direct naar inhoud van Regels

TAM-omgevingsplan Houtsestraat 5

Status: ontwerp
Identificatie: NL.IMRO.0855.TAM2023001-b003
Plantype: bestemmingsplan

Regels (TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22ab Houtsestraat 5)

 

Preambule

Dit Tam-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van gebiedsontwikkeling op locatie Houtsestraat 5 en is als een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22a) opgenomen in het omgevingsplan van de gemeente Tilburg. Dit hoofdstuk is bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.

 

De in dit op https://www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22a van het omgevingsplan van gemeente Tilburg. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord ‘Artikel’, na de spatie en direct voor het artikelnummer ‘22a.’ gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet het woord ‘Bijlage’, na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage ‘22a’ gelezen worden.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1 Toepassingsbereik TAM-omgevingsplan

  1. De besluiten op grond van artikel 22.1, onder a, van Omgevingswet zijn niet van toepassing voor zover het gaat over regels opgenomen in een besluit als bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, onder a, b, c, g, h, i, j, k, l of m, van de Invoeringswet Omgevingswet op de locaties, bedoeld in het eerste lid.

 

  1. De regels in afdeling 22.2 met uitzondering van paragraaf 22.2.7.3, en afdeling 22.3 zijn niet van toepassing voor zover die regels in strijd zijn met regels in dit hoofdstuk.

 

  1. De regels van dit Tam-Omgevingsplan zijn van toepassing op de locatie ‘TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22a Houtsestraat 5’, waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0855.TAM2023001-b001 met identificatienummer NL.IMRO.0855.TAM2023001-b001 zoals vastgelegd op https://www.ruimtelijkeplannen.nl

  2. Met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties is het verboden zonder omgevingsvergunning gronden of bouwwerken te gebruiken anders dan overeenkomstig de aan die locatie toegedeelde functies en activiteiten.

 

 

Artikel 2 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden de volgende begripsbepalingen:

 

Alle begrippen die door een bestaand wettelijk voorschrift zijn bepaald moeten (nog) verwijderd worden.

2.1 Plan

Het TAM-omgevingsplan Houtsestraat 5 met identificatienummer NL.IMRO.0855.TAM2023001-b003 van de gemeente Tilburg.

2.2 aan huis verbonden beroepsactiviteit

Beroepsmatige activiteiten in een woning of bijhorend bouwwerk, die kan worden beschouwd als 'aan-huis-verbonden', waarbij:

  1. degene die de activiteit uitvoert, tevens de bewoner is van de woning;

  2. geen sprake is van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen;

  3. voldoende is of kan worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers;

  4. de beroepsuitoefening naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, d.w.z. niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning (inclusief aan-, uit en/of bijgebouw) en totaal niet meer dan 80m² in beslag neemt;

  5. de beroepsuitoefening in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt is aan de woning en de woonomgeving;

  6. geen detailhandel plaatsvindt, anders dan in ter plaatse vervaardigde goederen;

  7. op geen enkele andere wijze overlast wordt veroorzaakt.

 

Dit zijn voorwaarden wanneer we beroepsmatige activiteiten toestaan. dit is geen begrip. Anders regelen.

Artikel 3 Meet- en rekenbepalingen

In aanvulling op en overeenkomstig artikel 22.24 van dit omgevingsplan, gelden de volgende meet- en rekenbepalingen voor zover deze niet afwijken van artikel 22.24.

check artikel opbouw omgevingsplan Tilburg.

3.1 dakhelling

Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

3.2 De hoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

3.3 De inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

3.4 De bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

3.5 De oppervlakte van een bouwwerk

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

3.6 Afstand tot zijdelingse perceelsgrens

Tussen de zijdelingse grenzen van een perceel en enig punt van het op dat perceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is.

 

Hoofdstuk 2 Algemene regels

 

 

Artikel 4 Algemeen gebruiksverbod

Met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties is het verboden zonder omgevingsvergunning gronden of bouwwerken te gebruiken anders dan overeenkomstig de aan die locatie toegedeelde functies en activiteiten.

Artikel 5 Aanvraagvereisten omgevingsvergunning

De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van dit omgevingsplan, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit hoofdstuk.

Artikel 6 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

Dit artikel is optioneel

 

 

Artikel 7 Overgangsrecht bouwwerken

  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit hoofdstuk aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning en afwijkt van dit hoofdstuk, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot;

  2. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

  3. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk teniet is gegaan.

