Plan: | Landelijk Gebied 2013 (Geconsolideerde versie) |
---|---|
Status: | geconsolideerde versie |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0377.LG2013Gv-vg03 |
het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2013 (Geconsolideerde versie) van de gemeente Bloemendaal.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0377.LG2013Gv-vg03 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen.
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en waarbij de ruimtelijke uitstraling of uitwerking met de woonfunctie in overeenstemming is, zoals arts, notaris of advocaat; evenwel met uitzondering van prostitutie.
Een bedrijfsmatige activiteit voorkomend in milieucategorie 1 of 2, dan wel een naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, zoals een kapsalon of schoonheidssalon; evenwel met uitzondering van een seksinrichting.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar er functioneel onderdeel van uitmaakt.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een woning die onderdeel uitmaakt van minimaal drie aaneengebouwde woningen;
de lijn waarin de achtergevel is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.
de achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd, dan wel indien er geen sprake is van een bouwvlak, de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het hoofdgebouw, zonder aan- en uitbouwen en bijgebouwen.
een bedrijf dat uitsluitend gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
de aan een gebied toegekende waarde gebaseerd op de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden.
op een verdieping gelegen buitenruimte, bevestigd aan of uitstekend uit de buitenmuur van een gebouw en voorzien van een balustrade of borstwering;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak en/of bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald.
kleinschalige overnachtingaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is een aan het wonen ondergeschikte functie, gevestigd in een woning of bijgebouw en wordt gerund door de eigenaren/bewoners van het betreffende huis.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
één woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor één huishouden, wiens huisvesting ter plaatse, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein, noodzakelijk is.
het totale vloeroppervlak van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
een rioolstelsel/bassin dat bijvoorbeeld bij langdurige neerslag het regenwater opslaat als de huidige riolering het aanbod niet kan verwerken;
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een centrum met informatie over het natuurgebied waarbij het gevestigd is.
een met het hoofdgebouw verbonden (al dan niet vanuit het hoofdgebouw te bereiken) of daarvan vrijstaand gebouw dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw, in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en in functioneel opzicht ten dienste staat van het hoofdgebouw.
woonruimte waarin, al dan niet zelfstandige, woningen en gemeenschappelijke voorzieningen zijn opgenomen, zoals een ouderenhuis, woon-zorgcomplex of daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
een tuinbouwbedrijf waar in overwegende mate bloembollen worden geteeld en veelal in samenhang daarmee de teelt van bolbloemen.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van zolder en kelder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een historisch (land)huis met bijgebouwen, dat samen met eventuele bijgebouwen één geheel vormt met de omringende tuinen of parkaanleg;
een bouwwerk dat, voorzien van een dak en ten hoogste twee wanden, door zijn plaatsing, indeling en inrichting uitsluitend bestemd is voor het stallen van motorvoertuigen;
een recreatief onderkomen, dat functioneel overeen komt met een stacaravan, maar dat zich door de (houten) vormgeving onderscheidt van een stacaravan, bestemd als recreatief dag- en nachtverblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdgebouw elders hebben.
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
verblijf buitenshuis voor recreatieve doeleinden dat hoofdzakelijk plaatsvindt tussen zonsopgang en zonsondergang, zonder overnachting.
een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
een buitenruimte op het platte dak van een gebouw of gebouwdeel, voorzien van een balustrade of een borstwering.
bedrijfsmatige verkoop van goederen aan particulieren, waaronder begrepen de opslag, uitstalling, verkoop en levering ter plaatse van goederen, alsmede vergelijkbare bedrijfsmatige persoonlijke dienstverlening.
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en/of maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen banken, kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen; evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.
een gevel, waarin geen of slechts bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, een en ander zoals bedoeld in artikel 1b lid 4 van de Wet geluidhinder.
een veelal lijnvormige al dan niet gegraven en meestal vrijstromende waterloop, welke wordt gevoed door drangwater vanuit de duinen.
