direct naar inhoud van Regels
Plan: TAM-omgevingsplan H22L Zuidas-Vivaldi kavel 4
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.K2412OPGST-OW01

Regels

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Algemeen

1.1 Begripsbepalingen

1. In aanvulling op artikel 1.1 van het Omgevingsplan gemeente Amsterdam gelden voor de toepassing van dit TAM-omgevingsplan de volgende begripsbepalingen:

  • a. TAM-omgevingsplan

De onderhavige wijziging van het Omgevingsplan gemeente Amsterdam die volgens de technische standaarden van IMRO tot stand komt en als naam: TAM-omgevingsplan H22L Zuidas-Vivaldi kavel 4 heeft.

b. Besluitgebied van dit TAM-omgevingsplan

Het gebied waarvan de geometrisch bepaalde begrenzing is vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0363.K2412OPGST-OW01, zoals vastgelegd op https://ruimtelijkeplannen.nl

c. Hoofdregeling

Set met regels in het "Omgevingsplan gemeente Amsterdam" zoals in werking is getreden op 31 oktober 2024, danwel daarna in werking getreden wijzigingen, welke is in te zien via https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR696291.

1.2 Positie binnen het Omgevingsplan gemeente Amsterdam, toepassingsbereik
  • 1. Dit TAM-omgevingsplan is onderdeel van het Omgevingsplan gemeente Amsterdam.
  • 2. De regels van dit TAM-omgevingsplan gelden binnen het besluitgebied van dit TAM-omgevingsplan.

Hoofdstuk 2 Gebruiksdoel van gronden en bouwwerken, regels over gebruik

Artikel 2 Algemene regels

2.1 Toepassingsbereik

Dit hoofdstuk heeft betrekking op het gebruiksdoel van gronden en bouwwerken en het gebruik van gronden en bouwwerken.

2.2 Meet- en rekenbepalingen

In aanvulling op artikel 2.2, tweede lid, van de Hoofdregeling wordt bij de berekening van de bruto-vloeroppervlakte de oppervlakte van parkeergarages en fietsstallingen niet meegerekend.

2.3 Algemene regels over omvang en situering van gebruiksdoelen
  • 1. De minimum bruto-vloeroppervlakte voor de gebruiksdoelen ‘maatschappelijke dienstverlening’, ‘consumentgerichte dienstverlening’ en ‘horeca’ bedraagt gezamenlijk 500 m2.
  • 2. De maximum bruto-vloeroppervlakte voor de gebruiksdoelen ‘maatschappelijke dienstverlening’, ‘consumentgerichte dienstverlening’, ´horeca’ en ´sportvoorziening´ bedraagt gezamenlijk 1.500 m2.

Artikel 3 Wonen

3.1 Toepassingsbereik
  • 1. Artikel 3 is van toepassing op het gebruiksdoel ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: wonen'.
  • 2. Artikel 3 geldt ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: wonen'.
3.2 Gebruiksdoel ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: wonen', toegestaan gebruik
  • 1. De gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: wonen' hebben als gebruiksdoel wonen, en mogen worden gebruikt ten behoeve van wonen.
  • 2. Een ander gebruik van woonruimte dan voor wonen is uitsluitend toegestaan voor zover dit in deze paragraaf is aangegeven en met inachtneming van de daarvoor geldende regels.
3.3 Omvang en situering
  • 1. De maximum bruto-vloeroppervlakte die ten behoeve van wonen mag worden gebruikt, is 15.000 m2.
  • 2. Wonen is toegestaan vanaf de tweede bouwlaag.
  • 3. In afwijking van het tweede lid zijn bergingen ten behoeve van wonen toegestaan vanaf de eerste bouwlaag en in een ondergrondse bouwlaag.
3.4 Het uitoefenen van een beroep of bedrijf aan huis
  • 1. Het uitoefenen van een beroep of bedrijf aan huis is toegestaan, maar uitsluitend voor zover:
  • a. het gebruik van de woonruimte en het erf ten behoeve van bewoning overheersend blijft; en
  • b. het beroep of bedrijf aan huis door de bewoner zelf wordt uitgeoefend.
  • 2. Het uitoefenen van een beroep of bedrijf aan huis dat gepaard gaat met geluidhinder of geurhinder is niet toegestaan.
  • 3. Het uitoefenen van bedrijfsmatige seksuele dienstverlening is niet toegestaan.
  • 4. Op degene die een beroep of bedrijf aan huis uitoefent berust de bijzondere zorgplicht datgene in het werk te stellen wat redelijkerwijze kan worden verlangd om hinder op de woonomgeving als gevolg van de uitoefening van het beroep of bedrijf aan huis te voorkomen.
  • 5. Het bevoegd gezag kan een maatwerkvoorschrift stellen over de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis om onaanvaardbare hinder voor het woon-en leefklimaat tegen te gaan.
3.5 Short stay