 

Dit artikel is optioneel

Artikel 8 Overgangsrecht gebruik

  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het dit hoofdstuk en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;

  2. het is verboden het met dit hoofdstuk strijdige gebruik, bedoeld onder a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;

  3. indien het gebruik, bedoeld onder a., na het tijdstip van inwerkingtreding van dit hoofdstuk voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;

  4. het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met dit plan voor de inwerkingtreding van dit hoofdstuk, daaronder begrepen het overgangsrecht van dat plan.

 

Dit artikel is optioneel

Hoofdstuk 3 Functies en activiteiten

 

Artikel 9 Agrarisch met waarden

Optioneel: Doel artikel vermelden

9.1 Toepassingsbereik - aanwijzing locatie(s) 'Agrarisch met waarden'

De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locatie(s) die zijn aangewezen als ‘Agrarisch met Waarden’.

9.2 Regels over gebruiksactiviteiten binnen locatie(s) 'Agrarisch met waarden'

 

9.2.1 Toegelaten gebruiksactiviteiten binnen locatie(s) 'Agrarisch met Waarden'

De volgende activiteiten zijn toegestaan op de locatie(s) aangewezen als ‘Agrarisch met Waarden’:

  1. grondgebonden agrarische activiteiten, geen betrekking hebbend op een veehouderij;

  2. het behoud, herstel en de ontwikkeling van natuurwaarden;

  3. het behoud, herstel en de ontwikkeling van landschappelijke waarden;

  4. het behoud, herstel en de ontwikkeling van hydrologische waarden;

  5. extensief recreatief medegebruik;

 

9.3 Regels over bouwactiviteiten binnen locatie(s) 'Agrarisch met waarden'

In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 gelden tevens de volgende regels:

9.3.1 Toegelaten bouwactiviteit - bouwwerken van algemeen nut

Op de locatie(s) 'Agrarisch met Waarden' mogen bouwwerken van algemeen nut worden opgericht met dien verstande dat:

  1. de bouwhoogte van een bouwwerk van algemeen nut niet meer mag bedragen dan 3,5 meter;

  2. de maximum oppervlakte van ene bouwwerk van algemeen nut niet meer mag bedragen dan 50m².

 

9.3.2 Toegelaten bouwactiviteit - bouwwerken, geen gebouw zijnde

Op de locatie(s) 'Agrarisch met Waarden' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht ten behoeve van de in artikel X benoemde gebruiksactiviteiten, met dien verstande dat:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde niet meer mag bedragen dan 3m, tenzij door middel van een maatvoering aanduiding een ander maximum is aangegeven.

  2. De bouwhoogte van terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 1m.

  3. de bouw van overkappingen, paardenbakken, teelt ondersteunende voorzieningen, kuilvloerplaten en sleufsilo’s niet is toegestaan.

9.3.3 Toegelaten bouwactiviteit - ondergronds bouwen

Op de locatie(s) 'Agrarisch met Waarden' mogen bouwwerken ten behoeve van water en waterhuishoudkundige voorzieningen ondergronds gebouwd worden.

9.4 Regels over het uitvoeren van werken en werkzaamheden

 

9.4.1 Toegelaten werken en werkzaamheden

Op de locatie(s) 'Agrarisch met Waarden' mogen de volgende werken en werkzaamheden uitgevoerd worden:

  1. Normaal onderhoud en/of gebruik.

  2. het verwijderen van opgaand houtgewas ingevolge de Plantenziektenwet.

  3. Het verwijderen van opgaand houtgewas bij wijze van verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei en/of kwaliteit van overblijvend houtgewas.

  4. het verzetten of vergraven van grond over een oppervlakte minder dan 100 m2;

  5. het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen tot en met 0,40 m onder maaiveld;

  6. het verwijderen of rooien van houtgewas met agrarische productiefunctie;

  7. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, voor zover kleiner dan 100 m2 per perceel / per locatie / per plan?;

  8. het tijdelijk (voor minder dan 2 jaar aaneengesloten) omzetten van grasland naar een andere bodemcultuur. handhaafbaarheid regeling? (kan het woord tijdelijk / permanent voor verduidelijking vervallen?)

 

9.4.2 Aanwijzing vergunningplichtige werken en werkzaamheden

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning op de locatie(s) 'Agrarisch met Waarden' de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten voeren:

  1. het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m2 per perceel of met meer dan 0,40 m wordt gewijzigd of waarbij de maaiveldniveaus van een steilrand worden gewijzigd;

  2. het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0,40 m onder maaiveld;

  3. het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;

  4. het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of bemaling;

  5. het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;

  6. het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van paden of onverharde wegen;

  7. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, voor zover groter dan 100 m2 per perceel;

  8. het permanent (voor meer dan 2 jaar aaneengesloten) omzetten van grasland naar een andere bodemcultuur.