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de betrekkingen tussen levende organismen onderling en hun omgeving.
de bouwlaag op de begane grond van een hoofdgebouw, niet zijnde een souterrain of kelder.
de tweede bouwlaag van een hoofdgebouw.
op de begane grond gelegen woning met tenminste één zijgevel waarnaast een zijtuin of een openbaar gebied is gelegen, niet zijnde een twee-aaneengesloten woning.
de ingang van het natuurpark met bijbehorende voorzieningen zoals een entree- en/of toiletgebouw, fietsenstalling en parkeervoorzieningen.
Het deel van een perceel waar aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen worden gebouwd.
een ondergeschikte uitbouw aan de voor- of zijkant van de woning die strekt ter vergroting van het woongenot en aan drie zijden geheel of gedeeltelijk is voorzien van glas.
het bedrijfsmatig, of in een omvang alsof die bedrijfsmatig is, prostitutie aanbieden door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend, zoals escortservices en bemiddelingsbureaus.
een één of meerdaagse voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak, of een betoging, samenkomst of vergadering als bedoeld in de Wet openbare manifestaties.
die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, paardrijden, (water)fietsen en kanoën.
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan, is toegestaan.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke- overdekte- geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.
een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat, al dan niet met daarbij behorende bergingen waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is.
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn architectonische verschijningsvorm en functie als het belangrijkste gebouw valt aan te merken.
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, al dan niet in samenhang met het bedrijfsmatig verschaffen van logies en/of het exploiteren van een zaalaccommodatie.
een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van een grondgebonden melkrundveehouderij.
Een zorginstelling, waarbij de cliënten overnachten in de instelling waar ze de zorg krijgen.
Het bewonen van een woonruimte die deel uitmaakt van een woning die door een ander huishouden in gebruik is genomen, met dien verstande dat dit slechts is toegestaan in het hoofdgebouw, dan wel in met het hoofdgebouw verbonden aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen en waarbij woningsplitsing en/of kamerbewoning niet toegestaan is.
een ruimte waarin het bedrijfsmatig verlenen van diensten plaatsvindt waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
een gebouw waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden, zoals het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken, of verzorgen van vruchten, bloemen, groenten, planten of bomen, alsmede in voorkomende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen.
een ruimte in een gebouw die geheel ondergronds is gelegen (hieronder wordt geen souterrain verstaan).
een bedrijf dat overwegend of uitsluitend is gericht op het in de volle grond kweken van sierteeltgewassen (bomen, heesters, planten of bloemen).
een ruimtelijke eenheid die als zodanig is ontwikkeld en die als bedrijfsvorm - gericht op instandhouding en verdere ontwikkeling - wordt beheerd, waarbij sprake is van een of meer grondgebruikvormen, functies en/of waarden, zoals landbouw, bosbouw, wonen, recreatie, natuur, landschap en cultuurhistorie.
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet levende en levende natuur.
De gemiddelde hoogte van het terrein, grenzende aan het bouwwerk, op het tijdstip van de in werking treding van het bestemmingsplan.
educatieve, sociale, medische, culturele, religieuze en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening alsmede soortgelijke voorzieningen, of een combinatie daarvan, alsook ondergeschikte detailhandel, horeca, sport en recreatieve voorzieningen ten dienste van deze voorzieningen.
een kleinschalig kampeerterrein, met daarop gelegenheid tot het tijdelijk plaatsen van kampeermiddelen, uitgezonderd stacaravans, gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober. Een minicamping is alleen toegestaan bij een agrarisch bedrijf.
een voorziening voor de fauna om wegen en bijbehorende infrastructuur te kruisen.
