld van voorliggende toelichting. De verbeelding en regels vormen het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. Op de verbeelding zijn de bestemmingen in het plangebied weergegeven. De verbeelding is getekend op een actuele digitale ondergrond, samengesteld uit de Basiskaart Grootschalige Topografie (landmeetkundig ingemeten topografie; BGT) en kadastrale begrenzingen.

De regels regelen de gebruiksmogelijkheden van de gronden, de bouwmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van de aanwezige en/of op te richten bebouwing. De toelichting heeft weliswaar geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de weergave en onderbouwing van het bestemmingsplan en bij de uitleg van de verbeelding en regels.

Bij het opstellen van het bestemmingsplan is aansluiting gezocht bij de in de Wet ruimtelijke ordening, het Besluit ruimtelijke ordening en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) geformuleerde uitgangspunten. Het bestemmingsplan voldoet aan de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2012).

Voor de opzet en inhoud van de regels is aansluiting gezocht bij het sjabloon regels dat onderdeel uit maakt van het Handboek ruimtelijke plannen van de gemeente Heerlen.

3.1 Opbouw van de regels

De regels van dit bestemmingsplan bestaan uit vier hoofdstukken, waarin achtereenvolgens de inleidende regels, de bestemmingsregels, de algemene regels en de overgangs- en slotregels aan de orde komen.

3.1.1 Hoofdstuk 1 Inleidende regels

In de begrippen worden omschrijvingen gegeven van de in het bestemmingsplan gebruikte begrippen. Deze zijn opgenomen om interpretatieverschillen te voorkomen. Alleen die begripsbepalingen zijn opgenomen die gebruikt worden in de regels én die tot verwarring kunnen leiden of voor meerdere uitleg vatbaar zijn.

Om op een eenduidige manier afstanden en oppervlakten te bepalen wordt in de wijze van meten uitleg gegeven over hoe gemeten moet worden.

3.1.2 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

De gronden van het gehele plangebied hebben een directe bestemming. Een directe bestemming betekent dat gebruik van de gronden voor de verschillende bestemmingen direct mogelijk is. Bovendien betekent het dat oprichting van gebouwen direct mogelijk is nadat het bevoegd gezag een omgevingsvergunning voor het bouwen heeft verleend, die dient te voldoen aan onder meer de regels van het bestemmingsplan, het Bouwbesluit en de Bouwverordening.

De opbouw van de bestemmingen ziet er in beginsel als volgt uit:

  • bestemmingsomschrijving;
  • bouwregels;
  • afwijken van de bouwregels;
  • specifieke gebruiksregels;
  • afwijken van de gebruiksregels;
  • omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden.

Hierna volgt per bestemmingsonderdeel een korte toelichting.

Bestemmingsomschrijving
De bestemmingsomschrijving bevat de omschrijving van de doeleinden die met de bestemming aan de grond worden toegekend. Hierbij gaat het in beginsel om een beschrijving van de aan de grond toegekende functies zoals bijvoorbeeld wonen. De aard van de toegelaten inrichting van gronden (bouwwerken en werken, geen bouwwerken zijnde) vloeit dan voort uit de toegelaten functies.

De hoofdfuncties worden als eerste genoemd. Indien van toepassing worden ook de aan de hoofdfuncties ondergeschikte en/of afwijkende functies mogelijk gemaakt. Deze functies zijn met een aanduiding opgenomen. Tevens wordt aangegeven welke functies bij de bestemming behoren door middel van de zin 'met daarbij behorende'. Het betreft hier meestal functies als paden, groen, erven, etc. De bestemmingsomschrijving is niet alleen functioneel, maar bevat ook inrichtingsaspecten.


Bouwregels
In de bouwregels wordt aangegeven welke bebouwingsmogelijkheden er op een perceel bestaan.


Specifieke gebruiksregels

In dit onderdeel wordt aanvullingen gegeven op de bestemmingsomschrijving.


Afwijken van de gebruiksregels

Een afwijking van een gebruiksregel mag niet leiden tot een feitelijke wijziging van de bestemming. Dat wil zeggen dat wel afwijking kan worden verleend ten behoeve van functies, die inherent zijn aan de in de bestemmingsomschrijving opgenomen functies. Via afwijking kunnen geen 'nieuwe' functies worden toegestaan. Met andere woorden: de afwijkingsregeling kan worden opgenomen voor kleinere, planologisch minder ingrijpende, onderwerpen.


Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden

Specifieke inrichtingsactiviteiten, niet bestaande uit bouwen, dienen soms aan een omgevingsvergunning gebonden te worden.

3.1.3 Hoofdstuk 3 Algemene regels

Anti-dubbeltelregel

Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat wanneer bepaalde gebouwen en
bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.


Algemene bouwregels

Met de algemene bouwregels wordt de bouw van bepaalde bouwwerken geregeld, die zijn toegestaan (of uitgesloten) binnen alle bestemmingen, voor zover daar per bestemming geen specifieke bouwregels voor zijn opgesteld. Concreet gaat het om nutsvoorzieningen, splitsen van woningen en ondergrondse bouwmogelijkheden.


Algemene gebruiksregels

In deze bepaling wordt aangegeven wat in ieder geval onder strijdig gebruik wordt verstaan. De specifieke gebruiksregel, zoals deze kan worden opgenomen in de afzonderlijke bestemmingen, is aanvullend op de algemene gebruiksregel van het bestemmingsplan. Daarnaast is in dit artikel geregeld dat bij het bouwen voorzien moet worden in voldoende parkeergelegenheid.

Algemene aanduidingsregels

In dit artikel zijn gebiedsaanduidingen opgenomen. Deze vallen samen met diverse bestemmingen, maar zijn niet aan te merken als dubbelbestemming.


Algemene afwijkingsregels

In deze bepaling wordt aan het bevoegd gezag de bevoegdheid gegeven om met een omgevingsvergunning af te wijken van bepaalde in het bestemmingsplan geregelde onderwerpen. Hierbij gaat het om afwijkingsbepalingen die gelden voor meerdere dan wel alle bestemmingen in het plan.

Specifieke, op de bestemmingen gerichte, afwijkingen zijn reeds opgenomen onder de betreffende bestemming.

De criteria, die bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid in acht moeten worden genomen, worden aangegeven.

Algemene wijzigingsregels

In deze bepaling wordt aan het bevoegd gezag de bevoegdheid gegeven om een gedeelte van het plan te wijzigen ten behoeve van (geringe) wijziging van bestemmingsgrenzen op perceelsniveau of de vestiging van een seksinrichting. Per wijziging zijn voorwaarden opgenomen waaraan de wijziging moet voldoen.

Overige regels

Dit sublid geeft aan hoe andere wettelijke bepalingen, waarnaar is verwezen in de regels, dienen te worden geïnterpreteerd

3.1.4 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Overgangsbepalingen

In deze bepalingen wordt vorm en inhoud gegeven aan het overgangsrecht.


Slotregel

Als laatste wordt de slotregel opgenomen. Deze bepaling bevat de titel van het bestemmingsplan.

3.2 Toelichting van de bestemmingsregels

3.2.1 Wonen

Aan het plangebied is de bestemming Wonen toegekend. De gronden binnen deze bestemming zijn bedoeld voor woondoeleinden, tuin en ondergronds parkeren.

3.2.2 Waarde - Archeologie 2

Voor de aanwezige archeologische verwachtingswaarde in het plangebied is een aparte dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2 (zeer hoge waarde) opgenomen.

3.3 Bijzondere regelingen

3.3.1 Regelingen in afwijking van de standaard regels Heerlen

Afwijking van de bouwregels

In onderhavig bestemmingsplan is de regeling voor wonen gespecificeerd tot Wonen-Gestapeld. Om het kwalitatief hoogwaardige woonconcept vorm te geven zijn aanbouwen en vrijstaande bijgebouwen stedenbouwkundig niet wenselijk. Alle bijbehorende voorzieningen dienen binnen de hoofdmassa te worden ondergebracht, waarbij het parkeren uitsluitend ondergronds is toegestaan.

Om te voorkomen dat aan- en bijgebouwen gerealiseerd worden zijn hiervoor in artikel 5.2 geen bouwregels opgenomen.

Afwijking parkeren

In afwijking van de standaardregeling dat moet worden voldaan in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein, kan voor deze locatie ook worden voorzien in de benodigde parkeerbehoefte in een nabijgelegen openbare parkeervoorziening.

