365.602.00 (Haven Zeven)

6.3.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werkzaamheden uit te voeren:

• a. het dempen, graven en vergraven van watergangen;
• b. het aanleggen van oeverbeschoeiingen;
• c. het aanleggen, verbreden of verharden van paden en wegen en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
• d. het afgraven, verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
• e. het aanleggen van ondergrondse transport- of telecommunicatieleidingen;
• f. het diepwoelen of diepploegen van de bodem of het uitvoeren van grondwerken dieper dan 0,4 m;
• g. het verrichten van exploratieboringen.

6.3.2 Toelaatbaarheid

De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 6.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door de uit te voeren werkzaamheden, dan wel de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen, geen blijvende onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarde, natuurwaarde of de cultuurhistorische waarde van het gebied dan wel de mogelijkheden voor het behoud, de versterking en het herstel van die waarden niet in onevenredige mate worden verkleind.

6.3.3 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 6.3.1 is niet van toepassing op het uitvoeren van werkzaamheden, welke uit een oogpunt van te beschermen belangen van ondergeschikte betekenis zijn, waaronder mede begrepen ondergeschikt onderhoud en beheer van watergangen.