 

9.4.3 Beoordelingsregels vergunningplichtige werken en werkzaamheden

De omgevingsvergunning wordt alleen verleend indien naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in artikel 9.2.1 genoemde waarden.

Artikel 10 Water

Optioneel: Doel artikel vermelden

10.1 Toepassingsbereik - aanwijzing locatie(s) 'Water'

De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locatie(s) die zijn aangewezen als ‘Water’. 

10.2 Regels over gebruiksactiviteiten binnen locatie(s) 'Water'

 

10.2.1 Toegelaten gebruiksactiviteiten binnen locatie(s) 'Water'

De volgende activiteiten zijn toegestaan op locatie(s) aangewezen als ‘Water’:

  1. de bescherming, het beheer en het onderhoud van watergangen;

  2. recreatief medegebruik.

10.3 Regels over bouwactiviteiten binnen locatie(s) 'Water'

In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 gelden tevens de volgende regels:

10.3.1 Toegelaten bouwactiviteit - bouwwerken, geen gebouw zijnde

Op de locatie(s) 'Water' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht ten behoeve van de in artikel X benoemde gebruiksactiviteiten, met dien verstande dat:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde niet meer mag bedragen dan 3m, tenzij door middel van een maatvoering aanduiding een ander maximum is aangegeven.

  2. De hoogte van terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 1m.

 

Artikel 11 Wonen - Buitengebied

Optioneel: Doel artikel vermelden

11.1 Toepassingsbereik- aanwijzing locatie(s) 'Wonen Buitengebied'

De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locatie(s) die zijn aangewezen als ‘Wonen - Buitengebied’.

11.2 Regels over gebruiksactiviteiten binnen locatie(s) 'Wonen - Buitebgebied'

 

11.2.1 Toegelaten gebruiksactiviteiten binnen locatie(s) 'Wonen - Buitebgebied'

De volgende activiteiten zijn toegestaan op de locatie(s) aangewezen als ‘Wonen-Buitengebied’:

  1. wonen onder de voorwaarde dat voldaan wordt aan artikel X

  2. aan huis verbonden beroepsactiviteiten onder de voorwaarde dat voldaan wordt aan artikel X

  3. het aanbieden van bed & breakfast onder de voorwaarde dat voldaan wordt aan artikel X

  4. het uitoefenen van een publiek aantrekkend beroeps- of bedrijfsactiviteit onder de voorwaarde dat voldaan wordt aan artikel X

 

11.2.2 Voorwaarden gebruiksactiviteit - 'wonen'

Op de locatie(s) aangewezen als ‘Wonen-Buitengebied’ is de activiteit 'wonen' toegestaan met dien verstande dat:

  1. het aantal wooneenheden niet meer bedraagt dan 1 per locatie aangewezen als ‘Wonen – Buitengebied’;

  2. voorzien is in de parkeerbehoefte zoals bepaald in vigerende nota parkeernormen van gemeente Tilburg;

  3. de activiteiten met gebruiksruimte uitsluitend zijn toegestaan indien een landschappelijke inpassing, zoals opgenomen bijlage X, binnen 2 jaar na onherroepelijk worden van dit plan is gerealiseerd, wordt beheerd en duurzaam in stand wordt gehouden.

  4. de activiteiten met gebruiksruimte uitsluitend zijn toegestaan indien alle bebouwing, zoals opgenomen in bijlage X, binnen 6 maanden na beëindiging van de bouwwerkzaamheden volledig is gesloopt.

 

11.2.3 Voorwaarden gebruiksactiviteit - 'aan huis verbonden beroepsactiviteit'

Op de locatie(s) aangewezen als ‘Wonen-Buitengebied’ is de activiteit 'aan huis verbonden beroepsactiviteit toegestaan met dien verstande dat:

  1. de activiteit plaats vindt in de woning of in een bijhorend bouwwerk;

  2. degene die de activiteit uitoefent, tevens de bewoner van de woning is;

  3. maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de woning met inbegrip van aan- en uitbouwen gebruikt mag worden voor de uitoefening van het beroep met een maximale oppervlakte van 80m²

  4. de aan huis verbonden beroepsactiviteit geen (wabo) vergunningplichtige activiteit of melding plichtige activiteit betreft;

  5. de aan huis verbonden beroepsactiviteit een bedrijfsactiviteit betreft opgenomen als categorie 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in bijlage X van dit plan

  6. de uiterlijke verschijningsvorm van de woning niet veranderd;

  7. er geen detailhandel plaatsvindt;.