Afwijking ontsluiting terrein

Het rechtstreeks ontsluiten van het perceel via een in- en uitrit op de Looierstraat zal leiden tot onveilige verkeerssituaties en -opstoppingen op deze straat. De ontsluiting bij parkeren op eigen terrein dient daarom te worden aangelegd in de vorm van een ventweg.

Indien niet wordt voorzien in parkeren op eigen terrein, dient een voorziening voor laden en lossen ten behoeve van de woonfunctie te worden gerealiseerd.

De afwijkingen met betrekking tot parkeren en de ontsluiting van het terrein worden geregeld door de voorwaardelijke bepalingen in artikel 9.2.

3.3.2 Beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten in de woonomgeving

Het komt regelmatig voor dat mensen bij de gemeente een verzoek indienen om een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit te mogen uitoefenen in hun woning. De gemeente staat hier niet onwelwillend tegenover, mits dit binnen bepaalde kaders plaatsvindt. Een belangrijk criterium is dat de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft. Voor een eenduidige beoordeling van dergelijke verzoeken is de beleidsregel 'Beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten in de woonomgeving' op 25 februari 2014 vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.

In de beleidsregel wordt bedrijvigheid in de woonomgeving in een tweetal subcategorieën onderverdeeld:

  • a. de vrije beroepen, beroepen aan huis, ofwel aan huis gebonden beroepen (deze begrippen worden synoniem gebruikt);
  • b. de consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten.

Aan huis gebonden beroepen

Onder de aan huis gebonden beroepen worden in ieder geval begrepen: architect, advocaat, acupuncturist, beeldhouwer, belastingadviseur, fysiotherapeut, grafisch ontwerper / desktop publisher, huisarts, hypotheekadviseur, juridisch adviseur, kunstschilder, makelaar, notaris, psycholoog, tandarts, verloskundige, dierenarts (kleine huisdieren), zakelijke dienstverlener, logopedist.

Aan huis gebonden beroepen worden van oudsher geacht binnen de woonbestemming te passen. In de regels van dit bestemmingsplan zijn aan huis gebonden beroepen binnen de bestemming Wonen dan ook rechtstreeks toegestaan.

Consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten

Onder consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten wordt dienstverlenende of ambachtelijke bedrijvigheid gericht op consumentverzorging verstaan. Dergelijke activiteiten wijken qua aard, karakter en hinder niet wezenlijk af van aan huis gebonden beroepen en kunnen dus eveneens plaatsvinden in de woonomgeving. Wel gelden hiervoor specifieke randvoorwaarden, die zijn vastgelegd in de beleidsregel.

Tot consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten worden onder meer de volgende activiteiten/beroepen gerekend: fotograaf/videograaf, autorijschool (geen theorielessen aan huis), bloemschikker, decorateur, fietsenreparateur, goud- en zilversmid, hoedenmaker, hondentrimmer, pottenbakker, instrumentenmaker, kaarsenmaker, klompenmaker, lijstenmaker, loodgieter, meubelmaker, computerservice (o.a. systeembouw/-analyse), schoonheidsspecialist, kapsalon, traiteur, muziekinstrumentenmaker, zadelmaker, nagelstudio, reisorganisatie (kleinschalig), koeriersdienst (zonder afhalen aan huis), prothesemaker, reparatie van kleine consumentenartikelen (smartphones, radio's, tv's, horloges, antiek, etc.), glazenwasser, webshop (administratie, opslag, logistiek, zonder afhalen aan huis).

In de bestemming Wonen van dit bestemmingsplan is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen, waarmee de uitoefening van consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten mogelijk wordt gemaakt. Wanneer voldaan wordt aan de voorwaarden, zoals die ook in de beleidsregel zijn opgenomen, kan de omgevingsvergunning worden verleend.

3.3.3 Prostitutie- en seksinrichtingen

Door het verdwijnen van het algemeen bordeelverbod uit het Wetboek van Strafrecht kan de vestiging van een bordeel niet meer verboden worden. Het is derhalve noodzakelijk om middels beleid en een adequate planologische regeling de vestiging van prostitutiebedrijven te reguleren. De planologische regeling heeft betrekking op de bestemmingen die - volgens de jurisprudentie - het gebruik ten behoeve van prostitutie niet geheel uitsluiten. Gedoeld wordt op de bestemmingen die wonen, horeca, dienstverlening en bedrijven toelaten. De gemeenten in Parkstad Limburg hebben een gezamenlijk regionale visie met betrekking tot het prostitutiebeleid ontwikkeld. Het opstellen van de “Parkstadnota regionale visie prostitutiebeleid” werd noodzakelijk geacht omdat een zeer stringent lokaal beleid kan leiden tot verplaatsing van de in de gemeenten aanwezige prostitutiebedrijven naar omringende gemeenten, die een minder stringent beleid voeren. Door regionaal beleid wordt voorkomen dat ongewenste bewegingen ontstaan in de vestiging van prostitutiebedrijven en kunnen gemeenten beargumenteerd bepaalde vormen van prostitutiebedrijven uitsluiten.