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en hiologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming.
een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen beneden peil.
een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is, maar waar bezoekers van de hoofdfunctie ter plaatse drank en etenswaren kunnen nuttigen.
een bouwwerk omsloten door maximaal twee wanden en voorzien van een gesloten dak.
een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, voorzien van een zandbed of andersoortige bodemverstevigers en al dan niet voorzien van een omheining;
elke, al dan niet overdekte, stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer;
een bedrijf, of nevenactiviteit van een agrarisch bedrijf, gericht op het stallen en verzorgen van paarden.
een grenslijn tussen (bouw)percelen onderling.
een stacaravan, chalet, trekkershut of enig ander bouwwerk dat voor een periode van tenminste drie maanden wordt geplaatst ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
een bedrijfswoning, behorend tot of voorheen behorend tot een agrarisch bedrijf, die niet meer wordt bewoond door (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is, en die voor de toepassing van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de daarop rustende bepalingen wordt beschouwd als onderdeel van dat agrarisch bedrijf;
bedrijfsmatige verkoop van goederen aan particulieren die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding.
van 1 maart tot en met 31 oktober.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang als zij het bedrijfsmatig, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische- of pornografische aard plaatsvinden, waarbij tevens wordt verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub, (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen en/of het verrichten van erotisch/pornografische vertoningen.
een bouwwerk dat dient voor het opslaan van mest, veevoeder, graan of andere bulkstoffen ten behoeve van het bijbehorende agrarische bedrijf.
een ruimte in een gebouw die gedeeltelijk ondergronds is gelegen (hieronder wordt geen kelder verstaan).
dienstgebouwen, rails, perrons, overkappingen, fietsenstallingen, viaducten en onderdoorgangen, taluds, geluidsschermen, (keer-)muren, transformatorgebouwen, stationsvoorzieningen en vergelijkbare gebouwen en bouwwerken ten behoeve van railvervoer.
een kampeermiddel in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen, bestemd als recreatief dag- en nachtverblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdgebouw elders hebben.
een gebouw bestemd voor seizoensgebonden recreatief verblijf alsmede een gebouw ten dienste van de watersport en het reddings- en hulpwezen.
een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen kunnen worden genuttigd.
een kleine houten verblijfplaats (een hut) op een camping, met slaap- en kookgelegenheden, zonder verwarming of sanitaire voorzieningen.
detailhandel, met een al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak, waar dode en levende artikelen voor verwerking/gebruik in tuin en huis en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, daaronder ook begrepen dierbenodigdheden voor huisdieren, direct aan particulieren ter verkoop worden aangeboden.
een woning die zich tussen andere woningen in en zich niet op een hoek bevindt.
een op de begane grond gelegen woning waarbij één zijgevel tevens de scheidingsmuur is van de naastgelegen woningen.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar er functioneel onderdeel van uitmaakt.
de verbeelding van het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2013.
vormen van recreatie waarbij ook buiten de woning wordt overnacht;
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke overdekte winkelruimte ten behoeve van detailhandel.
een tent, tentwagen, camper, caravan of enig ander onderkomen of gewezen voertuig ten behoeve van recreatief nachtverblijf, voor zover geen bouwwerk zijnde.
een agrarisch bedrijf in de omvang van ten minste één volwaardige arbeidskracht met een daarbij passende bedrijfsomvang waarmee ook de continuïteit op de langere termijn in voldoende mate is gewaarborgd.
één of meerdere naar de weg gekeerde gevels van een (hoofd)gebouw.
de lijn waarin de voorgevel van een hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.
de naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerde grens van het bouwvlak, of indien het een bouwvlak betreft met meer dan één naar de weg gekeerde grenzen, die grens die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, waterbeheer, afvalinzameling, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
een woning zonder gemeenschappelijke wand(en) met een andere woning.
indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer en -afvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
bedrijfsmatige verkoop van goederen aan particulieren, waarbij de klant goederen via het internet bestelt en deze goederen bij de klant worden bezorgd; een webwinkel kenmerkt zich door het ontbreken van een winkelruimte waar uitstalling, verkoop en levering van goederen ter plaatse plaatsvindt.
een gebouw dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk is bedoeld om te worden gebruikt voor de uitoefening van detailhandel.
een ruimte of complex van ruimten bestemd om te wonen, die beschikt over een eigen voordeur, douche, wc en keuken, niet zijnde een wooneenheid in een intramurale zorginstelling.
een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet.