Het gebruik van woonruimte voor short stay is niet toegestaan.

3.6 Het gebruik van woonruimte of bijbehorende opstallen voor Bed and Breakfast
  • 1. Het is verboden woonruimte te gebruiken voor Bed and Breakfast, tenzij daarvoor de op grond van de Huisvestingsverordening benodigde vergunning is verleend, en uitsluitend voor de duur van die vergunning.
  • 2. Het is verboden bij woonruimte behorende bijgebouwen te gebruiken voor Bed and Breakfast.
3.7 Kamerverhuur

Woonruimte is uitsluitend toegestaan in de vorm van zelfstandige woonruimte, tenzij:

  • a. de woonruimte is gerealiseerd op grond van een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit voor zover die vergunning voorziet in het realiseren van onzelfstandige woonruimten;
  • b. de op grond van de Huisvestingsverordening benodigde omzettingsvergunning is verleend; of
  • c. het een omzetting naar een onzelfstandige woning betreft die in de Huisvestingsverordening is vrijgesteld van vergunningplicht als bedoeld in artikel 21 lid 1 onder c van de Huisvestingwet.
3.8 Woningvorming

Het is verboden een woonruimte te verbouwen tot twee of meer woonruimten, tenzij daarvoor de op grond van de Huisvestingsverordening benodigde woningvormingsvergunning is verleend.

Artikel 4 Maatschappelijke dienstverlening

4.1 Toepassingsbereik
  • 1. Artikel 4 is van toepassing op het gebruiksdoel ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: maatschappelijke dienstverlening'.
  • 2. Artikel 4 geldt ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: maatschappelijke dienstverlening'.
4.2 Gebruiksdoel ter plaatse van de aanduiding ´gebruiksdoel: maatschappeliijke dienstverlening', toegestaan gebruik

De gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: maatschappelijke dienstverlening' hebben als gebruiksdoel maatschappelijke dienstverlening, en mogen worden gebruikt ten behoeve van het bieden van maatschappelijke dienstverlening.

4.3 Omvang en situering

Maatschappelijke dienstverlening is uitsluitend toegestaan in de eerste bouwlaag.

4.4 Kinderopvang

Een kinderopvang is niet toegestaan.

4.5 Onderwijs

Het bieden van onderwijs in niet toegestaan.

4.6 Ziekenhuizen en daarmee vergelijkbare instellingen

Het bieden van medische zorgverlening in een ziekenhuis of universitair medisch centrum is niet toegestaan.

4.7 Verpleeghuizen en verzorgingshuizen

Een verpleeghuis of verzorgingshuis is niet toegestaan.

4.8 Overige instellingen met een gezondheidszorgfunctie met bedgebied

Voor overige instellingen met een gezondheidszorgfunctie geldt dat die, voor zover het gaat om een gezondheidszorgfunctie met bedgebied, niet zijn toegestaan.

4.9 Kinderboerderijen

Een kinderboerderij is niet toegestaan.

