Bestemmingsplan Centrum-Voorstraat e.o. artikel 4

 

Centrumdoeleinden I

 

4.1   BESTEMMINGSOMSCHRIJVING

 

De op de plankaart voor centrumdoeleinden I aangewezen gronden

zijn bestemd voor:

a      gebouwen ten behoeve van

           detailhandel;

           dienstverlenend bedrijf;

           bedrijven;

           maatschappelijke voorzieningen;

           het wonen;

           kantoren;

           horecabedrijf, indien de gronden op de plankaart zijn

                   voorzien van de aanduiding “deelgebied 2”;

           openbare nutsvoorzieningen;

 

        met daarbij behorende:

b      tuinen, erven en terreinen;

c      straten, (voet-)paden;

d      openbare nutsvoorzieningen;

e      parkeervoorzieningen;

f       groenvoorzieningen;

g      terrassen ten behoeve van een horecabedrijf;

h      bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

 

        alsmede:

 

i       archeologisch waardevol gebied als bedoeld in artikel 7.

 

 

4.2   BOUWVOORSCHRIFTEN

 

4.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

a      gebouwen mogen  uitsluitend binnen een op de kaart

       ruimtelijke karakteristiek aangeduid bouwvlak worden

       gebouwd;

b      het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer

       dan 80% bedragen;

c      in afwijking van het bepaalde onder b geldt dat, wanneer de

       gronden op de plankaart zijn voorzien van de aanduiding

       “gebied afwijkend bebouwingspercentage”, het bebouwings-

       percentage per bouwperceel niet meer dan 60% mag

       bedragen;

d      indien en voorzover op de kaart ruimtelijke karakteristiek

       een gevelbouwgrens is aangegeven dient (dienen) per

       hoofdgebouw één (of meer) gevel(s) in de gevelbouwgrens

       te worden gebouwd;

e      uitsluitend voor hoofdgebouwen, die aan de Voorstraat hun

       hoofdingang hebben, mag de breedte van de voorgevel niet

       meer bedragen dan het op de kaart ruimtelijke karakteristiek

       aangegeven aantal meters;

f      de hoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan 6 m

       bedragen;

g      in afwijking van het bepaalde onder f geldt dat, wanneer de

       gronden op de plankaart zijn voorzien van de aanduiding

        “gebied afwijkende hoogte”, de hoogte van een

       hoofdgebouw niet meer dan 9 m mag bedragen met dien

       verstande dat,wanneer de gronden op de kaart ruimtelijke

       karakteristiek zijn voorzien van de aanduiding

       “zone molenbiotoop”, de nokhoogte van een hoofdgebouw

       de uit het molenbiotoop voorkomende toegestane

       bebouwingshoogte niet mag overschrijden;

h      de hoogte van een bijgebouw mag niet meer dan 3,5 m

       bedragen.

 

4.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde,

gelden de volgende bepalingen:

a      de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer

       dan 2 m bedragen, met dien verstande, dat de hoogte van

       een erf-of terreinafscheiding vóór een naar de weg

       gekeerde voorgevel c.q. het verlengde daarvan niet meer

       dan 1 m mag bedragen;

b      de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde,

       mag niet meer dan 6 m bedragen.

 

 

4.3   NADERE EISEN

 

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van:

 

a      het straat- en bebouwingsbeeld;

b      de verkeersveiligheid;

c      de sociale veiligheid;

d      de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en

       bouwwerken

 

nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

 

 

4.4   VRIJSTELLING VAN DE BOUWVOORSCHRIFTEN

 

4.4.1 Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

 

a      het bepaalde in lid 4.2.1 onder b en c en een volledige

       bebouwing van het bouwperceel toestaan, mits:

          het bouwperceel grenst aan de op de kaart ruimtelijke

             karakteristiek aangegeven aanduiding “representatieve

             wand gewenst” en

          de bebouwing wordt aangewend voor de bouw van een

             hoofdgebouw waarvan de voorgevel grenst aan de

             hiervoor onder 1 genoemde aanduiding;

 

b      het bepaalde in lid 4.2.1 onder e en toestaan dat een

       voorgevel een grotere breedte heeft, mits:

          die gevel uit meerdere verticale geledingen bestaat en

          iedere geleding niet breder is dan het op de kaart

            ruimtelijke karakteristiek toegestane aantal meters. 

