direct naar inhoud van Toelichting
vastgesteld

Toelichting

Hoofdstuk 1 Het gemeentelijk plan

1.1 Beschrijving van het plan

De gemeenten Landerd en Grave hebben bestemmingsplannen in procedure gebracht voor de herinrichting van de N324.
Doel van de herinrichting is de weg veiliger te maken. De herinrichting bestaat met name uit het vervangen van gevaarlijke kruisingen door rotondes en het plaatsen van verkeersregelinstallaties. De herinrichting past niet overal binnen de ter plaatsende geldende bestemmingsplannen. Daarom is een aantal bestemmingsplannen opgesteld voor deeltrajecten in Landerd en Grave. Voor de aanpassing op het grondgebied van gemeente Oss is geen bestemmingsplanaanpassing nodig.

1.2 Afwijking van geldende Verordening ruimte

De herinrichting vergt op diverse plaatsen meer ruimtebeslag dan de huidige weg. In een aantal gevallen betekent dit, dat de uitbreiding samenvalt met de ecologische hoofdstructuur (ehs) die in de Verordening ruimte op veel plaatsen langs de N324 is opgenomen. De regels van de verordening hebben voor gronden die zijn aangewezen als ehs als uitgangspunt de ontwikkeling en bescherming van natuur. Een bestemming Verkeer en inrichting voor de weg past hier niet in.

In het ontwerpplan is daarom in een wijziging in de (ehs) voorzien ten opzichte van de structuur zoals op dat moment opgenomen in de Verordening ruimte.
Dit is gebaseerd op mogelijkheden die de Verordening ruimte bevat voor aanpassing van grenzen ten behoeve van bestemmingsplannen. Meer informatie hierover is opgenomen in Hoofdstuk 3 Verordening ruimte.

Hoofdstuk 2 Herbegrenzing voor de herinrichting voor de N324

2.1 Procedure

Het voornemen om ons te verzoeken de grenzen van de structuur 'ecologische hoofdstructuur' in de Verordening ruimte voor het gemeentelijk plan aan te passen heeft samen met de gemeentelijke ontwerpplannen ter inzage gelegen:

  • Herinrichting N324 - gedeelte gemeente Grave: 24 augustus tot en met 4 oktober 20 2016;
  • Herinrichting N324 - Rotonde Palmstraat (gemeente Landerd): 30 juli 2016 tot en met 9 september 2016;
  • Herinrichting N324 - gedeelte gemeente Landerd: 30 juli 2016 tot en met 9 september 2016

Gedurende de genoemde termijnen was het mogelijk te reageren op het aanpassen van de Verordening ruimte. Er zijn geen reacties ingezonden tegen deze wijziging van de begrenzingen in de Verordening ruimte.

2.2 Oordeel t.a.v. verzoek tot herbegrenzing

Wij hebben besloten over te gaan tot het aanpassen van de begrenzingen in de Verordening ruimte ten behoeve van de herinrichting van de N324 en de gemeentelijke bestemmingsplannen.

In de toelichting van de ontwerp-bestemmingsplannen van Landed en Grave en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt zorgvuldig onderbouwd dat aan de regels behorend bij een verzoek om wijziging van de ecologische hoofdstructuur op verzoek op basis van het nee-tenzij princpe wordt voldaan. Planologisch is dit op een juiste wijze door vertaald in het ontwerp van het gemeentelijk plan dat daarmee voldoet aan de daaraan gestelde regels in de Verordening ruimte.

Ook wordt afdoende gemotiveerd dat het realiseren van deze herinrichting van de N324 voor de gemeente Oss, Landerd en Grave van groot openbaar belang is en dat er geen alternatieven zijn die de ecologische hoofdstructuur geheel kunnen ontzien.
Het overgelegde compensatieplan d.d. 6 december 2016 voldoet verder aan artikelen 5.6 en 5.8 Vr.

Financiële compensatie

Bij de herinrichting van de N324 is ervoor gekozen om de aantasting van de ecologische hoofdstructuur financieel te compenseren door storting van in totaal € 78.460 in het provinciaal fonds.