de bovenste verdieping onder het schuine dak van een gebouw, welke meestal wordt gebruikt als berging.
inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen en vergunningenbesluit milieubeheer (Stb. 1993,50).
een complex van ruimten, waar mensen tijdelijk kunnen verblijven met zorg en begeleiding als overbrugging tot terugkeer naar huis na een ziekenhuisopname, tot opname in een woon-zorgcentrum of zorgwoning of ter ontlasting van hun mantelzorger(s).
een afdekking van het zwembad ter voorkoming van warmteverlies, bevriezing, het invallen van bladeren en dergelijke, in de vorm van een zeil of een beweegbare constructie.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, daar waar de goot het hoogst is.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, trappenhuizen, liftkokers, installaties t.b.v. het reinigen van het gebouw (glazen wassen) en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren en/of de buitenzijde constructie van een ondergronds bouwwerk, geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de diepte van een bouwwerk, gemeten vanaf het peil tot aan het diepste punt van het gebouw.
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
de bruto vloeroppervlakte van de ruimte(n) van een gebouw wordt gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructie en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidingsconstructie, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen over alle bouwlagen van het gebouw, met uitzondering van parkeergarages en/of bergingen bij gestapelde woningen.
het bebouwd grondoppervlak wordt gemeten tussen de buitenzijde van de gevels en/of de buitenzijde constructie van een ondergronds bouwwerken/of het hart van de scheidsmuren die de betreffende ruimte(n) omhullen.
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd.
gemeten tussen de buitenkanten van twee tegenover elkaar gelegen zijgevels van hetzelfde gebouw en/of het hart van de twee tegenover elkaar gelegen scheidsmuren die de desbetreffende ruimte(n) omhullen.
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de (digitale) verbeelding.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan de bestemming Agrarisch wijzigen in de bestemming Wonen en Tuin, waarbij de bedrijfswoning of plattelandswoning omgezet wordt in een burgerwoning, waaronder inbegrepen sloop/nieuwbouw, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan de bestemming Agrarisch wijzigen in de bestemming Wonen en Tuin, en de bouw van een nieuwe woning toe staan, met dien verstande dat:
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschappelijke openheid' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in 4.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 4.7.1 is niet van toepassing op andere werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 4.7.1 zijn slechts toelaatbaar, indien de landschappelijke waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in 4.7.1 advies in bij een ter zake deskundige.
Het bevoegd gezag kan de bestemming Agrarisch met waarden - Landschappelijke openheid wijzigen in de bestemming Wonen en Tuin, waarbij de bedrijfswoning of plattelandswoning omgezet wordt in een burgerwoning, waaronder inbegrepen sloop/nieuwbouw, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan de bestemming Agrarisch met waarden - Landschappelijke openheid wijzigen in de bestemming Wonen en Tuin, en de bouw van een nieuwe woning toe staan, met dien verstande dat:
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in 5.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 5.7.1 is niet van toepassing op andere werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 5.7.1 zijn slechts toelaatbaar, indien de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in 5.7.1 advies in bij een ter zake deskundige.
Het bevoegd gezag kan de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en landschap wijzigen in de bestemming Wonen en Tuin, waarbij de bedrijfswoning of plattelandswoning omgezet wordt in een burgerwoning, waaronder inbegrepen sloop/nieuwbouw, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en landschap wijzigen in de bestemming Wonen en Tuin, en de bouw van een nieuwe woning toe staan, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en landschap wijzigen in de bestemming Natuur, met dien verstande dat:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen en/of terreinen ten behoeve van:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
De voor 'Detailhandel - Tuincentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Ondersteunende horeca is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn gestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan de bestemming van de gronden, die op de verbeelding zijn voorzien van de gebiedsaanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied 1' wijzigen naar de bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin', met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op of in de gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 9.2.1 voor de bouw van een ondergronds bergbezinkbassin met een maximale oppervlakte van 200 m2 en met een daarbij behorend gebouw met een maximaal Bebouwd Grondoppervlak van 30 m² en een bouwhoogte van maximaal 3 m ten behoeve van de regulering van overmatige neerslag.