In de “Beleidsnota Seksinrichtingen, sekswinkels en escortbedrijven Heerlen” (oktober 2000) is het gemeentelijk beleid neergelegd. In deze nota is ruimtelijk beleid geïntegreerd in het totale beleid. Eén van de zes hoofddoelstellingen die ten grondslag lagen bij de opheffing van het algemeen bordeelverbod was: de beheersing en regulering van exploitatie van prostitutie.

In de huidige situatie liggen er 9 locaties voor seksinrichtingen verspreid over het gemeentelijk grondgebied. Voor deze locaties is een parapluplan opgesteld, bestemmingsplan prostitutie (onherroepelijk per 24 april 2007).

In het plangebied zijn geen sexinrichtingen gelegen en toegestaan.

Hoofdstuk 4 Handhaving en uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan heeft verscheidene functies.
De belangrijkste functie betreft wellicht de normerende functie.
Het bestemmingsplan geeft bindende regels voor het gebruik van de in het betreffende plan opgenomen gronden. Dit betreft gebruik in ruime zin. Niet enkel het feitelijke gebruik, maar ook de bebouwing van deze gronden en het gebruik van opstallen worden door het bestemmingsplan gereguleerd.
Om recht te doen aan deze functie, is tijdens het opstellen van het onderhavige bestemmingsplan ruime aandacht te besteed aan de handhaafbaarheid van de opgestelde regels.

Er is sprake van een inzichtelijke en realistische juridische regeling. Dat wil zeggen, dat het plan niet onnodig beperkend of inflexibel is. De regels dienen niet meer, maar ook niet minder te regelen dan noodzakelijk is. Daarnaast is er sprake van een ondubbelzinnige en juridisch juiste regeling, die voor eenieder duidelijk is en weinig procesrisico kent.

4.1 Handhavingsbeleid

Binnen de gemeente Heerlen vormt de handhaving van bestemmingsplannen een expliciet onderdeel van het handhavingsbeleid en is opgenomen in de beleidsnota
"Handhaving bouw- en ruimtelijke regelgeving". In deze nota wordt onder meer aandacht besteed aan de wijze, waarop handhaving zal plaatsvinden. Uitgangspunt is dat tegen iedere overtreding wordt opgetreden. Verder wordt in deze nota de wijze van prioritering weergegeven. Op basis van jaarlijks vast te stellen uitvoeringsprogramma's vindt vervolgens het uitvoeren van toezicht en daadwerkelijke handhaving plaats.

Bij het overtreden van de regels van het bestemmingsplan kan het college de volgende sanctionerende maatregelen toepassen: bestuursrechtelijke handhaven (bestuursdwang of dwangsom) of strafrechtelijk handhaven (economisch delict).

4.2 Economische uitvoerbaarheid

Op grond van het bepaalde in artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening dient in de toelichting van een bestemmingsplan inzicht te worden gegeven over de uitvoerbaarheid van het plan. Hiermee wordt mede de financieel economische uitvoerbaarheid bedoeld.

Bestemmingsplan Cityplan Heerlen reparatieplan Looierstraat perceel L 420 betreft een reparatieplan, waarin geen nieuw woningbouwplan mogelijk wordt gemaakt. Het voorheen op de locatie geldende bestemmingsplan 'Het Loon' (1987) maakte immers ook gestapelde woningen mogelijk. Het is daarom niet nodig een exploitatieplan vast te stellen.

Hoofdstuk 5 Procedure

Zoals reeds benoemd in paragraaf 1.1 is de aanleiding voor de vaststelling van dit bestemmingsplan een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In de uitspraak is bepaald dat de raad het nieuwe besluit op de wettelijke voorgeschreven wijze bekend dient te maken.