direct naar inhoud van Artikel 2.12 Archeologische waarden
Plan: Bestemmingsplan Spijkerkwartier - Boulevardkwartier - Spoorhoek
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.02020000705vastgesteld-

Artikel 2.12 Archeologische waarden

2.12.1. Bestemmingsomschrijving

Voor zover op de plankaart de bestemming hoge archeologische verwachting is aangegeven, zijn de gronden naast de overige in dit hoofdstuk gegeven bestemmingen primair bestemd voor het behoud, het herstel en de versterking van de op en in deze gronden voorkomende archeologische kwaliteiten.

2.12.2. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de instandhouding en versterking van archeologische kwaliteiten nadere eisen stellen aan de situering en afmetingen van bouwwerken.

2.12.3. Aanlegvergunning

a. In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische waarden, is het verboden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op de bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te (laten) voeren over een oppervlak van 100 m2 of meer:

1. het uitvoeren van graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen, het roeren en omwoelen gronden dieper dan 0,5 m onder peil, waaronder inbegrepen het aanleggen van drainage;

2. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;

3. het ophogen en egaliseren van gronden;

4. het verlagen van het waterpeil, tenzij dit een maatregel is van het bevoegde waterschap;

5. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op een andere wijze indrijven van objecten in de bodem.

b. Een aanlegvergunning kan slechts worden verleend indien:

1. door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, archeologische waarden van de betreffende gronden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast en

2. vooraf door de aanvrager van de aanlegvergunning een rapport op basis van de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie is overlegd waaruit blijkt dat de archeologische waarden van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld dat de archeologische waarden in voldoende mate zeker zijn gesteld of dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn.

Het verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:

1. in het kader van archeologisch vooronderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een erkende partij;

2. waarmee is of mag worden begonnen op het tijdstip van onherroepelijk worden van het bestemmingsplan.

Alvorens een aanlegvergunning te verlenen, winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen of gewezen ter zake deskundige.

2.12.4. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening plankaart het bestemmingsplan zodanig wijzigen dat de bestemming als bedoeld in artikel 2.12.1:

  • i. naar ligging wordt verschoven
  • j. naar omvang wordt vergroot of verkleind, dan wel
  • k. wordt verwijderd,

voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beƫindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.

Op de voorbereiding van een besluit omtrent te wijzigen, is de in Afdeling 3.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.