Ter plaatse van gronden binnen de bestemming Groen die grenzen aan een horeca-inrichting zijn horecaterrassen toegestaan, mits hiervoor een vergunning op basis van de APV is verleend.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwvan van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor de bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' zijn de in lid 11.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor een ondergrondse parkeergarage.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan de bestemming 'Kantoor' wijzigen in de bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin', met inachtneming van de volgende randvoorwaarden:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - entree natuurpark', gelden, in afwijking van het gestelde in 13.2.1, de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - waterwinbedrijf', gelden, in afwijking van het gestelde in 13.2.1, de volgende regels:
In afwijking van het gestelde in 13.2.1 en 35.4 zijn ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', nutsvoorzieningen groter dan 15m² toegestaan, voor zover gebouwd binnen het aangegeven bouwvlak waarbij ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte is toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan verlenen van het bepaalde in:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - entree natuurpark' zijn horeca-activiteiten in categorie 1a, zoals beschreven in Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten, toegestaan, met dien verstande dat horeca-activiteiten uitsluitend plaatsvinden binnen de bestaande bebouwing.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in 13.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 13.6.1 is niet van toepassing op andere werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 13.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in 13.6.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De voor 'Natuur - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van deze gronden mag uitsluitend één materiaalberging per woonperceel worden gebouwd, waarbij:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen aan de plaats en de afmetingen van bebouwing, ten behoeve van:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in 14.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 14.5.1 is niet van toepassing op andere werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 14.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in 14.5.1 advies in bij een ter zake deskundige.
Het bevoegd gezag kan de bestemming van de gronden, die op de verbeelding zijn voorzien van de gebiedsaanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied 3' wijzigen naar de bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin', met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Natuur - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 15.2.2 onder e voor het bouwen en aanleggen van een paardenbak, waarbij:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in 15.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 15.5.1 is niet van toepassing op andere werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 15.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in 15.5.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De voor 'Natuur - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen op gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie -1' gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen op gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie -2' gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen op gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie -3' gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen op gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie -4' gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Tot met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend permanente bewoning van plaatsgebonden kampeermiddelen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in 16.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 16.5.1 is niet van toepassing op andere werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 16.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in 16.5.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
In afwijking van het bepaalde in 17.2.1 mogen voorzieningen op het strand worden gebouwd, met dien verstande dat:
voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Binnen de clubgebouwen van watersportverenigingen is ondersteunende horeca toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan de bestemming van de gronden, die op de verbeelding zijn voorzien van de gebiedsaanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied 2' wijzigen naar de bestemmingen 'Gemengd' en 'Tuin', met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op of in de gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan verlenen van het bepaalde in:
Ter plaatse van gronden binnen de bestemming Tuin die onderdeel zijn van een horeca-inrichting zijn horecaterrassen toegestaan, mits hiervoor vergunning is verleend op grond van de APV.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan verlenen van het bepaalde in:
Ter plaatse van gronden binnen de bestemming Tuin die onderdeel zijn van een horeca-inrichting zijn horecaterrassen toegestaan, mits hiervoor vergunning is verleend op grond van de APV.
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Op of in deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, waarvan de hoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld bij 22.3.1 is niet van toepassing op andere werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 22.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in 22.3.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'Aaneengebouwd' zijn de in 23.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor aaneengebouwde woningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'Gestapeld' zijn de in 23.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor gestapelde woningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' zijn de in 23.1.1 bedoelde gronden bestemd voor vrijstaande en twee aaneengesloten woningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijstaand' zijn de in 23.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor vrijstaande woningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'dove gevel' dient de bebouwing te zijn voorzien van een dove gevel.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - gemeenschappelijke voorzieningen' zijn de in 23.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor zorgvoorzieningen en gemeenschappelijke voorzieningen ten behoeve van bewoners
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan verlenen van het bepaalde in:
Binnen de bestemming is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep toegestaan, als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming zoals bedoeld in artikel 23.1 wordt in ieder geval gerekend een aan huis verbonden bedrijf.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 23.5.2 onder a voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op het vermeerderen van het aantal woningen in hoofdgebouwen door een woning te splitsen, met dien verstande dat:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor een (hoofd)gasleiding.