  8. er geen ontoelaatbare publieks- en verkeersaantrekking ontstaat;

  9. voorzien is in de parkeerbehoefte zoals bepaald in vigerende nota parkeernormen van gemeente Tilburg;

11.2.4 Voorwaarden gebruiksactiviteit - 'het aanbieden van bed & breakfast'

p de locatie(s) aangewezen als ‘Wonen-Buitengebied’ is de activiteit 'het aanbieden van bed & breakfast' toegestaan met dien verstande dat:

  1. de activiteit plaats vindt in de woning of in een bijhorend bouwwerk;

  2. degene die de activiteit uitoefent, tevens de bewoner van de woning is;

  3. het aantal kamers van de bed & breakfast niet meer bedraagt dan 2 per locatie aangewezen als ‘Wonen-Buitengebied’;

  4. er geen ontoelaatbare publieks- en verkeersaantrekking ontstaat;

  5. voorzien is in de parkeerbehoefte zoals bepaald in vigerende nota parkeernormen van gemeente Tilburg;

  6. Bij de gemeente Tilburg t.a.v. afdeling toerisme melding wordt gedaan van de vestiging van de activiteit. (Experimentele regeling opgenomen voor meldingplichtige acitiviteit)

 

11.3 Vergunningplichtige gebruiksactiviteiten binnen locatie(s) 'Wonen - Buitengebied'

 

11.3.1 Aanwijzing vergunningplicht gebruiksactiviteit - 'uitoefening van een publiek aantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten'

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning een publiek aantrekkend beroeps- of bedrijfsactiviteit uit te oefenen ter plaatse van de locatie(s) die zijn aangewezen als ‘Wonen - Buitengebied’.

 

11.3.2 Beoordelingsregels omgevingsvergunning gebruiksactiviteit - uitoefening van een publiek aantrekkende beroeps- of berijfsactiviteiten'

de omgevingsvergunning ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen een woning en/of bijgebouwen bij de woning voor publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis wordt verleend als:

  1. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen tot ten hoogste 100m² wordt gebruikt voor de aan huis verbonden publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteit en;

  2. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, tevens de bewoner van de woning is en;

  3. de in het omliggende gebied aanwezige waarden niet in onevenredige mate worden aangetast en;

  4. de activiteit qua aard, omvang en uitstraling past binnen de omgeving en;

  5. de nevenactiviteit geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg heeft en;

  6. het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse en;

  7. gezorgd wordt voor voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein en;

  8. de nevenactiviteit geen onevenredige beperkingen oplevert ten aanzien van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van de omliggende (agrarische) bedrijven en;

  9. de nevenactiviteit zelf niet vergunningplichtig is op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e. van de Wabo en daarnaast milieuhygiënisch inpasbaar is en;

  10. het gaat om bedrijfsactiviteiten, die vallen onder de categorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, in bijlage 1 van de planregels;

  11. geen sprake is van detailhandel, uitgezonderd een beperkte verkoop, ondergeschikt aan de publieksaantrekkende activiteit.

11.4 Regels over bouwactiviteiten binnen locatie(s) 'Wonen - Buitengebied'

In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 gelden tevens de volgende regels:

11.4.1 Toegelaten bouwactiviteit - aan- uitbouwen en bijgebouwen bij woningen

Op de locatie(s) Wonen - Buitengebied mogen aan- uit en bijgebouwen worden opgericht ten behoeve van de in artikel x genoemde gebruiksactiviteiten onder de voorwaarde dat:

  1. aan- en uitbouwen en bijgebouwen gebouwd worden binnen het bouwvlak;

  2. aan- en uitbouwen en bijgebouwen op een afstand van tenminste 2m achter de voorgevelrooilijn van de woning worden gebouwd;

  3. de goothoogte niet meer bedraagt dan de ter plaatse aangewezen goothoogte norm 'Maximum goothoogte aan- uit en bijgebouwen';

  4. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan de ter plaatse aangewezen bouwhoogte norm 'Maximum bouwhoogte aan- uit en bijgebouwen';

  5. de afstand van (vrijstaande) bijgebouwen tot de woning niet meer bedragen dan 20m;

  6. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen bij een woning niet meer bedraagt dan 200m².

  7. Voldaan wordt aan de gemeentelijke Waterbergingsnorm zoals neergelegd in het Programma water en riolering 2020-2023.

  8. Indien van toepassing, voldaan wordt aan de regels in artikel x 'Waarde - Archeologie' van dit TAM-omgevingsplan.

  9. Indien van toepassing, voldaan wordt aan de regels in artikel x 'Waarde - Beschermwaardige Bomen' van dit TAM-omgevingsplan.

