Bestemmingsplan
Kerkdreef 1
Gemeente
Krimpen aan den IJssel
Titel Bestemmingsplan
Kerkdreef 1
Inhoud Toelichting, regels, verbeelding
Planstatus Ontwerp
Identificatie NL.IMRO.0542.BPKLKerkdreef1-on01
Datum 31 augustus 2010
Gemeente
Krimpen aan den IJssel
IMRO-versie IMRO2008
Opdrachtgever Gemeente Krimpen aan den IJssel
Opdrachtnemer Jurabos – juridisch planologisch
advies Breda
Collegiale toets dhr. K. Bevaart
Vrijgegeven door dhr. K. Bevaart
REGELS
INHOUDSOPGAVE
1. Inleidende regels 43
Artikel 1 Begrippen 43
Artikel 2 Wijze van meten 45
2. Bestemmingsregels 46
Artikel 3 Groen 46
Artikel 4 Maatschappelijk – Onderwijs 47
Artikel 5 Verkeer
– Verblijfsgebied 48
Artikel 6 Water 49
3. Algemene regels 50
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel 50
Artikel 8 Algemene ontheffingsregels 51
Artikel 9 Algemene aanduidingsregels 52
Artikel 10 Werking wettelijke regelingen 53
4. Overgangs- en slotregels 54
Artikel 12 Overgangsrecht 54
Artikel 13 Slotregel 55
Hoofdstuk
1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 het plan
het bestemmingsplan Kerkdreef 1 van de gemeente
Krimpen aan den IJssel.
1.2 het bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in in het
GML-bestand NL.IMRO.0542.BPKLKerkdreef1-vo01.
1.3 aan- en uitbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd
aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw
onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht
ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn
aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het
gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen
zijnde.
1.7 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.8 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde
bestemming.
1.9 bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet
vrijstaand gebouw, vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden
van het hoofdgebouw en dat in archotectonisch opzicht ondergeschikt is aan het
hoofdgebouw.
1.10 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk
oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede
het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten
van een standplaats.
1.11 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.12 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de
regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.13 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel.
1.14 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn
aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen
gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.15 bouwwerk
elke constructie van
enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct
hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun
vindt in of op de grond.
1.16 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke,
overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.17 hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn
constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te
merken en waarin de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt
ondergebracht.
1.18 peil
de
gemiddelde hoogte van het afgewerkte terrein van de bouw.
Artikel 2 Wijze van meten
Bij toepassing
van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een
bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte
bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te
stellen bouwonderdelen.
2.2 de breedte, lengte en diepte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de
gemeenschappelijke scheidingsmuren.
2.3 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn,
het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.4 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de
gevels (en/of het hart van de
scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de
scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het
afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De
voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor groen, water,
speelvoorzieningen, voet- en fietspaden en nutsvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
Voor
het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a. op of in deze gronden mogen
uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer
bedragen dan 3 m.
Artikel 4 Maatschappelijk – Onderwijs
4.1 Bestemmingsomschrijving
De
voor 'Maatschappelijk-Onderwijs' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. een onderwijsinstelling en hieraan
ondergeschikt een kinderdagverblijf en depotruimte c.q. werkplaats van een museum;
met
bijbehorende:
b. toegangswegen- en paden en overige
verhardingen;
c. groenvoorzieningen;
d.
watervoorzieningen;
e. parkeervoorzieningen;
f. speelvoorzieningen;
g. nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen
Voor
het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a. gebouwen worden binnen het op de
verbeelding aangegeven bouwvlak gebouwd;
b. de bouw- en goothoogte van gebouwen
mag niet meer bedragen dan de met de aanduiding
'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven goot- en bouwhoogte;
c. de maximum oppervlakte van gebouwen
mag niet meer bedragen dan de met de aanduiding
'maximum oppervlakte (m²)' aangegeven maximum oppervlakte.
d. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone – industrie' mogen op de
gronden gelegen binnen deze zone geen
geluidgevoelige objecten worden gebouwd tenzij zich één van onderstaande situaties voordoet:
1. voor het vernieuwen, veranderen of vergroten van
geluidgevoelige objecten overeenkomstig
de regels van dit plan, mits daarbij de afstand tot het industrieterrein niet wordt
verkleind, de bouwhoogte van het gebouw niet toeneemt,
het aantal geluidgevoelige objecten niet toeneemt en wordt voldaan aan de van
toepassing zijnde eisen voor de karakteristieke geluidwering uit het Bouwbesluit;
2. indien burgemeester en wethouders ten behoeve van de bouw
van geluidgevoelige
objecten een hogere grenswaarde hebben vastgesteld en wordt voldaan aan de van
toepassing zijnde eisen voor de karakteristieke geluidwering uit het Bouwbesluit;
3. indien door middel van akoestisch onderzoek wordt
aangetoond dat door het treffen
van een bronmaatregel een situatie kan worden gecreëerd, waardoor de geluidsbelasting op
de gevels van geluidgevoelige objecten ten hoogste 50 dB(A) bedraagt;
4. indien de naar het industrieterrein gekeerde zijde van de
geluidgevoelige objecten
voldoet aan de voorwaarden, zoals vermeld in artikel 1b, lid 5 van de Wet geluidhinder en door
middel van akoestisch onderzoek
is aangetoond dat minimaal
sprake is van één geluidluwe gevel (geluidsbelasting minder
dan 50 dB(A)).
4.2.2 Bouwwerken,
geen gebouwen zijnde
Voor
het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen bedraagt:
1. maximaal
2. maximaal
b. de bouwhoogte van overige
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt:
1. maximaal
2. maximaal
3. maximaal
Artikel 5 Verkeer – Verblijfsgebied
5.1 Bestemmingsomschrijving
De
voor 'Verkeer-Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. verblijfsgebied met een functie voor
verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
met
bijbehorende:
b. groenvoorzieningen;
c. watervoorzieningen;
d. parkeervoorzieningen;
e. nutsvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
Voor
het bouwen gelden de volgende regels:
a. op of in deze gronden mogen
uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling,
verkeersaanduiding, wegaanduiding of verlichting, mag niet meer bedragen dan
Artikel 6 Water
6.1 Bestemmingsomschrijving
De
voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor water ten behoeve van de
waterhuishouding.
6.2 Bouwregels
Voor
het bouwen gelden de volgende regels:
a. op of in deze gronden mogen
uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
Hoofdstuk
3 Algemene regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
Grond
die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan
uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling
van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 8 Algemene ontheffingsregels
8.1 Bevoegdheid tot het verlenen van
ontheffing
Burgemeester
en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de regels van het
plan
voor:
a. het oprichten van bouwwerken voor
algemeen nut mits de oppervlakte van een gebouw niet meer bedraagt dan
b. het overschrijden van de regels inzake
bouwhoogte van gebouwen met niet meer dan 10%;
c. het overschrijden van de regels
inzake de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met niet meer dan 20%;
d. het overschrijden van het bouwvlak
door ondergeschikte bouwonderdelen, zoals erkers, balkons, bordessen, luifels, galerijen, trappen,
overhangende verdiepingen, toegangen, lifthuizen
en dergelijke, mits de overschrijding
niet meer bedraagt dan
e.
het overschrijden van het
bouwvlak door gebouwen, indien het plan niet overeenkomt met de bij uitmeting blijkende
werkelijke toestand van het terrein, mits de overschrijding
niet meer bedraagt dan
8.2 Voorwaarden waaronder ontheffing kan
worden verleend
Een
ontheffing als bedoeld in lid 8.1 kan niet worden verleend, indien de bouw- en
gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen percelen in onevenredige mate worden
beperkt en/of indien ter plaatse aanwezige waarden op onevenredige wijze worden
of kunnen worden aangetast.
Artikel
9 Algemene aanduidingsregels
9.1 Geluidzone – industrie
Ter plaatse
van de aanduiding 'geluidzone – industrie' zijn de gronden, naast de aldaar
voorkomende bestemming(en), mede aangewezen voor een zone industrielawaai in de
zin van de Wet geluidhinder.
Artikel 10 Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen, waarnaar in de
regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van
vaststelling van het plan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
11.1 Overgangsrecht
bouwwerken
a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van
inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel
gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag,
mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
1. gedeeltelijk
worden vernieuwd of veranderd;
2. na
het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van
de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig
ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een
bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die
weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn
gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan,
daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
11.2 Overgangsrecht
gebruik
a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond
op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in
strijd is, mag worden voortgezet;
b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige
gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander
met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar
aard en omvang wordt verkleind;
c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het
tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar
wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten
hervatten;
d. Sub a is niet van toepassing op het gebruik dat
reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder
begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 12 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het
bestemmingsplan Kerkdreef 1.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente
Krimpen aan den IJssel in de openbare vergadering van [datum
vaststelling].
de griffier, de
voorzitter,
VERBEELDING