Ten aanzien van de in 24.1 genoemde bestemmingen geldt dat, in afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen, op of in deze gronden geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Ten aanzien van de in 24.1 genoemde bestemmingen geldt dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste 3 meter mag bedragen.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 24.2.1 en toestaan dat gebouwen ten behoeve van de ondergeschikte bestemming worden gebouwd, waarbij:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in 24.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 24.4.1 is niet van toepassing op andere werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 24.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover deze geen onevenredige schade toebrengen aan het leidingbelang.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in 24.4.1 advies in bij de leidingbeheerder.
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor een ondergrondse hoogspanningsverbinding.
Ten aanzien van de in 25.1 genoemde bestemmingen geldt dat op of in deze gronden geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Ten aanzien van de in 25.1 genoemde bestemmingen geldt dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste 3 meter mag bedragen.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 25.2.1 en toestaan dat gebouwen ten behoeve van de ondergeschikte bestemming worden gebouwd, waarbij:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in 25.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 25.4.1 is niet van toepassing op andere werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 25.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover deze geen onevenredige schade toebrengen aan het leidingbelang.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in 25.4.1 advies in bij de leidingbeheerder.
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor een (hoofd)waterleiding
Ten aanzien van de in 26.1 genoemde bestemmingen geldt dat, in afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen, op of in deze gronden geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Ten aanzien van de in 26.1 genoemde bestemmingen geldt dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste 3 meter mag bedragen.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 26.2.1 en toestaan dat gebouwen ten behoeve van de ondergeschikte bestemming worden gebouwd, waarbij:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in 26.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 26.2.1 is niet van toepassing op andere werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 26.2.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover deze geen onevenredige schade toebrengen aan het leidingbelang.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in 26.4.1 advies in bij de leidingbeheerder.
De voor 'Waarde - Archeologie-1' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor behoud, versterking en bescherming van archeologische waarden.
Secundair zijn deze gronden voor zover zulks op de verbeelding is aangewezen, bestemd voor de doeleinden als omschreven in het voor de betreffende bestemming geldende artikel, waarbij het in dat artikel bepaalde van toepassing is, met de daarbij behorende bouwwerken.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 3 m² en dieper dan 30 cm, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 27.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in 27.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in 27.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Het is verboden op de in 27.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 3 m² en dieper dan 30 centimeter:
Het in 27.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie-2' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor behoud, versterking en bescherming van archeologische waarden.
Secundair zijn deze gronden voor zover zulks op de verbeelding is aangewezen, bestemd voor de doeleinden als omschreven in het voor de betreffende bestemming geldende artikel, waarbij het in dat artikel bepaalde van toepassing is, met de daarbij behorende bouwwerken.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 100 m² en dieper dan 30 centimeter, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 28.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in 28.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in 28.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Het is verboden op de in 28.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 100 m² en dieper dan 30 centimeter:
Het in 28.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie-3' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor behoud, versterking en bescherming van te verwachten archeologische waarden.
Secundair zijn deze gronden voor zover zulks op de verbeelding is aangewezen, bestemd voor de doeleinden als omschreven in het voor de betreffende bestemming geldende artikel, waarbij het in dat artikel bepaalde van toepassing is, met de daarbij behorende bouwwerken.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m² en dieper dan 30 centimeter en dieper dan 5,50 meter+ NAP, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 29.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de aanlegvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in 29.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in 29.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Het is verboden op de in 29.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 250 m², dieper dan 30 centimeter en/of dieper dan 5,50 meter + NAP:
Het in 29.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie-4' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor behoud, versterking en bescherming van te verwachten archeologische waarden.
