direct naar inhoud van Motivering
Plan: TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22b Stadscentrum, deelplan Detailhandel
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.TAMOPH22bStadDetai-ON01

Motivering

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Bestemmingsplan 'Stadscentrum, deelplan Detailhandel'

Op 23 december 2021 heeft gemeente Hoogeveen het bestemmingsplan 'Stadscentrum, deelplan Detailhandel' vastgesteld. Met dit bestemmingsplan is een vervolg gegeven aan de ontwikkelingsvisie voor het stadscentrum van Hoogeveen. In de ontwikkelingsvisie is opgenomen dat het stadscentrum vitaal blijft, indien sprake is van een compacter en kleiner centrum. Het kernwinkelgebied (Hoofdstraat) wordt versterkt door de winkels in de aanloopstraten (onder meer de Schutstraat en Het Haagje) te verplaatsen naar het kernwinkelgebied. Voor de verplaatsing of beëindiging van de betreffende winkels is een stimuleringsregeling voor transformatie beschikbaar.

De juridische regeling van het bestemmingsplan 'Stadscentrum, deelplan Detailhandel' is als volgt opgezet. Voor de panden in de aanloopstraten van het centrum is de detailhandelfunctie onder een uitsterfconstructie gebracht, daar waar nog feitelijk detailhandel wordt geëxploiteerd. Dat betekent dat de huidige functie kan worden voortgezet, maar dat als deze detailhandelfunctie meer dan één jaar niet in een pand aanwezig is, de mogelijkheid tot het exploiteren van detailhandel vervalt voor de pandlocatie.

Daar waar momenteel leegstand is, een andere funtie dan detailhandel wordt geëxploiteerd (bijvoorbeeld een kantoor) of de pandeigenaar en/of ondernemer aanspraak heeft gemaakt op de 'Verordening stimulering detailhandel stadscentrum Hoogeveen 2020', is de detailhandelfunctie per direct wegbestemd. Vanaf inwerkingtreding van het bestemmingsplan is detailhandel voor die pandlocaties niet meer toegestaan.

Reparatie schrijffout in bestemmingsplan

Per abuis is in de planregels van het bestemmingsplan op een aantal plekken de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - uitsterfconstructie' gebruikt. Dit correspondeert niet met de verbeelding, die spreekt van 'specifieke vorm van centrum - uitsterfregeling'. Dit is een omissie. Voorliggend wijzigingsbesluit repareert deze schrijffout in de planregels.

De reparatie wordt nader toegelicht in Hoofdstuk 2.

Evenwichtige toedeling van functies aan locaties

Voor het wijzigingsbesluit gelden de beoordelingsregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Dat betekent dat het omgevingsplan enkel mag worden gewijzigd:

  • met het oog op een evenwichtige toedeling van functies (artikel 8.0a, tweede lid Bkl);
  • als daarbij wordt voldaan aan de beoordelingsregels uit artikel 8.0b tot en met 8.0e Bkl.


In de volgende hoofdstukken wordt de evenwichtige toedeling van functies aan locaties en de toets aan de instructieregels nader uitgewerkt.

1.2 Grens wijzigingsbesluit

Het wijzigingsbesluit is gelijk aan het bestemmingsplan 'Stadscentrum, deelplan Detailhandel', vastgesteld op 23 december 2021, met identificatienummer NL.IMRO.0118.2020BP8017020-VG02, vastgesteld op 23 december 2021.

Korte toelichting wijziging plangebied van het bestemmingsplan in versie VG01 naar VG02

In lijn met de beslissing in de uitspraak van de Raad van State op 25 september 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:3827) is Nettorama, het pand aan Schutsplein 100, uit de begrenzing van het bestemmingsplan 'Stadscentrum, deelplan Detailhandel' geknipt. Dit is geen onderdeel meer van het deelplan Detailhandel.

De Raad van State vernietigt in haar uitspraak van 25 september 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:3827) het besluit van de raad van de gemeente Hoogeveen van 23 december 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Stadscentrum, deelplan Detailhandel", voor zover in het plan gronden zijn opgenomen met daarop het pand waar Nettorama is gevestigd. In lijn met de beslissing in de uitspraak van de Raad van State is Nettorama, het pand aan Schutsplein 100 hieruit geknipt. Dit is geen onderdeel meer van het deelplan Detailhandel. Dit is gebeurd met het opnieuw publiceren van een nieuwe bestemmingsplanversie 'vastgesteld 2', onder identificatienummer NL.IMRO.0118.2020BP8017020-VG02. Met deze nieuwe versie is een gevolg gegeven aan de beslissing van de Raad van State.