4.10 Begraafplaatsen

Een begraafplaats is niet toegestaan.

4.11 Crematoria

Een crematorium is niet toegestaan.

4.12 Dagverblijf van personen met een lichamelijke of geestelijke beperking

Een dagverblijf voor personen met een lichamelijke of geestelijke beperking is niet toegestaan.

4.13 Overige vormen van maatschappelijke dienstverlening die uitsluitend op specifiek aangegeven locaties zijn toegestaan
  • 1. Een afkickkliniek, drugsopvang en daarmee vergelijkbare voorzieningen zijn niet toegestaan.
  • 2. Een jeugdzorginstelling is niet toegestaan.
  • 3. Een dak- en thuislozenopvang is niet toegestaan.
  • 4. Een asielzoekerscentrum is niet toegestaan.
  • 5. Een celfunctie is niet toegestaan.

Artikel 5 Consumentgerichte dienstverlening

5.1 Toepassingsbereik
  • 1. Artikel 5 is van toepassing op het gebruiksdoel ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: consumentgerichte dienstverlening'.
  • 2. Artikel 5 geldt ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: consumentgerichte dienstverlening'.
5.2 Gebruiksdoel ter plaatse van de aanduiding ´gebruiksdoel: consumentgerichte dienstverlening', toegestaan gebruik

De gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: consumentgerichte dienstverlening' hebben als gebruiksdoel consumentgerichte dienstverlening en mogen worden gebruikt voor consumentgerichte dienstverlening.

5.3 Omvang en situering
  • 1. De maximum bruto-vloeroppervlakte per vestiging die ten behoeve van consumentgerichte dienstverlening mag worden gebruik, is 250 m2.
  • 2. Consumentgerichte dienstverlening is uitsluitend toegestaan in de eerste bouwlaag.
5.4 Beperkende regel over waar geldwisselkantoren zijn toegestaan

Een geldwisselkantoor is niet toegestaan.

5.5 Beperkende regel over waar telefoneerinrichtingen en belhuizen zijn toegestaan

Een telefoneerinrichting of belhuis is niet toegestaan.

5.6 Beperkende regel over waar internetcafés zijn toegestaan

Een internetcafé is niet toegestaan.

Artikel 6 Sportvoorziening

6.1 Toepassingsbereik
  • 1. Artikel 6 is van toepassing op het gebruiksdoel ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: sportvoorziening'.
  • 2. Artikel 6 geldt ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: sportvoorziening.’
6.2 Gebruiksdoel ter plaatse van de aanduiding ´gebruiksdoel: sportvoorziening', toegestaan gebruik

De gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: sportvoorziening' hebben als gebruiksdoel sportvoorziening en mogen worden gebruikt voor sportvoorziening.

6.3 Omvang en situering
  • 1. De maximum bruto-vloeroppervlakte die ten behoeve van sportvoorziening mag worden gebruikt, is 350 m2.
  • 2. Sportvoorziening is uitsluitend toegestaan in de tweede bouwlaag.
6.4 Beperkende regel over waar maneges zijn toegestaan

Een manege is niet toegestaan.

6.5 Beperkende regel over waar kunstijsbanen zijn toegestaan

Een kunstijsbaan is niet toegestaan.

6.6 Beperkende regel over waar zwembaden zijn toegestaan

Niet-overdekte zwembaden zijn niet toegestaan.

6.7 Locaties bedoeld voor watersport-gerelateerde faciliteiten

Er zijn geen watersport-gerelateerde faciliteiten toegestaan.