Hoofdstuk 3 Verordening ruimte

De Verordening ruimte 2014 bestaat uit kaartmateriaal en regels die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden in een digitaal plan. Dit digitale plan kan in een kaartviewer in een internetbrowser bekeken en geraadpleegd worden. Een klik op de kaart maakt duidelijk welke structuren en aanduidingen met bijbehorende regels op die locatie gelden. Dit samenspel tussen kaarten en regels bepaalt welke normen een gemeente voor een bepaalde locatie moet hanteren bij het maken van een bestemmingsplan of bij het verlenen van een omgevingsvergunning die afwijkt van het geldende bestemmingsplan.
De kaarten maken dus deel uit van die normen en een wijziging van de kaarten betekent dat voor die locatie een andere norm gaat gelden. Bijvoorbeeld in plaats van de regels voor het gemengd landelijk gebied worden regels voor bestaand stedelijk gebied van toepassing.

Het is niet mogelijk in beroep te gaan tegen "algemeen verbindende voorschriften". Het gaat dan om wetten- en andere officiële regels, waaronder ook de provinciale Verordening ruimte valt. Ook tegen deze wijziging van de Verordening ruimte is daarom geen beroep mogelijk.

3.1 Bevoegdheid aanpassing grenzen

Omdat de gemeente bij het vaststellen van een bestemmingsplan de Verordening in acht moet nemen, zou het zonder aanpassingen van de kaart van de verordening niet mogelijk zijn om de bestemmingsplannen van Grave en Landerd voor de herinrichting van de N324 vast te stellen. Het plan zoals het er nu ligt is immers in strijd met de regels voor de ehs. Vaststelling is dus alleen mogelijk wanneer de kaart van de Verordening ruimte zodanig is aangepast, dat het plan er niet langer mee in strijd is.

Om aanvaardbare en wenselijke wijzigingen in de grenzen van de ehs in het kader van een gemeentelijk plan mogelijk te maken, bevat de verordening in artikel 5.3 een regeling waarbij wij onder voorwaarden deze grenzen kunnen wijzigen op verzoek.

In artikel 36.5 is de procedure hiervoor opgenomen. Deze strekt ertoe, dat wij kennis kunnen nemen van zienswijzen over de nieuwe ehs-grenzen, voordat wij hierover een besluit nemen. Omwille van overzichtelijkheid en ter voorkoming van vertraging in de gemeentelijke besluitvorming is bepaald dat hiervoor gelegenheid wordt geboden tegelijkertijd met de terinzagelegging van de ontwerp-bestemmingsplan.

3.2 Natuurcompensatie

Indien de ecologische hoofdstructuur aangepast moet worden ten behoeve van een plan, dient de aantasting van de natuur te worden gecompenseerd. Dit kan op de volgende manieren, een combinatie is ook mogelijk:

  • fysiek:
    Elders wordt door een initiatiefnemer nieuwe natuur gerealiseerd en in stand gehouden. Bij de berekening van de omvang van de compensatie wordt rekening gehouden met de leeftijd en ontwikkelingstijd van de natuur die wordt aangetast. Omdat het enige tijd zal duren voor de nieuwe natuur 'volwassen' is, komt er een toeslag bovenop de oppervlakte aangetaste natuur.
  • financieel:
    Er wordt een berekening gemaakt van de kosten van compensatie en het bedrag dat hieruit volgt wordt gestort in een provinciaal Groenontwikkelfonds. Dit wordt gebruikt om gronden in de ehs aan te kopen en daar natuur te realiseren.

De voorschriften voor natuurcompensatie zijn te vinden in bijlage 1 "Relevante artikelen Verordening ruimte". In artikel 40 lid 4 Vr is een overgangsregeling opgenomen voor de wijze van compenseren. De volledige tekst van deze artikelen is opgenomen in de bijlage bij de toelichting.

3.3 Bijkomende wijzigingen

3.3.1 Wijziging van andere structuur door aanpassing ecologische hoofdstructuur

In de Verordening ruimte wordt de ruimtelijke hoofdstructuur gevormd door het bestaand stedelijk gebied, de ecologische hoofdstructuur, de groenblauwe mantel en het gemengd landelijk gebied. Deze structuren sluiten op elkaar aan en overlappen niet.

