Plan: | Vierde partiële herziening bestemmingsplan Bedrijven Zuid |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3885BP-0201 |
De toelichting is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 1 gaat in op de aanleiding voor dit bestemmingsplan. Omdat er maar een deel van het bestemmingsplan Bedrijven Zuid wordt aangepast wordt dit nieuwe bestemmingsplan een partiële herziening genoemd. In hoofdstuk 2 worden de aanpassingen beschreven en toegelicht. In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op facetten van participatie en communicatie. Tot slot wordt in hoofdstuk 4 de uitvoerbaarheid van de voorgenomen partiële herziening behandeld.
Het streven naar een intensiever ruimtegebruik van het nog te ontwikkelen deel van HoogTij en de daarmee samenhangende behoefte aan hogere bedrijfsgebouwen vormen de directe aanleiding voor deze aanpassing van het bestemmingsplan "Bedrijven Zuid". Gebleken is dat het planologisch kader efficiënt en intensief grondgebruik op een deel van het noordwestelijk kwadrant van HoogTij beperkt. Dit kan ondervangen worden door op dit deel van het bedrijventerrein een hogere bouwhoogte planologisch mogelijk te maken.
Deze partiële herziening bestaat uit planregels en een verbeelding. De planregels strekken tot een aanpassing in de planregels van het bestemmingsplan "Bedrijven Zuid". De aanpassingen in de verbeelding hebben alleen betrekking het noordwestelijk kwadrant van HoogTij Fase 2. De partiële herziening is tevens voorzien van een toelichting.
De wijzigingen worden in hoofdstuk 2 nader beschreven. De geldende planologische regelingen blijven voor het overige volledig van toepassing.
Het plangebied omvat een deel van het plangebied van het bestemmingsplan "Bedrijven Zuid". Omdat naast de verbeelding ook de planregels worden aangepast is het plangebied van deze Partiële Herziening gelijk aan het plangebied van bestemmingsplan Bedrijven Zuid (tekening 1).
Tekening 1: Plangebied bestemmingsplan Bedrijven Zuid, 2013
De basisregeling voor de bedrijventerreinen HoogTij, Westerspoor en Zuiderhout is het vigerende bestemmingsplan 'Bedrijven Zuid', vastgesteld op 4 juli 2013 (ook aangeduid als moederplan). Het planologisch kader is nadien gewijzigd door middel van de volgende regelingen:
Ten behoeve van de leesbaarheid zullen alle wijzigingen in het moederplan, inclusief deze, vierde partiele herziening, worden verwerkt in een geconsolideerde versie van het bestemmingsplan Bedrijven Zuid. De geconsolideerde versie van planregel artikel 4 Bedrijventerrein-2 is in bijlage 3 (Geconsolideerde tekst artikel 4 Bedrijventerrein -2
bestemmingsplan Bedrijven Zuid) bij deze toelichting opgenomen.
Met dit plan wordt de toegestane bouwhoogte voor een klein gedeelte van het bedrijventerrein HoogTij verruimd. Het betreft het rood omrande gedeelte op tekening 2. Hier geldt voor 60% een maximum bouwhoogte van 30 meter. In de volgende paragrafen worden deze aanpassingen toegelicht.
Tekening 2: verruiming bouwhoogte naar 30 meter, voor maximaal 60% (rood omrand)
Bedrijventerrein HoogTij in Westzaan is nog volop in ontwikkeling. Het terrein is bruto circa 130 ha groot. Netto betreft het circa 100 ha uitgeefbare grond. Er resteert momenteel (begin 2021) nog circa 45 ha uitgeefbare grond, waarvan circa 35 ha gelegen is binnen het noordwestelijk kwadrant van HoogTij. Dit kwadrant is in 2019 integraal opgehoogd en wordt in 2021 bouwrijp gemaakt. Het staat ook wel bekend als HoogTij Fase 2. Vanuit uitgifteperspectief is voorzien dat op HoogTij Fase 2 met name in relatief grote bedrijfsvestigingen wordt voorzien, waarbij bedrijven in het vestigingstraject worden uitgedaagd de beschikbare ruimte zo intensief mogelijk te benutten. De reden dat intensief ruimtegebruik wordt nagestreefd is de schaarste aan bedrijfsgronden in de Zaanstreek. De transitie vanuit de woningbouwopgave, de autonome groei van bedrijven op bedrijventerreinen en de toekomstige vraag vanuit de nieuwe economie naar bedrijventerrein maken dat er in Zaanstad in de nabije toekomst een tekort aan bedrijventerreinen wordt voorzien. Dit maakt dat zorgvuldig met de nog beschikbare bedrijfsgrond moet worden omgegaan. Mede vanwege de transformatieopgave in Zaanstad en autonome groei is blijvende behoefte aan bedrijfsgrond aan de orde.