  10. Indien van toepassing, voldaan wordt aan de regels in artikel x 'Waterstaat - Attentiegebied NNB' van dit TAM-omgevingsplan.

11.4.2 toegelaten bouwactiviteit - bouwwerken van algemeen nut

Op de locatie(s) 'Wonen - Buitengebied mogen bouwwerken van algemeen nut worden opgericht met dien verstande dat:

  1. de bouwhoogte van een bouwwerk van algemeen nut niet meer mag bedragen dan 3,5 meter;

  2. de maximum oppervlakte van ene bouwwerk van algemeen nut niet meer mag bedragen dan 50m²;

  3. Voldaan wordt aan de gemeentelijke Waterbergingsnorm zoals neergelegd in het Programma water en riolering 2020-2023.

  4. Indien van toepassing, voldaan wordt aan de regels in artikel x 'Waarde - Archeologie' van dit TAM-omgevingsplan.

  5. Indien van toepassing, voldaan wordt aan de regels in artikel x 'Waarde - Beschermwaardige Bomen' van dit TAM-omgevingsplan.

  6. Indien van toepassing, voldaan wordt aan de regels in artikel x 'Waterstaat - Attentiegebied NNB' van dit TAM-omgevingsplan.

 

Mischien mag een bouwwerk vak algemeen nut zoiezo worden opgericht. Check nodig nieuwe regels vergunningvrij bouwen. Daarnaast mogelijk niet handig hier extra eisen aan te hangen. c tm f.

 

11.4.3 Toegelaten bouwactiviteit - bouwwerken geen gebouw zijnde

Op de locatie(s) 'Wonen - Buitengebied' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht ten behoeve van de in artikel X genoemde gebruiksactiviteiten, met dien verstande dat:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde niet meer mag bedragen dan de ter plaatse aangewezen bouwhoogte norm 'Maximum bouwhoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde';;

  2. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2m, met dien verstande dat de hoogte vóór de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 1m;

  3. de bouwhoogte van een (paard)rijbak niet meer mag bedragen dan 2m, met uitzondering van de lichtmasten, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 8m;

  4. de inwendige oppervlakte van een (paard)rijbak niet meer mag bedragen dan 800m2 en de buitenwerkse oppervlakte niet meer mag bedragen dan 875m²;

  5. de bouw van overkappingen, niet is toegestaan;

  6. Voldaan wordt aan de gemeentelijke Waterbergingsnorm zoals neergelegd in het Programma water en riolering 2020-2023.

  7. Indien van toepassing, voldaan wordt aan de regels in artikel x 'Waarde - Archeologie' van dit TAM-omgevingsplan.

  8. Indien van toepassing, voldaan wordt aan de regels in artikel x 'Waarde - Beschermwaardige Bomen' van dit TAM-omgevingsplan.

  9. Indien van toepassing, voldaan wordt aan de regels in artikel x 'Waterstaat - Attentiegebied NNB' van dit TAM-omgevingsplan.

 

in de systematiek zit geen begrenzing op een oppervlakte voor overkappingen. deze hebben we wel nodig. nu is het andere uiterste geregeld. een verbod voor een overkapping geregeld. stedenbouwkundige afweging nodig voor een nieuwe regeling met max oppervlakte.

11.4.4 Toegelaten bouwactiviteit - Ondergronds bouwen

Op de locatie(s) 'Wonen - Buitengebied' gelden voor ondergrond bouwen de volgende regels:

  1. op de gronden mag uitsluitend ondergronds worden gebouwd op plaatsen waar hoofd- en bijgebouwen zijn of gelijktijdig worden gebouwd, en daarnaast mogen direct aansluitend in- en uitritten ten behoeve van de ondergrondse bouwwerken worden gebouwd;

  2. de verticale diepte mag niet meer bedragen dan 3,5m;

  3. Voldaan wordt aan de gemeentelijke Waterbergingsnorm zoals neergelegd in het Programma water en riolering 2020-2023.

  4. Indien van toepassing, voldaan wordt aan de regels in artikel x 'Waarde - Archeologie' van dit TAM-omgevingsplan.

  5. Indien van toepassing, voldaan wordt aan de regels in artikel x 'Waarde - Beschermwaardige Bomen' van dit TAM-omgevingsplan.

  6. Indien van toepassing, voldaan wordt aan de regels in artikel x 'Waterstaat - Attentiegebied NNB' van dit TAM-omgevingsplan.