Dit betekent dat een wijziging in één van deze legenda-eenheden ook gevolgen heeft voor de aangrenzende structuur. Er kan niet volstaan worden met het verwijderen van de ehs, dit zou namelijk een 'witte vlek' in de kaart opleveren - er moet op die plek ook een nieuwe legendaeenheid aan worden toegekend.

De hoofdregels voor toekenning van het vlak waar de ehs is verwijderd zijn als volgt:

  • 1. het vlak grenst ergens aan de groenblauwe mantel: het vlak wordt toegevoegd aan de groenblauwe mantel;
  • 2. het vlak raakt geen groenblauwe mantel, maar wel bestaand stedelijk gebied: het vlak wordt toegevoegd aan bestaand stedelijk gebied;
  • 3. het vlak was volledig omringd door gemengd landelijk gebied: het wordt toegevoegd aan gemengd landelijk gebied.
  • 4. het vlak wordt volledig omringd door ehs: de toekenning van de aanduiding is maatwerk.

Andersom brengt de herbegrenzing ook met zich mee, dat op de locatie waar ehs wordt toegevoegd, een van de andere structuren (gemengd landelijk gebied, groenblauwe mantel, bestaand stedelijk gebied) vervalt.

In deze 'afgeleide' wijzigingen wordt bij deze herbegrenzing ook voorzien.

3.3.2 Wijziging van aanduidingen

Een aantal aanduidingen zijn niet relevant binnen het stedelijk gebied. Dit is het geval voor Zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling, Beperkingen veehouderij, Attentiegebied ecologische hoofdstructuur en Cultuurhistorisch vlak. Daarom worden dergelijke aanduidingen indien zij op de gronden in kwestie aanwezig zijn ook meteen in dit besluit verwijderd.

3.4 Regels Verordening ruimte 2014 raadplegen

De wijziging heeft alleen betrekking op de begrenzingen van een beperkt aantal structuren en/of aanduidingen in de Verordening ruimte. Daarom dient naast dit wijzigingsbesluit ook altijd de Verordening ruimte te worden geraadpleegd:

  • voor de regels die van toepassing zijn op de gronden die bij dit besluit zijn aangeduid als bestaand stedelijk gebied en groenblauwe mantel;
  • omdat er nog andere aanduidingen en dus regels op dezelfde locatie van toepassing kunnen zijn.

Bijlage(n)

Bijlage 1 Relevante artikelen Verordening ruimte

Hoofdstuk 1 Wijziging van de ecologische hoofdstructuur

Artikel 5.3 Wijziging van de begrenzing op verzoek met toepassing nee-tenzij principe

  • 1. Gedeputeerde Staten kunnen de begrenzing van de ecologische hoofdstructuur op verzoek van de gemeente wijzigen in geval van een ruimtelijke ontwikkeling met toepassing van het nee-tenzij principe.
  • 2. Een verzoek om herbegrenzing, als bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van een bestemmingsplan waaruit blijkt dat:
    • a. er sprake is van een groot openbaar belang;
    • b. er voor de ontwikkeling geen alternatieve locaties voorhanden zijn buiten de ecologische hoofdstructuur;
    • c. er geen andere oplossingen voorhanden zijn waardoor de aantasting van ecologische hoofdstructuur wordt voorkomen;
    • d. de negatieve effecten waar mogelijk worden beperkt en de overblijvende, negatieve effecten worden gecompenseerd, waarbij wordt voldaan aan de regels inzake het compenseren als bedoeld in artikel 5.6 (compensatieregels).
  • 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid is bij ruimtelijke ontwikkelingen binnen een omheind militair terrein alleen het tweede lid, onder d, van toepassing.
  • 4. Aan het onderzoek naar alternatieve locaties bedoeld in het tweede lid, onder b, liggen de volgende uitgangspunten ten grondslag:
    • a. gezocht wordt naar alternatieve locaties binnen de gemeente en in omliggende gemeenten;
    • b. een alternatieve locatie moet overwegend dezelfde functie kunnen vervullen;
    • c. tijdverlies en meerkosten ten gevolge van de ontwikkeling van een alternatieve locatie zijn op zichzelf geen reden om dat alternatief af te wijzen.
  • 5. Artikel 3.2 (kwaliteitsverbetering van het landschap) is niet van toepassing op een bestemmingsplan als bedoeld in het tweede lid.
  • 6. Op een verzoek als bedoeld in het eerste lid is artikel 36.5 (procedure grenswijziging op verzoek) van toepassing.