Het intensiveren, ofwel optimaal gebruiken van de schaars beschikbare ruimte, is daarom voor een bedrijventerrein als HoogTij zeker noodzakelijk. Een intensivering van het gebruik en het effectief gebruiken van de beschikbare ruimte zijn de basisuitgangspunten van de regionaal vastgestelde Visie Noordzeekanaalgebied 2040. In de Omgevingsverordening NH2020 is HoogTij aangewezen als industrieterrein van provinciaal belang. Deze aanwijzing benadrukt het belang om efficiënt om te gaan met de ruimte die geschikt is voor zware industrie. In intensief ruimtegebruik kan worden voorzien door (interne) bedrijfsprocessen zodanig in te richten dat gebruik gemaakt wordt van de hoogte in bedrijfsbebouwing. In het kunnen maken van hoogte dient het planologisch kader van HoogTij dan wel te voorzien.
Op het grootste deel van HoogTij Fase 2 geldt op basis van de vigerende regeling een bouwhoogte van maximaal 15 meter, die middels een zogeheten binnenplanse afwijking verruimd kan worden tot 20 meter. Deze hoogten zijn echter onvoldoende om echt intensief ruimtegebruik te realiseren. Om tegelijkertijd te kunnen voldoen aan de behoefte aan hogere gebouwen, die ruimte bieden aan een toekomstbestendige bedrijfsvoering met geautomatiseerde processen, is een bouwhoogte van 30 meter nodig.
Deze partiële herziening maakt geen nieuwe functies mogelijk. Gelet op de schaalgrootte van het bedrijventerrein betreft het aanpassingen van beperkte omvang en ondergeschikte aard. Daar waar de maximale bouwhoogte verhoogd wordt, is die verhoging passend in relatie tot de aangrenzende maximale bouwhoogtes.
Om het ruimtelijke evenwicht en de stedenbouwkundige kwaliteit van het gebied te waarborgen is de voorziene bouwhoogte van 30 meter voor 60% van het betreffend gedeelte van HoogTij Fase 2 (zie hierboven tekening 2). Voor het resterende deel van het bouwvlak blijft de momenteel geldende bouwhoogte van 15 meter (met een afwijkingsmogelijkheid naar 20 meter) gelden. In totaal mag een perceel voor 70% worden bebouwd. Dit om voldoende open terrein voor laden, lossen, parkeren e.d. over te houden. Onder bepaalde voorwaarden kan met een binnenplanse afwijking meer bebouwing worden toegestaan. Voor de randen langs Zijkanaal D en Veldweg blijft de geldende bouwhoogte van 9 meter ongewijzigd.
Uit ruimtelijke analyses blijkt dat deze hoogte op een deel van HoogTij Fase 2 in de omgeving past. Op basis van een integrale (landschappelijke, stedenbouwkundige en cultuurhistorische) afweging is bezien of en zo ja waar, de bouwhoogte verhoogd kan worden. Hiertoe heeft intern afstemming plaatsgevonden met het Q-team HoogTij en Mooi Noord-Holland (adviesorganisatie voor omgevingskwaliteit). De verhoging van de bouwhoogte vindt plaats op het deel van HoogTij Fase 2 dat het meest ver van bestaande woonbebouwing af ligt. Op het aan de overkant van de Westzanerweg gelegen haventerrein is een bouwhoogte van 35 en 40 mogelijk. De bestaande trapsgewijze opbouw van bouwhoogte ten opzichte van noord- en westelijke grens van HoogTij blijft in tact. De toename in bebouwingshoogte zal vanaf de begrenzing van het betreffende kwadrant van HoogTij geleidelijk oplopen. Hierdoor is er sprake van een zachte overgang van de hoogtes vanaf de randen richting het centrale gedeelte van het kwadrant en heeft de verhoging van de bouwhoogte slechts beperkt impact voor de omgeving en overgang naar het landschap. Zo zijn er nauwelijks gevolgen voor de zichtlijnen ten opzichte van Nauerna en/of de Zeedijk De groene buffer in de noordwesthoek tussen Nauerna en het bedrijventerrein is met het bestemmingsplan Omgeving Nauerna (Rb 20 juli 2017) verbreed.