 

11.5 Vergunningplichtige bouwactiviteiten binnen locatie(s) 'Wonen - Buitengebied'

 

11.5.1 Aanwijzing vergunningplicht bouwactiviteit - een hoofgebouw bouwen of verbouwen

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning een hoofdgebouw te bouwen of te verbouwen.

 

11.5.2 Beoordelingsregels omgevingsvergunning bouwactiviteit - een hoofdgebouw bouwen of verbouwen

De omgevingsvergunning ten behoeve van een hoofdgebouw bouwen of verbouwen wordt verleend onder voorwaarde dat:

  1. per aanduiding bouwvlak maximaal één hoofdgebouw is toegestaan;

  2. de goothoogte niet meer bedraagt dan de ter plaatse aangewezen goothoogte norm 'Maximum goothoogte Woning/Hoofdgebouw';

  3. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan de ter plaatse aangewezen bouwhoogte norm 'Maximum bouwhoogte Woning/Hoofdgebouw';

  4. de inhoud van het hoofdgebouw en aan- en uitbouwen niet meer bedraagt dan de ter plaatse aangewezen inhoudsnorm 'Maximum inhoud Woning';

  5. De nokrichting van het hoofdgebouw evenwijdig loopt aan de weg waaraan gebouwd wordt.

  6. Voldaan wordt aan de gemeentelijke Waterbergingsnorm zoals neergelegd in het Programma water en riolering 2020-2023.

  7. Indien van toepassing, voldaan wordt aan de regels in artikel x 'Waarde - Archeologie' van dit TAM-omgevingsplan.

  8. Indien van toepassing, voldaan wordt aan de regels in artikel x 'Waarde - Beschermwaardige Bomen' van dit TAM-omgevingsplan.

  9. Indien van toepassing, voldaan wordt aan de regels in artikel x 'Waterstaat - Attentiegebied NNB' van dit TAM-omgevingsplan.

(e = optioneel)

 

Artikel 12 Waarde - Archeologie

 

12.1 Toepassingsbereik - aanwijzing locatie(s) Waarde Archeologie

De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locatie(s) die zijn aangewezen als 'Waarde - Archeologie'

12.2 Regels over bouwactiviteiten binnen locatie(s) 'Waarde - Archeologie'

 

12.2.1 Toegelaten bouwactiviteiten binnen locatie(s) 'Waarde Archeologie'

Op de locatie(s) 'Waarde - Archeologie' mogen bouwactiviteiten worden uitgevoerd met inachtneming van de in dit hoofdstuk geldende regels voor zover:

  1. het een bouwactiviteit betreft ter vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing op de bestaande plaats, waarbij de oppervlakte op of onder peil niet wordt vergroot, of;

  2. een bouwwerk dat wordt gebouwd zonder graaf- of heiwerkzaamheden die dieper gaan dan 0,6m onder peil, of;

  3. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 100m2.

 

12.3 Vergunningplichtige bouwactiviteiten binnen locatie(s) 'Waarde - Archeologie'

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning bouwactiviteiten uit te voeren binnen locatie(s) 'Waarde - Archeologie' voor zover:

  1. Het een bouwactiviteit betreft ter vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing op de bestaande plaats waarbij de oppervlakte onder het peil wordt vergroot, of;

  2. een bouwwerk wordt gebouwd met graaf- en of heiwerkzaamheden welke dieper gaan dan 0,6m onder peil, of;

  3. een bouwwerk met een oppervlakte groter dan 100m² wordt gebouwd;

 

12.3.1 Beoordelingsregels omgevingsvergunning bouwactiviteit binnen locatie(s) 'Waarde - Archeologie'

Een omgevingsvergunning ten behoeve van een vergunningplichtige bouwactiviteit zoals bepaald in artikel X ter plaatse van een locatie 'Waarde - Archeolgie' wordt verleend onder voorwaarde dat:

  1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld, en;

  2. de aanwezige archeologische waarden, gelet op het onder 1 bedoelde rapport, door het bouwen niet wezenlijk worden aangetast.

 

ter voorkoming van mogelijke schade kan 1 of meer van de volgende verplichtingen aan een vergunning worden verbonden:

  1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;

  2. de verplichting tot het doen van opgravingen;

de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.