Artikel 5.6 Compensatie

  • 1. De op grond van de verordening verplichte compensatie vindt, naar keuze, plaats door:
    • a. fysieke compensatie, overeenkomstig artikel 5.7;
    • b. financiële compensatie, overeenkomstig artikel 5.8.
  • 2. De omvang van de compensatie wordt bepaald door de omvang van het vernietigde areaal waarbij een toeslag op de omvang van het vernietigde areaal wordt berekend, zowel in oppervlak, als in budget, te onderscheiden in de volgende categorieën:
    • a. natuur met een ontwikkeltijd van 5 jaar of minder: geen toeslag;
    • b. tussen 5 en 25 jaar te ontwikkelen natuur: toeslag van 1/3 in oppervlak, plus de gekapitaliseerde kosten van het ontwikkelingsbeheer;
    • c. tussen 25 en 100 jaar te ontwikkelen natuur: toeslag van 2/3 in oppervlak, plus de gekapitaliseerde kosten van het ontwikkelingsbeheer;
    • d. bij een ontwikkelingsduur van meer dan 100 jaar: de toeslag in oppervlak en de gekapitaliseerde kosten van het ontwikkelingsbeheer is maatwerk.

Artikel 5.8 Aanvullende regels voor financiële compensatie

  • 1. De financiële compensatie wordt bepaald op grond van de omvang van de compensatieverplichting overeenkomstig artikel 5.6, tweede lid, en omvat de volgende kostenelementen:
    • a. kosten voor de planontwikkeling en planuitvoering;
    • b. kosten van de aanschaf van vervangende grond;
    • c. kosten van de basisinrichting;
    • d. kosten van ontwikkelingsbeheer gedurende de ontwikkelingstijd.
  • 2. De financiële compensatie wordt uiterlijk zes weken na de vaststelling van het bestemmingsplan gestort in de provinciale compensatievoorziening ter uitvoering van de geformuleerde compensatietaakstelling.
  • 3. Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een rapportage vast waarin:
    • a. verantwoording wordt gegeven over de bestedingen uit het compensatiefonds van het afgelopen jaar, en
    • b. een prioritering wordt gegeven aan de realisatie van de ecologische hoofdstructuur voor het toekomstige jaar.

Hoofdstuk 2 Procedure wijziging op verzoek

Artikel 36.5 Procedure wijziging van grenzen op verzoek

  • 1. Het voornemen om een verzoek te doen als bedoeld in artikelen 4.12, 5.3, 5.4, 5.5, 6.18, 8.3, 9.3, 11.2, tweede lid, 12.2, 13.2, derde lid, 14.2, vierde lid, 18.2, derde lid, 19.2, derde lid, 20.2, derde lid, en 25.2, maakt deel uit van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van een bestemmingsplan, waarbij in het ontwerp bestemmingsplan, indien van toepassing, de volgende gebiedsaanduidingen worden opgenomen:
    • a. gebiedsaanduiding: overig – in Verordening ruimte toe te voegen [naam gebiedscategorie];
    • b. gebiedsaanduiding: overig – in Verordening ruimte te verwijderen[naam gebiedscategorie].
  • 2. Een verzoek wordt na afloop van de terinzagelegging bedoeld in artikel 3:11 van de Algemene wet bestuursrecht, bij Gedeputeerde Staten ingediend en gaat vergezeld van een beschrijving waaruit blijkt dat is voldaan aan de in deze verordening gestelde voorwaarden waaronder wijziging van de begrenzing mogelijk is en, in voorkomende gevallen, van naar voren gebrachte zienswijzen.
  • 3. Gedeputeerde Staten beslissen binnen vier weken na ontvangst van een verzoek als bedoeld eerste lid.
  • 4. Een bestemmingsplan ten behoeve waarvan de gemeente een verzoek om wijziging van de begrenzing heeft gedaan, wordt vastgesteld nadat Gedeputeerde Staten hebben besloten tot wijziging van de begrenzing.