Aan de zuidkant van het gebied, langs het Noordzeekanaal is het realiseren van veel grotere hoogtes (maximaal 35 en 40 meter) reeds mogelijk. Er is wat dat betreft globaal een opgaande lijn van noord naar zuid in het gebied te herkennen in de mogelijkheden qua volume. Mede door deze globaal opgaande lijn en het reeds mogen realiseren van veel grotere hoogtes aan de zijde van het Noordzeekanaal, zorgt de voorgenomen hoogtewijziging niet voor een beperkt(er) uitzicht dan in de huidige situatie reeds mogelijk is.
De bouwhoogtewijziging leidt niet tot een mindere waardering van het landschap in de Polder Westzaan (Natura 2000-gebied en onderdeel van het NatuurNetwerkNederland) en de monumentale zeedijk. Door het behoud van de zichtlijnen en de geleidelijke toename van bouwhoogten wordt de overgang tussen de meer natuurlijke landschap (ten noorden van de dijk) en de industriële landschap (ten zuiden van de Overtoom/Westzaner Zeedijk) op een geleidelijke wijze teweeggebracht.
Het plangebied ligt in de nabijheid van het gedeelte van Zaanstad dat door de provincie in de Omgevingsverordening NH2020 is aangemerkt als Bijzonder Provinciaal Landschap Westzaan en omgeving. De kernkwaliteiten, die de provincie heeft benoemd, zullen niet worden aangetast door deze 4e partiële herziening. Ook zal de herziening van het bestemmingsplan Bedrijven Zuid niet leiden tot het blokkeren van bestaande doorzichten in bebouwingslinten. En evenmin negatieve gevolgen hebben voor cultuurhistorische) beleving van de Zeedijk en de Nauernasche Vaart.
De verruiming van de bouwhoogte heeft geen invloed op de basisstructuur van HoogTij en de optimale verdeling tussen groen, water en bedrijfsterrein, zoals oorspronkelijk in 2003 vastgelegd in het bestemmingsplan Bedrijvenpark Westzanerpolder en in 2013 overgenomen in bestemmingsplan Bedrijven Zuid. De verbreding van de groene buffer in de noordwesthoek tussen Nauerna en het bedrijventerrein is geregeld in het bestemmingsplan Omgeving Nauerna.
De verruiming van de maximum bouwhoogte is in het bestemmingsplan verwerkt door het plaatsen van de 'specifieke bouwaanduiding - 2' [sba-2] in het betreffende deel op de verbeelding. Zie hieronder tekening 3. De daarmee corresponderende planregel is toegevoegd aan artikel 4.2.1 Bedrijventerrein-2 van het moederplan bestemmingsplan Bedrijven Zuid.
Tekening 3: specifieke bouwaanduiding -2 [sba-2]
Volgens de maatvoeringsaanduiding op de verbeelding geldt voor het betreffend bouwvlak als basis een maximum bouwhoogte van 15 meter en een maximum bebouwingspercentage van 70 % (zie artikel 4.2.1 sub-lid b van het moederplan bestemmingsplan Bedrijven Zuid). Voor het bestemmingsvlak met de specifieke bouwaanduiding -2 [sba-2] mag 60% van de gebouwen 30 meter hoog worden. Zie het nieuwe sub-lid i. dat met deze vierde partiele herziening aan artikel 4.2.1 is toegevoegd.