Artikel 7 Groen

7.1 Toepassingsbereik
  • 1. Artikel 7 is van toepassing op het gebruiksdoel ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: groen'.
  • 2. Artikel 7 geldt ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: groen'.
7.2 Gebruiksdoel ter plaatse van de aanduiding ´gebruiksdoel: groen', toegestaan gebruik
  • 1. De gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: groen' hebben als gebruiksdoel het realiseren, in stand houden en gebruiken van groenvoorzieningen in de open lucht, waaronder in ieder geval worden begrepen (bos)parken, plantsoenen en open speelplekken, met de daarbij behorende waterpartijen.
  • 2. Tenzij elders in dit omgevingsplan anders is bepaald zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: groen' mede bedoeld voor het realiseren van de volgende voorzieningen, bouwwerken en andere werken:
  • a. voet- en fietspaden, speelplekken en speelvoorzieningen, straatmeubilair, objecten van beeldende kunst, en overige naar aard en omvang ondergeschikte bouwwerken en verhardingen;
  • b. vijvers, sloten, waterlopen, waterwegen en overige waterpartijen met bijbehorende beschoeiingen, (aanleg)steigers, bruggen en daarmee vergelijkbare naar aard en omvang ondergeschikte werken en bouwwerken die zich verdragen met het in het tweede lid, gestelde doel;
  • c. nutsvoorzieningen en ondergrondse infrastructurele voorzieningen;
  • 3. Bij het realiseren van de in het tweede lid bedoelde voorzieningen, bouwwerken en andere werken worden de bepalingen zoals elders in dit omgevingsplan gesteld, voor zover die op de desbetreffende activiteiten van toepassing zijn, in acht genomen.
  • 4. Gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: groen' mogen worden gebruikt op een wijze die gelet op de inrichting passend is.
7.3 Omvang en situering

De minimum oppervlakte van groen ter plaatse van het ´gebruiksdoel: groen' is 100 m2.

Artikel 8 Horeca

8.1 Toepassingsbereik
  • 1. Artikel 8 is van toepassing op het gebruiksdoel ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: reguliere horeca'.
  • 2. Artikel 8 geldt ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: reguliere horeca'.
8.2 Gebruiksdoel ter plaatse van de aanduiding ´gebruiksdoel: reguliere horeca', toegestaan gebruik

De gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: reguliere horeca' hebben als gebruiksdoel reguliere horeca, en mogen worden gebruikt voor het exploiteren van reguliere horeca en lichte horeca.

8.3 Omvang en situering
  • 1. Ter plaatse van de aanduiding ‘reguliere horeca’ is de maximum bruto-vloeroppervlakte per vestiging die ten behoeve van reguliere en lichte horeca mag worden gebruikt 350 m2.
  • 2. Reguliere en lichte horeca is uitsluitend toegestaan in de eerste bouwlaag.
8.4 Activiteiten die in elk geval zijn toegestaan

Bij het exploiteren van een horecazaak ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: reguliere horeca' zijn de volgende activiteiten in elk geval toegestaan:

  • a. het bereiden van etenswaren en/of dranken binnen in de horecazaak;
  • b. het verstrekken van etenswaren en/of niet-alcoholische dranken voor gebruik ter plaatse;
  • c. consumptie in de horecazaak;
  • d. het schenken van alcoholhoudende drank;
  • e. het aanbieden/ meegeven van niet alcoholhoudende dranken voor consumptie in de directe omgeving van de horecazaak;
  • f. het verstrekken van kleine etenswaren toegestaan, voor zover het gaat om etenswaren die geen voorbereidingsbehandeling ter plaatse behoeven, zoals verwarmen, gaar maken, beleggen en ontdooien.
8.5 Activiteiten die in elk geval niet zijn toegestaan

Bij het exploiteren van een horecazaak ter plaatse van de aanduiding 'gebruiksdoel: reguliere horeca' zijn de volgende activiteiten in elk geval niet toegestaan:

  • a. het aanbieden/meegeven van etenswaren voor consumptie in de directe omgeving van de horecazaak;
  • b. het ten gehore brengen van muziek met een geluidsniveau hoger dan 75 dB(A);
  • c. het inrichten van (een deel van) de ruimte als dansvloer;
  • d. zaalverhuur voor feesten en partijen;
  • e. het aanbieden van waterpijpen voor gebruik in de horecazaak.
8.6 Het exploiteren van fastfood

Het exploiteren van fastfood is niet toegestaan.