Voorliggend wijzigingsbesluit ter reparatie van de schrijffout ziet op het plangebied van deze nieuwe versie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.TAMOPH22bStadDetai-ON01_0001.png"

Figuur 1.1: Uitsnede bestemmingsplan 'Stadscentrum, deelplan Detailhandel', vastgesteld op 23 december 2021, met identificatienummer NL.IMRO.0118.2020BP8017020-VG02 (bron: Omgevingsloket - Regels op de kaart)

1.3 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 licht de inhoud van de reparatie toe. Hoofdstuk 3 toetst het wijzigingsbesluit aan beleid. Hierop volgend worden in Hoofdstuk 4 de relevante aspecten van de fysieke leefomgeving en het milieu behandeld. Hoofdstuk 5 sluit af met een conclusie over de evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Hoofdstuk 6 en Hoofdstuk 7 gaan respectievelijk in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid.

Hoofdstuk 2 Inhoud reparatie

Dit wijzigingsbesluit herstelt de omissie van het woordgebruik voor de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - uitsterfconstructie' in de planregels van het bestemmingsplan 'Stadscentrum, deelplan Detailhandel'.

Niet onderdeel van de uitspraak, maar wel ter constatering door de Raad van State in haar uitspraak van 25 september 2024, is dat in de planregels van het bestemmingsplan op een aantal plekken per abuis de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - uitsterfconstructie' is gebruikt. Dit correspondeert niet met de verbeelding, die spreekt van 'specifieke vorm van centrum - uitsterfregeling'. Dit is een omissie. Voorliggend wijzigingsbesluit repareert deze schrijffout in de planregels.

De regels van voorliggend TAM-plan zijn als volgt opgezet om de omissie te repareren. Het toepassingsbereik is zodanig geformuleerd, dat het artikel het bestemmingsplan "Stadscentrum, deelplan Detailhandel" van toepassing verklaart. Met dien verstande dat: in artikel [te noemen bestemmingsplanartikelen met de omissie] de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - uitsterfconstructie' wordt vervangen door 'specifieke vorm van centrum - uitsterfregeling'.

Hiermee wordt de omissie in de planregels gerepareerd en is deze weer in lijn met de plankaart. De plankaart behoeft verder geen wijziging. Voor de inhoud van de plankaart wordt dan ook verwezen naar de verbeelding van het bestemmingsplan 'Stadscentrum, deelplan Detailhandel'.

Hoofdstuk 3 Beleid

Zoals beschreven in paragraaf 1.1 moet worden voldaan aan de instructieregels van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) en de Omgevingsverordening van de provincie Drenthe. Ook mag het project niet in strijd zijn met de waterschapsverordening van het waterschap. Tot slot moet het project passen binnen het gemeentelijke beleid. In het kader van het vastgestelde bestemmingsplan 'Stadscentrum, deelplan Detailhandel', is dit afdoende afgewogen en waar nodig gemotiveerd. Gezien de inhoudelijke strekking van dit wijzigingsbesluit, te weten het repararen van een schrijffout, is een nadere afweging ten aanzien van het beleid niet nodig.

In de loop der tijd heeft een evaluatie van het gemeentelijke beleid plaatsgevonden. Dit betreft het beleid zoals beschreven in het bestemmingsplan 'Stadscentrum, deelplan Detailhandel'. Het gaat hierbij om het gevolg geven aan de ontwikkelingsvisie voor het stadscentrum van Hoogeveen. In de ontwikkelingsvisie is opgenomen dat het stadscentrum vitaal blijft, indien sprake is van een compacter en kleiner centrum. Het kernwinkelgebied (Hoofdstraat) wordt versterkt door de winkels in de aanloopstraten (onder meer de Schutstraat en Het Haagje) te verplaatsen naar het kernwinkelgebied. Voor de verplaatsing of beëindiging van de betreffende winkels is een stimuleringsregeling voor transformatie afkomstig uit het provinciale Binnenstadsfonds beschikbaar.

De provincie heeft in het kader van het Binnenstadsfonds (de stimuleringsregeling voor transformatie) een evaluatie laten verrichten (Bijlage 1). De evaluatie ziet toe op het verkrijgen van inzicht in de voortgang en status van de prestatieafspraken en het meten van de effecten van de projecten en acties.