Voor de praktijk betekenen deze aanduidingen, dat er op 60% van de grond, de kavel, die een bedrijf gekocht heeft, gebouwen van 30 meter hoog gebouwd mogen worden. Voor 10% geldt als basis een bouwhoogte van 15 meter. B&W kunnen in plaats van 15 een hoogte van 20 meter toestaan. Zie de afwijkmogelijkheid in artikel 4.4 onder h. Hier is ook geregeld dat de afwijkmogelijkheid niet geldt voor de bouwhoogte van 30 meter. Verruiming tot 35 meter is dus niet mogelijk.
Om te waarborgen dat er voldoende ruimte blijft voor bv. manoeuvreren, parkeren, laden en lossen, is het uitgangspunt dat op 30% van de kavel geen gebouwen gebouwd mogen worden.
In december 2017 heeft de gemeenteraad de Leidraad voor de ontwikkeling van HoogTij (de Leidraad) vastgesteld als aanvulling op de welstandsnota van Zaanstad. Het document fungeert als beeldkwaliteitplan en als toetsingskader voor het kwaliteitsteam (Q-team) dat voor HoogTij is opgericht, alsmede als toetsingskader voor de welstandscommissie. Met inachtneming van de huidige ontwikkelingen die nopen tot het verhogen van de bouwhoogte op een deel van HoogTij Fase 2 blijft het zaak een hoogwaardig en samenhangend ruimtelijk beeld op HoogTij na te streven. Om dat te waarborgen is dat de leidraad op een aantal punten aangepast. Tevens is het groenplan ter versterking van het groene en recreatief karakter van de openbare ruimte op HoogTij, dat samengesteld is door het bewonerscollectief HoogTij Leefbaar in samenspraak met de gemeente, toegevoegd aan de Leidraad. De aanpassing van de leidraad heeft geen invloed op de fundamenten/oorspronkelijke principes voor de ontwikkeling van HoogTij. HoogTij Fase 2 wordt in de leidraad aangeduid als deelgebied Tros.
Gelijktijdig met deze partiële herziening wordt ook de gewijzigde Leidraad vastgesteld (Leidraad voor de ontwikkeling HoogTij). Met de vaststelling van de nieuwe versie van de Leidraad is de versie uit 2017 ingetrokken.
De verruiming van de bouwhoogte heeft geen negatieve invloed op milieu- en omgevingsaspecten.
De bouwhoogtewijziging en dus de beoogde ruimtelijke intensivering van bedrijfsvoering veroorzaakt geen verhoging in depositie van stikstof ten opzichte van de referentiesituatie. Dit geldt voor zowel de aanleg- als de aanwezigheidsfase. Tot aan het moment van ophoging is HoogTij fase 2 gebruikt voor het uitrijden van mest. Dit gebruik kan worden beschouwd als referentiesituatie. Op basis van intern salderen is geen sprake van negatief significant effect op de nabij het plangebied aanwezige natuurgebieden. In gezamenlijkheid met de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord (ODNHN) en de betrokken bedrijven vindt separaat overleg plaats over de randvoorwaarden om tot vergunningverlening voor deze bedrijven te kunnen overgaan. De voorgenomen bouwhoogtewijziging heeft hier geen invloed op.
Ten behoeve van de bouwhoogtewijziging is een natuurtoets uitgevoerd door Van der Goes & Groot (Natuurtoets van der Goes en Groot (2020)). De uitgevoerde toets toont aan dat de voorgenomen herziening vanuit ecologisch perspectief uitvoerbaar is. De herziening zal geen negatieve gevolgen hebben voor de populaties van de in het gebied voorkomende zwaar beschermde soorten. Eventuele storende factoren (geluid, trillingen, licht en optische verstoring) leiden niet tot een significant negatief effect op de soorten en habitattypen waarvoor Natura 2000-gebied Polder Westzaan is aangewezen.
Met elke aanvraag voor een omgevingsvergunning zal te zijner tijd een quickscan ecologie aangeleverd worden, waarin de stikstofdepositie en de invloed van de betreffende ingreep/aanvraag op beschermde soorten verder zal worden uitgewerkt.