12.4 Regels over het uitvoeren van werken en werkzaamheden

 

12.4.1 Toegelaten werken en werkzaamheden

Op de locatie(s) 'Waarde - Archeologie' mogen de volgende werken en werkzaamheden uitgevoerd worden over een oppervlakte kleiner dan 500m²:

  1. het uitvoeren van grondbewerkingen waartoe worden gerekend het (af)graven, woelen, mengen, diep- ploegen, egaliseren, ontginnen, heiwerkzaamheden en aanleggen van drainage dieper dan 0,6m onder peil;

  2. het aanleggen, vergraven, verruimen van sloten, vijvers en andere wateren;

  3. het aanleggen of rooien van diepwortelende beplantingen/bomen of bos/boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;

  4. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

  5. archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige.

12.4.2 Aanwijzing vergunningplichtige werken en werkzaamheden

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning op de locatie(s) 'Waarde - Archeologie' de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten voeren over een oppervlakte van 500m² of groter:

  1. het uitvoeren van grondbewerkingen waartoe worden gerekend het (af)graven, woelen, mengen, diep- ploegen, egaliseren, ontginnen, heiwerkzaamheden en aanleggen van drainage dieper dan 0,6m onder peil;

  2. het aanleggen, vergraven, verruimen van sloten, vijvers en andere wateren;

  3. het aanleggen of rooien van diepwortelende beplantingen/bomen of bos/boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;

  4. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

12.4.3 Beoordelingsregels vergunningplichtige werken en werkzaamheden

De omgevingsvergunning wordt alleen verleend indien naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in artikel x genoemde waarden.

 

De vergunning kan worden verleend indien:

  1. de aanvrager van de vergunning een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegde gezag in voldoende mate is vastgesteld, en;

  2. de aanwezige archeologische waarden, gelet op het onder a bedoelde rapport, door het verrichten van die werken en werkzaamheden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad;

met dien verstande dat ter voorkoming van mogelijke schade 1 of meer van de volgende verplichtingen aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden kunnen worden verbonden:

  1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de aanwezige archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;

  2. de verplichting tot het doen van opgravingen, en/of;

  3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij vergunning te stellen kwalificaties.

Artikel 13 Waarde - Beschermwaardige bomen

Optioneel: Doel artikel vermelden

13.1 Toepassingsbereik - aanwijzing locatie(s) 'Waarde - Beschermwaardige bomen'

De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locatie(s) die zijn aangewezen als 'Waarde - Beschermwaardige bomen'

13.2 Regels over bouwactiviteiten binnen locatie(s) 'Waarde - Beschermwaardige bomen'

In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 gelden tevens de volgende regels:

13.2.1 Toegelaten bouwactiviteiten binnen locatie(s) 'Waarde - Beschermwaardige bomen'

Op de locatie(s) 'Waarde - Beschermwaardige bomen' mogen bouwactiviteiten worden uitgevoerd voor zover:

  1. reeds aanwezige bebouwing wordt heropgericht met eenzelfde afstand tot de boom en eenzelfde goot- en bouwhoogte, mits daarbij de betrokken houtopstand / boom niet wordt geschaad;

  2. een omgevingsvergunning is verleend voor de activiteit kappen van de aanwezige boom;

  3. de boom om andere, van overmacht getuigende redenen, reeds eerder is geveld, dan wel door een calamiteit teniet is gegaan.

13.3 Vergunningplichtige bouwactiviteiten binnen locatie(s) 'Waarde - Beschermwaardige bomen'

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning bouwactiviteiten uit te voeren binnen locatie(s) 'Waarde - Beschermwaardige bomen'.

13.3.1 Beoordelingsregels omgevingsvergunning bouwactiviteit binnen locatie(s) 'Waarde - Beschermwaardige bomen'

Een omgevingsvergunning ten behoeve van een vergunningplichtige bouwactiviteit ter plaatse van een locatie 'Waarde - Beschermwaardige bomen' wordt verleend onder voorwaarde dat:

  1. zodanige maatregelen worden getroffen dat het voortbestaan van de betrokken houtopstand / boom wordt gewaarborgd.

 

Als voorwaarde voor deze omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag een bomeneffectanalyse (BEA) van een onafhankelijk boomtechnisch adviesbureau eisen. Deze analyse wordt in elk geval vereist indien:

  1. er sprake is van een 'monumentale boom';

  2. er gegronde vermoedens bestaan dat het bouwwerk of de bouwwerkzaamheden het voortbestaan van de betreffende boom of houtopstand / boom in gevaar kunnen brengen.

 

13.4 Regels over het uitvoeren van werken en werkzaamheden

 

13.4.1 Toegelaten werken en werkzaamheden

Op de locatie(s) 'Waarde - Beschermwaardige bomen' mogen werken en werkzaamheden uitgevoerd worden voor zover:

  1. een omgevingsvergunning is verleend voor de activiteit kappen van de aanwezige boom;

  2. de boom om andere, van overmacht getuigende redenen, reeds eerder is geveld, dan wel door een calamiteit teniet is gegaan.