In het kader van de evaluatie is gekeken naar de transformatie van winkelruimte zoals voorgestaan in bovenbeschreven bestemmingsplan. Hiertoe is onderzoek verricht op basis van gegevens van Locatus. In Locatus is gekeken naar panden waar in het verleden (2017 – heden) een publieksfunctie zat waar dit hedendaags (2022) niet meer het geval is. Vervolgens is geanalyseerd in hoeverre sprake is van transformatie naar niet-publieksfuncties op basis van de BAG (basis bestand adressen en gebouwen). Deze informatie is aangevuld met de input van de gemeente en voortgangsrapportages. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen transformaties met en zonder gebruikmaking van de transformatiesubsidie.

Uit het onderzoek kwamen de volgende conclusies naar voren:

Vanuit de gegevens kunnen er 33 transformaties worden waargenomen van een publieksfunctie naar een niet-publieksfunctie of functie zonder kassa. Voor 26 transformaties is er een subsidie verleend. Er zijn veel subsidies verleend voor de Tampoerpassage. De passage is eind 2023 gesloten. De verwachting is dat de transformatie naar wonen steeds meer op gang komt. Ook in het aanwezen transformatiegebied in de Schutstraat hebben veel transformaties met subsidie vanuit het Binnenstadfonds plaatsgevonden. Dit gebied transformeert daarmee naar een woongebied, conform visie en beleid.

De transformatieopgave komt daarmee duidelijk tot uiting en is ook al duidelijk zichtbaar. In gesprek met vastgoedpartijen blijkt dat deze subsidie essentieel was voor de transformatie om de onrendabele top te kunnen financieren. Zonder de subsidie was transformatie van winkelruimte ruimte simpelweg financieel niet haalbaar.

Tot slot, de transformatiesubsidie is in Hoogeveen zeer succesvol gebleken. Conform visie en beleid is relatief veel getransformeerd in het transformatiegebied. Daarmee heeft Hoogeveen in een relatief zeer korte periode forse resultaten geboekt. Dit is mede te danken aan het provinciale Binnenstadsfonds en met de provinciale samenwerking. De provincie heeft dan ook besloten tot verlenging van de realisatietermijn van actitviteiten betreffende de subsidie Binnenstadsfonds (Bijlage 2).

Conclusie uit de provinciale evaluatie van het binnenstadsfonds is dat het gemeentelijk beleid op dit punt in een daadwerkelijke transformatiebehoefte voorziet en daarmee nog steeds actueel is. Dit onderstreept het belang van het hieruitvoortvloeiende en vastgestelde bestemmingsplan 'Stadscentrum, deelplan Detailhandel' uit 2021 met de bijbehorende beleidsuitgangspunten en -regels.

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

In onderstaande tabel is een toetsing gedaan aan de thema's uit het Bkl. Gekeken is of een thema relevant is voor de wijziging van het omgevingsplan. Bij alle thema's is geconcludeerd dat dit niet relevant is voor het besluit. Doordat deze herziening uitsluitend een reparatie van een schrijffout inhoudt, is toetsing aan de omgevingsaspecten zoals geluidhinder, luchtkwaliteit, bodem, milieuzonering, externe veiligheid, archeologie en cultuurhistorie, ecologie, m.e.r. en water etc. niet noodzakelijk. Dit wijzigingsbesluit heeft in ruimtelijk-functionele zin een dusdanig beperkte impact, dat nadere onderzoeken van de omgevingsaspecten niet nodig zijn. Er wordt niet meer bebouwing mogelijk gemaakt dan er op grond van het voorheen geldende planologische regime aanwezig was of gerealiseerd kon worden. Het wijzigingsbesluit houdt geen dusdanige verruiming of inperking in dat onevenredige ruimtelijke effecten optreden waardoor belangen van derden worden aangetast.

Voor een uitwerking van de omgevingsaspecten bij het oorspronkelijke bestemmingsplan 'Stadscentrum, deelplan Detailhandel', wordt verwezen naar de toelichting behorende bij het bestemmingsplan.