De regels behorende bij de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' blijven van kracht, waardoor de voorgenomen ontwikkeling geen invloed heeft op de waterhuishoudkundige situatie aangaande waterveiligheid. De voorgenomen ontwikkeling heeft evenmin invloed op de waterhuishoudkundige situatie aangaande versneld afstroom hemelwater, omdat er alleen sprake is van een beperkte hoogtewijziging. De herziening heeft geen invloed op de toegestane hoeveelheid verhard oppervlak. Het maximaal toegestane bebouwingspercentage verandert niet.
Indien een bedrijf zich op een locatie in het plangebied wil vestigen, dient het te voldoen aan de eisen die gelden voor de bedrijfscategorie die ingevolge het vigerende bestemmingsplan "Bedrijven Zuid" maximaal op de desbetreffende locatie van vestiging is toegestaan. De maximaal toegestane milieucategorieën blijven gelijk, zodat deze afgestemd blijven met de geluidverkaveling in het Geluidverdeelplan HoogTij.
De overige milieuaspecten (geur en externe veiligheid) worden niet (negatief) beïnvloed door de bouwhoogtewijziging.
Het plangebied ligt binnen het beperkingengebied zoals aangewezen in het Luchthavenindelingsbesluit Schiphol (LIB). De hoogteverruiming blijft onder de vanwege Schiphol toegestane maximum hoogte. Het meest westelijke deel van het plangebied ligt in het afwegingsgebied geluid en externe veiligheid (zie gele arcering tekening 4). Dit betekent dat aandacht moet besteed aan de eventuele invloed van de toegestane ruimtelijke ontwikkelingen op de mogelijke gevolgen van een vliegtuigongeval met meerdere slachtoffers op de grond. De verruiming van de bouwhoogte op een relatief klein deel van HoogTij Fase 2 heeft hier geen invloed op.
Tekening 4: Luchthavenindelingsbesluit, afwegingsgebied geluid en externe veiligheid
Met de omwonenden van HoogTij uit Westzaan en Nauerna wordt vanuit de projectorganisatie van HoogTij periodiek overlegd in een zogeheten bewonersoverleg. Het verhogen van de bouwhoogte op HoogTij Fase 2 is besproken in dit bewonersoverleg. Uit dat gesprek kwam naar voren dat omwonenden op voorhand geen bezwaren hebben tegen het verhogen van de bouwhoogte zoals voorzien in deze herziening
Over de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan en de inhoud van het plan zijn de deelnemers van het bewonersoverleg geïnformeerd. Ook de bedrijven op HoogTij zijn via een nieuwsbrief van de parkmanagementorganisatie op HoogTij geïnformeerd.
Omwonenden zijn verder betrokken bij de voortgang van de bestemmingsplanherziening via de periodieke bewonersoverleggen. Deze partiële herziening is op reguliere wijze bekendgemaakt.
Bij de voorbereiding van een nieuwe ruimtelijk project dient op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro onderzoek plaats te vinden naar de uitvoerbaarheid van het plan. Onderdeel daarvan is een onderzoek naar de financiële haalbaar van het plan. Er is geen aanleiding om aan de economische haalbaarheid van het plan te twijfelen. De kosten in verband met de realisatie zijn voor rekening van de initiatiefnemer.
Planschade
Het bestemmingsplan voorziet uitsluitend in een relatief ondergeschikte aanpassingen in het moederplan. Planologisch nadeel als gevolg van de verruiming van de bouwhoogte wordt niet aannemelijk geacht.
Exploitatieplan
Er is geen exploitatieplan voor dit bestemmingsplan opgesteld. Omdat het plan geen nieuwe bouwplannen mogelijk maakt is geen exploitatieplan nodig.
Er is sprake van een bestemmingsplanwijziging van in planologisch opzicht ondergeschikt belang, waarbij geen herschikking van betrokken belangen als bedoeld in art.3.1.1 Bro aan de orde is. Om die reden is afgezien van vooroverleg. De provincie Noord-Holland is hiervan in kennis gesteld.
Het ontwerpbestemmingsplan heeft vanaf XX voor een periode van zes weken ter inzage gelegen.
PM