 

4.4.2 De in lid 4.4.1 genoemde vrijstelling kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

a      het straat- en bebouwingsbeeld;

b      de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

 

 

4.5   GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN

 

4.5.1 Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemming.

 

4.5.2 Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 4.5.1, wordt in ieder geval  gerekend:

a      het gebruik van gronden en bouwwerken als verkooppunt van

       motorbrandstoffen;

b      het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van

       (dienstverlenende) bedrijven, anders dan die welke zijn

       genoemd in de staat van bedrijfsactiviteiten onder de

       categorieën 1  en 2;

c      het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van

       maatschappelijke voorzieningen, anders dan die welke zijn

       genoemd in de staat van bedrijfsactiviteiten onder de

       categorieën 1 en 2;

d      het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve

       van kantoren waarvan de omvang meer bedraagt dan

       750 m² per vestiging;

e      het gebruik van gronden en bouwwerken in deelgebied 2

       voor een horecabedrijf, indien hierdoor het aantal vierkante

       meters bedrijfsvloeroppervlak voor horecadoeleinden binnen

       dat deelgebied meer bedraagt dan 3.300.

f       het gebruik van gronden en bouwwerken voor

       seksinrichtingen;

g      het gebruik van het bouwperceel zoals op de plankaart

       aangeduid met “wonen niet toegestaan” ten behoeve van

       bewoning.

 

4.5.3 Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

 

a      het bepaalde in lid 4.5.1, indien strikte toepassing daarvan

       zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige

       gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt

       gerechtvaardigd.

b      het bepaalde in lid 4.5.2 onder b en c en toestaan dat

       tevens (dienstverlenende) bedrijven of maatschappelijke

       voorzieningen worden gevestigd, die in een hogere categorie

       zijn ingedeeld dan toegestaan of die niet in de staat van

       bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, indien deze bedrijven naar

       de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met

       de bedrijven genoemd in die staat onder categorieën 1 en 2,

       mits

       -   het niet betreft geluidzoneringsplichtige inrichtingen;

       -   vooraf een milieudeskundige hierover is gehoord;

c      het bepaalde in lid 4.5.2 onder d en toestaan dat er kantoren

       met een grotere omvang dan 750 m² worden gevestigd, mits

       zij hiervoor een verklaring van geen bezwaar van

       Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben ontvangen;

d      het bepaalde in lid 4.5.2 onder f en toestaan dat een

       seksinrichting wordt gevestigd mits:

       -   de vestiging past binnen het vestigingsbeleid prostitutie

            van de gemeente Spijkenisse;

       -   het geen raamprostitutie betreft;

       -   het woonklimaat ten gevolge van de seksinrichting niet

            onevenredig worden aangetast.

 

 

4.6   STRAFBEPALING

 

Overtreding van het bepaalde in 4.5.1 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2 van de Wet op de economische delicten.

 

 

4.7   PROCEDURE

 

4.7.1 Bij het verlenen van vrijstellingen als bedoeld  in 4.4 en 4.5.3 is het bepaalde in afdeling 4.12 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

 

4.7.2 Het vrijstellingsverzoek ligt met bijhorende stukken gedurende 2 weken voor een ieder ter inzage. Burgemeester en wethouders geven van de nederlegging te voren in één of meer dag-, nieuws-, of huis aan huisbladen, of op een andere geschikt wijze kennis.

 

4.7.3 Deze kennisgeving houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van schriftelijke zienswijzen. Gedurende de termijn van twee weken kunnen belanghebbenden bij het college van burgemeester en wethouders schriftelijke zienswijzen indienen.