Thema   Paragraaf Bkl   Relevant voor besluit?  
Veiligheid   5.1.2   Nee  
Waterbelangen   5.1.3   Nee  
Luchtkwaliteit   5.1.4.1   Nee  
Geluid door activiteiten   5.1.4.2   Nee  
Geluid van wegen, spoorwegen en industrieterrein   5.1.4.2a   Nee  
Slagschaduw van windturbines   5.1.4.4a   Nee  
Trillingen   5.1.4.4   Nee  
Bodemkwaliteit   5.1.4.5   Nee  
Geur   5.1.4.6   Nee  
Ladder voor duurzame verstedelijking   5.1.5.4   Nee  
Cultureel erfgoed en werelderfgoed   5.1.5.5   Nee  
Behoud ruimte voor autowegen, autosnelwegen en hoofdspoorwegen   5.1.6.2   Nee  
Behoud ruimte voor buisleidingen van nationaal belang   5.1.6.3   Nee  
Elektriciteitsvoorziening   5.1.7.3   Nee  
Rijksvaarwegen   5.1.7.4   Nee  
Toegankelijkheid openbare ruimte   5.1.8   Nee  
Voorkomen belemmeringen hoofdspoorweginfrastructuur en rijkwegen   5.2   Nee  
Lozen industrieel afvalwater in openbaar vuilwaterriool   5.2   Nee  
Bebouwingscontour jacht   5.2   Nee  
Bebouwingscontour houtkap   5.2   Nee  
Geluid rond luchthavens   5.1.4.3   Nee  
Vrije horizon kust   5.1.5.2   Nee  
Waddenzee en Waddengebied   5.1.5.3   Nee  
Landsverdediging   5.1.7.2   Nee  
Communicatie burgerluchtvaart   5.1.7.5   Nee  
Landelijke fiets- en wandelroutes   5.2   Nee  
Lokale spoorwegen binnen vervoerregio's   5.2   Nee  

Figuur 4.1: Instructieregels Bkl

Hoofdstuk 5 Evenwichtige toedeling van functies aan locaties

Voor het wijzigingsbesluit gelden de beoordelingsregels uit het Bkl. Dat betekent dat het omgevingsplan alleen wordt gewijzigd als:

  • Er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties (artikel 8.0a, tweede lid van het Bkl);
  • Als daarbij voldaan wordt aan de beoordelingsregels uit hoofdstuk 5 van het Bkl.


Op grond van artikel 4.2 Omgevingswet moet het omgevingsplan er in ieder geval toe leiden dat voor het gehele grondgebied van de gemeente functies evenwichtig aan locaties zijn toegedeeld. Deze taak vormt een voortzetting van het criterium van een goede ruimtelijke ordening uit de Wro, maar dan in de bredere strekking van de fysieke leefomgeving. Het zorgen voor een evenwichtige toedeling van functies aan locaties wordt in het omgevingsplan bereikt door activiteiten onderling evenwichtig over locaties te reguleren. Evenwichtig reguleren van activiteiten, impliceert een locatiegerichte benadering waarbij de schaarse ruimte binnen de fysieke leefomgeving op een zo goed mogelijke wijze wordt verdeeld, ingericht en benut. Een evenwichtige toedeling van functies aan locaties moet als resultante worden beschouwd van alle regels in het omgevingsplan.

Met dit wijzigingsbesluit wordt een schrijffout in een vastgesteld bestemmingsplan hersteld. In de voorgaande hoofdstukken is getoetst aan relevant beleid en zijn verrichte onderzoeken beschreven. Daarnaast is het planvoornemen getoetst aan de regels van het Bkl. Op alle onderdelen wordt voldaan aan de standaardwaarden zoals opgenomen in het Bkl. Er is geen aanleiding om op onderdelen hiervan af te wijken. Met het planvoornemen is dan ook sprake van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

De gemeente is initiatiefnemer van dit project. Een exploitatieopzet of een exploitatieplan is daarom niet aan de orde. De kosten van het wijzigingsbesluit, evenals nadeelcompensatie, zijn voor rekening van gemeente Hoogeveen.

Hoofdstuk 7 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het ontwerp-wijzigingsbesluit wordt gedurende zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze periode heeft iedereen de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. De resultaten hiervan worden te zijner tijd verwerkt.

In het kader van het eerder vastgestelde bestemmingsplan 'Stadscentrum, deelplan Detailhandel' heeft al vooroverleg met de vooroverlegpartners plaatsgevonden en is geparticipeerd. Voor een toelichting hierop wordt verwezen naar het bestemmingsplan.