Hoofdstuk 3 Overige regels over het gebruik van gronden en bouwwerken

Artikel 9 Parkeernormering voor auto´s

9.1 Van toepassing zijnde parkeernormen
  • 1. Voor de toepassing van artikel 9 zijn de geldende parkeernormen over het aantal parkeerplaatsen voor auto’s dat bij het gebruik van gronden en bouwwerken feitelijk op eigen terrein beschikbaar is en moet blijven ten behoeve van dat gebruik de normen zoals opgenomen in de Nota Parkeernormen Auto 2017 zoals deze op 29 november 2017 gewijzigd is vastgesteld en te vinden is in bijlage 1.
  • 2. In afwijking van het eerste lid zijn voor de gebruiksdoelen ‘maatschappelijke dienstverlening’, ‘consumentgerichte dienstverlening’, ‘sportvoorziening’ en ‘horeca’ geen parkeerplaatsen voor auto’s beschikbaar.
  • 3. In afwijking van het eerste lid mogen maximaal 31 parkeerplaatsen beschikbaar zijn en gelijktijdig met het gebruik van de parkeerplaatsen ten behoeve van het gebruiksdoel wonen worden gebruikt ten behoeve van het gebruiksdoel kantoor van het bouwwerk aan de Antonio Vivaldistraat 50-66.
  • 4. In afwijking van het eerste lid hoeven voor bezoekers van woningen geen parkeerplaatsen beschikbaar te zijn.

Artikel 10 Parkeernormering voor fietsenstalling

10.1 Van toepassing zijnde fietsparkeernormen

Voor de toepassing van artikel 10 zijn de geldende parkeernormen over het aantal parkeerplaatsen voor fietsen dat bij het gebruik van gronden en bouwwerken feitelijk op eigen terrein beschikbaar is en moet blijven ten behoeve van dat gebruik de normen zoals opgenomen in de Nota Fietsparkeernormen 2018 zoals deze op 19 maart 2018 is vastgesteld en te vinden is in bijlage 2.

Artikel 11 Horecaterras

11.1 Toepassingsbereik

Artikel 11 is van toepassing op horecaterrassen en het verrichten van een omgevingsplanactiviteit horecaterras.

11.2 Locatiebepaling en omvang horecaterras
  • 1. Een horecaterras is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van horeca - terras toegestaan vergunningplicht’.
  • 2. Een of meerdere horecaterrassen hebben gezamenlijk een oppervlakte van maximaal 175 m2.
  • 3. Daar waar de aanduiding ‘specifieke vorm van horeca - terras toegestaan vergunningplicht’ staat moet tevens de aanduiding 'horecaterras toegestaan - vergunningplicht', zoals bedoeld in de Hoofdregeling, worden gelezen.

Hoofdstuk 4 Bouwwerken

Artikel 12 Meet- en rekenbepalingen

12.1 Toepassingsbereik

Hoofdstuk 4 is van toepassing op de omgevingsplanactiviteit bouwwerken en bevat regels over bouwwerken.

12.2 Meet- en rekenregels
  • 1. In afwijking van artikel 5.3 van de Hoofdregeling wordt voor de toepassing van dit hoofdstuk de bouwhoogte van een bouwwerk gemeten vanaf N.A.P., tot aan het hoogste punt van een bouwwerk;
  • 2. In afwijking van artikel 5.3 van de Hoofdregeling wordt voor de toepassing van dit hoofdstuk de verticale bouwdiepte van een gebouw gemeten vanaf N.A.P tot aan de onderzijde van de onderste bouwlaag.

Artikel 13 Gebouwen

13.1 Waar bovengrondse gebouwen zijn toegestaan

Een bovengronds gebouw is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.