Secundair zijn deze gronden voor zover zulks op de verbeelding is aangewezen, bestemd voor de doeleinden als omschreven in het voor de betreffende bestemming geldende artikel, waarbij het in dat artikel bepaalde van toepassing is, met de daarbij behorende bouwwerken.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m² en dieper dan 50 centimeter, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 30.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de aanlegvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in 30.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in 30.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Het is verboden op de in 30.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 250 m² en dieper dan 50 centimeter:
Het in 30.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie-5' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor behoud, versterking en bescherming van te verwachten archeologische waarden.
Secundair zijn deze gronden voor zover zulks op de verbeelding is aangewezen, bestemd voor de doeleinden als omschreven in het voor de betreffende bestemming geldende artikel, waarbij het in dat artikel bepaalde van toepassing is, met de daarbij behorende bouwwerken.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 500 m², dieper dan 50 centimeter en dieper dan 5,50 meter + NAP, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 31.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de aanlegvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in 31.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in 31.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Het is verboden op de in 31.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 500 m², dieper dan 50 centimeter en dieper dan 5,50 meter + NAP:
Het in 31.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor behoud, versterking en bescherming van te verwachten archeologische waarden.
Secundair zijn deze gronden voor zover zulks op de verbeelding is aangewezen, bestemd voor de doeleinden als omschreven in het voor de betreffende bestemming geldende artikel, waarbij het in dat artikel bepaalde van toepassing is, met de daarbij behorende bouwwerken.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 1000 m² en dieper dan 100 centimeter, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 32.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de aanlegvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in 32.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in 32.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Het is verboden op de in 32.1 bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 1000 m2 en dieper dan 100 centimeter:
Het in 32.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de primaire waterkering;
Ten aanzien van de in 33.1 genoemde bestemmingen geldt dat, in afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen, op of in deze gronden geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Ten aanzien van de in 33.1 genoemde bestemmingen geldt dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste 3 meter mag bedragen.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 33.2.1 en toestaan dat gebouwen ten behoeve van de ondergeschikte bestemming worden gebouwd, waarbij:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in 33.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 33.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, en werkzaamheden, welke:
De in 33.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Daar waar in dit plan is bepaald dat de gronden tevens gebruikt mogen worden voor nutsvoorzieningen, mogen bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen worden opgericht, met dien verstande dat deze geen grotere oppervlakte hebben dan 15 m² en geen grotere bouwhoogte dan 3 meter.
Onder gebruik van onbebouwde gronden in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) wordt in ieder geval verstaan:
Onder gebruik in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 2.1., lid 1 onder c van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van een seksinrichting, een escortbedrijf en voor detailhandelsdoeleinden, voor zover zulks niet expliciet is toegestaan ingevolge de bestemmingsomschrijving.
Het bepaalde in 36.1.1 van dit artikel is niet van toepassing op:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in 37.1.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 37.1.2 is niet van toepassing op andere werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 37.1.2 zijn slechts toelaatbaar indien door de uitvoering daarvan geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bescherming van de kwaliteit van het grondwater.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in 37.1.2 advies in bij de beheerder van het grondwater.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - waterwingebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater in verband met de drinkwaterwinning.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in 37.2.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 37.2.2 is niet van toepassing op andere werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 37.2.2 zijn slechts toelaatbaar indien door de uitvoering daarvan, geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bescherming van de kwaliteit van het grondwater in verband met drinkwaterwinning.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in 37.2.2 advies in bij de beheerder van het waterwingebied.
Het bevoegd gezag kan van de in het plan genoemde bepalingen een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan verlenen:
Bij de beoordeling van een verzoek om afwijking wordt rekening gehouden met eerder verleende afwijkingen op basis van dit artikel, om te beoordelen of maximale afwijkingsmogelijkheden al dan niet worden overschreden.
Het bevoegd gezag is, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
Op de voorbereiding van een besluit tot afwijking, zoals opgenomen in dit plan, is de in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) geregelde procedure van toepassing.
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging, zoals opgenomen in dit plan, is de in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening geregelde procedure van toepassing.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2013 (Geconsolideerde versie).