  3. het gaat om werken en werkzaamheden die het normale onderhoud of beheer betreffen;

het gaat om werken en werkzaamheden van ondergeschikte betekenis.

13.4.2 Aanwijzing vergunningplichtige werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren Op de locatie(s) 'Waarde - Beschermwaardige bomen':

  1. het ontgronden, bodem verlagen of afgraven, ophogen, verdichten, verplaatsen, afgraven of egaliseren van grond, inclusief het graven van sleuven en het leggen van (ondergrondse) leidingen;

  2. het wijzigen van het grondwaterpeil;

  3. het verrichten van werken of werkzaamheden die beschadigingen van wortels, stam of kroon van de betrokken boom tot gevolg kunnen hebben.

13.4.3 Beoordelingsregels vergunningplichtige werken en werkzaamheden

Een omgevingsvergunning ten behoeve van een vergunningplichtig werk of werkzaamheid ter plaatse van een locatie 'Waarde - Beschermwaardige bomen' wordt verleend onder voorwaarde dat:

  1. geen onherstelbare schade aan de betrokken boom toegebracht wordt.

  2. voor de activiteiten: ? wordt voldaan aan de vastgestelde nota 'Bomenverordening?' ;

 

Het bevoegd gezag is bevoegd om:

  1. voorwaarden te verbinden aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, ter vermindering of ter voorkoming van schade die werken of werkzaamheden of de gevolgen daarvan aan de betrokken boom zouden kunnen toebrengen. Onder schade wordt tevens begrepen een vermindering of verslechtering van groeimogelijkheden;

  2. ten behoeve van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een BEA- onderzoek (= bomeneffectanalyse) van een onafhankelijk boomtechnisch adviesbureau te eisen.

 

Artikel 14 Waarde - Parkeren

Optioneel: Doel artikel vermelden

14.1 Toepassingsbereik - aanwijzing locatie(s) 'Waarde Parkeren'

De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locatie(s) die zijn aangewezen als 'Waarde - Parkeren'

 

14.2 Regels over parkeren en laden en lossen

 

14.2.1 Parkeren

Een gebruiksactiviteit op gronden aangewezen als 'Waarde - Parkeren' mag enkel worden uitgevoerd onder voorwaarde dat ten behoeve van het parkeren of stallen van (motor)voertuigen wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid zoals bepaald in de op 14 november 2017 door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde nota 'Parkeernormen Tilburg 2017' ;

14.2.2 Laden en lossen

Indien een gebruiksactiviteit aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet worden voorzien in voldoende ruimte voor laden en lossen, zoals neergelegd in de CROW Kennisbank in ASVV 2012.

 

Artikel 15 Waarde Waterstaat - Attentiegebied NNB

Optioneel: Doel artikel vermelden: Het behoud, herstel, beheer en/of ontwikkeling van hydrologische waarden

15.1 Toepassingsbereik - aanwijzing locatie(s) 'Waarde Waterstaat - Attentiegebied NNB'

De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locatie(s) die zijn aangewezen als 'Waterstaat - Attentiegebied NNB'

15.2 Regels over het uitvoeren van werken en werkzaamheden

 

15.2.1 Toegelaten werken en werkzaamheden

Op de locatie(s) 'Waterstaat - Attentiegebied NNB' mogen met inachtneming van de in dit hoofdstuk geldende regels de volgende werken en werkzaamheden uitgevoerd worden:

  1. het verzetten van grond, minder dan 100m³ tot een diepte van 60cm beneden maaiveld, voor zover geen vergunning is vereist in het kader van de Ontgrondingenwet;

  2. vervanging van bestaande drainage;

15.2.2 Aanwijzing vergunningplichtige werken en werkzaamheden

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning op de locatie(s) 'Waterstaat - Attentiegebied NNB' de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten voeren:

  1. het verzetten van grond van meer dan 100m³ of op een diepte van meer dan 60cm beneden maaiveld.

  2. de aanleg van nieuwe drainage ongeacht de diepte, ongeacht de diepte;

  3. het verlagen van de grondwaterstand anders dan door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainagemiddelen, met uitzondering van grondwateronttrekkingen;

  4. het buiten een agrarisch bouwblok aanbrengen van oppervlakteverhardingen en/of verharde oppervlakten van meer dan 100m².

15.2.3 Beoordelingsregels vergunningplichtige werken en werkzaamheden

een vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de hydrologische waarden. Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij het betrokken waterschapsbestuur.