13.2 Waar ondergrondse gebouwen zijn toegestaan en tot welke verticale bouwdiepte
  • 1. Ondergrondse gebouwen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - ondergronds gebouw toegestaan'.
  • 2. De maximum verticale bouwdiepte is -9 meter.
13.3 Bouwhoogte van gebouwen

Ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' is de maximum bouwhoogte van een gebouw in meters de daar bepaalde waarde.

13.4 Minimale hoogte bouwlagen
  • 1. De minimale hoogte van de eerste bouwlaag is 4 meter, gemeten vanaf de vloer van de eerste bouwlaag tot aan de onderkant van het plafond van de eerste bouwlaag.
  • 2. Indien de vloer van de eerste bouwlaag onder het aangrenzend maaiveld ligt, wordt in afwijking van het eerste lid gemeten vanaf aangrenzende maaiveld tot aan de bovenkant vloer van de tweede bouwlaag.
  • 3. De minimale hoogte van andere bouwlagen is 3,3 meter, gemeten vanaf de vloer van de bouwlaag tot aan de bovenkant vloer van de bovenliggende bouwlaag.
13.5 Bruto-vloeroppervlakte bebouwing
  • 1. Ter plaatse van de aanduidingen ‘maximum bouwhoogte gebouw: 44’ en 'maximum bouwhoogte gebouw: 85' 'is de bruto-vloeroppervlakte tussen een bouwhoogte van 21 meter en 44 meter maximaal 750 m2 per bouwlaag.
  • 2. Ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bouwhoogte gebouw: 85’ is de bruto-vloeroppervlakte tussen een bouwhoogte van 44 meter en 57 meter maximaal 650 m2 per bouwlaag.
  • 3. Ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bouwhoogte gebouw: 85’ is de bruto-vloeroppervlakte boven de 57 meter maximaal 550 m2 per bouwlaag.
13.6 Voorgeschreven rooilijn
  • 1. Ter plaatse van de aanduiding ‘gevellijn’ geldt voor bovengrondse gebouwen dat de gehele gevel aan de zijde ter plaatse van de aanduiding ‘gevellijn' in die lijn dient te staan.
  • 2. In afwijking van het eerste lid hoeft de gevel niet gerealiseerd te worden ter plaatse van de aanduiding ‘gevellijn’ als ter plaatse van de aanduiding gebruiksdoel groen, in overeenstemming met artikel 7, groen wordt gerealiseerd.
13.7 Parkeerplaatsen voor auto's
  • 1. Parkeerplaatsen voor auto’s, inclusief entree en hellingbaan, moeten inpandig zijn.
  • 2. Parkeerplaatsen voor auto’s zijn alleen ondergronds toegestaan, behoudens de entree en hellingbaan.
13.8 Parkeerplaatsen voor fietsstalling
  • 1. Plaatsen voor fietsstalling moeten inpandig zijn.
  • 2. Plaatsen voor een fietsstalling zijn alleen op de eerste bouwlaag, tweede bouwlaag en ondergronds toegestaan.
13.9 Verplicht groen
  • 1. Een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bouwen wordt alleen verleend als het groen als bedoeld in artikel 7.3 wordt gerealiseerd.
  • 2. Groen dat op grond van het eerste lid gerealiseerd is, moet in stand worden gehouden.

Artikel 14 Bouwwerken

14.1 Bouwhoogte bouwwerken
  • 1. De maximum bouwhoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde is 2 meter.
  • 2. De maximum bouwhoogte van een artistiek kunstwerk is 7,5 meter.
  • 3. De maximum bouwhoogte van speeltoestellen is 4 meter.

Artikel 15 Hemelwaterberging

15.1 Toepassingsbereik

In afwijking van artikel 4.110, derde lid, onder b, van de Hoofdregeling is paragraaf 4.4.2 van de Hoofdregeling van toepassing op het besluitgebied van dit TAM-omgevingsplan.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 16 Slotbepalingen

16.1 Citeertitel

Dit TAM-omgevingsplan wordt aangehaald als: “TAM-omgevingsplan H22L Zuidas-Vivaldi kavel 4”.